De Nederlandse economie in 2019

7. Overheid

De overheid heeft in 2019 een overschot van 14 miljard euro gerealiseerd. Dit komt overeen met 1,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De overheidsschuld is aan het eind van 2019 gedaald naar 48,6 procent van het bbp.

Het overheidssaldo en de overheidsschuld zijn de belangrijkste indicatoren voor de staat van de overheidsfinanciën. De Europese normen hiervoor zijn een maximaal tekort van 3 procent en een maximale schuld van 60 procent van het bbp.

7.1 Overheidssaldo

Het overschot in 2019 was 3,5 miljard euro hoger dan in 2018 toen het overschot 10,6 miljard euro bedroeg oftewel 1,4 procent van het bbp. De Nederlandse overheid behaalde over 2019 voor het vierde jaar op rij een overschot. In deze vier jaren hield de overheid in totaal 34 miljard euro over.

7.1.1 Overheidssaldo
JaarOverheidssaldo (% bbp)EMU-norm (% bbp)
19990,3-3
20001,2-3
2001-0,5-3
2002-2,1-3
2003-3,1-3
2004-1,8-3
2005-0,4-3
20060,1-3
2007-0,1-3
20080,2-3
2009-5,1-3
2010-5,2-3
2011-4,4-3
2012-3,9-3
2013-2,9-3
2014-2,2-3
2015-2,0-3
20160,0-3
20171,3-3
20181,4-3
20191,7-3

7.2 Overheidsschuld

De schuldquote, de overheidsschuld als percentage van het bbp, kwam eind 2019 uit op 48,6 procent. Dit was bijna 20 procentpunt lager dan de hoogste schuldquote die als gevolg van de kredietcrisis eind 2013 werd bereikt. Voor de kredietcrisis, eind 2007, was de schuldquote 43 procent.

De overheidsschuld eind 2019 was 11 miljard euro lager dan een jaar eerder. Niet het gehele overschot van 14 miljard euro is gebruikt voor schuldaflossing. Een deel van het overschot is besteed aan verwerving van aandelen in Air France-KLM en verstrekking van leningen. Ook is een deel van het overschot gestald op deposito’s, die met bijna 2 miljard euro toenamen.

7.2.1 Schuldquote
JaarSchuldquote (% bbp)EMU-norm (% bbp)
199958,660
200052,160
200149,460
200248,860
20035060
200450,360
200549,860
200645,260
20074360
200854,760
200956,860
201059,260
201161,760
201266,260
201367,760
201467,860
201564,660
201661,960
201756,960
201852,460
201948,660

7.3 Collectievelastendruk

De collectievelastendruk nam in 2019 verder toe tot 38,8 procent van het bbp. De collectieve lastendruk, ook wel belasting- en premiedruk genoemd, wordt berekend als som van alle door de overheid ontvangen belastingen en premies. Hier zijn ook bij inbegrepen de betalingen van belastingen en premies door niet-ingezetenen aan de Nederlandse overheid. De collectievelastendruk was sinds het begin van de huidige meetmethode in 1995 niet eerder zo hoog.

7.3.1 Collectievelastendruk
JaarCollectievelastendruk (% bbp)
199936,8
200036,5
200135,2
200234,8
200334,5
200434,5
200534,7
200635,7
200735,2
200835,6
200934,8
201035,2
201135,1
201235,3
201335,8
201436,7
201536,5
201638
201738,3
201838,3
201938,8