Auteur(s): André Mares, Paul Metzemakers
De Nederlandse economie in 2024

7. Woningmarkt

Een bestaande koopwoning was in 2024 gemiddeld 8,7 procent duurder dan in 2023. Deze stijging volgt op een daling van 2,9 procent in 2023.

De prijsindex bestaande koopwoningen bereikte in juli 2022 een piek. De stijgende prijzen hingen samen met de lage hypotheekrente, de schaarste op de woningmarkt, en de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting voor starters, maar ook met de lage werkloosheid en de hogere arbeidsparticipatie. In de loop van 2022 liepen hypotheekrente en inflatie op, waardoor de financieringsruimte van kopers afnam. Na juli 2022 begonnen de huizenprijzen te dalen ten opzichte van een maand eerder. 

Nog geen jaar later, vanaf juni 2023, stegen de prijzen van bestaande koopwoningen elke maand weer. De rente steeg niet verder en inkomens begonnen te stijgen. Daarnaast was er nog steeds een fors woningtekort. In 2024 hebben veel werkenden opnieuw een stevige loonsverhoging gehad en daalde de hypotheekrente. 

Figuur 7.1 Prijsindex bestaande koopwoningen
maand  2020=100 (2020=100)
201366,8
201367,6
201367,6
201366,8
201366
201365,6
201366,3
201366,4
201366,3
201366,2
201366
201366,3
201466,6
201466,6
201466,5
201466,9
201466,9
201467,2
201467,7
201467,8
201467,7
201467,9
201467,8
201468,1
201568,3
201568,5
201568,6
201568,8
201568,9
201569,3
201569,9
201569,9
201570,4
201570,6
201570,7
201570,5
201671,2
201671,3
201671,8
201672
201672,4
201672,9
201673,6
201674,3
201674,9
201674,9
201675,2
201675,6
201776,3
201776,5
201777,4
201777,6
201778,3
201779
201779,7
201780,5
201780,8
201781,4
201781,8
201782,1
201883,1
201884
201884,3
201884,7
201885,5
201886,2
201887
201888,2
201888,5
201888,8
201889,7
201889,2
201990,7
201990,5
201990,9
201991,4
201991,8
201992,2
201993,2
201993,3
201993,9
201994,4
201994,9
201995
202096,4
202096,7
202097,5
202098,3
202099,1
202099,3
2020100,3
2020101,1
2020102,1
2020103
2020103,3
2020102,9
2021105,4
2021106,6
2021108,3
2021109,4
2021111,7
2021113,7
2021116,4
2021118,9
2021120,7
2021121,8
2021124
2021123,7
2022127,4
2022127,9
2022129,3
2022130,7
2022132,3
2022132,4
2022132,9
2022132,7
2022131,7
2022130,9
2022129,6
2022126,5
2023128,2
2023126,4
2023125,9
2023124,6
2023124,6
2023124,9
2023125,6
2023126,4
2023127,2
2023128,1
2023128,7
2023129
2024130,5
2024131,8
2024132,7
2024133,9
2024135,4
2024137,1
2024139
2024140,5
2024141,7
2024142,8
2024144,1
2024143,1
2025145,5
2025145,7
Bron: CBS, Kadaster

Het aantal woningtransacties bedroeg in 2024 ruim 206 duizend. Dat is 13,2 procent meer dan een jaar eerder. De stijging volgt op drie jaar van dalingen. In 2017 wisselden bijna 242 duizend woningen van eigenaar, het grootste aantal sinds de start van de statistiek in 1995. 

Figuur 7.2 Aantal woningtransacties bestaande koopwoningen
Periodenaantal (x 1 000)
2013110,094
2014153,511
2015178,293
2016214,793
2017241,86
2018218,491
2019218,595
2020235,511
2021226,087
2022193,103
2023182,403
2024206,458

In 2024 zijn er ruim 69 duizend nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dat is minder dan de bijna 74 duizend nieuwbouwwoningen uit 2023, maar het aantal ligt wel boven het gemiddelde van ruim 66 duizend nieuwbouwwoningen in de afgelopen tien jaar (CBS, 2025b). 

Verder werd in 2024 voor ruim 67 duizend nieuw te bouwen woningen een vergunning afgegeven. Dat is bijna 22 procent meer dan in 2023. De stijging volgt op twee jaar met een daling. Er werden in 2024 ongeveer evenveel koop- als huurwoningen vergund. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is een indicator voor het aantal woningen dat in de nabije toekomst gebouwd zal worden. De gemiddelde doorlooptijd vanaf de vergunningverlening tot realisatie is ongeveer twee jaar vergund (CBS, 2025c). 

Figuur 7.3 Nieuwbouwwoningen, vergund en opgeleverd
JaarVergund (x 1 000)Opgeleverd (x 1 000)
201555,648,4
201653,654,8
201769,763
20187066,6
201958,171,5
202067,270
202175,871,2
202264,574,6
202355,373,6
202467,469,1