Hernieuwbare energie in Nederland 2023

5. Zonne-energie

Zonne-energie wordt geproduceerd door zonnestraling om te zetten in elektriciteit (zonnestroom of fotovoltaïsche zonne-energie) of warmte (zonnewarmte of thermische zonne-energie). De bijdrage van zonne-energie aan het totale eindverbruik van hernieuwbare energie in Nederland is net als vorige jaren gegroeid en komt in 2023 uit op 24 procent.

5.0.1 Bruto eindverbruik zonne-energie
 Zonnestroom (TJ)Zonnewarmte (TJ)
201314761106
201426111128
201539911137
201657671147
201779361144
2018133541156
2019194371180
2020315531176
2021406941164
2022**614841168
2023*719731176
*Voorlopige cijfers **Nader voorlopige cijfers

Het opwekken van elektriciteit of warmte uit zonnestraling gebeurt met behulp van zonnepanelen (stroom) of zonnecollectoren (warmte). Zonnepanelen bestaan uit dunne laagjes silicium, een materiaal dat zonlicht opneemt en omzet in elektrische spanning. Zonnecollectoren bestaan uit een plaat of buizen die opwarmen door zonnestraling en de warmte vervolgens afgeven aan water of een andere vloeistof. De ontwikkelingen op het gebied van zonnestroom worden beschreven en geduid in paragraaf 5.1 en zonnewarmte komt in 5.2 aan bod.  

Naast zonnepanelen en zonnecollectoren bestaan er systemen die de opwek van zonnestroom en zonnewarmte combineren. Deze systemen worden PVT-panelen genoemd, waarbij PV staat voor fotovoltaïsch (photovoltaic) en T voor thermisch. Doordat gelijktijdig elektriciteit en warmte opgewekt worden, is de totale energieopbrengst per vierkante meter van PVT-panelen hoger dan die van losse zonnepanelen of zonnecollectoren. De investeringskosten zijn echter ook hoger en het aantal leveranciers is nog steeds beperkt. Hierdoor is de verkoop van PVT-panelen nog relatief beperkt, maar deze neemt de laatste jaren toe. In paragraaf 5.3 wordt de ontwikkeling van PVT-panelen verder toegelicht. 

5.1 Zonnestroom

Ontwikkelingen

Het opgesteld vermogen voor en de productie van zonnestroom is in 2023 weer gegroeid. Eind 2023 bedroeg het totale opgestelde vermogen van zonnestroominstallaties in Nederland 23 943 megawatt (MW). Dat is een toename van 4 343 MW opzichte van eind 2022. De cijfers over 2022 en 2023 zijn op dit moment respectievelijk nader voorlopig en voorlopig.

5.1.1 Vermogen zonnestroom
 In gebruik genomen vermogen (MW)Opgesteld vermogen (MW)
2012138287
2013363650
20143571007
20155191526
20166092135
20177762911
201816984609
201926177226
2020388211108
2021371514823
2022**477719600
2023*434323943
*Voorlopige cijfers **Nader voorlopige cijfers

Het opgestelde vermogen is net als in andere jaren weer gegroeid. De groei zelf is alleen wel lager dan in 2022, toen er 4 777 MW aan vermogen bijkwam ten opzichte van 2021. Dit is de tweede keer in tien jaar dat de groei in opgesteld vermogen lager is dan het jaar ervoor. Dit is ook te zien in Figuur 5.1.1.

In 2023 nam het totaal opgesteld vermogen van zonnepanelen in Nederland gemiddeld met 22 procent toe ten opzichte van 2022. De totale toename per gemeente is te zien in Figuur 5.1.2. Woningen met zonnepanelen waren in 2023 goed voor 10 106 MW, een toename van 25 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Dit is iets meer dan 42 procent van het totale vermogen. Het opgestelde vermogen op woningen groeide het sterkst in de gemeenten Tilburg, Eindhoven, en Rotterdam, met 28,9, 27,5 en 26,7 MW respectievelijk. Bedrijven met zonnepanelen zorgden voor de overige 58 procent aan opgesteld vermogen. Bij bedrijven was de toename van het opgesteld vermogen bijna 20 procent ten opzichte van 2022. 

