6. Aanvraag van externe financiering
Voor het tweede jaar op rij is het aandeel bedrijven dat tot een financieringsaanvraag komt, afgenomen. De meest voorkomende redenen om na oriëntatie toch geen aanvraag te doen zijn het coronavirus en de al bestaande mogelijkheden om de behoefte intern te financieren. Voor het mkb in de business economy is het gevraagde bedrag per aanvraag bijna gelijk aan vorig jaar, al vinden er binnen specifieke groepen bedrijven wel veranderingen plaats in de hoogte van het aangevraagde bedrag.
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de derde stap in de zoektocht naar financiering door het bedrijfsleven verder uiteengezet. De analyses in dit hoofdstuk hebben betrekking op de bedrijven die de mogelijkheden van financiering hebben verkend én de bedrijven die al bekend waren met de mogelijkheden en zich daarom niet nog eens georiënteerd hebben. De volgende figuur geeft de positie van dit hoofdstuk in het gehele proces weer.
6.1 Weer minder bedrijven die financiering aanvragen
Van de mkb-bedrijven die behoefte hebben aan financiering én zich georiënteerd hebben op de mogelijkheden (of al bekend waren met de mogelijkheden) zet 52 procent ook daadwerkelijk een aanvraag in gang. Vorig jaar was dat 59 procent. Dit verschil is vanwege de betrouwbaarheidsmarges rond de schatting echter niet statistisch significant. Dit is wel het tweede jaar op rij dat er sprake is van een afname in het percentage bedrijven dat een aanvraag doet. Twee jaar geleden deed 69 procent nog een aanvraag na een verkenning. Het verschil met 2019 is wel significant. Wellicht speelt de coronacrisis hier een rol, waardoor bedrijven minder snel een schuld durven aan te gaan.
In het microbedrijf daalt het percentage bedrijven dat een aanvraag doet naar 46 procent. Dat betekent dat meer dan de helft van de microbedrijven die zich georiënteerd heeft of al bekend was met de mogelijkheden, uiteindelijk niet overgaat tot een daadwerkelijke financieringsaanvraag. In het grootbedrijf neemt het percentage bedrijven dat een aanvraag doet juist toe tot 87 procent. Dit is significant meer dan vorig jaar, toen 62 procent van het grootbedrijf een aanvraag deed. Aangezien in het jaar daarvoor 80 procent van het grootbedrijf een aanvraag deed, was er wellicht in 2020 een tijdelijke dip in het grootbedrijf vanwege corona. Er geldt dat hoe groter een bedrijf is, hoe groter de kans is dat dit bedrijf een financieringsaanvraag doet.
Land | 2021 (%) | 2021, marge (%) | 2020 (%) | 2020, marge (%) | 2019 (%) | 2019, marge (%) | 2018 (%) | 2018, marge (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mkb | 51,7 | 43,3 – 60,1 | 58,7 | 52,8 – 65,6 | 68,9 | 62,2 – 75,6 | 66,4 | 59,6 – 73,2 |
Bedrijfsgrootte | ||||||||
Micro | 46,4 | 35,8 – 56,9 | 54,9 | 45,8 – 64,1 | 63,8 | 53,9 – 73,7 | 60,5 | 51,5 – 69,5 |
Klein | 66,6 | 59,9 – 73,3 | 67,8 | 61,8 – 73,8 | 76,6 | 70,5 – 82,8 | 81,5 | 76,1 – 86,8 |
Midden | 74,8 | 67,8 – 81,7 | 76,2 | 69,7 – 82,6 | 83,7 | 77,3 – 90,1 | 86,2 | 81,1 – 91,3 |
Groot | 86,7 | 76,9 – 96,6 | 62,3 | 50,7 – 73,9 | 80,3 | 69,2 – 91,3 | 80,3 | 67,7 – 92,8 |
1)Het gaat hier om 95%-betrouwbaarheidsinterval marges, zie de onderzoeksverantwoording voor meer toelichting op de weergegeven marges. |
Bedrijven die een behoefte hebben aan externe financiering staan er in financieel opzicht wat minder gezond voor: hun solvabiliteit en liquiditeit zijn duidelijk lager dan die van bedrijven zonder behoefte. Tussen bedrijven die zich vervolgens al dan niet op de mogelijkheden oriënteren bestaat geen verschil in financiële gezondheid. De bedrijven die na oriëntatie een aanvraag doen, hebben juist weer wél een duidelijk hogere solvabiliteit dan bedrijven die dat niet doen. Het lijkt er op dat de bedrijven die uiteindelijk geen aanvraag doen er in hun oriëntatiefase achter zijn gekomen dat hun aanvraag minder kansrijk zou zijn. Qua liquiditeit verschillen deze groepen dan weer niet van elkaar7).
