Monitor Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep, editie 2025

4. Opleiding en ontwikkeling

  • Ruim 4 op de 10 kunstenaars in 2021/2023 gaf aan als hoogst gevolgde opleiding een kunstopleiding te hebben gevolgd, in de meeste gevallen op hbo- of wo-niveau. 
  • Bijna 1 op de 5 andere werkenden met een creatief beroep had een kunstopleiding gevolgd. 
  • Kunstenaars volgden vaker dan andere werkenden naast hun werk een opleiding om de kans op werk in de toekomst te vergroten. 
  • Kunstenaars die werken als zelfstandig ondernemer, gaven vaker aan dat ze leren van hun taken of de mensen op hun werk dan gemiddeld het geval is voor alle zelfstandig ondernemers. 

In hoofdstuk 4 staan opleiding en ontwikkeling centraal: de opleiding die men heeft gevolgd en of men momenteel nog een cursus of opleiding volgt. De cijfers in paragraaf 4.1 hebben betrekking op alle kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep. In de paragrafen 4.2 en 4.3 worden cijfers gepresenteerd over werknemers en zelfstandig ondernemers afzonderlijk.

4.1 Gevolgde kunstopleiding

Ruim 4 op de 10 van de 194 duizend kunstenaars in 2021/2023 gaven aan als hoogste opleiding een kunstopleiding te hebben gevolgd, in de meeste gevallen op hbo- of wo-niveau (81 procent). Bijna 3 op de 10 kunstenaars met hbo of wo volgden een opleiding in audiovisuele techniek en mediaproductie. Daarna volgden beeldende kunst en kunstgeschiedenis of muziek en theater, beide goed voor 2 op de 10 kunstenaars. Mbo’ers volgden voor het grootste deel (73 procent) een opleiding in audiovisuele techniek en mediaproductie. 

Van de 337 duizend andere werkenden met een creatief beroep had 18 procent als hoogste opleiding een kunstopleiding gevolgd. Daarvan was driekwart een hbo- of wo-opleiding. Net als kunstenaars kozen zij het vaakst voor een opleiding in audiovisuele techniek en mediaproductie. Daarnaast volgde 7 procent een opleiding in textiel-, kleding-, schoenen-, en leervervaardiging, wat hoger is dan bij kunstenaars (4 procent). Deze opleiding wordt vooral op mbo-niveau gevolgd. Ook de lerarenopleiding kwam met 10 procent vaker voor dan bij kunstenaars (6 procent) en werd op hbo- of wo-niveau gevolgd. Kunstenaars volgden vaker een opleiding in de beeldende kunst en kunstgeschiedenis of muziek en theater.

4.1.1. Onderwijsrichting hoogst gevolgde onderwijs, 2021/2023
 Lerarenopleiding algemene en beroepsgerichte vakken (%)Audiovisuele techniek en mediaproductie (%)Mode-, interieur- en industriële vormgeving (%)Beeldende kunst, kunstgeschiedenis (%)Kunstnijverheid (%)Muziek en theater (%)Textiel-, kleding-, schoenen-, en leervervaardiging (%)Architectuur en stedebouwkunde (%)
Kunstenaars637717017411
Andere werkenden met een creatief beroep1041312214712

Bijna 60 procent van de kunstenaars had geen kunstopleiding gevolgd. Veruit het grootste deel van hen volgde een andere hbo- of wo-opleiding, een kleiner deel mbo 2, 3 of 4 (respectievelijk 77 procent en 13 procent). Van de andere werkenden met een creatief beroep had 82 procent geen kunstopleiding gevolgd. Ook van hen volgde het grootste deel een hbo- of wo-opleiding (71 procent), een kleiner deel (18 procent) mbo 2, 3 of 4.

4.2 Volgen van een cursus of opleiding

Kunstenaars met betaald werk zijn minder vaak onderwijsvolgend dan gemiddeld. In 2021/2023 volgde 19 procent van alle werkenden formeel onderwijs. Tot het formele onderwijs wordt alle onderwijs gerekend dat door de overheid wordt bekostigd alsmede particulier onderwijs voor zover dit leidt tot een in Nederland erkend diploma. Van de kunstenaars was dat 13 procent. Ook waren er iets minder kunstenaars die zeiden in de afgelopen vier weken een korte opleiding of cursus te hebben gevolgd (16 procent tegenover 17 procent van alle werkenden).

Van kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep die in loondienst werken en die in de afgelopen twee jaar naast hun werk een cursus of opleiding hebben gevolgd, is bekend wat hun belangrijkste doel daarvan was. In2021/2023 gaf gemiddeld 58 procent van de kunstenaars en 60 procent van de andere creatieve beroepen aan dat het belangrijkste doel was om het huidige werk beter te kunnen doen. Daarnaast noemde 20 procent van de kunstenaars en 22 procent van de andere werkenden met een creatief beroep het omgaan met toekomstige veranderingen in de huidige baan als belangrijkste doel. Voor 22 procent van de kunstenaars en 17 procent van de andere creatieven was het om de kansen op werk in de toekomst te vergroten. Bij werknemers in het algemeen was het aandeel dat een cursus of opleiding volgde om het huidige werk beter te kunnen doen iets hoger (64 procent) en het aandeel dat de kansen op werk in de toekomst wilde vergroten iets lager (15 procent).