Verandering opgesteld vermogen zonnepanelen1), 2023 t.o.v. 2022
GemeenteVerandering opgesteld vermogen ( MW)
Aa en Hunze6,756
Aalsmeer13,548
Aalten7,104
Achtkarspelen7,517
Alblasserdam3,695
Albrandswaard4,942
Alkmaar19,217
Almelo15,279
Almere44,055
Alphen aan den Rijn20,452
Alphen-Chaam3,665
Altena18,636
Ameland1,558
Amersfoort19,864
Amstelveen10,707
Amsterdam43,701
Apeldoorn32,888
Arnhem17,394
Assen11,732
Asten6,177
Baarle-Nassau3,79
Baarn3,288
Barendrecht9,68
Barneveld17,253
Beek (L.)3,764
Beekdaelen7,255
Beesel9,616
Berg en Dal8,015
Bergeijk5,652
Bergen (L.)19,845
Bergen (NH.)6,187
Bergen op Zoom20,569
Berkelland27,929
Bernheze12,484
Best6,825
Beuningen20,713
Beverwijk3,936
Bladel6,197
Blaricum1,935
Bloemendaal3,781
Bodegraven-Reeuwijk8,648
Boekel4,537
Borger-Odoorn6,867
Borne5,93
Borsele6,24
Boxtel6,912
Breda32,15
Bronckhorst14,896
Brummen6,862
Brunssum3,494
Bunnik3,771
Bunschoten4,585
Buren9,769
Capelle aan den IJssel7,149
Castricum6,165
Coevorden41,428
Cranendonck6,566
Culemborg3,831
Dalfsen6,929
Dantumadiel4,498
De Bilt6,66
De Fryske Marren16,116
De Ronde Venen8,734
De Wolden7,453
Delft7,613
Den Helder8,133
Deurne10,479
Deventer19,03
Diemen2,071
Dijk en Waard16,654
Dinkelland10,357
Doesburg1,302
Doetinchem12,939
Dongen15,603
Dordrecht33,703
Drechterland6,184
Drimmelen7,77
Dronten50,94
Druten4,575
Duiven4,955
Echt-Susteren13,031
Edam-Volendam11,305
Ede27,421
Eemnes2,112
Eemsdelta7,818
Eersel6,178
Eijsden-Margraten5,663
Eindhoven35,085
Elburg4,396
Emmen77,954
Enkhuizen2,827
Enschede29,496
Epe8,479
Ermelo4,984
Etten-Leur23,516
Geertruidenberg4,685
Geldrop-Mierlo7,01
Gemert-Bakel9,381
Gennep3,892
Gilze en Rijen7,303
Goeree-Overflakkee13,552
Goes6,65
Goirle4,449
Gooise Meren9,918
Gorinchem10,562
Gouda7,938
Groningen (gemeente)56,552
Gulpen-Wittem3,387
Haaksbergen7,918
Haarlem12,849
Haarlemmermeer41,309
Halderberge13,127
Hardenberg19,431
Harderwijk8,446
Hardinxveld-Giessendam3,5
Harlingen3,063
Hattem3,445
Heemskerk4,977
Heemstede3,933
Heerde4,873
Heerenveen31,927
Heerlen15,481
Heeze-Leende2,848
Heiloo3,745
Hellendoorn9,042
Helmond17,742
Hendrik-Ido-Ambacht4,953
Hengelo (O.)17,137
Het Hogeland8,361
Heumen3,045
Heusden12,783
Hillegom4,895
Hilvarenbeek46,523
Hilversum9,81
Hoeksche Waard21,246
Hof van Twente13,986
Hollands Kroon12,991
Hoogeveen11,511
Hoorn12,285
Horst aan de Maas26,356
Houten11,902
Huizen6,128
Hulst5,589
IJsselstein5,238
Kaag en Braassem6,514
Kampen9,763
Kapelle3,247
Katwijk9,764
Kerkrade8,934
Koggenland6,94
Krimpen aan den IJssel5,882
Krimpenerwaard15,226
Laarbeek17,295
Land van Cuijk25,29
Landgraaf6,098
Landsmeer1,313
Lansingerland105,49
Laren (NH.)1,937
Leeuwarden20,475
Leiden11,198
Leiderdorp3,65
Leidschendam-Voorburg7,413
Lelystad66,167
Leudal11,212
Leusden7,254
Lingewaard12,867
Lisse4,056
Lochem8,996
Loon op Zand15,305
Lopik3,838
Losser7,032
Maasdriel6,362
Maasgouw5,775
Maashorst16,029
Maassluis5,452
Maastricht11,905
Medemblik12,962
Meerssen4,137
Meierijstad23,065
Meppel7,36
