3. De zoektocht naar financiering
De komende hoofdstukken beschrijven de zoektocht van ondernemers naar externe bedrijfsfinanciering. Deze zoektocht is een proces dat uit verschillende stappen bestaat. Keuzes en afwegingen die bedrijven in iedere stap maken, komen aan bod. Dit hoofdstuk is de leeswijzer tot die zoektocht. Het staat stil bij de manier waarop de rest van de monitor is opgebouwd, bij de onderzoekspopulatie en de verschillende typen bedrijven die worden onderscheiden. Dit hoofdstuk neemt ook al een voorschot op de belangrijkste uitkomsten en sluit af door de beschikbaarheid van externe financiering in perspectief te plaatsen ten opzichte van andere uitdagingen voor de bedrijfsvoering.
3.1 Het aantrekken van financiering als proces
In deze monitor wordt het gehele traject van behoefte tot daadwerkelijk aantrekken van externe financiering beschouwd als een proces dat uit een aantal stappen bestaat. Als eerste is er een mogelijke behoefte aan financiering. Als tweede is er de fase van oriëntatie. Ondernemers met een serieuze behoefte zetten stappen om informatie in te winnen over hun mogelijkheden. Als derde volgt een echte aanvraag als die kansrijk lijkt tijdens de oriëntatie en als vierde is er de uitkomst van de aanvraag. Die vier stappen hebben in deze monitor allemaal betrekking op de periode van 1 juli 2020 tot 1 juli 2021. Tot slot is er nog een vijfde stap: de verwachte behoefte aan financiering in de toekomst. Het gaat dan om de periode 1 juli 2021 tot 1 juli 2022. Dit gehele proces ziet er als volgt uit:
Het gaat in deze monitor steeds om nieuwe, externe financiering. Dat zijn alle vormen van vreemd vermogen en extern eigen vermogen. Voorbeelden van extern eigen vermogen zijn crowdfunding, met aandelen of private equity. Het gaat dus niet om intern eigen vermogen. Dat is financiering uit het bedrijfsresultaat of als een ondernemer beroep doet op zijn of haar eigen middelen.
Steeds specifiekere resultaten verder in het proces
Niet elk bedrijf heeft behoefte aan externe financiering. Niet alle bedrijven met een financieringsbehoefte gaan ook daadwerkelijk op zoek of doen een aanvraag. Er is daarom sprake van een trechterwerking waardoor er in iedere stap minder bedrijven overblijven. In termen van de enquête waar de monitor op gebaseerd is: vragen worden steeds specifieker naarmate het proces van de zoektocht vordert en de steekproef wordt dus steeds kleiner.
Van de onderzoekspopulatie heeft 19 procent een financieringsbehoefte. Van die bedrijven met een financieringsbehoefte verkent 86 procent ook echt de mogelijkheden om financiering aan te trekken. De relevante populatie is in dat geval dus de groep bedrijven met een financieringsbehoefte. Het is ook mogelijk om bedrijven die zich oriënteren te relateren aan de totale populatie. Op deze wijze uitgedrukt, heeft 16 procent van de onderzoekspopulatie zich georiënteerd op financiering. Dat ziet er als volgt uit voor het mkb in de business economy:
3.2 Beschrijving onderzoekspopulatie
De hoofdpopulatie van de monitor bestaat uit alle bedrijven in het mkb in de business economy. Het mkb bestaat uit bedrijven met minder dan 250 werkzame personen. Er wordt daarnaast een ondergrens van 2 werkzame personen gehanteerd; zzp’ers behoren dus niet tot de onderzoekspopulatie. De business economy komt ruwweg neer op de marktgerichte bedrijfstakken (dus bijvoorbeeld zonder overheid) en exclusief de landbouw en de financiële dienstverlening . Als er in de monitor uitkomsten genoemd worden zonder verbijzondering (bijvoorbeeld naar grootteklasse) hebben ze altijd betrekking op het gehele mkb in de business economy, vanaf 2 werkzame personen. De populatie van de Financieringsmonitor is bepaald op basis van het Algemeen Bedrijven Register (ABR) met als peilmaand mei 2021. Op dat moment bestond het mkb in de business economy met minstens 2 werkzame personen uit 295 000 bedrijven.
