8. Online discriminatie
Niet alleen criminaliteit maar ook discriminatie kan online plaatsvinden. Net zoals voor online bedreiging en intimidatie geldt ook voor online discriminatie dat opmerkingen en beelden via internet breder en sneller verspreid kunnen worden, voor anderen (lang) zichtbaar kunnen blijven en moeilijk te verwijderen zijn. Hoeveel Nederlanders voelen zich online gediscrimineerd? Op welke gronden, manieren en via welke kanalen vindt online discriminatie plaats? Wat is de impact op degenen die de discriminatie ervaren? En melden ze de discriminatie, en zo ja, waar? Deze vragen staan in dit hoofdstuk centraal.
8.1 Ervaren van online discriminatie
In 2022 zei 2 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder zich in de afgelopen 12 maanden weleens online gediscrimineerd te hebben gevoeld. Dat zijn bijna 340 duizend mensen.
Jongeren van 15 tot 25 jaar gaven dit met 5 procent relatief vaak aan. Biseksuele vrouwen (9 procent) en homoseksuele mannen (7 procent) hadden er vaker mee te maken dan personen met een andere seksuele oriëntatie.
Personen geboren in Nederland met herkomst buiten Europa (tweede generatie) ervoeren met 7 procent het vaakst online discriminatie17). Personen geboren in het buitenland voelden zich met 4 procent vaker gediscrimineerd dan personen geboren in Nederland (2 procent). Deze verschillen blijven bestaan na correctie voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Wat godsdienst of levensbeschouwing betreft voelde 8 procent van de islamieten en 8 procent van de joden zich online gediscrimineerd. Rooms-katholieken voelden zich het minst online gediscrimineerd (1 procent).
Personen uit huishoudens met de laagste inkomens werden vaker met online discriminatie geconfronteerd dan personen uit huishoudens met hogere inkomens (zie tabellenset).
2022 (% ) | ||
---|---|---|
Totaal | Totaal | 2,3 |
Geslacht | Mannen | 2,5 |
Geslacht | Vrouwen | 2,1 |
Leeftijd | 15 tot 25 jaar | 5,0 |
Leeftijd | 24 tot 45 jaar | 3,6 |
Leeftijd | 45 tot 65 jaar | 1,3 |
Leeftijd | 65 jaar of ouder | 0,3 |
Seksuele oriëntatie | Homoseksuele mannen | 7,0 |
Seksuele oriëntatie | Homoseksuele vrouwen | 2,9 |
Seksuele oriëntatie | Biseksuele mannen | 5,7 |
Seksuele oriëntatie | Biseksuele vrouwen | 9,2 |
Seksuele oriëntatie | Heteroseksuele mannen | 2,1 |
Seksuele oriëntatie | Heteroseksuele vrouwen | 1,7 |
Seksuele oriëntatie | Aseksuele personen | 4,1 |
Herkomst | Geboren in Nederland | 2,0 |
Herkomst | Geboren in NL, herkomst NL | 1,5 |
Herkomst | Geboren in NL, herkomst Europa | 2,1 |
Herkomst | Geboren in NL, herkomst buiten Europa | 7,1 |
Herkomst | Geboren in het buitenland | 3,9 |
Herkomst | Geboren in buitenland, herkomst Europa | 3,8 |
Herkomst | Geboren buitenland, herkomst buiten Europa | 4,0 |
Geloof of levensovertuiging | Geen religie of levensbeschouwing | 2,0 |
Geloof of levensovertuiging | Rooms-Katholieke kerk | 1,0 |
Geloof of levensovertuiging | Protestante of andere Christelijke kerk | 1,9 |
Geloof of levensovertuiging | Islam | 7,8 |
Geloof of levensovertuiging | Jodendom | 7,7 |
Geloof of levensovertuiging | Hindoeisme | 4,2 |
Geloof of levensovertuiging | Boeddhisme | 4,7 |
Geloof of levensovertuiging | Andere religie of levensbeschouwing | 5,0 |
Tegen wie is online discriminatie gericht?
