2. Ontwikkelingen op de markt voor bedrijfsfinanciering
De groei die de Nederlandse economie liet zien in 2022 stagneerde in 2023. Zowel het consumenten- als het producentenvertrouwen bleef negatief en de investeringen liepen terug vanaf het tweede kwartaal. Ook de uitstaande kredietverlening aan het mkb daalde verder, ondanks de totale toename van het volume aan nieuwe verstrekkingen door banken. Deze stijging geldt echter enkel voor leningen groter dan 1 miljoen euro. Voor financieringen onder dit bedrag gaan bedrijven steeds vaker op zoek naar alternatieve vormen van financiering. De verhouding non-bancaire versus bancaire financiering in het mkb is dit jaar groter dan ooit.
Dit hoofdstuk is bedoeld om de uitkomsten van de Financieringsmonitor in een breder perspectief te plaatsen. Het beschrijft eerst de ontwikkelingen in de Nederlandse economie en daarna de ontwikkelingen op de bancaire en non-bancaire markten voor financiering in 2023 en het eerste en, waar mogelijk, tweede kwartaal van 2024. Daar wordt enige duiding aan gegeven met behulp van een selectie aan recent onderzoek. Daarnaast wordt er in deze editie van de monitor voor het eerst een Europese vergelijking gemaakt voor nieuwe kredietverlening van banken aan het mkb op basis van data van de Europese Centrale Bank (ECB). Ook worden de ontwikkelingen op rentegebied vergeleken met die van onze buurlanden en plaatsen we economische ontwikkelingen, waar mogelijk, in Europees perspectief.
2.1 De Nederlandse economie stagneert
De groei die de Nederlandse economie liet zien in 2022 zette in 2023 niet langer door. Het bruto binnenlands product (bbp) stagneerde, zowel het producenten- als het consumentenvertrouwen bleef laag en ook de daadwerkelijke productie liep terug. Tegelijkertijd nam de inflatie gedurende 2023 af, voornamelijk door de dalende prijzen voor energie en brandstof en was de krapte op de arbeidsmarkt iets minder hoog.
Economische groei in 2023 laag en in eerste kwartaal 2024 negatief
Waar er in 2020 door de coronacrisis forse dalingen te zien waren in het bbp ten opzichte van een jaar eerder, was er in 2021 en 2022 geen sprake meer van krimp en groeide het bbp bovendien elk kwartaal met uitzondering van het eerste kwartaal van 2021 (CBS, 2024a). Sinds het begin van 2023 was er sprake van stagnatie van de groei: de economische groei over 2023, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, kwam uit op 0,1 procent. Dit zette door in 2024: volgens de tweede berekening7) van het CBS daalde het bbp in het eerste kwartaal van 2024 met 0,5 procent ten opzichte van het kwartaal ervoor (CBS, 2024a). Vergeleken met de Europese Unie was de groei van het bbp in 2023 kleiner dan gemiddeld (CBS, 2024b).
Het bbp is opgebouwd uit vier componenten: de consumptie van huishoudens, de overheidsconsumptie, investeringen en het handelssaldo (uitvoer minus invoer). Net als bij het totale bbp was het volume van bijna alle componenten aan het eind van 2023 lager dan in het begin. Dat gold vooral voor het handelssaldo en de investeringen in vaste activa: deze lagen eind 2023 slechts net boven het niveau van voor corona (CBS, 2024b). De bijdrage van het handelssaldo aan de groei van het bbp was in 2023 negatief; de invoer van goederen en diensten, maar met name de uitvoer ervan was lager dan in 2022. Ook in de eerste maanden van 2024 viel op dat de export van goederen daalde ten opzichte van voorgaande kwartalen, dit hangt samen met de krimp van de industrie (CBS, 2024c). De consumptie door huishoudens daalde ook in de eerste drie kwartalen van 2023, maar die daling werd in het vierde kwartaal bijna goedgemaakt, doordat consumenten weer substantieel (1,8 procent) meer kochten dan in het voorgaande kwartaal. Alleen de overheidsconsumptie nam in 2023 gestaag toe (CBS, 2024b).
