Nulmeting monitor macro-economische context Caribisch Nederland

1. Inleiding

1.1.Aanleiding

Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat sinds 2010 uit de volgende vier landen: Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten. Het land Nederland bestaat uit een Europees deel en uit een Caribisch deel. Caribisch Nederland bestaat uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.1) Voor deze drie eilanden wordt ook weleens de term bijzondere gemeenten en de afkorting BES-eilanden gebruikt.

In oktober 2023 heeft de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland (hierna: de Commissie) het rapport “Een waardig bestaan: Een sociaal minimum dat voorziet in toenemend perspectief op zelfredzaamheid” gepubliceerd. De opdracht van de Commissie was om aan te geven wat burgers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba nodig hebben om rond te komen en om te kunnen participeren in de Nederlandse samenleving. De Commissie concludeert onder andere dat veel huishoudens met minder middelen rond moeten komen dan het in het rapport voorgestelde sociaal minimum. In het rapport worden meerdere aanbevelingen gedaan gericht op het verhogen van de inkomens en het verlagen van de kosten van het levensonderhoud.

In een Kamerbrief (februari 2024) gaven de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Staatssecretaris van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties een reactie op dit rapport. Hierin werd onderschreven dat iedereen moet kunnen beschikken over voldoende middelen om rond te komen en om mee te kunnen doen in de samenleving. Ongeacht waar je woont in Nederland. In lijn met het rapport zet het kabinet middelen in om de inkomens in Caribisch Nederland te verhogen en de kosten van levensonderhoud te verlagen. Dit laatste tracht het kabinet te bewerkstelligen door bijvoorbeeld subsidies op nutsvoorzieningen en investeringen in de ontwikkeling van openbaar vervoer. Een belangrijke maatregel om de besteedbare inkomens te verhogen (naast bijvoorbeeld het verhogen van uitkeringen en de kinderbijslag) is het verhogen van het wettelijk minimumloon. Meer specifiek is het wettelijk minimumloon op alle drie de eilanden verhoogd naar 1 751 dollar per maand (door een verhoging in januari 2024 en een verhoging in juli 2024, zie ook het volgende hoofdstuk).2)

1.2.Monitoring macro-economische context Caribisch Nederland

Hoewel het streven is dat met het verhogen van het wettelijk minimumloon het besteedbaar inkomen en daarmee de bestaanszekerheid toeneemt, zouden er ook ongewenste neveneffecten kunnen ontstaan. Denk hierbij aan prijsstijgingen waardoor er bijvoorbeeld geen stijging plaatsvindt van de koopkracht. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wensen daarom zowel de mogelijke positieve als de eventueel negatieve gevolgen die gepaard (kunnen) gaan met het verhogen van het wettelijk minimumloon te monitoren. Ook vanuit de Tweede Kamer is de wens uitgesproken om de genomen maatregelen te monitoren.3)

Een zuivere effectmeting van de verhoging van het wettelijk minimumloon is helaas lastig. Ten eerste is, zoals hierboven beschreven, niet alleen het wettelijk minimumloon verhoogd. Er zijn ook andere maatregelen getroffen om inwoners van Caribisch Nederland met inkomensondersteunende en kostenverlagende maatregelen te ondersteunen. Dit bemoeilijkt een geïsoleerde effectmeting van het verhogen van het wettelijk minimumloon aangezien de uitwerking van deze maatregelen met elkaar samen kunnen hangen. Daarnaast hebben in het verleden vaker verhogingen van het wettelijk minimumloon plaatsgevonden (zie ook hoofdstuk 2).4) Economisch gezien zijn zowel op korte termijn als lange termijn effecten mogelijk van het verhogen van het wettelijk minimumloon (respectievelijk bijvoorbeeld een mogelijke impuls in consumptie vanwege hogere lonen en effecten op de werkgelegenheid). Met andere woorden, effecten van de eerdere verhogingen kunnen doorspelen in de huidige situatie waardoor effecten van de huidige verhogingen lastig geïsoleerd beschreven kunnen worden. Daarnaast zijn op dit moment niet alle benodigde gegevens beschikbaar om eventuele gevolgen die gepaard gaan met het verhogen van het wettelijk minimumloon in 2024 te beschrijven. Van veel van de relevante statistieken is 2022 is het meest recente jaar waarvoor op dit moment gegevens beschikbaar zijn.