Discriminatie kan tegen de persoon zelf gericht zijn of tegen de groep waartoe men zich rekent. In 2022 gaf 28 procent van de Nederlanders die zich online gediscrimineerd voelden aan dat dit tegen hen persoonlijk gericht was. Meer dan twee derde (69 procent) zei dat de online discriminatie tegen de groep waartoe zij zichzelf rekenen gericht was.
Bekendheid dader(s)
Op de vraag of men de dader of daders kende, zei 23 procent de dader(s) te kennen. 69 procent kende de dader(s) niet en 8 procent gaf geen antwoord.
8.2 Gronden, manieren en plaats van online discriminatie
Discriminatiegronden
Van degenen die in 2022 online discriminatie ervoeren ging het bij 40 procent om discriminatie op grond van ras of huidskleur, gevolgd door discriminatie op grond van nationaliteit (34 procent) en godsdienst of levensbeschouwing (29 procent). Ongeveer een kwart noemde politieke overtuiging, geslacht of seksuele gerichtheid als grond. De andere discriminatiegronden (leeftijd, handicap, genderidentiteit en burgerlijke staat) werden minder vaak genoemd.
Gronden | 2022 (% personen met online discriminatie-ervaring) |
---|---|
Ras of huidskleur | 39,6 |
Nationaliteit | 34,0 |
Godsdienst of levensovertuiging | 28,6 |
Politieke overtuiging | 26,2 |
Geslacht | 25,5 |
Seksuele gerichtheid | 22,7 |
Leeftijd | 13,8 |
Handicap of chronische ziekte | 10,9 |
Genderidentiteit of genderexpressie | 10,4 |
Burgerlijke staat | 7,9 |
Anders | 15,4 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
Discriminatiegronden verschillen tussen bevolkingsgroepen. Discriminatie op grond van ras of huidskleur werd met 71 procent vaker gerapporteerd door personen met herkomst buiten Europa dan door personen met herkomst binnen Europa (20 procent) en met herkomst Nederland (19 procent). Ook godsdienst of levensovertuiging is onderscheidend: dit werd door 77 procent van de islamieten als grond gerapporteerd, terwijl bijvoorbeeld 42 procent van de protestanten en 9 procent van de katholieken deze discriminatiegrond noemden. Vrouwen voelden zich op grond van geslacht twee keer zo vaak gediscrimineerd als mannen: 35 tegen 17 procent.
Manieren van discriminatie
7 op de 10 personen die discriminatie ervoeren, gaven aan dat dit kwam door discriminerende opmerkingen. Grofweg 5 op de 10 zeiden dat dit kwam door een negatief beeld/stigmatisering, door ongelijke behandeling/benadeling/voortrekken van bepaalde groepen, of door agressief taalgebruik. Andere manieren van discriminatie zoals negeren/uitsluiten, roddels of bedreiging werden minder vaak genoemd.
Manieren | 2022 (% personen met online discrminatie-ervaring) |
---|---|
Discriminerende opmerkingen | 70,2 |
Negatief beeld, stigmatisering | 54,4 |
Ongelijke behandeling, benadeling | 51,5 |
Agressief taalgebruik | 50,0 |
Negeren, uitsluiten | 25,9 |
Roddels | 19,1 |
Bedreiging | 15,7 |
Complottheorieën | 15,4 |
Het was meer een gevoel dan dat er iets gebeurde | 10,7 |
Anders | 5,9 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
Waar werd online discriminatie ervaren?
De meesten (bijna 80 procent) zeiden zich op sociale media zoals Facebook, Instagram, Snapchat of TikTok gediscrimineerd te hebben gevoeld. Op internet- of discussiefora en op websites of apps ervoer ongeveer 30 procent discriminatie, en 10 procent maakte dit via WhatsApp of SMS mee.