Middelburg (Z.)8,324
Midden-Delfland7,842
Midden-Drenthe9,795
Midden-Groningen9,313
Moerdijk20,154
Molenlanden14,027
Montferland10,937
Montfoort3,996
Mook en Middelaar1,797
Neder-Betuwe9,013
Nederweert5,112
Nieuwegein8,886
Nieuwkoop5,888
Nijkerk10,653
Nijmegen20,525
Nissewaard15,706
Noardeast-Frysl�n11,04
Noord-Beveland1,942
Noordenveld57,984
Noordoostpolder42,531
Noordwijk9,717
Nuenen, Gerwen en Nederwetten6,616
Nunspeet6,629
Oegstgeest3,334
Oirschot5,463
Oisterwijk8,822
Oldambt13,341
Oldebroek5,875
Oldenzaal7,995
Olst-Wijhe5,171
Ommen4,953
Oost Gelre13,503
Oosterhout12,609
Ooststellingwerf7,122
Oostzaan1,528
Opmeer3,404
Opsterland10,735
Oss28,662
Oude IJsselstreek13,968
Ouder-Amstel2,985
Oudewater2,464
Overbetuwe45,355
Papendrecht4,48
Peel en Maas15,935
Pekela52,887
Pijnacker-Nootdorp10,408
Purmerend13,792
Putten5,91
Raalte9,308
Reimerswaal4,465
Renkum4,917
Renswoude1,871
Reusel-De Mierden4,803
Rheden6,72
Rhenen3,825
Ridderkerk10,405
Rijssen-Holten8,466
Rijswijk (ZH.)4,385
Roerdalen5,226
Roermond13,989
Roosendaal14,499
Rotterdam80,167
Rozendaal0,33
Rucphen7,421
Schagen13,311
Scherpenzeel2,625
Schiedam5,835
Schiermonnikoog0,202
Schouwen-Duiveland8,152
's-Gravenhage (gemeente)29,128
's-Hertogenbosch35,609
Simpelveld2,423
Sint-Michielsgestel8,425
Sittard-Geleen22,211
Sliedrecht4,392
Sluis9,452
Smallingerland16,239
Soest7,276
Someren7,462
Son en Breugel4,47
Stadskanaal10,418
Staphorst3,683
Stede Broec4,805
Steenbergen6,791
Steenwijkerland10,315
Stein (L.)4,697
Stichtse Vecht13,061
S�dwest-Frysl�n20,641
Terneuzen56,654
Terschelling2,158
Texel4,428
Teylingen6,689
Tholen4,359
Tiel8,362
Tilburg49,829
Tubbergen8,958
Twenterand9,963
Tynaarlo8,681
Tytsjerksteradiel7,143
Uitgeest1,999
Uithoorn3,452
Urk6,451
Utrecht (gemeente)43,066
Utrechtse Heuvelrug9,277
Vaals1,248
Valkenburg aan de Geul3,695
Valkenswaard7,565
Veendam2,647
Veenendaal10,865
Veere5,618
Veldhoven10,197
Velsen5,767
Venlo57,513
Venray15,657
Vijfheerenlanden15,099
Vlaardingen6,946
Vlieland0,257
Vlissingen5,288
Voerendaal2,567
Voorne aan Zee30,396
Voorschoten3,768
Voorst7,261
Vught7,005
Waadhoeke10,02
Waalre3,927
Waalwijk16,616
Waddinxveen5,696
Wageningen4,331
Wassenaar3,985
Waterland3,283
Weert23,723
West Betuwe17,685
West Maas en Waal5,04
Westerkwartier15,814
Westerveld5,622
Westervoort2,087
Westerwolde73,719
Westland33,03
Weststellingwerf7,866
Wierden7,31
Wijchen8,838
Wijdemeren4,71
Wijk bij Duurstede27,392
Winterswijk6,318
Woensdrecht7,975
Woerden12,015
Wormerland2,514
Woudenberg2,458
Zaanstad18,256
Zaltbommel11,965
Zandvoort1,758
Zeewolde53,095
Zeist10,418
Zevenaar25,56
Zoetermeer13,778
Zoeterwoude1,77
Zuidplas10,955
Zundert13,982
Zutphen8,787
Zwartewaterland6,051
Zwijndrecht7,241
Zwolle20,422
1) In 2023 is er een gemeentelijke herindeling geweest, op deze kaart wordt de indeling van 2023 gebruikt (zie Gemeentelijke indeling op 1 januari 2023 (cbs.nl)). Zonnestroomcijfers van opgeheven gemeenten uit 2022 zijn volgens de nieuwe indeling bij elkaar opgeteld.