Inflatie lager dan in 2022, vooral door lagere energieprijzen
In zowel 2021 als 2022 bleef de inflatie8) toenemen tot een piek van 14,3 procent in september 2022. Dit was onder meer het gevolg van stijgende prijzen voor grondstoffen en voedsel, de leveringsproblemen en de opstart van de economie na de coronacrisis. De stijging van de energieprijzen in 2021 en 2022 was het resultaat van een toegenomen vraag naar olie en gas in combinatie met achterblijvend aanbod daarvan (CPB, 2022). Over heel 2022 kwam de inflatie uit op 10 procent (CBS, 2023a). In 2023 waren de prijzen van consumentengoederen en –diensten 3,8 procent hoger dan een jaar eerder. Net als vorig jaar had voornamelijk de prijsontwikkeling van voedingsmiddelen invloed op het inflatiecijfer: voeding was in 2023 gemiddeld 12,1 procent duurder dan het jaar ervoor. In 2023 waren de energieprijzen juist 37 procent lager dan het jaar ervoor, in 2022 was dit nog 114 procent hoger dan in 2021. De kerninflatie (de prijsontwikkeling exclusief energie9) en brandstof) bedroeg daardoor in 2023 6,5 procent (CBS, 2024d).
Consumentenvertrouwen neemt weer toe, maar blijft negatief
Hoewel het consumentenvertrouwen in 2023 en het eerste kwartaal van 2024 weer een stuk positiever was dan anderhalf jaar geleden (in september en oktober 2022 bereikte het consumentenvertrouwen (met -5910)) de laagste stand ooit), lag het in maart 2024 (-22) nog altijd onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar (-10) (CBS, 2024e). Voor alle deelindicatoren van het consumentenvertrouwen gold dat consumenten in de afgelopen maanden minder pessimistisch zijn geworden. De enige deelfactor waarover consumenten in 2024 positief waren is de verwachting van de financiële situatie voor de komende twaalf maanden.
Producentenvertrouwen van laag naar negatief
Waar het productenvertrouwen in het begin van 2023 nog net boven nul uitkwam (januari: 1,1), was het cijfer vanaf het tweede kwartaal in 2023 continu negatief. Eind eerste kwartaal 2024 kwam het cijfer uit op -4,8. In de eerste twee kwartalen van 2023 waren nog twee van de drie onderliggende deelindicatoren positief, in de loop van het jaar en in het begin van 2024 veranderde dit naar slechts één positieve deelfactor: alleen de groep producenten die verwachtte dat hun productie de komende drie maanden zou toenemen was de afgelopen maanden groter dan de groep die een afname van de productie voorzag. Het aantal producenten dat de voorraad eindproducten als groot beschouwt en de orderportefeuille groot genoeg acht, was al geruime tijd kleiner dan de groep die deze als voldoende groot beschouwen (CBS, 2024f). Naast een afname van het vertrouwen nam in de afgelopen periode ook de daadwerkelijke productie af: de omzet in de industrie was vanaf het tweede kwartaal in 2023 bijna elke maand lager dan in dezelfde maand een jaar eerder (CBS, 2024g).
Krapte op de arbeidsmarkt daalt verder in 2024, maar is nog steeds hoog
De spanning op de arbeidsmarkt (het aantal vacatures ten opzichte van het aantal werklozen) kende een sterke toename sinds 2020 en kwam tot een climax in het tweede kwartaal van 2022: toen waren er 142 vacatures voor elke 100 werklozen. Sindsdien is de spanning weer afgenomen en eind eerste kwartaal van 2024 was dit gedaald tot 110 vacatures per 100 werklozen. Dit kwam door een sterkere stijging in het aantal werklozen (een toename van 13 duizend) dan van het aantal vacatures (een toename van duizend). Net als in de voorgaande perioden stonden aan het einde van het eerste kwartaal in 2024 de meeste vacatures open in de handel, de zakelijke dienstverlening en de zorg. Gezamenlijk waren deze drie bedrijfstakken goed voor ongeveer de helft van alle openstaande vacatures. Daarnaast nam zowel het aantal werknemers- als het aantal zelfstandigenbanen toe (CBS, 2024h).
