Revisie statistieken uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg, 2021-2023

4. De nieuwe indeling van aanbieders van zorg en welzijn

Dankzij de revisie wordt nu een duidelijker onderscheid tussen bedrijven in de sectie Gezondheidszorg en welzijnszorg en bedrijven daarbuiten, zoals apotheken en aanbieders die zorg leveren als secundaire activiteit. Daarnaast wordt de sectie Gezondheidszorg en welzijnszorg (SBI-divisies 86-88) nu volledig beschreven in de Zorgrekeningen. 

Het Zorgrekeningen-systeem dat wordt gebruikt voor het produceren van de cijfers werkt met actoren (categorieën zorgaanbieders). Na de revisie omvat dit systeem 73 actoren (bijlage 1), die worden gegroepeerd in de 22 categorieën zoals deze in de StatLine-tabellen worden gepresenteerd. In onderstaande tabel staat de nieuwe indeling.

4.1 Nieuwe indeling van aanbieders en wijzigingen
Nieuwe indeling van aanbiedersWijzigingen t.o.v. vóór revisie
Algemene ziekenhuizen+ Zelfstandige medisch specialisten en tandheelkundig specialisten die in ziekenhuizen werken
UMC'sOngewijzigd
Overige med.-spec. zorg- Zelfstandige medische en tandheelkundige specialisten en de vrijgevestigde tandheelkundig specialisten
+ Abortusklinieken, dialysecentra en radiotherapeutische instituten
Aanbieders geestelijke gezondheidszorg- Gezinshuishoudingen en ggz binnen het ministerie J&V
+ Niet-BIG-geregistreerde psychologen
HuisartsenpraktijkenOngewijzigd
Tandheelkundige praktijken+ Vrijgevestigde tandheelkundig specialisten
Paramedische en verloskundigenpraktijken+ Overige paramedici
Aanbieders verpleging, verzorging en kraamzorg- Gezinshuishoudingen en aanbieders van VVT buiten SBI-divisies 86-88
Aanbieders gehandicaptenzorg- Gezinshuishoudingen
Aanbieders preventie en publieke gezondheidszorg- Arbo-zorg buiten SBI-divisies 86-88 en centra sportmedisch advies
+ RIVM, NVWA , integrale kankercentra en uitgebreid met overige preventie
Aanbieders van ondersteunende diensten+ Ambulancediensten
- RIVM, NVWA , integrale kankercentra
Aanbieders overige diensten gezondheidszorgNieuw: bestaat uit alternatieve genezers en overkoepelende organen gezondheidszorg
Aanbieders van kinderopvangOngewijzigd
Aanbieders van jeugdzorg- Gezinshuishoudingen
Aanbieders maatschappelijke opvang- Gezinshuishoudingen
Aanbieders sociaal werk en overig welzijn+ Overkoepelende organen welzijnszorg
Apotheken- Drogisterijen/supermarkten
Aanbieders van hulpmiddelenOngewijzigd
Aanbieders zorg en welzijn als nevenactiviteitNieuw
GezinshuishoudingenNieuw
Buitenlandse aanbieders zorg en welzijnNieuw
Beleids- en beheersorganisaties- Overkoepelende organen welzijnszorg/gezondheidszorg

Enkele wijzigingen verdienen een nadere toelichting:

