Auteur: Jannes Kromhout, Martijn Souren

Onderbenutte deeltijders: van meer willen werken naar meer gaan werken

Over deze publicatie

Hoeveel mensen willen en kunnen meer werken, maar doen dat niet? Wat zijn de kenmerken van deze onderbenutte deeltijders? Hoeveel onderbenutte deeltijders gaan daadwerkelijk meer uren werken? En hoeveel draagt het onbenut arbeidspotentieel bij aan de toename van de totale arbeidsduur? Nieuwe cijfers uit de Enquête beroepsbevolking (EBB) geven hier inzicht in.

De belangrijkste bevindingen:

- In 2023 volgde 48 procent van de onderbenutte deeltijders onderwijs.
- Meer dan de helft (54 procent) van de onderbenutte deeltijders die onderwijs volgden, had een oproepcontract.
- Onderbenutte deeltijders werken vaak in beroepen waar het gebruikelijk is om in deeltijd te werken, zoals in dienstverlenende beroepen en in de transport en logistiek.
- Gemiddeld 29 procent van de onderbenutte deeltijders ging in 2023 een kwartaal later daadwerkelijk meer uren werken. Dat is aanmerkelijk meer dan bij de overige werkzame beroepsbevolking (7 procent).
- De bijdrage van onderbenutte deeltijders aan de groei van de totale arbeidsduur in 2023 was beperkt. Werklozen droegen per kwartaal ruim 4 keer zoveel voltijdequivalenten (vte) bij als onderbenutte deeltijders.