2.2 Portefeuille en verstrekking nieuwe kleine(re) kredieten door banken loopt terug
Tijdens de coronacrisis in 2020 liep het volume aan nieuwe verstrekkingen door banken aan bedrijven in eerste instantie terug. Enerzijds werd dit veroorzaakt door minder verminderde investeringen door bedrijven zelf (CBS, 2023a), anderzijds door banken die hun acceptatiecriteria aanscherpten (DNB, 2021). Sinds 202111) zit er weer een stijgende lijn in het totaalbedrag aan nieuw verstrekte leningen aan bedrijven, zoals te zien is in figuur 2.2.1 (ECB, 2024a). De toename van 2023 ten opzichte van 2022 werd echter geheel veroorzaakt door leningen groter dan 1 miljoen euro.12)
1)Gegevens over contracten voor het tweede kwartaal 2010 zijn niet of niet
volledig beschikbaar.
2)Tot en met de financieringsmonitor 2023 maakten we als bron voor deze cijfers gebruik van Tabel
5.2.7.4 van de DNB.
3)Vanaf de Financieringsmonitor 2024 maken we ook een vergelijking met omliggende landen en de landen
uit de Europese Unie met de Euro als valuta, deze cijfers zijn afkomstig van ECB. Omdat de cijfers enkel op
maandbasis worden gepubliceerd, zijn deze door het CBS omgerekend tot kwartaalcijfers (de som per kwartaal).
Kwartaal | <250K, Nederland (mld euro) | 250K-1miljoen, Nederland (mld euro) | > 1 miljoen, Nederland (mld euro) | <250K, België (mld euro) | 250K-1miljoen, België (mld euro) | > 1 miljoen, België (mld euro) | <250K, Duitsland (mld euro) | 250K-1miljoen, Duitsland (mld euro) | > 1 miljoen, Duitsland (mld euro) | <250K, Frankrijk (mld euro) | 250K-1miljoen, Frankrijk (mld euro) | > 1 miljoen, Frankrijk (mld euro) | <250K, EU (mld euro) | 250K-1miljoen, EU (mld euro) | > 1 miljoen, EU (mld euro) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
'10 | III | 1,4 | 2,5 | 24,7 | 5,1 | 13,5 | 59,6 | 9,1 | 16,7 | 148,7 | 9,2 | 10,8 | 40,2 | 91,7 | 81,1 | 528,3 |
'10 | IV | 1,9 | 3,1 | 28,5 | 5,5 | 14,0 | 62,7 | 9,9 | 17,5 | 164,6 | 9,7 | 11,6 | 42,7 | 101,6 | 87,1 | 565,4 |
'11 | I | 2,0 | 3,4 | 23,8 | 5,3 | 13,8 | 63,1 | 10,0 | 17,2 | 148,9 | 9,7 | 11,6 | 41,2 | 96,0 | 83,7 | 511,0 |
'11 | II | 1,8 | 3,0 | 26,5 | 5,5 | 14,1 | 66,4 | 10,3 | 16,8 | 149,6 | 9,6 | 11,4 | 48,4 | 97,3 | 84,3 | 539,1 |
'11 | III | 1,4 | 3,0 | 29,1 | 5,1 | 13,4 | 68,1 | 10,8 | 17,3 | 152,5 | 8,1 | 9,4 | 50,6 | 91,9 | 79,7 | 530,9 |
