5. De arbeidsmarkt
Het bbp kan groeien doordat er in totaal meer uren worden gewerkt en/of doordat per gewerkt uur meer toegevoegde waarde wordt gecreëerd, dus dat werkenden productiever zijn geworden. In 2019 was de groei van de economie volledig toe te schrijven aan een stijging van het totale aantal gewerkte uren. De arbeidsproductiviteit, de toegevoegde waarde per gewerkt uur, was 0,2 procent lager dan in 2018. Ook in de drie voorgaande jaren was de groei van het totale aantal gewerkte uren veruit de belangrijkste trekker van de economische groei.
Jaar | Arbeidsproductiviteit (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|
1996 | 0,1 |
1997 | 2,3 |
1998 | 2,4 |
1999 | 1,9 |
2000 | 3,4 |
2001 | 1,0 |
2002 | 0,7 |
2003 | 1,3 |
2004 | 1,8 |
2005 | 2,4 |
2006 | 1,4 |
2007 | 1,0 |
2008 | 0,9 |
2009 | -1,9 |
2010 | 2,2 |
2011 | 1,0 |
2012 | 0,1 |
2013 | 1,2 |
2014 | 0,8 |
2015 | 0,7 |
2016 | -0,4 |
2017 | 0,9 |
2018 | 0,4 |
2019 | -0,2 |
Niet alleen het aantal gewerkte uren nam weer toe, voor het vijfde jaar op rij is het aantal banen van werknemers en zelfstandigen flink gegroeid. In 2019 kwamen er gemiddeld 188 duizend banen bij. Dat is minder dan de groei in 2018 van 252 duizend, de grootste toename sinds 2008. Het gemiddeld aantal banen bereikte in 2019 met 10,7 miljoen opnieuw een record. Het aantal werknemersbanen groeide met 175 duizend tot 8,5 miljoen. Het aantal banen van zelfstandigen nam met 13 duizend toe en kwam uit op 2,2 miljoen.
In de zorg groeide het aantal banen in 2019, met 51 duizend, het hardst. Na de zorg realiseerde de handel, vervoer en horeca de grootste banenstijging. In deze bedrijfstak kwamen er 38 duizend banen bij. Ook in de bouwnijverheid en industrie zijn er weer banen bijgekomen, elk 19 duizend. In voorgaande jaren was de zakelijke dienstverlening,en vooral de uitzendbranche, de grootste banenmotor. In 2019 waren er echter minderbanen van uitzendkrachten dan in 2018. Een daling van het aantal uitzendbanen was ervoor het laatst in 2012.
Het aantal werkzame personen steeg in 2019 met 173 duizend tot boven de 9,5 miljoen.Er zijn nu meer mensen aan het werk dan ooit. Het verschil met het aantal banen komt doordat één werkzaam persoon meerdere (kleinere) banen kan hebben.
Jaar | Banen (miljoen) | Gewerkte uren (miljard) |
---|---|---|
2003 | 9,141 | 11,965 |
2004 | 9,089 | 11,996 |
2005 | 9,175 | 11,956 |
2006 | 9,395 | 12,189 |
2007 | 9,696 | 12,537 |
2008 | 9,876 | 12,736 |
2009 | 9,814 | 12,552 |
2010 | 9,782 | 12,463 |
2011 | 9,918 | 12,576 |
2012 | 9,889 | 12,465 |
2013 | 9,756 | 12,355 |
2014 | 9,757 | 12,438 |
2015 | 9,881 | 12,559 |
2016 | 10,036 | 12,854 |
2017 | 10,25 | 13,115 |
2018 | 10,502 | 13,408 |
2019 | 10,69 | 13,676 |
5.1 36 duizend werklozen minder
Gemiddeld telde Nederland vorig jaar 314 duizend werklozen volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO). Dit betekent dat een persoon werkloos is als die zoekt naar betaald werk en ook direct kan beginnen aan die baan. In 2019 waren er 36 duizend werklozen minder dan in 2018. Het werkloosheidspercentage (het aandeel van het aantal werklozen in de totale beroepsbevolking) daalde van 3,8 naar 3,4 procent. Dat is het laagste niveau na 2001, toen 3,3 procent van de beroepsbevolking werkloos was.Ook het aantal langdurig werklozen (12 maanden of langer werkloos) daalde sterk, van 128 duizend in 2018 naar 95 duizend in 2019.
