5. Oriëntatie op externe financiering
Net als in voorgaande jaren is de bank het voornaamste kanaal waar bedrijven met een financieringsbehoefte een beroep op doen: 63 procent stapt direct naar de bank om de mogelijkheden te bespreken. Bankleningen worden vervolgens ook door 63 procent van alle bedrijven die zich oriënteren overwogen. Desondanks is deze vanzelfsprekendheid van de bank opnieuw afgenomen vergeleken met een jaar eerder.
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de tweede stap in de zoektocht naar financiering door het bedrijfsleven verder uiteengezet. De volgende figuur geeft de positie van dit hoofdstuk in het gehele proces weer.
5.1 Meeste ondernemers met financieringsbehoefte oriënteren zich
Van het mkb met een financieringsbehoefte oriënteert 86 procent zich ook daadwerkelijk op de financieringsmogelijkheden. Die verkenning bestaat onder andere uit het onderzoeken van bronnen en financieringsvormen die zich het beste lenen voor hun situatie.
Het aandeel mkb-bedrijven dat zich oriënteert is groter dan in voorgaande jaren. Het verschil met 2020 is echter niet significant. Binnen het mkb is de toename vooral te zien in het microbedrijf. Daarnaast is in het grootbedrijf een duidelijke toename te zien ten opzichte van 2020, die bovendien significant is. Maar in vergelijking met 2019 is het aandeel grote bedrijven dat de mogelijkheden verkende ongeveer gelijk. In het grootbedrijf en bij bedrijven die zichzelf typeren als snelgroeiend of sociale onderneming is het aandeel dat bij een financieringsbehoefte de mogelijkheden verkent het grootst; steeds meer dan 95 procent. Van dochtermaatschappijen met een financieringsbehoefte oriënteert slechts twee derde zich daadwerkelijk op financiering.
Bedrijven die de financieringsmogelijkheden hebben verkend, hebben een lagere solvabiliteit en een hogere liquiditeit dan bedrijven die geen verkenning hebben uitgevoerd. Deze verschillen zijn statistisch significant5).
Land | 2021 (%) | 2021, marge (%) | 2020 (%) | 2020, marge (%) | 2019 (%) | 2019, marge (%) | 2018 (%) | 2018, marge (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mkb | 85,8 | 80,6 – 90,9 | 80,3 | 75,0 – 85,6 | 83,0 | 77,7 – 88,3 | 81,2 | 75,8 – 86,6 |
Bedrijfsgrootte | ||||||||
Micro | 84,7 | 78,2 – 91,1 | 77,3 | 70,5 – 84,2 | 79,9 | 72,2 – 87,7 | 78,5 | 71,5 – 85,5 |
Klein | 89,0 | 84,4 – 93,5 | 90,8 | 87,1 – 94,6 | 88,5 | 84,5 – 92,4 | 88,8 | 84,8 – 92,8 |
Midden | 91,8 | 87,5 – 96,1 | 86,5 | 80,9 – 92,0 | 91,6 | 87,8 – 95,4 | 93,3 | 89,5 – 97,1 |
Groot | 95,6 | 93,9 – 97,2 | 85,2 | 76,8 – 93,7 | 94,3 | 88,6 – 100,0 | 86,9 | 77,1 – 96,8 |
1)Het gaat hier om 95%-betrouwbaarheidsinterval marges, zie de onderzoeksverantwoording voor meer toelichting op de weergegeven marges. |
5.2 Oriëntatie via de bank neemt verder af
Van de mkb-bedrijven die de mogelijkheden tot financiering verkennen, oriënteert 63 procent zich via de bank. Daarmee blijft de bank voor bedrijven verreweg het belangrijkste kanaal om informatie in te winnen over financiering. Maar het aandeel dat zich bij de bank oriënteert, neemt wel steeds verder af. Zo oriënteerde in 2018 en 2019 nog 80 procent van het mkb zich via de bank en in 2020 was dat 72 procent. Bij jonge bedrijven is de populariteit van dit kanaal het sterkst afgenomen: van 68 procent vorig jaar naar 49 procent nu. Bedrijven in midden- en kleinbedrijf oriënteren zich over het algemeen vaker via de bank dan bedrijven in het microbedrijf.
