Nulmeting monitor macro-economische context Caribisch Nederland

9. Gegevenshuishouding

In het huidige rapport is duidelijk geworden dat er reeds veel relevante informatie beschikbaar is over de BES-eilanden. Veel van deze gegevens zijn terug te vinden op StatLine. Hier staan gegevens over verschillende onderwerpen: Arbeid en sociale zekerheid, Bevolking, Bouwen en wonen, Energie en water, Gezondheid en welzijn, Inkomen en bestedingen, Internationale handel, Macro-economie, Onderwijs, Veiligheid en recht, Verkeer en vervoer en Vrije tijd en cultuur. Deze informatie is voor iedereen vrij toegankelijk en wordt waar mogelijk periodiek geüpdatet.

Ook publiceert het CBS periodiek het dashboard Monitor Brede Welvaart en Sustainable Development Goals Caribisch Nederland waarin de brede welvaart van Caribisch Nederland in kaart gebracht wordt. Verder brengt het CBS jaarlijks de reeks The Caribbean Netherlands in numbers uit en op de dossierpagina Caribisch Nederland kunnen meer CBS-onderzoeken over Caribisch Nederland gevonden worden. Geïnteresseerden kunnen zich (gratis) abonneren op nieuwsberichten die het CBS uitbrengt over Caribisch Nederland (Abonnementen | CBS).

Op verschillende plekken en door verschillende partijen is echter ook geconstateerd dat de gegevenshuishouding voor Caribisch Nederland niet van hetzelfde niveau is als de gegevenshuishouding van Europees Nederland. Zo heeft de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland in hun rapport geconstateerd dat er een tekortschietend datalandschap is voor Caribisch Nederland. In de Kamerbrief als reactie op het rapport erkent en onderschrijft het kabinet belang van goede data voor de ontwikkeling van beleid. Ook vanuit de Tweede Kamer klinkt er een oproep voor een structuur waarin een goede dataverzameling geborgd wordt op basis waarvan het toekomstig gevormde beleid kan worden bepaald.120) Ook onderzoeksinstituten en maatschappelijke organisaties hebben aangegeven dat niet altijd alle gewenste data beschikbaar is. Zo heeft het Nibud in hun onderzoek Zicht op schulden in Caribisch Nederland aangegeven dat benodigde informatie om beter inzicht te krijgen in de omvang van (problematische) schulden beperkt beschikbaar is. Ook het CBS heeft in het Meerjarenprogramma Caribisch Nederland 2024-2028 als doel gesteld de komende jaren de toegang tot en ontsluiting van data over Caribisch Nederland te verbeteren en de Openbare Lichamen met zijn kennis en ervaring te ondersteunen in het verantwoord gebruik van data.

Het is dus een breed gedragen wens en ambitie om de gegevenshuishouding van Caribisch Nederland verder te verbeteren. In dit hoofdstuk worden meerdere verbetertrajecten rondom statistieken over Caribisch Nederland beschreven. Hierbij wordt gefocust op statistieken die relevant kunnen zijn voor de monitoring van de macro-economische context van Caribisch Nederland.

9.1. Verbetertrajecten

9.1.1. Uurlonen/arbeidsduur

Zoals eerder vermeld (zie bijvoorbeeld hoofdstuk 2) heeft het CBS op dit moment geen administratieve data over arbeidsduur voor Caribisch Nederland.121) De term arbeidsduur verwijst naar de hoeveelheid tijd die er gedurende een bepaalde periode gewerkt wordt. Met andere woorden, het CBS weet op basis van administratieve bronnen niet hoeveel uur personen werken. Hierdoor kan het CBS bijvoorbeeld op dit moment niet berekenen hoeveel mensen er het wettelijk minimumloon verdienen. Er is wel informatie bekend over de lonen die personen verdienen, maar niet hoeveel uur hiervoor gewerkt is. Indien een persoon op dit moment 1 751 dollar per maand verdient, is dit wel het wettelijk minimumloon indien deze persoon hiervoor 40 uur per maand werkt, maar niet als een persoon hier bijvoorbeeld 20 uur voor werkt. Dit is een groot gebrek in een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van het verhogen van het wettelijk minimumloon. Ook voor andere statistieken en onderzoeken kan dit relevante informatie zijn (bijvoorbeeld om arbeidsproductiviteit in kaart te brengen). De wenselijkheid van deze informatie vanuit onderzoeksoogpunt (en hiermee ook vanuit beleidsmatig oogpunt) is duidelijk. Het aanleveren van administratieve gegevens over het aantal gewerkte uren zou echter wel een extra verplichting betekenen voor bedrijven. Er worden gesprekken gevoerd om te verkennen in hoeverre het mogelijk is dat administratieve data over het aantal gewerkte uren in de toekomst beschikbaar komt.