4.2.1 Belangrijkste doel volgen cursus of opleiding van werknemers, 2021/2023
 Kunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Werknemers - beroepsniveau 4 (%)Totaal werknemers (%)
Mijn huidige werk beter kunnen doen58606464
Om kunnen gaan met toekomstige veranderingen in mijn huidige baan20222221
Mijn kansen op werk in de toekomst vergroten22171515
Bron: NEA (CBS/TNO)

Er zijn ook werknemers die geen behoefte hebben aan een cursus of opleiding, bij kunstenaars komt dat minder vaak voor dan gemiddeld. Van de kunstenaars die in 2021/2023  in de afgelopen twee jaar geen cursus of opleiding volgden, gaf 44 procent aan daar geen behoefte aan te hebben. Dat is aanzienlijk minder dan het aandeel onder werknemers in het algemeen (58 procent).

Kunstenaars in loondienst hebben dus relatief vaak behoefte aan cursussen en opleidingen. Zij hebben daarvoor verschillende redenen. Zo had 28 procent van alle kunstenaars behoefte aan een cursus of opleiding om de kansen op werk in de toekomst te vergroten (tegenover 20 procent van alle werknemers), 23 procent om de toekomstige veranderingen in het werk aan te kunnen (tegenover 16 procent van alle werknemers) en 22 procent om het huidige werk beter te kunnen doen (tegenover 17 procent van alle werknemers). 

Ook onder zelfstandig ondernemers hebben kunstenaars en anderen met een creatief beroep minder vaak dan gemiddeld geen behoefte aan een cursus of opleiding. Van de zelfstandig kunstenaars had in de periode 2019/2023 gemiddeld 56 procent geen behoefte aan een cursus of opleiding, tegenover 65 procent van alle zelfstandig ondernemers. 

4.2.2 Behoefte aan cursus of opleiding van werkenden
 Kunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Werkenden - beroepsniveau 4 (%)Totaal werkenden (%)
Werknemers (2021/2023)
Nee44474858
Ja, om mijn huidige werk beter te kunnen doen22212417
Ja, om toekomstige veranderingen in mijn huidige werk aan te kunnen23232316
Ja, om mijn kansen op werk in de toekomst te vergroten28262320
Zelfstandig ondernemers (2019/2023)
Nee56585365
Ja, om mijn huidige werk beter te kunnen doen19172316
Ja, om toekomstige veranderingen in mijn huidige werk aan te kunnen15182115
Ja, om mijn kansen op werk in de toekomst te vergroten27252417
Bron: NEA, ZEA (CBS/TNO)

4.3 Kennis en vaardigheden

Van de kunstenaars onder zelfstandig ondernemers vond gemiddeld in de jaren 2019, 2021 en 2023 71 procent dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij hun werk. Dat is gelijk aan dat van andere zelfstandig ondernemers met een creatief beroep en iets hoger dan het totaal van alle ondernemers (69 procent). Verder gaf 23 procent van de kunstenaars aan dat ze meer kennis en vaardigheden bezitten dan nodig voor hun werk. Dat aandeel was bij de anderen met een creatief beroep (25 procent) en het totaal van alle zelfstandig ondernemers (27 procent) hoger. 

Werknemers vinden minder vaak dan zelfstandig ondernemers dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij hun werk. In de periode 2021/2023 vond 69 procent van de kunstenaars onder werknemers dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten. Zij waren hiermee positiever dan andere werknemers met een creatief beroep (64 procent) en het totaal van alle werknemers (62 procent). Van de kunstenaars in loondienst zei 26 procent meer kennis en vaardigheden te hebben dan nodig, tegenover 29 procent van de andere creatieve beroepen en 32 procent van alle werknemers. 

In 2021/2023 gaf 82 procent van de kunstenaars onder werknemers aan dat hun leidinggevende de ontwikkeling van hun kennis en vaardigheden in beperkte of grote mate stimuleerde. Dat is even hoog als bij de andere werknemers met een creatief beroep, maar lager dan bij werknemers op het hoogste beroepsniveau (87 procent). Gemiddeld lag dit aandeel onder alle werknemers op 79 procent. 

4.3.1 Stimulatie kennis en vaardigheden door leidinggevende van werknemers, 2021/2023
 Kunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Werknemers - beroepsniveau 4 (%)Totaal werknemers (%)
Nee18191321
Ja, in beperkte mate56514948
Ja, in grote mate26313831
Bron: NEA (CBS/TNO)

In de periode 2019/2023 gaf 44 procent van de kunstenaars die als zelfstandig ondernemer werkten aan dat ze het makkelijk vinden om nieuwe dingen te leren voor hun werk. Dat is minder dan bij de andere creatieven (46 procent) en het totaal van zelfstandig ondernemers (47 procent). Verder gaf bijna de helft (49 procent) van de kunstenaars aan dat ze veel leren van de taken die ze op het werk uitvoeren. Dat is even veel als bij anderen met een creatief beroep, maar meer dan bij het totaal van zelfstandig ondernemers (41 procent). Er wordt minder vaak veel geleerd van mensen op het werk, zoals collega’s, opdrachtgevers en klanten. Bij kunstenaars was dat 42 procent, tegenover 38 procent bij andere zelfstandig ondernemers met een creatief beroep en 35 procent bij alle zelfstandig ondernemers. 

4.3.2 Leermogelijkheden en -oriëntatie van zelfstandig ondernemers, 2019/2023
 Kunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Zelfstandig ondernemers - beroepsniveau 4 (%)Totaal zelfstandig ondernemers (%)
Vindt het makkelijk om nieuwe dingen te leren voor het werk44464947
Leert veel van de taken op het werk49495241
Leert veel van mensen op het werk, zoals collegas, opdrachtgevers en klanten42384535
Bron: ZEA (CBS/TNO)