2006: Windenergie

Windmolens zijn er in Nederland al heel lang. In 1221 verscheen in het Zeeuws-Vlaamse Willemskerke de allereerste. De traditionele windmolens werden voornamelijk gebruikt voor fysiek krachtwerk zoals het malen van graan, het zagen van hout of het verplaatsen van water. Aan het begin van de twintigste eeuw raakten ze in onbruik. De moderne windmolen, of windturbine, heeft als hoofdtaak het opwekken van elektriciteit. Al in de negentiende eeuw werd geëxperimenteerd met windturbines om elektriciteit te produceren. Het zou echter tot het einde van de twintigste eeuw duren voordat windenergie rendabel werd.

Oude windmolen versus een van de vroege nieuwe windmolens.
© Links: Utrechts Archief. Rechts: Nationaal Archief
Oude windmolen versus een van de vroege nieuwe windmolens.

Groei hernieuwbare energie

De komst van de moderne windmolen werd ingeluid in de jaren ’70. Tijdens de oliecrisis in 1973 experimenteerde Henk Lagerwey met een zelfgebouwde windturbine. Met een boomstam als mast bouwde hij een molen van 2,2 kW met twee wieken. Tijdens de tweede oliecrisis in 1979 werden de energieprijzen zo hoog dat windenergie voor het eerst interessant werd. Sinds het plaatsen van de eerste windturbines in Nederland in de jaren tachtig, voornamelijk op boerenerven, is de ontwikkeling van de windmolen belangrijk geweest voor de groei van hernieuwbare energie. Het vermogen van windmolens, en daarmee ook de elektriciteitsproductie, hangt samen met de ashoogte (de hoogte van de mast) en de diameter van de rotorbladen. Hoe groter de molen, hoe meer elektriciteit deze kan opwekken. Begin jaren negentig was de ashoogte van ruim driekwart van de windmolens niet hoger dan 30 meter. In 1999 werd de eerste windturbine geplaatst met een ashoogte van meer dan 70 meter. Zes jaar later volgde in 2005 voor het eerst een turbine met een ashoogte van meer dan 96 meter, waarvan het vermogen 2 MW bedroeg. Bij hedendaagse turbines kan het vermogen oplopen tot wel 11 MW, bij een ashoogte van ongeveer 150 meter.

De traditionele windmolen voorbij

De opbouw van windturbines ging in hoog tempo door. Dit zorgde ervoor dat in 2007 voor het eerst meer windenergie werd opgewekt dan op het hoogtepunt van de vorige twee eeuwen, namelijk 12,8 PJ ten opzichte van 10,4 PJ in 1868 (wind en water samen). De bruto productie wordt vanaf 1990 door het CBS gepubliceerd, voor eerdere jaren is er een schatting gemaakt op basis van cijfers van Rijksuniversiteit Groningen. Mijlpaal bij de moderne ontwikkeling van windenergie was de ingebruikname van het eerste offshore windmolenpark op de Noordzee, in 2006. Dit windmolenpark genaamd ‘NoordzeeWind‘, ook wel ‘Offshore Windpark Egmond aan Zee’ (OWEZ), bestaat uit 36 molens met een totale capaciteit van 108 MW. Mondjesmaat wordt er tegenwoordig ook weer gebruikgemaakt van waterkracht, om elektriciteit op te wekken, bijvoorbeeld bij het stuw- en sluizencomplex Hagestein.

Financiële ondersteuning van de overheid heeft een grote rol gespeeld bij de doorstart van windenergie. Belangrijk was onder meer de regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP). Deze regeling werd weliswaar in 2006 stopgezet, maar pas in 2017 bereikten de laatste projecten het einde van de looptijd van die ondersteuning. Vanaf 2008 is bovendien een nieuwe regeling actief, de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE, vanaf 2011 SDE+ en vanaf 2020 SDE++). De subsidie dekt het verschil tussen de kostprijs en de gemiddelde opbrengst van windenergie per kilowattuur. Inmiddels is deze subsidieregeling alleen nog beschikbaar voor windmolens op het land.