'11 | IV | 1,7 | 3,2 | 26,1 | 5,6 | 14,1 | 65,2 | 12,1 | 17,2 | 161,4 | 8,7 | 9,9 | 48,5 | 96,5 | 82,9 | 555,0 |
'12 | I | 1,7 | 3,5 | 24,1 | 5,3 | 14,2 | 63,0 | 12,4 | 16,6 | 144,1 | 9,6 | 10,6 | 40,0 | 91,6 | 81,3 | 501,6 |
'12 | II | 1,7 | 3,1 | 24,8 | 5,6 | 15,5 | 65,9 | 12,3 | 16,9 | 142,1 | 8,0 | 10,1 | 45,5 | 91,6 | 82,3 | 530,1 |
'12 | III | 1,4 | 2,9 | 20,7 | 5,1 | 15,1 | 65,4 | 11,8 | 17,2 | 149,1 | 7,6 | 9,2 | 47,1 | 83,5 | 78,7 | 501,0 |
'12 | IV | 1,5 | 3,0 | 21,7 | 5,5 | 15,7 | 67,0 | 12,2 | 16,9 | 156,2 | 8,4 | 9,9 | 46,8 | 88,2 | 81,9 | 513,9 |
'13 | I | 1,6 | 3,1 | 20,8 | 5,2 | 15,2 | 64,2 | 11,6 | 16,5 | 136,2 | 7,5 | 9,7 | 37,5 | 82,6 | 77,0 | 460,7 |
'13 | II | 1,8 | 3,2 | 19,3 | 5,4 | 15,4 | 64,9 | 12,6 | 17,0 | 136,0 | 7,9 | 10,4 | 38,1 | 86,2 | 79,1 | 462,2 |
'13 | III | 1,5 | 2,8 | 17,7 | 4,8 | 14,4 | 61,4 | 11,9 | 17,1 | 140,9 | 7,8 | 9,5 | 37,5 | 80,2 | 75,1 | 438,7 |
'13 | IV | 1,8 | 3,1 | 20,8 | 5,6 | 14,1 | 54,5 | 12,3 | 16,6 | 150,4 | 8,6 | 10,2 | 36,5 | 87,6 | 78,8 | 467,8 |
'14 | I | 1,7 | 2,9 | 17,2 | 5,4 | 13,7 | 50,5 | 12,5 | 15,9 | 126,0 | 7,1 | 9,9 | 29,2 | 83,5 | 73,3 | 396,3 |
'14 | II | 1,6 | 2,9 | 16,9 | 5,6 | 13,8 | 52,9 | 12,8 | 16,0 | 138,3 | 6,9 | 9,8 | 33,0 | 85,8 | 74,5 | 421,4 |
'14 | III | 1,5 | 2,7 | 16,2 | 5,1 | 13,2 | 51,3 | 12,5 | 16,6 | 142,4 | 7,4 | 9,2 | 31,8 | 83,3 | 74,4 | 403,0 |
'14 | IV | 1,7 | 3,0 | 21,5 | 6,7 | 13,8 | 51,8 | 13,7 | 17,1 | 154,9 | 7,2 | 9,4 | 39,3 | 92,9 | 80,1 | 469,7 |
'15 | I | 1,8 | 3,2 | 30,7 | 6,4 | 13,5 | 51,9 | 9,3 | 10,6 | 150,7 | 7,2 | 11,1 | 38,9 | 92,1 | 78,0 | 448,7 |
'15 | II | 1,7 | 3,0 | 35,1 | 6,5 | 13,6 | 49,0 | 14,5 | 16,6 | 146,2 | 8,4 | 12,0 | 42,8 | 96,3 | 79,9 | 466,5 |
'15 | III | 1,4 | 2,7 | 32,5 | 5,6 | 12,7 | 47,2 | 15,3 | 16,5 | 147,3 | 9,5 | 11,7 | 46,1 | 93,5 | 76,5 | 452,9 |
'15 | IV | 1,6 | 2,9 | 30,2 | 6,2 | 13,1 | 47,4 | 16,7 | 16,3 | 148,4 | 11,2 | 13,2 | 49,6 | 102,5 | 81,1 | 461,6 |
'16 | I | 1,7 | 2,5 | 25,1 | 5,5 | 12,9 | 46,1 | 16,8 | 15,6 | 139,9 | 9,9 | 13,1 | 41,5 | 97,3 | 76,3 | 411,8 |
'16 | II | 1,5 | 2,2 | 27,3 | 6,1 | 13,5 | 46,5 | 18,1 | 16,0 | 143,2 | 11,3 | 14,3 | 46,3 | 103,9 | 81,1 | 426,3 |
'16 | III | 1,3 | 2,2 | 24,6 | 5,4 | 12,5 | 44,4 | 16,3 | 16,3 | 146,2 | 11,4 | 12,8 | 43,7 | 95,2 | 76,1 | 410,8 |