De opwek van elektriciteit met zonnepanelen bedroeg in 2023 19,96 terawattuur (TWh, een miljard kWh) (Tabel 5.1.4). De bijdrage van zonnestroom aan het eindverbruik van hernieuwbare energie in Nederland is 23,4 procent. Ook was het goed voor 17 procent van de netto elektriciteitsproductie in Nederland, wat ongeveer net zoveel is als het totale elektriciteitsverbruik van woningen in Nederland. De toename van geproduceerde zonnestroom komt niet alleen doordat er meer vermogen is geïnstalleerd, maar ook doordat in 2023 de zon meer scheen dan gemiddeld. De provincie waar in 2023 de meeste stroom geproduceerd werd door zonnepanelen was Noord-Brabant, met een productie van 3,477 TWh, zie ook Figuur 5.1.3.

Productie zonnestroom naar provincie, 2023*
ProvincieProductie zonnestroom ( TWh)
Groningen (PV)1,344
Frysl�n (PV)1,037
Drenthe (PV)1,322
Overijssel (PV)1,608
Flevoland (PV)0,905
Gelderland (PV)2,54
Utrecht (PV)1,077
Noord-Holland (PV)1,927
Zuid-Holland (PV)2,389
Zeeland (PV)0,754
Noord-Brabant (PV)3,477
Limburg (PV)1,535
*voorlopige cijfers

Het opgestelde vermogen aan zonnestroom is afgelopen jaar weer toegenomen, zie ook Figuur 5.1.1. Deze groei was echter minder dan het jaar ervoor. Afgelopen jaar is er veel gesproken over het wel of niet afschaffen van de salderingsregeling. Hiernaast is sinds 2023 een aantal energieleveranciers gestart met het in rekening brengen van kosten bij teruglevering van zonnestroom aan het net (Consumentenbond, 2024). Voor de kleinverbruikers (particulieren en bedrijven met een laag elektriciteitsverbruik) blijft de salderingsregeling in combinatie met de hoge energiebelasting op elektriciteit een belangrijke stimulans om zonnepanelen aan te schaffen. Kleinverbruikers kunnen via de salderingsregeling net zoveel voor hun opgewekte elektriciteit krijgen als zij voor ingekochte elektriciteit betalen. Pas als er over het gehele jaar meer wordt opgewekt dan verbruikt geldt er voor het overschot een door het energiecontract bepaalde terugleververgoeding. Voor het deel van de geleverde elektriciteit dat gecompenseerd is door teruglevering hoeft geen btw en energiebelasting te worden betaald. Daar komt nog bij dat er vanaf 2023 geen btw tarief op de aanschaf van zonnepanelen zit. De daadwerkelijke terugverdientijd van zonnepanelen hangt af van meerdere factoren, zoals de ligging van de zonnepanelen, de prijs van elektriciteit en het functioneren van de panelen op de lange termijn.

Begin 2023 is een wetsvoorstel voor de geleidelijke afbouw van de salderingsregeling door de Tweede Kamer aangenomen. Het was de bedoeling om tussen 2025 en 2031 het salderen van gebruikte en teruggeleverde elektriciteit in stappen af te bouwen naar nul. Eind 2023 is dit voorstel echter verworpen door de Eerste Kamer. In de budgettaire bijlage bij het hoofdlijnenakkoord van de huidige regering staat dat de salderingsregeling met ingang van 2027 wordt stopgezet. 

Voor grote installaties kan er subsidie worden aangevraagd voor zonnepanelen. De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en klimaattransitie (SDE++) is veruit de grootste bron van subsidie. Van het totaal bijgeplaatste vermogen in 2022 kwam zo’n 43% voort uit SDE-aanvragen (RVO, 2023a). Voor zakelijk gebruikers is er naast de SDE++ nog de Energie-investeringsaftrek (EIA). Voor kleinverbruikers is er de eerder genoemde salderingsregeling of als zij zich verenigen in een coöperatie of vereniging van eigenaars (VvE) is er de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE). 

