1989: Zonne-energie

Hoewel ze tegenwoordig volkomen ingeburgerd zijn, kreeg pas in 1989 het eerste huishouden in Nederland zonnepanelen. In de 35 jaar sindsdien is er een hoop gebeurd in de wereld van zonne-energie, met als kers op de taart dat Nederland vanaf 2023 wereldkampioen vermogen per inwoner is.

ZKH Prins Bernhard bekijkt een zonnepaneel op de Bouwbeurs 1977 in de Jaarbeurs te Utrecht.
© Anefo / Bert Verhoeff
ZKH Prins Bernhard bekijkt een zonnepaneel op de Bouwbeurs 1977 in de Jaarbeurs te Utrecht.

Opgesteld vermogen zonnestroom
 Nieuw opgesteld vermogen (MWp)Al bestaand opgesteld vermogen zonnestroom (MWp)
0049
01813
02521
032026
04446
05150
06251
07153
08554
091059
102169
115990
12138149
13363287
14357650
155191007
166091526
177762135
1816972911
1926184608
2038827226
21371511108
22471314823
23**476619536
**Nader voorlopige cijfers

Aan het einde van 2023 lag er in Nederland 24,3 miljoen kilowattpiek aan vermogen van zonnepanelen opgesteld. Een kilowattpiek is de hoeveelheid stroom die een zonnepaneel onder ideale omstandigheden maximaal op zou kunnen wekken. De omstandigheden zijn echter zelden ideaal, bijvoorbeeld omdat het nacht is of bewolkt, of omdat het paneel in de schaduw ligt van een boom. Daardoor ligt de werkelijke productie van zonnestroom beneden het opgestelde piekvermogen.

Met bijna 18 miljoen inwoners en een landelijk vermogen van 24,3 miljoen kilowattpiek is het opgestelde vermogen per inwoner in Nederland bijna 1,4 kilowattpiek. In 2023 werd hiermee ongeveer 1090 kilowattuur per inwoner aan stroom opgewekt. Het gaat hier om zowel om stroom die is opgewekt door particulieren als door bedrijven. Ter vergelijking, de gemiddelde elektriciteitslevering per woning per inwoner in hetzelfde jaar was 1290 kilowattuur. Er wordt dus bijna net zoveel zonnestroom opgewekt als de hoeveelheid elektriciteit die alle huishoudens tezamen verbruiken.

Van de landen in de Europese Unie ligt in Duitsland met 67,7 miljoen kilowattpiek verreweg het meeste vermogen, maar het gemiddelde vermogen per inwoner was in 2023 niet meer dan 0,8 kilowattpiek. Tot en met 2022 had Australië met bijna 1,2 kilowattpiek als enige land een hoger vermogen per inwoner dan Nederland. In 2023 haalde Nederland Australië in om wereldkampioen zonne-energie per inwoner te worden. Hieraan ging een sterke groeiversnelling vooraf, die begon rond 2018.

Groeiversnelling vanaf 2018

Het vermogen aan zonne-energie steeg in 2022 voor het dertiende achtereenvolgende jaar met meer dan 30 procent. Hierdoor werd Nederland dat jaar al Europees kampioen. Het succes was een gevolg van een combinatie van de salderingsregeling, subsidies en sterke prijsdalingen. Ook in 2023 nam het vermogen nog toe, maar met 24 procent was de stijging voor het eerst in dertien jaar wel lager dan 30 procent.

Tot 2018 groeide het opgestelde vermogen bij bedrijven een fractie trager dan bij particulieren. Daarna begonnen bedrijven aan een enorme groeispurt. In 2018 nam de hoeveelheid opgesteld vermogen bij bedrijven met 86 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. Sinds 2019 ligt er meer opgesteld vermogen bij bedrijven, ook is de groei ervan bij bedrijven sneller dan bij woningen. Aan het einde van 2023 hadden bedrijven zo’n 57 procent van het vermogen in handen. Naast panelen op daken van bedrijfspanden zijn er ook veel installaties op velden geplaatst. Deze zijn in de regel veel groter.  

Opgesteld vermogen zonnestroom bij woningen en bedrijven, 2012-2023
 Woningen (MWp)Bedrijven (MWp)
2012182105
2013431219
2014671336
2015972554
20161261874
201716821229
201823292281
201932363989
202044896620
202158438980
2022801511521
2023**1038113920
**Nader voorlopige cijfers

Subsidies

De enorme groei van zonnestroom in de afgelopen decennia is mede mogelijk geweest door de verschillende subsidies en regelingen. Zo is in 2008 de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie en klimaattransitie (SDE) in het leven geroepen, inmiddels omgezet in de SDE++. Hiervoor waren er andere regelingen en subsidies, zoals de vrijstelling van de Regulerende energiebelasting (REB, 1996 - 2003) en de Milieukwaliteit elektriciteitsproductie (MEP, 2003-2006). Ook zit er sinds 2023 geen btw meer op zonnepanelen.

Daarnaast genieten kleinverbruikers sinds 2004 van de salderingsregeling. Zij kunnen hiermee per jaar net zoveel voor hun opgewekte elektriciteit krijgen als zij voor ingekochte elektriciteit betalen. Pas als er in een jaar meer wordt opgewekt dan verbruikt geldt er voor het surplus alleen een veel lagere terugleververgoeding. In 2024 heeft de Tweede Kamer echter ingestemd met het afschaffen van de salderingsregeling per 2027. Ook is er een discussie over of er kosten gerekend moeten worden voor het terugleveren van stroom door particulieren, net zoals elektriciteitsproducenten dat moeten doen aan TenneT of regionale netbeheerders. Sommige energieleveranciers rekenen deze kosten al.

De groeipercentages van het opgestelde vermogen nemen de laatste jaren wel wat af. Dit heeft onder meer te maken met netcongestie die door de groei is ontstaan. Op momenten waarop de zon volop schijnt, wordt er meer stroom opgewekt dan er verbruikt kan worden. Het elektriciteitsnet kan dit (nog) niet aan, wat betekent dat een deel van de opgewekte stroom het net niet op kan. Om dit te voorkomen er soms een rem gezet op de ontwikkeling. Zo worden aanvragen voor een aansluiting voor bijvoorbeeld een wind- of zonnepark nu niet altijd meer toegewezen. Verwacht wordt dat dit ook in de toekomst invloed gaat hebben op de groei van de hoeveelheid vermogen van zonnestroom.

Bronnen