9.1.2. Aanvullende analyses naar verdiende lonen

In dit rapport is beschreven wat het gemiddeld verdiende loon is in Caribisch Nederland en hoe vaak lonen rondom het wettelijk minimumloon voorkomen. Ook is inzicht gegeven in welke mate er verschillen zijn in verdiende lonen tussen bedrijfstakken en naar de demografische kenmerken geslacht, leeftijd en huishoudsamenstelling. Vanuit de Expertgroep zijn later in het proces nog aanvullende wensen voor uitsplitsingen naar voren gekomen. Gezien de planning, de beschikbare capaciteit en het beschikbare budget waren verdere uitsplitsingen voor deze nulmeting niet mogelijk. Er zijn, in lijn met de suggesties vanuit de Expertgroep, een aantal uitsplitsingen die mogelijk relevant zouden zijn voor vervolgmetingen. Zo is in deze nulmeting beschreven wat het gemiddelde loon is voor de verschillende huishoudtypes. Uit de Expertgroep is gebleken dat het gedetailleerder in kaart brengen van deze statistieken, door bijvoorbeeld te onderzoeken in welke mate bepaalde huishoudtypes (bijvoorbeeld huishoudens met kinderen) een loon verdienen rondom het wettelijk minimumloon, beleidsmakers nuttige inzichten kan bieden voor het maken van toekomstig beleid. Ook kan het interessant zijn om in kaart te brengen in welke mate het opleidingsniveau in Caribisch Nederland samenhangt met de (verdiende) lonen. In het algemeen kan verwacht worden dat hoe hoger het opleidingsniveau is hoe hoger het loon dat verdiend wordt. In welke mate dit in Caribisch Nederland zo is, zou onderzocht kunnen worden in vervolgmetingen. Indien gewenst, zou het CBS kunnen worden verzocht dergelijke aanvullende analyses op te nemen in mogelijke vervolgmetingen van de monitor macro-economische context Caribisch Nederland.

9.1.3. Armoede/sociaal minimum

Er is door SZW enkele jaren gebruikt gemaakt van het beleidsmatige ‘ijkpunt voor het sociaal minimum’.122) Eerder heeft het CBS cijfers gemaakt over hoeveel procent van de personen, huishoudens en kinderen een huishoudinkomen had onder dit ijkpunt sociaal minimum.123) Aangezien de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland in 2023 nieuwe normen voor het sociaal minimum heeft geadviseerd, zijn de ijkpuntstatistieken niet beschreven in de nulmeting van de monitor macro-economische context. Het CBS zou verzocht kunnen worden om dergelijke analyses opnieuw te doen met een nieuwe grens.124) Hierover vinden gesprekken plaats tussen SZW en het CBS. Interessant zou kunnen zijn om ook te kijken welke groepen er dan onder dit sociaal minimum zitten. In hoeverre zijn dit bijvoorbeeld personen met werk als belangrijkste inkomstenbron? Indien dit aandeel werkenden relatief laag is zou dat iets kunnen zeggen over de mogelijke effectiviteit van bijvoorbeeld maatregelen als het verhogen van het wettelijk minimumloon voor het tegengaan van armoede.

9.1.4. Geregistreerde schulden

Een mogelijke indicatie van te weinig middelen hebben om rond te komen, is het hebben van geregistreerde schulden. Voor Europees Nederland publiceert het CBS het dashboard Schuldenproblematiek in beeld. Om geregistreerde problematische schulden in kaart te brengen wordt gekeken naar 13 landelijke schuldregistraties. Denk hierbij aan problematische betalingsachterstanden bij de Belastingdienst, schuldregistraties bij Bureau Krediet Registratie en lange betalingsachterstanden wat betreft de zorgverzekering. Het Nibud heeft in 2023 het rapport Zicht op schulden in Caribisch Nederland gepubliceerd. Hierin werd geconstateerd dat informatie over schulden in Caribisch Nederland slechts zeer beperkt beschikbaar is. Er vinden gesprekken plaats tussen het CBS en SZW om te onderzoeken in hoeverre het voor het CBS mogelijk is om informatie te krijgen en te publiceren over geregistreerde problematische schulden in Caribisch Nederland.