Waar | 2022 (% personen met online discriminatie-ervaring) |
---|---|
Sociale media, bijv. Facebook, Instagram, Snapchat of TikTok | 78,8 |
Internet- of discussieforum | 33,1 |
Website of app, bijv. YouTube, datingapps | 29,3 |
WhatsApp, SMS | 9,6 |
3,9 | |
Anders | 28,7 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
8.3 Gevolgen online discriminatie
Ruim een derde van de personen die die online discriminatie ervoeren zei problemen te hebben of te hebben gehad als gevolg van het voorval (zie tabellenset). Verreweg de meesten hebben/hadden emotionele of psychische problemen (32 procent); 5 procent gaf aan er financiële problemen door te hebben (gehad).
Als het gaat om emotionele of psychische gevolgen gaf meer dan de helft (55 procent) van degenen die online discriminatie ervoeren aan dat ze daardoor minder vertrouwen in mensen hebben. Iets meer dan 30 procent voelt/voelde zich minder veilig en 20 procent heeft/had depressieve klachten. Angstklachten en/of paniekaanvallen, slaapproblemen en het voorval telkens opnieuw beleven werden door ruim 1 op de 10 genoemd.
Gevolgen | 2022 (% personen met online discriminatie-ervaring) |
---|---|
Minder vertrouwen in mensen | 54,5 |
Voelt zich minder veilig | 30,6 |
Depressieve klachten | 19,0 |
Angstklachten en/of paniekaanvallen | 13,0 |
Slaapproblemen | 12,3 |
Herbeleeft het voorval opnieuw | 11,0 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
8.4 Melding en aangifte online discriminatie
Bijna een kwart (23 procent) van de mensen die zich in de afgelopen 12 maanden online gediscrimineerd voelden, heeft dit ergens gemeld. De meesten meldden het direct bij de website (12 procent); 6 procent meldde het bij de politie, 4 procent op het werk (bijvoorbeeld bij de leidinggevende of vertrouwenspersoon) en 3 procent op school (bijvoorbeeld bij een leerkracht of vertrouwenspersoon). Bij het Meldpunt voor Internetdiscriminatie (MiND), bij het College voor de Rechten van de Mens of bij een gemeentelijke antidiscriminatievoorziening (ADV) maakte minder dan 1 procent van de mensen die online discriminatie ervoeren melding. 5 procent van degenen die online discriminatie ervoeren, deden hiervan aangifte bij de politie.
2022 | Online discriminatie (% met online discriminatie-ervaring) |
---|---|
Melding totaal | 23,2 |
Direct bij de website | 11,9 |
Bij politie | 5,9 |
Bij werkgever | 4,1 |
Op school | 3,2 |
College voor de Rechten van de Mens | 0,9 |
Meldpunt voor Internetdiscriminatie | 0,8 |
Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening | 0,5 |
Bij een andere instantie | 4,4 |
Aangifte bij politie | 5,2 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
Redenen geen melding of aangifte bij politie
De meest genoemde reden om geen melding of aangifte bij de politie te doen is dat het toch niets helpt (51 procent), gevolgd door dat er niet aan is gedacht/dat het niet zo belangrijk was (37 procent). Ongeveer 15 procent heeft geen zin of tijd gehad en 10 procent zei dat het geen zaak van de politie was. De andere in het onderzoek voorgelegde redenen worden door minder dan 6 procent genoemd.
Redenen geen aangifte | 2022 (% met discriminatie-ervaring die geen melding of aangifte hebben gedaan) |
---|---|
Het helpt toch niets | 51,4 |
Niet aan gedacht, was niet zo belangrijk | 37,3 |
Geen zin of tijd gehad | 16,3 |
Geen zaak voor de politie | 10,2 |
Uit angst of vervelende reactie | 5,8 |
Het was al opgelost | 3,8 |
Door schuld- of schaamtegevoel | 3,3 |
Lukte niet digitaal | 1,3 |
Nog niet aan toegekomen | 1,0 |
Op advies van de politie | 0,8 |
Andere reden | 18,7 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |