1920: Aardolie
Olieveld Schoonebeek van de Nederlandse Aardolie Maatschappij.
Begin twintigste eeuw werden kleine raffinaderijen gebouwd om aan de groeiende vraag naar olieproducten te voldoen. De auto kwam op en deze reed op een ander aardoliederivaat, benzine. Ook de vliegtuigen die in deze tijd hun intrede deden, vlogen nog op benzine. In Nederland steeg het eerste vliegtuig op in 1909 vanaf vliegveld Etten-Leur. Een mijlpaal voor het wegverkeer was de opening van het eerste tankstation voor auto’s bij Zeist, in 1920. Olieproducten kregen ook al snel militaire toepassingen: met tanks, marineschepen en gevechtsvliegtuigen werd de brandstofvoorziening bij oorlogen cruciaal.
jaar | Invoer aardolie (mln kg) |
---|---|
1865 | 7 |
1870 | 45 |
1875 | 34 |
1880 | 49 |
1885 | 77 |
1890 | 104 |
Al met al werden aardolieproducten steeds belangrijker in de wereldeconomie. Vanaf 1923 begon het verbruik van aardolie sterk te groeien. In 1923 was het aandeel van het energieverbruik in Nederland met 7 procent nog een stuk lager dan dat van steenkool. In 1936 werd de eerste grote raffinaderij in Pernis geopend, die later uit zou groeien tot de grootste raffinaderij van Europa. In dat jaar maakte aardolie 10 procent van het energieverbruik uit. Vlak voor en na afloop van de Tweede Wereldoorlog groeide het verbruik met meer dan 10 procent per jaar.
Versneld gebruik in de jaren zestig en zeventig
De sterkste versnelling van het verbruik van olieproducten viel, ironisch genoeg, samen met de start van de bouw van de steenkoolmijn Beatrix in 1954. Deze mijn is nooit in gebruik genomen, omdat aardolie een goedkopere en effectiever in te zetten energiedrager bleek te zijn, vooral voor industriële processen. Aardolie is een diverse vloeistof waaruit door raffinage producten als lpg, benzine, kerosine, diesel en stookolie gemaakt kan worden. Elk van deze producten kent zijn eigen toepassing: benzine voor wegverkeer, kerosine voor de luchtvaart (vanaf de komst van de straalmotor), stookolie voor de scheepvaart en in elektriciteitscentrales, diesel voor wegverkeer, de industrie en verwarming van gebouwen, en tot slot vloeibaar gemaakt aardoliegas (liquefied petroleum gas, lpg) voor diverse toepassingen zoals wegverkeer, industrie, landbouw en het verwarmen van woningen. Alleen voor de staalindustrie bleef steenkool cruciaal.
jaar | Aardolieverbruik (PJ) |
---|---|
1850 | |
1851 | |
1852 | |
1853 | |
1854 | |
1855 | |
1856 | |
1857 | |
1858 | |
1859 | 0 |
1860 | 0 |
1861 | 0 |
1862 | 0 |
1863 | 0 |
1864 | 0,2 |
1865 | 0,2 |
1866 | 0,3 |
1867 | 0,5 |
1868 | 0,6 |
1869 | 0,6 |
1870 | 0,6 |
1871 | 0,8 |
1872 | 0,8 |
1873 | 1,1 |
1874 | 1,2 |
1875 | 1,4 |
1876 | 1,3 |
1877 | 1,5 |
1878 | 1,6 |
1879 | 1,8 |
1880 | 2,0 |
1881 | 2,2 |
1882 | 2,5 |
1883 | 2,8 |
1884 | 3,2 |
1885 | 3,3 |
1886 | 3,6 |
1887 | 1,6 |
1888 | 3,8 |
1889 | 4,2 |
1890 | 4,4 |
1891 | 4,8 |
1892 | 5,2 |
1893 | 5,5 |
1894 | 6,0 |
1895 | 6,4 |
1896 | 6,5 |
1897 | 6,9 |
1898 | 7,3 |
1899 | 7,2 |
1900 | 7,3 |
1901 | 7,7 |
1902 | 8,1 |
1903 | 8,3 |
1904 | 7,7 |
1905 | 8,0 |
1906 | 8,2 |
1907 | 8,1 |
1908 | 7,9 |
1909 | 7,9 |
1910 | 7,9 |
1911 | 8,0 |
1912 | 8,0 |
1913 | 7,3 |
1914 | 7,9 |
1915 | 7,9 |
1916 | 8,1 |
1917 | 4,2 |
1918 | 0,0 |
1919 | 14 |
1920 | 19 |
1921 | 15 |
1922 | 16 |
1923 | 21 |
1924 | 25 |
1925 | 26 |
1926 | 28 |
1927 | 34 |
1928 | 32 |
1929 | 36 |
1930 | 37 |
1931 | 43 |
1932 | 35 |
1933 | 37 |
1934 | 35 |
1935 | 40 |