Om toch zicht te krijgen en te houden op mogelijke ontwikkelingen die gepaard (kunnen) gaan met de genomen maatregelen, hebben BZK en SZW het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd om een monitor van de macro-economische situatie van Caribisch Nederland op te stellen. Het idee is om eerst een zogenaamde nulmeting uit te voeren waarmee de macro-economische situatie vóór de in de Kamerbrief aangekondigde maatregelen in kaart gebracht wordt en vervolgens deze analyses (deels) periodiek te herhalen zodat eventuele gevolgen van de verhoging(en) gemonitord kunnen worden. Het voorliggende rapport betreft de nulmeting van deze monitor.

Het doel van (toekomstige updates van) de monitor is enerzijds mogelijke gevolgen monitoren, maar anderzijds ook de macro-economische context van Caribisch Nederland te beschrijven zodat mogelijke gevolgen beter begrepen en gekaderd kunnen worden. Voor de (nulmeting van de) monitor heeft het CBS reeds bestaande statistieken die beschikbaar zijn op StatLine beschreven, heeft het nieuwe analyses uitgevoerd op bestaande data én zijn mogelijke nieuwe relevante indicatoren verkend en waar mogelijk beschreven.

BZK en SZW hebben het CBS voor de monitor gevraagd omdat zij het belangrijk achten dat het uitgevoerde onderzoek onafhankelijk is en ook zo herkend wordt door belanghebbenden en geïnteresseerden. Ook heeft het CBS ruime ervaring met het verzamelen, verwerken en analyseren van data in het algemeen en met relevante statistieken voor Caribisch Nederland in het bijzonder.

De macro-economische context van Caribisch Nederland is een breed thema met een complex samenspel van meerdere factoren. Om tijdens het onderzoek input en inzichten van verschillende relevante partijen mee te kunnen nemen, is voor dit onderzoek een externe Expertgroep ingesteld. Deze Expertgroep is bij aanvang van het onderzoek uitgenodigd, halverwege het onderzoekstraject en om een conceptversie te bespreken.5) Zie bijlage 1 voor de samenstelling van deze Expertgroep.

1.3.Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 2, wordt meer informatie gegeven over de lonen in Caribisch Nederland. Wat verdienen personen in Caribisch Nederland en hoe vaak is dit loon op of rond het wettelijk minimumloon? In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de inkomens in Caribisch Nederland. Personen kunnen immers naast inkomen uit werk ook inkomen ontvangen uit bijvoorbeeld uitkeringen en ook deze zijn de afgelopen jaren verhoogd. In Hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de inflatie in Caribisch Nederland. Prijsstijgingen zijn een vaak genoemd mogelijk gevolg van verhogingen van het wettelijke minimumloon. In het vijfde hoofdstuk wordt de koopkrachtontwikkeling op de BES-eilanden beschreven. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt wat huishoudens met hun inkomen kunnen kopen en of huishoudens er wat dat betreft op vooruit of achteruitgegaan zijn over de tijd heen. In hoofdstuk 6 wordt informatie gegeven over de economieën van de BES-eilanden. Hierin wordt onder andere gekeken naar het bruto binnenlands product en het aantal toeristen. Hoofdstuk 7 geeft een beschrijving van arbeid in Caribisch Nederland. In dit hoofdstuk wordt op meerdere manieren gekeken naar de vraag en het aanbod van werk. De bevolking(sdynamiek) in Caribisch Nederland wordt beschreven in hoofdstuk 8. Goede, relevante cijfers die tijdig beschikbaar zijn, zijn belangrijk om mogelijke beleidsimplicaties goed te kunnen monitoren. Op dit moment beschikt het CBS reeds over veel cijfers, maar er zijn ook belangrijke hiaten en mogelijke verbeter- en optimalisatietrajecten. Deze worden in het laatste hoofdstuk beschreven.

1) Voor meer informatie over de uitwerking van de transitie van de staatkundige structuur van Caribisch Nederland zie het rapport Vijf jaar verbonden: Bonaire Sint Eustatius Saba en Europees Nederland. De Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is te raadplegen via de volgende link.

2) Sinds 1 januari 2011 is de Amerikaanse dollar het wettig betaalmiddel in Caribisch Nederland.

3) Zie bijvoorbeeld de Motie van het lid Michon-Derkzen c.s. over onderzoeken wat het effect is van de verhoging van het minimumloon op kleine, lokale mkb-ondernemers en op het vestigingsklimaat op de BES en de Motie van het lid White c.s. over voor de drie afzonderlijke eilanden monitoren of de stappen die gezet zijn voldoende zijn om het bestaansminimum te bereiken. Beide moties zijn via deze website te downloaden. 

4)De minimumlonen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn tussen 2010 en 2023 met respectievelijk 77, 151 en 131 procent gestegen. In dezelfde periode bedroeg de inflatie 28, 32 en 29 procent.

5) Niet alle leden hebben alle bijeenkomsten bij kunnen wonen.