Niet alle geplande en voor subsidie beschikte projecten zijn uiteindelijk gerealiseerd. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, 2023a) heeft bijvoorbeeld in 2022 voor de SDE-projecten een forse stijging geconstateerd van projecten die volledig werden ingetrokken (volledige vrijval) of waarbij er substantieel minder vermogen werd gerealiseerd dan beschikt (gedeeltelijke vrijval), in totaal goed voor zo’n 3 GWp aan vermogen. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van het jaar ervoor. Voor 2023 zijn er nog gegevens beschikbaar over de vrijval. De vrijval komt vooral voor bij dakinstallaties en niet of nauwelijks bij veldinstallaties. Als oorzaken voor volledige of gedeeltelijke vrijval noemt RVO aanpassing van de dakconstructie, tegenvallende business cases, netcapaciteit en verzekerbaarheid. De kortere realisatietermijn voor zon op daken projecten in de SDE maakt het voor zon op daken extra moeilijk om binnen de realisatietermijn van de SDE de knelpunten opgelost te krijgen. Voor de komende periode neemt mogelijk de ontoereikende netcapaciteit toe als beperkende factor bij de realisatie van projecten. Hierdoor kunnen regionale verschillen optreden in de vrijval, aangezien de netcapaciteit – en dus de ruimte voor nieuwe zonnestroominstallaties - regionaal sterk kan verschillen.

5.1.4 Zonnestroom
Elektriciteits-productie (TWh)Vermeden verbruik van fossiele primaire energie (TJ)Vermeden emissie CO2 (kton)
19900,0040
20000,01705
20100,0647632
20151,119 639751
20208,5765 7363 727
202111,3090 0805 693
2022**17,08139 1138 814
2023**19,96162 84710 318
Bron: CBS
**Nader voorlopige cijfers

Methode

Zie voor een omschrijving van de methode inclusief rekenvoorbeelden 4.2.1 Zonnestroom uit Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie, RVO en CBS, en Zonnestroom op regionaal niveau (CBS, 2023b).

Tot 2018 bepaalde het CBS het opgestelde vermogen voor zonnestroom op basis van een enquête onder leveranciers van (importerende) zonnestroomsystemen. In 2018 is het CBS overgestapt op een nieuwe methode op basis van een combinatie van informatie uit registraties. De registerinformatie is beschikbaar vanaf verslagjaar 2012. Voor de jaren daarvoor is de zonnestroomstatistiek gebaseerd op de informatie uit de enquêtes onder leveranciers.

De informatie uit registraties gaat met name om de Centrale Registratie van Systeemelementen (CERES, voorheen het Productie-installatieregister (PIR)) van de netbeheerders en de administratieve data van VertiCer (voorheen CertiQ). Vanaf 2021 heeft het CBS ook beschikking over de terugleveringen van elektriciteit aan het net. Daarom gebruiken we vanaf dat jaar VertiCer, CERES en het elektriciteitsaansluitingenbestand om de populatie aan zonnestroominstallaties te bepalen. De registerinformatie van VertiCer en CERES wordt op het niveau van adressen en aansluitingen geïntegreerd met de statistieken welke het CBS al langer maakt op basis van de klantenbestanden van de netbedrijven. Hiermee zijn verschillende plausibiliteitscontroles mogelijk en worden uitsplitsingen naar onder andere regio en sector gemaakt. 

De beschikking over de terugleveringen zorgt voor minder onzekerheden ten opzichte van de oude methode, doordat er meer plausibiliteitschecks mogelijk zijn en omdat er vermogens bijgeschat kunnen worden voor kleinverbruikers waar het register niet compleet is. Dit was namelijk één van de grootste onzekerheden in de oude methode, omdat het CBS geen zicht had op de mate waarin in register compleet was en dat registerinformatie soms vertraagd beschikbaar was.  

Zowel in de schatting van het opgesteld vermogen als in de productie per geïnstalleerd vermogen zit een onzekerheid. Het CBS heeft een onderzoek uitgevoerd naar de methode waarmee de productie op dit moment geschat wordt. De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat de huidige methode voor het schatten van de productie deze lijkt te overschatten (CBS, 2023c). Het CBS werkt momenteel in samenwerking met andere partijen aan een verbeterde methode. De totale onnauwkeurigheid in de elektriciteitsproductie uit zonnepanelen schat het CBS op 15 tot 20 procent.