Grootteklasse | Mkb in de business economy (%) | Microbedrijf (%) | Kleinbedrijf (%) | Middenbedrijf (%) |
---|---|---|---|---|
2018 | 80 | 78 | 86 | 83 |
2019 | 80 | 78 | 86 | 80 |
2020 | 72 | 68 | 81 | 90 |
2021 | 63 | 59 | 77 | 83 |
Bedrijven oriënteren zich vooral via de bank omwille van de veiligheid en vertrouwdheid. De relatie met de huisbank, de bekendheid met bankleningen als financieringsvorm en de betrouwbaarheid daarvan zijn de belangrijkste redenen om naar de mogelijkheden via de bank te blijven kijken. Het belang van betrouwbaarheid is zelfs duidelijk in belang toegenomen vergeleken met vorig jaar.
De redenen om zich op de bank te richten verschillen per groep bedrijven. Zo oriënteren micro- en kleine bedrijven zich vooral op aanraden van hun accountant op de bank. In de sectoren onroerend goed en reparatie zijn de kosten relatief vaak een overweging om voor oriëntatie via de bank te kiezen. Bijna de helft van de landbouwbedrijven die kiest voor de bank, doet dat omdat de bank het onderpand al in handen heeft.
Andere oriëntatiekanalen
Bedrijven kunnen zich via meerdere kanalen tegelijk oriënteren. Naast oriëntatie via de bank, verkennen ook veel bedrijven de mogelijkheden tot financiering via de accountant. Ongeveer 40 procent van de mkb-bedrijven binnen de business economy die zich oriënteren, gebruikt deze mogelijkheid.
De afname van het percentage bedrijven dat zich via de bank oriënteert, vertaalt zich niet naar een toename bij één specifieke andere manier van verkennen. Wel zijn de volgende oriëntatievormen ten opzichte van vorig jaar licht gegroeid in populariteit: oriëntatie via andere financiers, online en via bekenden.
Oriëntatie op financieringsvorm
Bedrijven oriënteren zich vaak op voorhand al op één of meerdere specifieke vormen van financiering. De mogelijkheden van bankleningen worden met 63 procent veruit het vaakst verkend. Deze financieringsvorm wordt op afstand gevolgd door rekeningcourant, informele investeerders en leasing (respectievelijk 33, 27 en 24 procent). Dat bedrijven zich vaak oriënteren op bankleningen en rekeningcourant past bij het feit dat bedrijven zich het vaakst oriënteren via de bank. De populariteit van informele investeerders als financieringsvorm is sinds vorig jaar toegenomen van 19 naar 27 procent.
Binnen het bedrijfsleven bestaan behoorlijke verschillen in populariteit van financieringsvormen. Dit komt wellicht voort uit het feit dat de gewenste financieringsvormen veelal afhankelijk zijn van de financieringsdoelen. Zo oriënteert ongeveer de helft van de bouwbedrijven zich op leasing. Als het gaat om leasing van machines is deze bedrijfstak ook de grootste afnemer6). Bedrijven in de informatie en communicatie zijn dan weer relatief vaak gericht op financiering door business angels. Startups oriënteren zich veel minder vaak dan gemiddeld op bankleningen en zijn veel meer geïnteresseerd in informele investeerders, formeel durfkapitaal en leverancierskrediet.
5.3 Bedrijven die zich niet oriënteren verwachten vaak geen succes
Niet alle bedrijven met een financieringsbehoefte oriënteren zich daadwerkelijk op de mogelijkheden. Daar kunnen zij verschillende redenen voor hebben. Het vaakst is dat omdat bedrijven zich de moeite besparen: ze verwachten niet dat een eventuele aanvraag zal slagen. Dit geldt voor 43 procent van de bedrijven die zich niet oriënteren. Vorig jaar was dat 37 procent. Dit speelt met name bij microbedrijven.
24 procent van de bedrijven binnen het mkb die zich niet oriënteren, laten dit achterwege omdat ze al bekend zijn met de mogelijkheden. Bij alle grootteklassen, met uitzondering van het microbedrijf, is dit zelfs de belangrijkste reden om zich niet te oriënteren. Bij jonge bedrijven lijkt ook onzekerheid en onervarenheid mee te spelen. Zes op de tien jonge bedrijven die wel een financieringsbehoefte heeft, maar zich niet oriënteert, laat dat na omdat men niet verwacht de financiering te krijgen en vier op de tien weet niet waar te zoeken. Bedrijven konden één of meerdere redenen noemen waarom zij zich niet oriënteren.
6) NVL, 2021b.