9.1.5. Inflatie

Om de inflatie te meten en te monitoren berekent het CBS op dit moment per kwartaal voor elk eiland een ConsumentenPrijsIndex (CPI, zie hoofdstuk 4). Dit jaar heeft het CBS, op verzoek van BZK, gewerkt aan een vooronderzoek om een beter inzicht te krijgen in de prijsontwikkeling in Caribisch Nederland. De eerste vraag die daarin centraal stond was of het mogelijk is om per maand, in plaats van per kwartaal, inzicht te geven in ontwikkeling van de inflatie voor de drie BES-eilanden. Voor Europees Nederland wordt de ontwikkeling in de CPI ook maandelijks gepubliceerd (zie: StatLine - Consumentenprijzen; prijsindex 2015=100 (cbs.nl)). De conclusie van dit vooronderzoek was dat een volledige overstap naar een maandelijks CPI voor Caribisch Nederland niet haalbaar is. Een volledige overstap betekent een maandelijkse publicatie voor elk van de drie eilanden en naar het publicatieniveau van de 12 onderscheiden bestedingscategorieën. De marges per bestedingscategorie worden te groot geacht en de enquêtedruk op berichtgevers zou te groot worden indien de benodigde waarnemingen significant uitgebreid zouden worden. De betrouwbaarheid is voor Bonaire groter dan voor Sint Eustatius en vooral groter dan voor Saba. Voor Bonaire was daarom de conclusie van het vooronderzoek dat het wel mogelijk was om per maand een indicatie (raming) van de totale inflatie te kunnen geven. Dat krijgt dan de vorm van een ‘kwartaalflash’ die elke maand wordt gepubliceerd. Dit houdt in dat in de tweede maand van het kwartaal de verwachte mutatie van het kwartaal (kwartaal-op-kwartaal en jaar-op-jaar) gepubliceerd wordt aan de hand van een raming gebaseerd op de eerste maand van het kwartaal. In de derde maand van het kwartaal wordt vervolgens de raming gepubliceerd op basis van de eerste twee maanden. Na het kwartaal wordt de kwartaalindex gepubliceerd zoals dat nu ook het geval is. Deze maandelijkse kwartaalflash krijgt dan dezelfde vorm als de snelle raming voor de Europees Nederlandse CPI. Het CBS past nu, op verzoek van BZK, het productieproces en de capaciteit aan en verwacht vanaf begin 2025 deze maandflashes voor Bonaire te kunnen gaan publiceren.125) Voor Sint Eustatius en Saba is eerst een verdere optimalisatie van de waarneming nodig. Voor deze eilanden zou het op zijn vroegst begin 2026 mogelijk zijn om dergelijke maandflashes te publiceren.126)

Een ander verschil tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland wat betreft de meting van de CPI, naast de frequentie van publicatie, is het aggregatieniveau waarop gepubliceerd wordt. Zoals in hoofdstuk 4 beschreven is, worden er meerdere bestedingscategorieën onderscheiden. Zo is de eerste bestedingscategorie die onderscheiden wordt ‘Voedingsmiddelen en alcoholvrije drank’. Voor Europees Nederland wordt echter niet- zoals voor Caribisch Nederland- enkel de prijsontwikkeling voor deze hoofdcategorie gemonitord, maar ook op het detailniveau van aparte producten (zoals aardappelen, eieren, chocolade, frisdranken, koffie en babyvoeding). Dat de CPI voor Caribisch Nederland in minder detail wordt gepubliceerd komt omdat de economie op elk van de drie eilanden vele malen kleiner is dan de economie van Europees Nederland.127) De tweede vraag van het vooronderzoek was of het toch mogelijk was om meer detail in de CPI aan te brengen. Meer specifiek is onderzocht of het mogelijk is om meer detailcijfers over de prijsontwikkeling van huisvestiging te publiceren. Het gaat dan vooral over de prijsontwikkeling van niet-sociale huren. Deze wordt nu niet apart waargenomen (en dus niet gepubliceerd) voor Caribisch Nederland. De ontwikkeling van (de hoogte van) deze huren is echter wel belangrijk omdat huren doorgaans een flinke impact hebben op de uitgaven van huishouden. Ook beleidsmatig is de prijsontwikkeling van deze huren belangrijk om zo de maatregelen die genomen worden om de huisvestingskosten te verlagen beter te kunnen monitoren (in combinatie met de overige kosten voor huisvesting). De reden dat prijsontwikkeling van de niet-sociale huren op dit moment niet gepubliceerd wordt, is dat het CBS geen geschikte data heeft om deze te kunnen meten. In het vooronderzoek is in kaart gebracht of dit wel mogelijk zou zijn door middel van een speciale enquête onder huurders. De conclusie van het vooronderzoek was dat een enquête onder huurders inderdaad een bruikbaar middel is om huurprijzen (en de ontwikkeling) te achterhalen. Dit betekent dat het CBS in de toekomst de prijsontwikkeling van de huidige categorie ‘Huisvesting, water en energie’ in meer detail weer zal kunnen geven waarin ook een onderscheid gemaakt wordt sociale huren en overige huren. Meer informatie over dit vooronderzoek kan gevonden worden op: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2024/35/haalbaarheidsonderzoek-uitbreiding-cpi-caribisch-nederland.