  1. Vóór revisie zaten de zelfstandige medisch specialisten en tandheelkundig specialisten die werken in algemene ziekenhuizen niet in de uitgaven aan algemene ziekenhuizen, maar in de uitgaven aan overige aanbieders van medisch specialistische zorg. Dat was historisch zo gegroeid, vanuit de periode waarin die zelfstandige medisch specialisten nog zelf declareerden bij de verzekeraars. Nu declareert alleen het ziekenhuis en zijn de zelfstandige specialisten als het ware ‘onderaannemers’. Door ze nu mee te tellen bij de algemene ziekenhuizen, zijn de aanpak in de Zorgrekeningen en de aanpak in de Zorginstellingen-statistiek gelijk getrokken. De zelfstandige medisch specialisten die buiten ziekenhuizen werken zitten na revisie nog steeds bij de overige aanbieders van medisch specialistische zorg; de zelfstandige tandheelkundig specialisten die buiten het ziekenhuis werken zijn samengevoegd met de tandartspraktijken.
  2. In de nieuwe indeling is een aparte categorie Gezinshuishoudingen opgenomen. Dit betreft gezinnen die via een persoonsgebonden budget (pgb) zorg leveren. Voor de revisie werden deze gezinshuishoudingen ondergebracht bij de zorgaanbieders die hetzelfde type zorg leveren. Bijvoorbeeld: gezinshuishoudingen die gehandicaptenzorg bieden, werden gerekend tot de bedrijven die gehandicaptenzorg aanbieden. Met de herziening, waarin nauwer wordt aangesloten bij de SBI-indeling van aanbieders, zijn gezinshuishoudingen nu apart geplaatst, omdat het geen bedrijven zijn. Er is hierop vooralsnog één uitzondering gemaakt: de gezinshuishoudingen die kinderopvang leveren zijn toch samengevoegd bij de bedrijven die kinderopvang leveren, omdat de omvang van de levering door gezinshuishoudingen niet goed kan worden vastgesteld. Het is de bedoeling om dit knelpunt bij de volgende revisie op te lossen.
  3. De vóór-revisie categorie “Overige verstrekkers van gezondheidszorg” verdwijnt, de betreffende actoren zijn verplaatst naar categorieën waar ze inhoudelijk beter bij passen.
  4. In de actoren “Overkoepelende organen gezondheidszorg” (subklasse 86929) en “Overkoepelende organen welzijnszorg” (subklasse 88999), die vóór revisie nog tot de groep “Beleid en beheer” werden gerekend, blijken veel bedrijven te zitten die zorg aanbieden. Het eerdere idee dat deze twee categorieën niet of nauwelijks zelf zorg leverden maar zich vooral bezighielden met de organisatie en financiering van de zorg, blijkt niet overeen te stemmen met de realiteit. De “Overkoepelende organen gezondheidzorg” zijn daarom verplaatst naar de nieuwe categorie “Aanbieders overige diensten gezondheidszorg”, terwijl de “Overkoepelende organen welzijnszorg” zijn verplaatst naar de categorie “Aanbieders sociaal werk en overig welzijn”.
  5. Voor de buitenlandse aanbieders van gezondheids- en welzijnszorg is een aparte categorie geïntroduceerd. Hoewel deze categorie qua omvang beperkt is en de cijfers met enige onzekerheid zijn omgeven, is ervoor gekozen deze afzonderlijk zichtbaar te maken. Dit besluit is genomen omdat het CBS deze categorie ook aan Eurostat moet leveren, waar het vervolgens ook wordt gepubliceerd. 
  6. Er is een belangrijk verschil in onze aanpak van enerzijds zorgaanbieders uit de sectie Gezondheidszorg en welzijnszorg en anderzijds zorgaanbieders daarbuiten. Bij de zorgaanbieders uit de sectie Gezondheidszorg en welzijnszorg worden in principe alle opbrengsten als zorguitgaven geteld, tenzij bekend is dat zij ook niet-zorg leveren én de omvang daarvan niet vastgesteld kan worden. Bij de aanbieders van zorg buiten de sectie Gezondheidszorg en welzijnszorg worden alleen de zorguitgaven geteld die blijken uit declaraties (Zvw, Wlz, aanvullende verzekeringen) of uit andere bronnen, zoals jaarverslagen. Deze aanpak brengt het risico met zich mee dat zorg geleverd door aanbieders buiten de sectie Gezondheidszorg en welzijnszorg wordt onderschat. Bijvoorbeeld: een bedrijf dat Wmo-zorg levert maar dit niet expliciet vermeldt in een jaarverslag – bedrijven die alleen Wmo-zorg leveren vallen niet onder de verplichte maatschappelijke verantwoording op grond van de WTZa – kan buiten beeld blijven. 
    Hetzelfde geldt voor bedrijven die onverzekerde zorg leveren, waaronder een aanzienlijk aantal dat cosmetische zorg aanbiedt. Uit analyses van het CBS blijkt dat een deel van deze bedrijven buiten de sectie Gezondheidszorg en welzijnszorg valt en binnen de bedrijfstak Schoonheidsverzorging is ingedeeld. Dit maakt het lastig om deze zorg volledig te betrekken in de Zorgrekeningen, vooral wanneer deze bedrijven geen expliciete rapportages over zorgactiviteiten indienen.  
  7. Bij een paar categorieën is de naam aangepast, niet omdat de inhoud is veranderd maar omdat de nieuwe naam beter de lading dekt:
    a. “Aanbieders Verpleging, verzorging en kraamzorg” i.p.v. “Verstrekkers verpleging en verzorging”;
    b. “Aanbieders preventie en publieke gezondheidszorg” i.p.v. “Aanbieders preventieve zorg”;
    c. “Aanbieders sociaal werk en overig welzijn” i.p.v. “Aanbieders sociaal werk”.
    d. “Aanbieders van hulpmiddelen”  i.p.v. “Leveranciers van therapeutische middelen”
  8. De vóór-revisie categorie “Leveranciers van geneesmiddelen” is opgesplitst vanwege de nieuwe aanpak: er is een aparte categorie “Apotheken” gemaakt, en de verkoop van medicijnen door supermarkten en drogisterijen valt nu onder de categorie “Aanbieders van zorg en welzijn als nevenactiviteit”.
    Deze laatste wijziging lijkt wellicht een verslechtering omdat nu een deel van de uitgaven van geneesmiddelen ‘verstopt’ zit in een veel bredere categorie, maar het tegendeel is waar. Omdat na revisie ook de kruising aanbieder*zorgtype wordt gepubliceerd, waarbij geneesmiddelen één van de zorgtypes is, wordt de informatie over uitgaven aan geneesmiddelen juist gedetailleerder gepubliceerd dan vóór revisie. De uitsplitsing naar zorgtype is het onderwerp van de volgende paragraaf.