Van de werklozen waren er 111 duizend 45 jaar of ouder. Onder de 15- tot 25-jarigen en de 25- tot 45-jarigen waren respectievelijk 100 en 104 duizend mensen werkloos. Het werkloosheidspercentage van 15- tot 25-jarigen was met 6,7 procent historisch laag.Er waren met 168 duizend wat meer mannen werkloos dan vrouwen (146 duizend).
Jaar | Werklozen (x 1 000) |
---|---|
2003 | 395 |
2004 | 466 |
2005 | 489 |
2006 | 419 |
2007 | 355 |
2008 | 318 |
2009 | 381 |
2010 | 435 |
2011 | 434 |
2012 | 516 |
2013 | 647 |
2014 | 660 |
2015 | 614 |
2016 | 538 |
2017 | 438 |
2018 | 350 |
2019 | 314 |
5.2 Aantal vacatures stijgt fors
Het gemiddeld aantal vacatures steeg in 2019 met 33 duizend tot een recordaantal van ruim 281 duizend. In 2013 werd nog de laagste stand in twintig jaar tijd gemeten met gemiddeld 95 duizend vacatures. In vrijwel alle bedrijfstakken steeg in 2019 het aantal vacatures. Het grootst was de stijging in de handel met 7 duizend vacatures, daarna volgde de zorg met 6 duizend. In de industrie en de bouwnijverheid waren er elk 2 duizend vacatures meer dan in 2018.
Jaar | Vacatures (x 1 000) |
---|---|
2003 | 110 |
2004 | 118,8 |
2005 | 150,2 |
2006 | 206,3 |
2007 | 240 |
2008 | 240,4 |
2009 | 143,4 |
2010 | 121,6 |
2011 | 132,5 |
2012 | 111,5 |
2013 | 95,1 |
2014 | 108,2 |
2015 | 129,7 |
2016 | 155,9 |
2017 | 200,6 |
2018 | 248,3 |
2019 | 281,1 |
5.3 Spanning op arbeidsmarkt loopt op
Doordat het aantal vacatures opliep en het aantal werkloze personen afnam, nam de spanning op de arbeidsmarkt toe. Halverwege 2019 was de spanning het hoogst met 93 vacatures per 100 werklozen. In het vierde kwartaal van 2019 bedroeg het aantal vacatures per 100 werklozen 92.
Jaar | Aantal vacatures per 100 werklozen | |
---|---|---|
2008 | 77 | |
2008 | 77 | |
2008 | 79 | |
2008 | 62 | |
2009 | 46 | |
2009 | 35 | |
2009 | 33 | |
2009 | 30 | |
2010 | 26 | |
2010 | 27 | |
2010 | 29 | |
2010 | 30 | |
2011 | 32 | |
2011 | 33 | |
2011 | 31 | |
2011 | 26 | |
2012 | 24 | |
2012 | 22 | |
2012 | 20 | |
2012 | 18 | |
2013 | 16 | |
2013 | 14 | |
2013 | 14 | |
2013 | 14 | |
2014 | 15 | |
2014 | 16 | |
2014 | 18 | |
2014 | 19 | |
2015 | 20 | |
2015 | 21 | |
2015 | 22 | |
2015 | 24 | |
2016 | 26 | |
2016 | 28 | |
2016 | 31 | |
2016 | 35 | |
2017 | 39 | |
2017 | 45 | |
2017 | 50 | |
2017 | 57 | |
2018 | 64 | |
2018 | 71 | |
2018 | 75 | |
2018 | 80 | |
2019 | 88 | |
2019 | 93 | |
2019 | 90 | |
2019 | 92 | |
2019 |