'16 | IV | 1,8 | 2,7 | 29,7 | 6,2 | 13,0 | 46,4 | 18,0 | 16,2 | 163,1 | 13,7 | 15,3 | 56,8 | 106,0 | 82,8 | 461,2 |
'17 | I | 2,2 | 3,4 | 26,9 | 5,8 | 12,6 | 44,8 | 17,5 | 15,8 | 160,0 | 14,2 | 15,9 | 55,5 | 104,2 | 82,0 | 435,1 |
'17 | II | 2,1 | 3,3 | 27,8 | 6,1 | 13,0 | 47,8 | 18,0 | 15,6 | 160,8 | 13,2 | 15,5 | 54,9 | 108,2 | 83,0 | 449,5 |
'17 | III | 0,7 | 1,2 | 26,1 | 1,7 | 3,9 | 44,9 | 17,0 | 15,5 | 160,2 | 11,5 | 13,1 | 59,4 | 100,6 | 76,9 | 436,8 |
'17 | IV | 0,7 | 1,1 | 28,3 | 6,1 | 12,9 | 51,4 | 18,3 | 15,6 | 174,4 | 12,9 | 15,1 | 64,5 | 111,8 | 84,7 | 480,2 |
'18 | I | 1,7 | 2,6 | 27,5 | 5,9 | 12,7 | 50,6 | 18,3 | 15,2 | 159,1 | 11,7 | 15,1 | 52,1 | 106,9 | 79,3 | 440,4 |
'18 | II | 2,0 | 2,9 | 28,8 | 6,4 | 13,1 | 53,2 | 23,0 | 16,0 | 184,2 | 11,9 | 15,1 | 60,5 | 112,6 | 83,2 | 493,8 |
'18 | III | 1,7 | 2,6 | 26,8 | 5,4 | 12,4 | 49,5 | 21,7 | 15,6 | 186,9 | 11,4 | 13,7 | 60,8 | 106,0 | 77,2 | 476,9 |
'18 | IV | 1,8 | 2,8 | 29,0 | 6,3 | 13,1 | 54,0 | 23,5 | 16,2 | 209,8 | 13,8 | 15,7 | 68,7 | 116,9 | 86,0 | 537,0 |
'19 | I | 1,6 | 2,8 | 25,1 | 6,0 | 12,8 | 55,6 | 24,4 | 15,9 | 177,5 | 13,0 | 15,5 | 58,9 | 111,5 | 81,5 | 468,8 |
'19 | II | 1,6 | 2,6 | 27,0 | 6,6 | 13,0 | 63,0 | 23,9 | 15,8 | 201,9 | 12,8 | 15,8 | 60,5 | 113,7 | 82,7 | 523,7 |
'19 | III | 1,5 | 2,8 | 25,7 | 5,5 | 12,3 | 59,8 | 22,7 | 15,4 | 198,5 | 13,0 | 15,0 | 62,5 | 107,0 | 79,8 | 505,5 |
'19 | IV | 1,6 | 2,6 | 28,5 | 6,4 | 12,9 | 57,9 | 24,7 | 15,6 | 215,8 | 14,5 | 16,9 | 68,6 | 118,6 | 85,5 | 554,6 |
'20 | I | 1,8 | 3,0 | 30,7 | 4,8 | 10,0 | 43,5 | 24,2 | 15,6 | 195,8 | 15,0 | 17,7 | 67,2 | 111,5 | 80,7 | 513,5 |
'20 | II | 2,0 | 3,0 | 25,1 | 5,1 | 10,2 | 43,4 | 22,7 | 22,8 | 191,6 | 36,0 | 40,5 | 96,1 | 144,2 | 129,4 | 567,1 |
'20 | III | 1,6 | 2,5 | 24,0 | 4,3 | 9,1 | 38,0 | 23,7 | 15,2 | 160,9 | 16,8 | 20,6 | 62,6 | 105,4 | 85,2 | 453,4 |
'20 | IV | 1,6 | 2,7 | 21,5 | 5,2 | 9,8 | 42,3 | 24,7 | 14,8 | 177,8 | 16,0 | 19,8 | 64,1 | 113,0 | 82,5 | 481,5 |
'21 | I | 1,5 | 2,6 | 32,8 | 3,9 | 7,8 | 34,8 | 22,8 | 14,2 | 166,2 | 13,8 | 17,4 | 51,1 | 104,4 | 73,8 | 443,6 |
'21 | II | 1,6 | 2,6 | 25,9 | 4,5 | 8,5 | 35,9 | 21,9 | 14,2 | 162,4 | 14,5 | 17,2 | 56,9 | 105,2 | 75,5 | 438,9 |
'21 | III | 1,2 | 2,3 | 26,2 | 3,6 | 7,7 | 31,0 | 21,1 | 13,6 | 158,8 | 13,0 | 14,5 | 60,2 | 90,5 | 65,1 | 419,5 |