9.1.6. Bbp versnellen

Van alle statistieken die beschreven zijn in dit rapport, wordt de statistiek rondom het bruto binnenlands product met de meeste vertraging gepubliceerd: in het najaar van 2024 zijn de cijfers over 2022 gepubliceerd. Dit komt omdat bij de samenstelling van het bbp gebruik gemaakt wordt van bronnen op uiteenlopende terreinen zoals productie, finale bestedingen, inkomen en prijzen. Voorbeelden zijn de Nationale Rekeningen enquête Caribisch Nederland, overheidsadministraties, statistieken van de buitenlandse handel, budgetonderzoeken, statistiek banen van werknemers en consumentenprijzen. Er vinden gesprekken plaats of het mogelijk is om de haalbaarheid van een versnelling in kaart te brengen.

9.1.7 Bedrijfskosten

Eerder zijn in een motie in de Tweede Kamer zorgen geuit over het effect van het verhogen van het wettelijk minimumloon op kleine, lokale ondernemers en op het vestigingsklimaat op de BES-eilanden.128) Op dit moment verkent het CBS op verzoek van SZW of het mogelijk is om inzicht te geven in het aandeel van de lonen in de bedrijfslasten en in de winstgevendheid van bedrijven.129) Het CBS onderzoekt op dit moment of de benodigde bronnen over de sociale premies en de afschrijvingen resultaten van voldoende kwaliteit opleveren om te publiceren en of er bronnen beschikbaar zijn om de niet-productgebonden belastingen en subsidies te ramen. Indien dit mogelijk is, zal het CBS de resultaten van dit onderzoek naar verwachting aan het einde van 2024 publiceren.

9.1.8. Collectievelastendruk

Voor Europees Nederland publiceert het CBS informatie over de collectievelastendruk.130) De inkomsten uit belastingen en wettelijke premies ontvangen door de overheid worden de collectieve lasten genoemd. In dit cijfer zitten ook de belastingen en premies betaald door niet-ingezetenen. De collectieve lasten gedeeld door het bbp (zie hoofdstuk 6) wordt de collectievelastendruk genoemd. De collectievelastendruk kan gezien worden als een kerncijfer van een economie. Op dit moment publiceert het CBS geen informatie over de collectievelastendruk in Caribisch Nederland. De reden hiervoor is dat op dit moment niet alle benodigde informatie beschikbaar is bij het CBS. BZK heeft aangegeven graag meer informatie te ontvangen over de collectievelastendruk in Caribisch Nederland. Vanwege de beschikbare capaciteit was het voor het CBS niet mogelijk om voor publicatie van de voorliggende nulmeting van de monitor de volledigheid, kwaliteit en plausibiliteit van de benodigde cijfers te controleren. Indien gewenst zou dit wel verkend kunnen worden voor vervolgmetingen van de monitor macro-economische context van Caribisch Nederland.

9.1.9. Exit-survey

Toerisme speelt een belangrijke rol in Caribisch Nederland. Het CBS publiceert nu reeds meerdere gegevens over toerisme (zie ook paragraaf 6.3). Beleidsmakers en toeristenbureaus hebben aangegeven behoefte te hebben aan aanvullende informatie over toeristen in Caribisch Nederland. Het gaat hierbij om vragen zoals het motief waarmee bezoekers naar de eilanden komen, in welk type accommodatie ze verblijven, wat ze op de eilanden doen, de groep waarmee men reist en vooral de uitgaven die men doet of heeft gedaan om de eilanden te bezoeken. Op dit moment werkt het CBS op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken aan een onderzoek om hier meer inzicht in te geven. Dit wordt gedaan door bezoekers te bevragen op het moment dat ze het eiland verlaten. Dit wordt daarom aangeduid met de term exit-survey. De verwachting is dat de resultaten van dit onderzoek in de tweede helft van 2025 beschikbaar zullen komen.

