1973: Oliecrisis

Het jaar 1973 vormde een kantelpunt in de geschiedenis van het naoorlogse energieverbruik: in dit jaar voltrok zich de eerste grote oliecrisis. Wereldwijd werd deze veroorzaakt doordat de machtig geworden olieproducenten uit het Midden-Oosten het aanbod dermate laag hielden dat de olieprijzen stegen. Daarbij kregen Nederland en enkele andere landen te maken met een olieboycot door Arabische staten, vanwege hun steun aan Israël tijdens de Jom Kippoeroorlog. Ten slotte kampten de Verenigde Staten in deze periode met afnemende economische groei. Het gevolg van de eerste oliecrisis was een plotselinge stagnatie van het energieverbruik.

Jongeren picknickend op een vrijwel lege snelweg in verband met olieboycot, 1973.
© Nationaal Archief / Anefo
Jongeren picknickend op een vrijwel lege snelweg in verband met olieboycot, 1973.

Naar aanleiding van de crisis werd het Internationaal Energieagentschap in Parijs opgericht om problemen te coördineren bij een tekort aan aardolie. Ook begonnen de geïndustrialiseerde landen nieuw energiebeleid te voeren. Belangrijke pijlers hieronder waren diversificatie van de energiemix, onafhankelijkheid van het buitenland en energiebesparing. Milieuvervuiling en de eindigheid van grondstoffen waren belangrijke thema’s geworden, die mede sturing gaven aan het nieuwe beleid. Een mijlpaal in dit verband was het rapport De grenzen aan de groei, dat de zogeheten Club van Rome in 1972 publiceerde.

Energieverbruik naar energiedrager
 Turf (PJ)Steenkool (PJ)Aardolie (PJ)Aardgas (PJ)Niet-fossiel (PJ)
195045612609
1951474138010
1952462146110
1953473157110
1954485194310
1955493226411
1956513281511
1957474290411
1958450325511
1959426371712
19604394461212
19614324881612
19624585731813
19634716672013
19644167662813
19653798655514
196635291810514
196732395618915
1968297102231215
1969271108145817
1970209118964618
1971149113183618
19721251221108119
19731261247119430
19741271095128156
197598999131563
19761031192137475
19771061115135679
19781261125136387
19791431247137383
19801621199127485
19811861091121279
1982149906114889
1983204863122190
1984260874129089
1985260833135597
1986260928136288
1987267942140790
19883199751275103
1989323959130696
199036710591287117
199133610491439115
199233510621394125
199333710721435134
199436710931397134
199537411211444145
199636111491591154
199735211501497149
199835811571488164
199931211561448191
200032511591466197
200134611891502195
200234812201499199
200335913061506203
200435513061539212
200533913051479241
200632413151434252
200735213211396248
200833412391451260
200931212071486236
201031612561678224
201131112011467258
201234112171402291
201334311441398282
201437911311218282
201546411361199271
201643011741258264
201738611891304270
201834611611287304
201926911201342316
202017210991317363
202123411161263421
2022**2321065978425
2023**1581089929440

In 1974 daalde het aardolieverbruik in Nederland met 12 procent ten opzichte van 1973. Het aardgasverbruik steeg met 7 procent, maar dit stak schril af ten opzichte van de uitbundige groei die aardgas in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig had gekend. Het steenkoolverbruik was stabiel en het verbruik van niet-fossiele energie groeide met 85 procent erg hard. In beide gevallen betrof het wel weinig energie ten opzichte van olie en gas. Al met al daalde het energieverbruik in 1974 met circa 1 procent, wat een sterke stagnatie is in vergelijking met de gemiddelde jaarlijkse groei van bijna 10 procent uit de jaren zestig. Het verbruik daalde vooral bij woningen, het wegverkeer en de scheepvaart.

Forse daling

Hoewel geopolitiek bij de eerste oliecrisis al een rol speelde, was dit bij de tweede oliecrisis in 1979 nog sterker het geval. Begin 1979 stootte in Iran ayatollah Khomeini de op het westen gerichte sjah van de troon. Hierop volgden ontwikkelingen die de energiemarkt enkele jaren fors verstoorden. En waar bij de eerste oliecrisis grosso modo alleen de groei van het totale energieverbruik stagneerde, ging het na 1980 ook daadwerkelijk omlaag. Het olieverbruik, dat in 1979 net weer op niveau van 1973 was gekomen, daalde na 1979 fors.

Niet alleen het olieverbruik daalde na 1979, ook het gasverbruik. De grootste daling van het totale energieverbruik deed zich voor in de gebouwde omgeving, dat is de combinatie van verbruik in woningen door huishoudens en de dienstensector. In de drie jaren 1980 t/m 1982 betrof dat circa 200 petajoule. Het niet-energetisch verbruik in de chemische industrie (vooral petrochemische bedrijven en de kunstmestindustrie) daalde circa 180 petajoule in deze drie jaren. Het finaal energieverbruik in de industrie daalde met 70 petajoule minder sterk.

Het steenkoolverbruik nam na 1979 weer toe. Het werd toegepast in twee nieuwe kolencentrales die in het kader van het diversificatiebeleid waren gebouwd. Tot de eerste oliecrisis werden diesel en stookolie veel als brandstof in elektriciteitscentrales gebruikt. Daarna nam het gebruik sterk af. Het totale olieverbruik kwam pas aan het begin van het huidige millennium boven het niveau van 1973 en 1979.

Kernenergie

Sinds 1969 wordt er ook elektriciteit uit kernenergie opgewekt en gebruikt in Nederland. De eerste kerncentrale was gevestigd in Dodewaard. In 1973 kwam daar nog een centrale in Borssele bij. Het totale kernenergieverbruik was met 46 PJ in 1980 het hoogst. In 1997 werd Dodewaard gesloten en bleef Borssele als enige over. Deze centrale heeft tegenwoordig een elektrisch vermogen van 485 MW (megawatt) en levert elk jaar ongeveer 40 petajoule aan stoom. Deze komt vrij uit de kernreactie. De stoom gaat een turbine in en leidt tot ca 13 PJ elektriciteit. Een rendement van 33% ongeveer. Er gaat 67% als warmte verloren via de schoorsteen.Nadat het er lang naar uitzag dat kernenergie in Nederland zou worden afgebouwd, zijn er nu juist uitbreidingsplannen. Het huidige kabinet wil twee kerncentrales laten bouwen, en de mogelijkheid onderzoeken van twee extra kerncentrales en van kleine kernreactoren (Small Modular Reactors). Kernenergie kan ingezet worden om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Vanwege het risico op erg hoge kosten, het kernafval dat vrijkomt en de kans op een ongeluk zijn experts en politici verdeeld over deze keuze.

Verbruik van kernenergie
 Kernenergie (PJ)
19693
19704
19714
19724
197312
197435
197536
197643
197741
197844
197939
198046
198140
198242
198338
198441
198542
198645
198739
198840
198943
199038
199136,1
199243,2
199342,5
199442,7
199543,1
199644,5
199725,2
199839,3
199939,7
200040,5
200140,9
200240,3
200341,3
200439,4
200541,3
200635,9
200741
200840,1
200941
201038,4
201140,2
201238,5
201327,6
201439,4
201539,2
201638,4
201733,1
201834
201938,1
202040
202137,3
2022**40,4
2023**39

Bronnen