5.2 Zonnewarmte

Zonnewarmtesystemen worden al heel lang toegepast in Nederland. Een grote doorbraak is echter tot op heden uitgebleven. Hiervoor zijn verschillende redenen aan te wijzen, zoals een gebrek aan bekendheid bij zowel het publiek als beleidsmakers en adviseurs, relatief hoge kosten en een lange terugverdientijd in vergelijking met concurrerende technieken en technische uitdagingen (TNO, 2020a). De huidige subsidieregelingen hebben een beperkte effectiviteit. Ook zijn de prijsdalingen van deze systemen lang niet zo sterk als bij zonnepanelen. Het totale collectoroppervlak is daardoor al aantal jaren redelijk stabiel. In totaal werd er in Nederland naar schatting 1,2 PJ aan zonnewarmte geproduceerd in 2023, dat is 0,4 procent van het eindverbruik van hernieuwbare energie.

Bij de actieve zonthermische energiesystemen kan een uitsplitsing worden gemaakt naar afgedekte en onafgedekte systemen. Afgedekte systemen zijn gesloten systemen. Hierdoor wordt de temperatuur in de collector hoger en daardoor ook de warmteproductie per vierkante meter. Binnen de afgedekte systemen wordt nog een onderscheid gemaakt in systemen met een collectoroppervlak kleiner dan zes vierkante meter en systemen met een collectoroppervlak groter dan zes vierkante meter. De kleine afgedekte systemen zijn bekend als zonneboilers. Deze worden veel toegepast in de woningbouw. De grotere afgedekte systemen worden vooral in de utiliteitsbouw gebruikt. De onafgedekte systemen worden vooral bij zwembaden toegepast.

Er zijn twee typen afgedekte systemen: vlakkeplaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren. Vlakkeplaatcollectoren komen in Nederland het meeste voor en de afdekking bestaat dan uit een glazen plaat. Vacuümbuiscollectoren zijn dubbelwandige buisvormige collectoren met tussen de twee wanden een isolerende vacuüm ruimte. In het binnenste gedeelte wordt de warmte opgevangen door een vloeistof.

5.2.1 Zonnewarmte
Bruto eindverbruik (TJ)Vermeden verbruik van fossiele primaire energie (TJ)Vermeden emissie CO2 (kton)
Totaal zonnecollectoren 1990100845
Totaal zonnecollectoren 200045444525
Totaal zonnecollectoren 20109941 01657
Totaal zonnecollectoren 20151 1371 17967
Totaal zonnecollectoren 20201 1761 26671
Totaal zonnecollectoren 20211 1641 25471
Totaal zonnecollectoren 2022**1 1681 25871
Totaal zonnecollectoren 2023*1 1761 26672
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 199011
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 2000278
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 2010694
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 2015818
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 2020819
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 2021801
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 2022**800
Zonneboilers (afgedekte systemen <= 6 m2) 2023**797
Afgedekte systemen > 6 m2 199018
Afgedekte systemen > 6 m2 200047
Afgedekte systemen > 6 m2 2010138
Afgedekte systemen > 6 m2 2015187
Afgedekte systemen > 6 m2 2020260
Afgedekte systemen > 6 m2 2021273
Afgedekte systemen > 6 m2 2022**283
Afgedekte systemen > 6 m2 2023**293
Onafgedekte systemen 199071
Onafgedekte systemen 2000129
Onafgedekte systemen 2010162
Onafgedekte systemen 2015132
Onafgedekte systemen 202097
Onafgedekte systemen 202191
Onafgedekte systemen 2022**85
Onafgedekte systemen 2023**86
Bron: CBS
**Nader voorlopige cijfers

Ontwikkelingen

In 2023 werd er bijna 35 duizend vierkante meter aan afgedekte en onafgedekte zonnecollectoren bijgeplaatst, ruim 17 procent minder dan in 2022. Daartegenover staat dat er bijna 30 duizend vierkante meter uit gebruik is genomen (einde geschatte levensduur). Per saldo steeg het totale oppervlak van de opgestelde zonnecollectoren daardoor licht en bedroeg afgerond 668 duizend vierkante meter. 