9.1.10. Arbeidsmigratie

Zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven, heeft migratie een bepalende invloed op de bevolking in Caribisch Nederland. Het is daarom relevant om de migratie in Caribisch Nederland in de toekomst goed te monitoren. Indien migratie bestudeerd wordt, wordt vaak gesproken over push en pull factoren. Pushfactoren zijn de redenen waarom mensen een land verlaten. Pullfactoren zijn de redenen waarom ze naar een bepaald land verhuizen. Er zijn meerdere belangrijke push- en pullfactoren. Denk hierbij aan sociale factoren, bijvoorbeeld iemand die naar een ander land verhuist vanwege een geliefde. Ook politieke factoren kunnen rol spelen, denk hierbij aan asielmigratie. Ook economische factoren kunnen een belangrijke rol spelen. Economische groei en werkgelegenheid kunnen belangrijke redenen zijn om naar een ander land te verhuizen. Op dit moment maakt het CBS geen statistieken voor Caribisch Nederland over verblijfsdoelen.131) Het zou interessant zijn om in de toekomst te onderzoeken of (afgeleide) migratiedoelen (betrouwbaar) bepaald kunnen worden voor Caribisch Nederland. Indien dit lukt zou meer inzicht verkregen kunnen worden in welke mate er sprake is van gezins-, studie- en arbeidsmigratie. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen Caribisch Nederland 2025 stelt dat arbeidsmigratie nodig zal zijn om het welvaartsniveau op peil te houden en/of te verhogen op de BES-eilanden. Tegelijkertijd brengt dit ook uitdagingen met zich mee (denk hierbij aan een grotere druk op de beschikbare ruimte en voorzieningen). Een betere monitoring van arbeidsmigratie in de toekomst kan daarom relevant zijn. Ook kan het interessant zijn om in de toekomst te bestuderen of de verhouding van de hoogte van het wettelijk minimumloon in Caribisch Nederland ten opzichte van de hoogte van het wettelijk minimumloon in belangrijke herkomstlanden samenhangt met de immigratie uit deze landen.132) Tot slot kan het interessant zijn om in vervolgmetingen van de monitor gegevens van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over verblijfsvergunningen op te nemen. Informatie over het aantal aanvragen en toekenningen, het soort vergunning (bijvoorbeeld voor een vergunning voor bepaalde tijd of een Verklaring van Rechtswege) en de herkomst van de aanvrager kan aanvullende inzichten geven in de migratiestromen in Caribisch Nederland.133)

9.2. Conclusie en blik vooruit

Het CBS publiceert reeds veel statistieken die relevant zijn om de macro-economische context van Caribisch Nederland te kunnen monitoren. Deze staan beschreven in dit rapport. Daarnaast heeft het CBS op verzoek van BZK en SZW in het kader van voorliggende nulmeting aanvullende analyses uitgevoerd op reeds beschikbare data. Zo is in meer detail gekeken naar lonen rondom het wettelijk minimumloon. Ook is verkend of aanvullende bronnen gebruikt kunnen worden. Op basis hiervan zijn bijvoorbeeld de gegevens over geregistreerde werkzoekenden bij Plenchi di Trabou toegevoegd aan de nulmeting.

Zoals in dit hoofdstuk beschreven is, lopen er op dit moment meerdere trajecten om te onderzoeken of de gegevenshuishouding van Caribisch Nederland verder verbeterd kan worden.134) Zo is op verzoek van BZK gewerkt aan een meer gedetailleerde meting van inflatie. Ook wordt verkend of het mogelijk is om nieuwe statistieken te produceren. Denk hierbij aan het vooronderzoek dat momenteel op verzoek van SZW uitgevoerd wordt rondom de kosten van bedrijfsvoering. Tot slot, wordt op dit moment, op verzoek van verschillende ministeries, verkend of statistieken versneld beschikbaar kunnen komen.