Hoewel de landbouw geen onderdeel vormt van de business economy, zijn er soms toch apart uitkomsten voor deze sector opgenomen. De enquête is namelijk wel in die sector uitgezet om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. De resultaten voor de landbouw zijn echter nooit verwerkt in de totaalcijfers. Hetzelfde geldt voor het grootbedrijf dat is opgenomen als benchmark voor het mkb.
3.3 Interpretatie van resultaten in de monitor
De uitkomsten in de Financieringsmonitor zijn gebaseerd op een steekproef onder 10 000 bedrijven, voor het overgrote deel in de doelpopulatie, aangevuld met bedrijven actief in het grootbedrijf en de landbouw. Dit leidt tot ruim 4 900 respondenten. Door middel van weging en ophoging zijn de uitkomsten representatief voor de gehele populatie. Er vindt weging plaats naar werkgelegenheid.
Marges
In deze monitor wordt regelmatig de vergelijking gemaakt met cijfers uit de vorige editie van de Financieringsmonitor. De uitkomsten zijn schattingen op basis van de steekproef. Er zit een bepaalde onzekerheid rondom die geschatte waarde. Dit zijn de 95%-betrouwbaarheidsintervallen waarbinnen de uitkomsten vallen. Dat wil zeggen dat bij herhaling van de enquête de geschatte uitkomst in 95 procent van de gevallen binnen dat interval ligt. Marges zijn in de monitor opgenomen voor de vijf voornaamste indicatoren. Het gaat om het aandeel van het mkb in de business economy…
- ... met een financieringsbehoefte;
- ... dat vervolgens de mogelijkheden verkend heeft;
- ... dat vervolgens een financieringsaanvraag heeft gedaan;
- ... naar de uitkomsten na een financieringsaanvraag;
- ... dat een financieringsbehoefte verwacht in het komende jaar.
In de betreffende figuren in de volgende hoofdstukken zijn marges met gekleurde staafjes aangegeven. Voor alle andere indicatoren in de monitor is deze detailinformatie niet gegeven. Dat is gedaan met het oog op de leesbaarheid. Ook bevatten veel vragen in de monitor veel antwoordcategorieën of is een vraag alleen gesteld aan een specifieke subpopulatie waardoor het aantal respondenten erg klein wordt. Verschillen tussen jaren en groepen bedrijven op deze indicatoren moeten dan ook voorzichtig geïnterpreteerd worden.
Waar de betrouwbaarheidsmarges van twee groepen bedrijven of van twee jaren elkaar niet overlappen, bestaat een statistisch significant verschil. Zo is er in figuur 4.1.1 bijvoorbeeld een statistisch significant verschil te zien tussen de financieringsbehoefte in 2021 van het microbedrijf ten opzichte van het kleinbedrijf. Vertonen de betrouwbaarheidsmarges wel een overlap, dan toont deze meting geen statistisch significant verschil aan. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de ontwikkeling van de financieringsbehoefte van het gehele mkb ten opzichte van 2020 in diezelfde figuur.
3.4 Uitdagingen voor bedrijven: toegang tot financiering in perspectief
Toegang tot bedrijfsfinanciering kan een belangrijke voorwaarde zijn voor een bedrijf om te investeren en te groeien, maar het is niet de enige uitdaging waar ondernemers dagelijks mee te maken krijgen. Net als in de vorige editie blijkt het coronavirus de grootste belemmering voor het mkb in de business economy: voor bijna de helft van de bedrijven is dat in meer of mindere mate het geval. Bij het grootbedrijf is dat aandeel nu vergelijkbaar, terwijl een jaar eerder twee derde van de grootbedrijven nog belemmeringen ervaarde vanwege het coronavirus. Bedrijven in de sector handel, vervoer en horeca (57 procent) hebben het vaakst last van de gevolgen van het coronavirus voor hun bedrijfsvoering.