5.2.2 Collectoroppervlak zonnewarmte
 Uit gebruik genomen (m2)In gebruik genomen (m2)Totaal opgesteld (m2)
19901235909573228
2000837335563275694
2010909546731576167
20152057524140647397
20203556332482669416
20213817130609661854
2022**4158242097662369
2023**2969234851667528
**Nader voorlopige cijfers

Het grootste gedeelte van de zonnecollectoren, bijna drie kwart van het totale oppervlak, wordt geplaatst bij woningen. Meestal zijn dit bestaande woningen. Ongeveer 5 procent van het oppervlak aan zonnecollectoren wordt bij nieuwbouwwoningen geplaatst. De meeste zonnewarmtesystemen worden gebruikt voor het verwarmen van tapwater. Voor het plaatsen van zonnewarmtesystemen in de bestaande bouw kan subsidie aangevraagd worden via de ISDE-regeling (zie ook paragraaf 2.7). In 2023 is er bijna 29 duizend vierkante meter aan zonnewarmtecollectoren met ISDE-subsidie geplaatst, ongeveer net zoveel als in 2022.

5.2.3 Afzet afgedekte zonnewarmtesystemen, uitgesplitst naar sector
(% van collectoroppervlakte)
Sector20182019202020212022**2023**
WoningenTotaal564977647072
WoningenNieuwbouw377445
WoningenBestaande bouw413864525566
WoningenOnbekend12468111
Utiliteitsgebouwen121213141517
Landbouw323910221511
Bron: CBS
**Nader voorlopige cijfers

5.2.4 Afzet afgedekte zonnewarmte systemen, uitgesplitst naar type
systeem (% van collectoroppervlakte)
Type systeem20182019202020212022**2023**
Type systeemSystemen kleiner dan 6 m2
Type systeemVlakke plaat737670706670
Type systeemVacuümbuis272430303430
Type systeemVlakke plaat765767686544
Type systeemVacuümbuis244333323556
TotaalVlakke plaat756469696662
TotaalVacuümbuis253631313438
Bron: CBS
**Nader voorlopige cijfers

Methode

Zie voor een omschrijving van de methode inclusief rekenvoorbeelden 4.2.2 Zonnewarmte uit Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie, RVO en CBS

De basis voor de statistiek is de database die Ecofys heeft opgesteld voor de jaren tot en met 2002 (Warmerdam, 2003). Het CBS heeft vervolgens de database geactualiseerd. De gegevens voor de bijgeplaatste afgedekte systemen zijn verkregen via een enquête bij de leveranciers van deze systemen. De respons was 100 procent voor verslagjaar 2023. Non-respons (indien van toepassing) wordt bijgeschat op basis van gegevens van vorig jaar. De lijst van leveranciers is opgesteld met hulp van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, brancheorganisatie Holland Solar en informatie uit de ISDE.

Onafgedekte systemen leveren een kleine bijdrage en worden vanaf verslagjaar 2012 geschat met een vaste aanname voor nieuw geplaatste systemen per jaar.

De onzekerheid in de hernieuwbare energie uit zonnewarmte wordt nu bepaald door een combinatie van factoren: de productie per eenheid collectoroppervlak, de levensduur van de collectoren en het bijgeplaatste collectoroppervlak. Het CBS schat de onzekerheid in de cijfers over de productie van zonnewarmte op 25 procent.

5.3 PVT (zonnestroom en zonnewarmte)

Vanaf verslagjaar 2020 wordt in de enquête onder leveranciers van zonnecollectoren ook naar de afzet van PVT-systemen gevraagd. Tot en met 2022 publiceerde CBS geen statistieken over PVT-systemen, omdat het aantal leveranciers zo klein was dat de cijfers herleid zouden kunnen worden tot individuele bedrijven. In 2023 werd er bijna 6,5 duizend vierkante meter aan PVT-panelen verkocht.

Elektriciteit opgewekt met PVT-panelen telt in de energiestatistieken mee als zonnestroom. De opgewekte warmte wordt bijna altijd benut in combinatie met een warmtepomp en telt dus mee in de statistieken over warmtepompen (Hoofdstuk 7 Omgevingsenergie). Om dubbeltelling te voorkomen, wordt warmte uit PVT niet meegeteld in de statistiek over zonnewarmte.