Corona vaakst genoemde reden om geen financiering aan te vragen
Van de mkb-bedrijven die bekend zijn (geworden) met de mogelijkheden tot financiering, gaat een substantieel deel dus niet over tot een daadwerkelijke aanvraag. De voornaamste reden daarvoor is dat de timing niet goed uitkomt vanwege corona. Dit speelt bij bijna een kwart van de bedrijven die uiteindelijk geen aanvraag deden en voornamelijk in het micro- en kleinbedrijf. Voor oudere bedrijven is corona vaker een reden om geen aanvraag te doen dan voor jongere bedrijven.
Vorig jaar was de mogelijkheid om intern te financieren de belangrijkste reden om niet tot een aanvraag over te gaan. Dit werd toen door één op de drie bedrijven aangegeven, nu slechts in één op de vijf gevallen. Kleinere bedrijven noemen vaker dan grotere bedrijven als reden om geen aanvraag te doen dat het niet het juiste moment is of dat ze verwachten het niet te krijgen. Hoe groter een bedrijf, hoe vaker bedrijven voor dit alternatief kozen. Daarbij is opvallend dat jonge bedrijven deze reden juist vaker noemen dan oudere bedrijven.
Corona zowel aanleiding tot financieringsbehoefte als reden om af te zien van aanvraag
De impact van het coronavirus op het aanvragen van financiering is tweeledig. Van de bedrijven die wel een financieringsbehoefte hadden maar uiteindelijk geen financiering aanvroegen, ontstond bij 44 procent de behoefte vanwege het overbruggen van een moeilijke periode door het coronavirus. Tegelijk ziet, zoals hiervoor genoemd, een substantieel deel van de bedrijven af van een financieringsaanvraag, omdat de timing niet goed is door de coronacrisis. Sommige bedrijven hebben hun financieringsbehoefte vanwege het coronavirus niet vervuld met nieuwe externe financiering, maar wellicht door middel van alternatieve mogelijkheden, zoals de steunmaatregelen van de overheid, het kader van het coronavirus. Denk hierbij aan belastinguitstel of directe steun.
Figuur 6.1.2 toont voor bedrijven die uiteindelijk geen aanvraag deden welke andere redenen dan het coronavirus vaak genoemd werden om zich op financiering te gaan oriënteren. Tussen de verschillende sectoren bestaan ook verschillen in de reden om financiering te vragen. In de bouw is dit relatief vaak vanwege herfinanciering. In de sectoren informatie en communicatie, zakelijke dienstverlening en onroerend goed en reparatie, is niet het coronavirus, maar uitbreiding van het bedrijf de meest voorkomende aanleiding voor financieringsbehoefte. Bedrijven die geen aanvraag deden hebben vaker herfinanciering als doel dan bedrijven die wel een aanvraag deden.
Financieringsdoel | % (%) |
---|---|
Overbrugging, corona | 44 |
Voorraden en werkkapitaal | 33 |
Uitbreiding | 26 |
Vernieuwing | 22 |
Onroerend goed | 15 |
Herfinanciering | 10 |
Wagenpark | 7 |
Personeel | 6 |
Anders | 4 |
Overbrugging, geen corona | 2 |
Start bedrijf | 2 |
Marketing | 2 |
Bedrijven die financiering zochten voor uitbreiding, vernieuwing of om personeel te investeren, deden dat in acht op de tien gevallen om verdere groei of expansie van het bedrijf mogelijk te maken.
6.2 Bedrijven zoeken bijna hetzelfde bedrag als vorig jaar
Van de mkb-bedrijven in de business economy die uiteindelijk wel een aanvraag doen, zet 55 procent deze alleen bij bancaire financiers uit. 34 procent doet dit uitsluitend bij non-bancaire financiers, zoals crowdfunding, informele financiers, participatiemaatschappijen en business angels. De rest van de aanvragen wordt gedaan bij een mix van bancaire en non-bancaire financiers.
Bedrijven zoeken bijna hetzelfde bedrag als vorig jaar
Het bedrag dat het mkb in de business economy aan externe financiering zocht tussen juli 2020 en juli 2021 lag met een mediaan8) van 99 duizend euro op ongeveer hetzelfde niveau als een jaar eerder. Het mediane bedrag lag toen op 100 duizend euro. Micro, klein- en middenbedrijven zochten respectievelijk (het mediane bedrag van) 60 duizend, 300 duizend en 1,5 miljoen euro aan financiering.
Bedrijven in de uitbreidingsfase vragen met een mediaan van 220 duizend euro relatief hoge bedragen aan. Bedrijven in de fase uitbouw of opschalen na start en de fase continuïteit vragen ongeveer hetzelfde bedrag aan als het gehele mkb9).
8) De mediaan betekent dat de helft van de aanvragers een lager bedrag zocht en de andere helft dus een hoger bedrag.
9) Vanwege een te laag aantal waarnemingen van bedrijven in de andere levensfases, is over die fases geen uitspraak te doen.