Op basis van deze gegevens kunnen in de toekomst updates van de monitor macro-economische context Caribisch Nederland uitgevoerd worden. Dit zodat inzicht gegeven kan worden in mogelijke gevolgen (positief en negatief) die gepaard kunnen gaan met de genomen maatregelen. BZK en SZW zijn voornemens om het CBS in de toekomst te verzoeken dergelijke vervolgmetingen uit te voeren. Een optie is om dit te doen door middel van een dashboard waarin relevante statistieken visueel en overzichtelijk weergegeven kunnen worden. Voor de nulmeting is gekozen voor een rapport zodat de betekenis van de economische begrippen/indicatoren, hoe het CBS deze meet én de historische cijfers beschreven konden worden.

120) Zie bijvoorbeeld de 2024D19716 Motie van het lid White c.s. over samen met de BES-eilanden een structuur voor goede dataverzameling maken op basis waarvan het toekomstig gevormde beleid kan worden bepaald.

121) Deze is voor Europees Nederland wel beschikbaar uit de Polisadministratie: StatLine - Werkgelegenheid; geslacht, dienstverband, kenmerken werknemer, cao-sector (cbs.nl).

122) Zie bijvoorbeeld: Voortgangsrapportage ijkpunt Sociaal Minimum Caribisch Nederland 2023 | Publicatie | Rijksoverheid.nl.

123) https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85284NED/table?ts=1729671147626.

124) Een optie hierbij is om te verkennen of het mogelijk is om gebruik te maken van een nieuwe berekening van de armoedegrens zoals voor Europees Nederland is gedaan door het CBS, het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting en het Sociaal en Cultureel Planbureau.

125) Zo wordt voor sommige producten, zeker voor producten met een hoog gewicht in de CPI, de waarneming waar mogelijk geïntensiveerd door in plaats van per kwartaal maandelijks prijzen van deze producten waar te nemen. In sommige gevallen kan dit (relatief) eenvoudig door middel van internetwaarneming.

126) Het CBS verwacht met de kennis van nu dat dit mogelijk zou zijn. Dit is echter wel afhankelijk van de mate waarin de waarneming inderdaad geoptimaliseerd zou kunnen worden. De optimalisatie wordt vooral bereikt door voor sommige producten meer prijswaarnemingen uit te voeren.

127) Daarnaast ontbreken ook betrouwbare wegingen van deze producten op basis van het Budgetonderzoek of andere bronnen. Ook zou de actualiteit en geldigheid van wegingen op een dergelijk detailniveau snel af kunnen nemen vanwege veranderingen in de samenstelling van de bevolking (zie ook hoofdstuk 8). Tot slot zou ook het risico ontstaan dat met publicatie van prijsontwikkelingen op productniveau de geheimhoudingsregels van het CBS geschonden worden omdat hiermee potentieel gegevens zouden kunnen worden onthuld van een enkele aanbieder of merk in Caribisch Nederland.

128) Motie van het lid Michon-Derkzen c.s. in het Tweeminutendebat Verzameldebat BES (CD 2/4) | Tweede Kamer der Staten-Generaal.

129) PricewaterhouseCoopers heeft eerder een bredere beschrijving gegeven over the cost of doing business op Bonaire.

130) StatLine - Overheidsfinanciën; kerncijfers 1995-2023 (cbs.nl)

131) Voor Europees Nederland is er wel informatie beschikbaar over migratiemotieven. Zie het afgeleide migratiedoel voor immigranten vanuit de EU/EFTA en het migratiedoel van immigranten van buiten de EU/EFTA. Het CBS beschikt momenteel niet over vergelijkbare cijfers voor Caribisch Nederland.

132) Dit was op dit moment helaas niet mogelijk. Reden hiervoor is dat het CBS op dit moment werkt aan het vernieuwen van de StatLine-tabel met historische migratiecijfers. Dit in verband met een nieuwe manier om migratie in te delen naar geboorteland. Als (tijdelijk) alternatief van deze StatLine-tabel heeft het CBS wel de tabel Migratie Caribisch Nederland leeftijd, geslacht en geboorteland, 2011-2022 gepubliceerd. Hierin worden afzonderlijke migratielanden echter niet getoond waardoor een dergelijke analyses op dit moment niet mogelijk is.

133) Het was voor de nulmeting van de monitor niet meer mogelijk om deze informatie te analyseren.

134) Het CBS kan dergelijk onderzoek op verzoek van overheidsorganisaties uitvoeren in het kader van aanvullende statistische diensten. Hiervoor wordt altijd de integrale kostprijs gerekend. Voor meer informatie zie: Aanvullend statistisch onderzoek | CBS.