Productie windenergie en waterkracht
JaarBruto Productie (PJ)
18008,676
18018,654
18028,658
18038,644
18048,63
18058,566
18068,544
18078,497
18088,468
18098,411
18108,379
18118,366
18128,353
18138,348
18148,277
18158,247
18168,276
18178,29
18188,361
18198,398
18208,443
18218,447
18228,435
18238,447
18248,46
18258,429
18268,463
18278,418
18288,406
18298,435
18308,432
18318,438
18328,47
18338,477
18348,526
18358,558
18368,614
18378,62
18388,6
18398,64
18408,611
18418,701
18428,7
18438,715
18448,756
18458,791
18468,805
18478,819
18488,869
18498,903
18509,011
18519,085
18529,16
18539,232
18549,459
18559,544
18569,666
18579,727
18589,774
18599,849
18609,897
18619,889
186210,036
186310,112
186410,191
186510,206
186610,211
186710,355
186810,399
186910,373
187010,354
187110,375
187210,277
187310,233
187410,058
18759,99
18769,898
18779,836
18789,706
18799,489
18809,191
18819,107
18828,944
18838,863
18848,833
18858,746
18868,643
18878,579
18888,382
18898,285
18908,168
18918,062
18927,992
18937,932
18947,83
18957,675
18967,635
18977,526
18987,345
18997,241
19007,091
19016,979
19026,91
19036,757
19046,615
19056,615
19066,534
19076,395
19086,308
19096,224
19106,115
19115,966
19125,85
19135,775
19145,431
19155,109
19164,805
19174,519
19184,251
19193,998
19203,76
19213,537
19223,327
19233,129
19242,943
19252,768
19262,603
19272,449
19282,303
19292,166
19302,038
19311,916
19321,802
19331,695
19341,595
19351,5
19361,411
19371,327
19381,248
19391,174
19401,104
19410,9712
19420,8384
19430,7056
19440,5728
19450,44
19460,3072
19470,1744
19480,0416
19490
19500
19510
19520
19530
19540
19550
19560
19570
19580
19590
19600
19610
19620
19630
19640
19650
19660
19670
19680
19690
19700
19710
19720
19730
19740
19750
19760
19770
19780
19790
19800
19810,000108864
19820,00108864
19830,0054432
19840,018144
19850,04536
19860,09072
19870,1512
19880,282666667
19890,403333333
19900,5
19910,7
19920,9
19930,9
19941,3
19951,4
19961,9
19972
19982,7
19992,6
20003,5
20013,4
20023,8
20035,1
20047
20057,7
200610,2
200712,8
200815,7
200916,9
201014,8
201118,6
201218,3
201320,7
201421,3
201527,5
201629,8
201738,2
201838,3
201941,7
202055,2
202164,8
202277,2
2023105,2

Subsidieloos windpark

Dat de rol van subsidies afneemt, betekent niet dat de bouw van windmolens stagneert. Integendeel, deze is nu ook zonder subsidie rendabel. In 2018 en 2019 werden de vergunningen voor de bouw van het eerste subsidieloze windpark op zee ter wereld uitgereikt, Hollandse Kust Zuid, met een totaal vermogen van 1,5 gigawatt. Dit park werd in 2023 in gebruik genomen en samen met het windpark Hollandse Kust Noord steeg het totaal vermogen van de windmolens op zee in dat jaar naar bijna 4 gigawatt. Hiermee steeg de capaciteit met maar liefst 55 procent ten opzichte van een jaar eerder.

Het aantal windturbines op het land en in de binnenwateren groeide tot 2008 sterk. Daarna stagneerde deze. Tussen 2014 en 2019 nam het netto aantal windturbines met slechts 4 toe. Deze geringe groei in aantallen zegt echter niet zoveel. Veel oude, kleine, turbines worden namelijk gesloopt en vernieuwd door nieuwe molens. Doordat de nieuwe generatie windturbines aanzienlijk groter zijn dan de oude, neemt het totale vermogen veel sterker toe dan het aantal turbines.

Bij de verdeling van de windmolens op land valt op dat de meeste windmolens in de kustprovincies staan. Dat is niet verwonderlijk, gezien het grotere windaanbod. Bij de plaatsing van de windmolens is het windaanbod echter niet de enige factor. Ook de beleving over de inpasbaarheid in het landschap speelt een belangrijke rol. In Flevoland stuiten windmolens op minder bezwaren. Hierdoor staan in deze provincie de meeste windmolens, ondanks dat Flevoland niet de meest gunstige windcondities heeft.

Vermogen van windmolens
JaarLand (MW)Zee (MW)
90500
952500
004470
014850
026720
039050
0410750
0512240
061453108
071641108
081921228
091994228
102009228
112088228
122205228
132485228
142637228
153034357
163300957
173245957
183436957
193527957
2041882460
2151862460
2261312570
23**67573978

Bronnen