1. Inleiding
Sinds 2018 stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de Financieringsmonitor samen in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)1). Het doel van de monitor is om een overzichtelijk beeld te geven van de Nederlandse markt voor externe financiering voor bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Hierbij ligt de nadruk op de vraagzijde. Daarvoor wordt de zoektocht naar financiering van ondernemers gevolgd en een schets gegeven van recente ontwikkelingen op de Nederlandse financieringsmarkt. Deze vierde editie van de monitor heeft betrekking op de periode die loopt van 1 juli 2020 tot 1 juli 2021.
De Financieringsmonitor bestaat uit drie onderdelen. De voornaamste uitkomsten worden beschreven in dit onderzoeksrapport dat ook dit jaar als webpublicatie en als pdf-document verschijnt. Het dashboard geeft op interactieve wijze meer detailinformatie. Ten slotte worden de analysedata die voortkomen uit de monitor beschikbaar gesteld aan gebruikers van de microdatafaciliteit van het CBS. Zo kunnen ook anderen de zoektocht naar financiering van het mkb onderzoeken.
1.1 Aanpak
De zoektocht van het mkb naar financiering wordt in deze monitor in beeld gebracht met een digitale enquête waarvoor ongeveer 10 000 ondernemingen zijn benaderd en waar ruim 4 900 respondenten aan mee hebben gedaan2). Dit is een steekproef uit de totale populatie van ruim 295 000 midden- en kleinbedrijven met minimaal 2 werkzame personen in de business economy, aangevuld met grootbedrijf en landbouw om te kunnen benchmarken. De resultaten die op basis van deze steekproef in de monitor worden weergegeven zijn representatief voor de hele populatie, maar zijn dus schattingen van de uitkomsten onder alle bedrijven. Daarom zijn er 95%-betrouwbaarheidsintervallen opgenomen voor de belangrijkste indicatoren.
Vraag en aanbod
Met de zoektocht naar externe financiering wordt een deel van de markt voor financiering in beeld gebracht. Een markt bestaat echter uit vraag én aanbod. De vraag naar financiering vindt zijn oorsprong bij bedrijven. Het aanbod bestaat uit al het geld dat de banken, non-bancaire financiers, institutionele investeerders, private investeerders, betrokken consumenten, en zo verder, uit zouden willen zetten. Deze monitor beperkt zich tot een overzicht van recente ontwikkelingen in het verstrekte aanbod voor acht vormen van financiering: bankkredieten, crowdfunding, equipment lease, factoring, private equity inclusief durfkapitaal, direct lending, de mkb-beurs en kredietunies. Alle data komen uit bronnen buiten het CBS en zijn enkel verzameld als ondersteunende informatie. Het geeft een context waarbinnen de vraag naar financiering gezien moet worden.
Vrouwelijk ondernemerschap
Slechts een beperkt deel van de durfkapitaalinvesteringen vindt zijn weg naar bedrijven van vrouwelijke ondernemers of gemengde teams (TechLeap.NL, 2019). Dat leidt tot vragen over de mate waarin vrouwelijke ondernemers toegang hebben tot bedrijfsfinanciering in brede zin. Net als de vorige edities gaat deze vierde editie van de Financieringsmonitor ook in op de zoektocht van vrouwelijke ondernemers naar financiering.
De gevolgen van het coronavirus
Net als in de vorige editie is de enquête uitgebreid met enkele vragen en antwoordmogelijkheden over de ervaren en verwachte gevolgen van het coronavirus. Het is aannemelijk dat de gevolgen van het coronavirus ook gelden voor de financiering van het mkb in het afgelopen jaar. De extra informatie die dit oplevert, wordt steeds besproken op de relevante plekken binnen de verschillende hoofdstukken van dit rapport.
1.2 Leeswijzer
De rest van de monitor is als volgt opgezet. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van recente ontwikkelingen in bancaire financiering en verschillende vormen van non-bancaire financiering. Hoofdstuk 3 is een leeswijzer voor de hoofdstukken die daarna volgen en voor de zoektocht van bedrijven naar externe financiering. Het gaat in op de interpretatie van uitkomsten voor de zoektocht: de trechterwerking van het zoekproces, de populatie en marges rondom de uitkomsten. Hoofdstuk 4 beschrijft de financieringsbehoefte en hoofdstuk 5 de oriëntatiefase. Hoofdstuk 6 en 7 gaan in op de echte aanvraag van financiering: het proces en de uitkomsten. Vervolgens bespreekt hoofdstuk 8 de resultaten rondom de toekomstige verwachte financieringsbehoefte. Tot slot volgt als bijlage de onderzoeksverantwoording en een bijlage over vrouwelijk ondernemerschap en de toegang tot externe financiering.
2) Het responspercentage komt daardoor uit op 49 procent, net iets lager dan de 51 procent van vorig jaar.