1. Inleiding
Veel veranderingen in de periode 1971-2021 gaan samen met wat ook wel de Tweede Demografische Transitie genoemd wordt. Dit was een verandering in de demografische ontwikkelingen van westerse landen. De Eerste Demografische Transitie begon halverwege de negentiende eeuw, en werd vooral gekenmerkt door een dalende sterfte als gevolg van de toenemende welvaart, gevolgd door een daling van het geboortecijfer (Van Sonsbeek et al., 2023). De samenleving was gekenmerkt door een gezinsstructuur waarbij mensen trouwden, kinderen kregen, en de man werkte om als kostwinner het gezin financieel te onderhouden. Rond de jaren zestig begon de Tweede Demografische Transitie, die werd gekenmerkt door keuzevrijheid. Veranderingen in waarden en normen en processen als ontkerkelijking, modernisering, emancipatie en individualisering gaven meer ruimte aan mensen om zelf te kiezen hoe zij hun leven wilden inrichten (Lesthaeghe, 2014).
Om te zien hoe Nederland is veranderd in de afgelopen 50 jaar gebruiken we de Volkstellingen van 1971 en 2021, waar relevant aangevuld met andere statistieken. De Volkstelling is een statistiek met een uitgebreide geschiedenis (CBS, 2024a). Het CBS ging al in 1899 van deur tot deur om de gegevens van 5 miljoen inwoners te noteren. Zes Volkstellingen later werd in 1971 de laatste traditionele, papieren Volkstelling gehouden (CBS, 2019). Sindsdien wordt in ieder jaar eindigend op een ‘1’ een Volkstelling gehouden in alle EU-landen. Sinds 1981 doet het CBS dit met digitaal beschikbare gegevens uit registers. In het voorjaar van 2024 heeft het CBS de resultaten van de Volkstelling 2021 opgeleverd aan het Europese Statistiekbureau Eurostat. De resultaten zijn beschikbaar in de Census Hub (Eurostat, 2024a).