1936 | 44 |
1937 | 57 |
1938 | 63 |
1939 | 73 |
1940 | 25 |
1941 | 3 |
1942 | 3 |
1943 | 1 |
1944 | 0 |
1945 | 0 |
1946 | 57 |
1947 | 78 |
1948 | 86 |
1949 | 102 |
1950 | 126 |
1951 | 138 |
1952 | 146 |
1953 | 157 |
1954 | 194 |
1955 | 226 |
1956 | 281 |
1957 | 290 |
1958 | 325 |
1959 | 371 |
1960 | 446 |
1961 | 488 |
1962 | 573 |
1963 | 667 |
1964 | 766 |
1965 | 865 |
1966 | 918 |
1967 | 956 |
1968 | 1022 |
1969 | 1081 |
1970 | 1189 |
1971 | 1131 |
1972 | 1221 |
1973 | 1247 |
1974 | 1095 |
1975 | 999 |
1976 | 1192 |
1977 | 1115 |
1978 | 1125 |
1979 | 1247 |
1980 | 1199 |
1981 | 1091 |
1982 | 906 |
1983 | 863 |
1984 | 874 |
1985 | 833 |
1986 | 928 |
1987 | 942 |
1988 | 975 |
1989 | 959 |
1990 | 1059 |
1991 | 1049 |
1992 | 1062 |
1993 | 1072 |
1994 | 1093 |
1995 | 1121 |
1996 | 1149 |
1997 | 1150 |
1998 | 1157 |
1999 | 1156 |
2000 | 1159 |
2001 | 1189 |
2002 | 1220 |
2003 | 1306 |
2004 | 1306 |
2005 | 1305 |
2006 | 1315 |
2007 | 1321 |
2008 | 1239 |
2009 | 1207 |
2010 | 1256 |
2011 | 1201 |
2012 | 1217 |
2013 | 1144 |
2014 | 1131 |
2015 | 1136 |
2016 | 1173 |
2017 | 1189 |
2018 | 1160 |
2019 | 1116 |
2020 | 1096 |
2021 | 1114 |
2022 | 1063 |
2023** | 1087 |
2024 | |
2025 |
De groei van het olieverbruik vanaf de jaren ’50 hing samen met olievondsten in het Midden-Oosten. Ze werd mede gefinancierd door geld uit het Marshallplan, waarvan 20 procent werd besteed aan olie-gerelateerde investeringen. In 1954 groeide het olieverbruik met 24 procent ten opzichte van 1953. De hierop volgende tien jaar waren groeipercentages van 10 à 20 procent normaal. Aardolie was niet simpelweg de vervanger van steenkool, maar zorgde voor uitbreiding van de industrie en de sterke groei van het wegverkeer. In 1960 verbruikte Nederland voor het eerst meer energie uit aardolie dan uit steen- en bruinkool. Dit leidde er mede toe dat de bouw van de Beatrix-mijn in 1962 werd stilgelegd. Een andere aanleiding was het recent ontdekte gasveld bij Slochteren.
Goedkope olie uit Midden-Oosten
Dat er zo snel van steenkool naar aardolie werd overgestapt kwam onder andere doordat het makkelijker te vervoeren is. Ook gaf olie veel minder smog. Daarnaast was het relatief goedkoop. Er kwam veel goedkope olie uit het Midden-Oosten naar Europa, omdat hier een heel competitieve markt was ontstaan. De landen in het Midden-Oosten wilden graag verkopen, en in Europa namen bedrijven de raffinage en distributie op zich. De Verenigde Staten stonden hier in de eerste decennia na de oorlog enigszins buiten. Ze beschermden hun eigen oliewinning tegen de buitenlandse markt.
Tussen 1960 en 1973 had aardolie het grootste aandeel in de Nederlandse energievoorziening, tot aardgas in volume aardolie voorbijstreefde. Het hoogste aardolieverbruik in Nederland vond plaats in 2007. In dat jaar werd 1320 petajoule verbruikt. Hierna daalde het verbruik door de wereldwijde kredietcrisis. De internationale handel nam sterk af en ook de grote petrochemische industrie van Nederland werd geraakt. Hoewel de wereldwijde economie na enkele jaren weer opkrabbelde, is het verbruik van aardolie na 2007 blijven dalen. Onder meer de energietransitie speelde daarbij een rol. Door de sterkere daling van het aardgasverbruik werd olie in 2022 relatief gezien toch weer de belangrijkste energiedrager.
Bronnen
- Link Webpublicatie - Ruim tweehonderd jaar energieverbruik in Nederland
- Link Webpublicatie - Energietransities in Nederland door twee eeuwen heen