uitdaging-grootteklasse | heel belemmerend (%) | belemmerend (%) | neutraal (%) | niet belemmerend (%) | helemaal niet belemmerend (%) |
---|---|---|---|---|---|
concurrentie | |||||
mkb | 4 | 18 | 41 | 24 | 14 |
groot | 3 | 25 | 50 | 19 | 4 |
kosten | |||||
mkb | 4 | 29 | 40 | 19 | 8 |
groot | 4 | 39 | 41 | 13 | 2 |
vraag | |||||
mkb | 8 | 22 | 33 | 23 | 14 |
groot | 8 | 32 | 32 | 21 | 7 |
financiering | |||||
mkb | 6 | 9 | 38 | 24 | 23 |
groot | 2 | 7 | 31 | 33 | 28 |
personeel | |||||
mkb | 8 | 23 | 36 | 16 | 16 |
groot | 6 | 40 | 40 | 12 | 3 |
digitalisering | |||||
mkb | 1 | 8 | 40 | 32 | 20 |
groot | 1 | 14 | 45 | 32 | 9 |
ketenmacht | |||||
mkb | 3 | 12 | 41 | 24 | 20 |
groot | 0 | 12 | 46 | 34 | 9 |
regelgeving | |||||
mkb | 8 | 24 | 38 | 18 | 12 |
groot | 4 | 26 | 51 | 15 | 3 |
coronavirus | |||||
mkb | 27 | 31 | 22 | 14 | 8 |
groot | 33 | 38 | 17 | 9 | 2 |
1) De uitkomsten in deze figuur zijn gebaseerd op alle deelnemers aan de Financieringsmonitor in de business economy, dus ook bedrijven zonder financieringsbehoefte. |
Naast het coronavirus kampt het mkb vooral met problemen bij het vinden van gekwalificeerd personeel (43 procent) en gestegen kosten (39 procent). Bij het grootbedrijf staat het vinden van gekwalificeerd personeel bovenaan de lijst: 62 procent ziet deze uitdaging als belemmerend. Dit geldt ook voor innovatieve en snelgroeiende bedrijven.
Toegang tot financiering als obstakel
Voor bijna een vijfde van de mkb ondernemers is de toegang tot financiering een belemmering. Dit aandeel is licht gestegen ten op zichtte van de vorige meting, toen was dit nog 16 procent. Hoe kleiner het bedrijf, hoe vaker toegang tot financiering een belemmering vormt. Van het microbedrijf beschouwt 20 procent de toegang tot financiering als (zeer) belemmerend. Bij het midden- en grootbedrijf is dit respectievelijk 9 en 4 procent.
Ook is de toegang tot financiering vaker een belemmering voor bedrijven in de bedrijfstakken handel, vervoer en horeca (22 procent) en landbouw (20 procent). Het zijn verder vooral sociale ondernemingen, innovatieve bedrijven en startups die problemen ondervinden met het aantrekken van financiering. Het gaat hier stuk voor stuk om bedrijven die minder zekerheid over hun toekomst kunnen bieden: ze hebben te maken met onzekere baten of onzekere uitkomsten of hebben een beperkte staat van dienst.
Specifieke uitdagingen en kansen als gevolg van het coronavirus
De negatieve gevolgen van het coronavirus kunnen zich op verschillende manieren uiten. Vooral het doorbetalen van medewerkers en vaste lasten terwijl er minder of geen werk is, komt vaak voor. Binnen het mkb ervaart met name de sector handel, vervoer en horeca deze gevolgen het vaakst. Voor het grootbedrijf zijn deze gevolgen minder vaak belemmerend dan voor het mkb. Bij de vorige meting was dit nog andersom.
Naast uitdagingen kan het coronavirus ook nieuwe kansen creëren voor bedrijven. Over het algemeen zagen weinig bedrijven kansen die echt bevorderend zijn geweest voor hun bedrijfsprestaties. Bedrijven hebben dus vaker belemmeringen ervaren als gevolg van het coronavirus dan dat dit tot nieuwe kansen leidde. Het vaakst (rond de 15 procent) zag het mkb kansen door toegenomen online verkopen, versnelde digitalisering en veranderende vraag van consumenten als bevorderend. Het grootbedrijf zag andere kansen: hier zag meer dan de helft kansen voor versnelde digitalisering en één vijfde van deze groep bedrijven zag mogelijkheden voor lagere kosten van bedrijfsvoering.