'21 | IV | 1,2 | 2,5 | 44,3 | 4,5 | 8,6 | 36,3 | 23,5 | 14,4 | 214,4 | 14,9 | 16,5 | 76,1 | 104,9 | 75,1 | 560,0 |
'22 | I | 1,3 | 2,3 | 33,0 | 4,1 | 8,2 | 33,0 | 22,7 | 14,8 | 194,0 | 14,5 | 16,4 | 72,8 | 101,6 | 74,2 | 502,8 |
'22 | II | 1,2 | 2,3 | 30,9 | 4,7 | 9,0 | 41,5 | 22,8 | 15,4 | 238,4 | 16,8 | 17,3 | 77,3 | 109,5 | 80,7 | 575,6 |
'22 | III | 1,0 | 2,0 | 33,8 | 3,7 | 7,9 | 33,9 | 22,9 | 15,3 | 229,8 | 14,6 | 14,9 | 78,5 | 102,5 | 71,4 | 567,2 |
'22 | IV | 1,0 | 1,8 | 35,8 | 4,6 | 8,9 | 42,6 | 26,3 | 15,2 | 230,5 | 15,3 | 16,7 | 79,4 | 117,6 | 77,7 | 575,4 |
'23 | I | 1,0 | 1,7 | 30,5 | 4,1 | 8,3 | 36,2 | 27,4 | 14,5 | 227,5 | 13,0 | 16,1 | 67,3 | 115,4 | 72,3 | 520,0 |
'23 | II | 0,9 | 1,8 | 36,7 | 4,7 | 9,0 | 40,9 | 27,4 | 14,5 | 212,4 | 12,6 | 16,0 | 62,1 | 123,9 | 72,5 | 514,4 |
'23 | III | 0,8 | 1,6 | 32,9 | 3,7 | 8,0 | 37,3 | 26,0 | 14,0 | 202,3 | 12,2 | 14,6 | 67,3 | 110,3 | 66,5 | 486,0 |
'23 | IV | 1,0 | 2,0 | 37,2 | 4,5 | 8,8 | 44,7 | 27,2 | 14,1 | 223,3 | 13,7 | 16,9 | 69,1 | 122,1 | 72,9 | 542,0 |
'24 | I | 1,2 | 2,3 | 36,7 | 4,2 | 8,2 | 38,8 | 27,6 | 13,9 | 200,1 | 11,7 | 15,9 | 55,7 | 117,1 | 68,0 | 483,0 |
Bron: CBS, ECB: Bank Business Volumes: loans to corporations (new business). |
Waar in Nederland in 2022 het totaalvolume aan nieuwe verstrekkingen licht steeg ten opzichte van eerdere jaren (figuur 2.2.1), was er in 2023 alleen een duidelijke toename zichtbaar bij de leningen groter dan 1 miljoen euro (+3 procent ten opzichte van 2022). Voor leningen kleiner dan 250 duizend euro en leningen tussen de 250 duizend euro en 1 miljoen euro nam het volume aan nieuwe verstrekkingen af in vergelijking met 2022: respectievelijk met -16 en -14 procent.
In de Europese Unie als geheel was in 2023 juist een toename van het volume op leningen tussen de 250 duizend euro en 1 miljoen euro zichtbaar (+9 procent) ten opzichte van 2022. Het nieuw afgesloten volume aan leningen in de andere kredietcategorieën nam af ten opzichte van vorig jaar. In de omliggende landen is het beeld wisselend: Frankrijk liet in 2023 een daling zien op alle drie de kredietklassen ten opzichte van een jaar eerder; het volume in Duitsland nam juist toe op leningen tussen de 250 duizend en 1 miljoen euro (+14 procent) euro en vanaf 1 miljoen euro, maar daalde in de omliggende klassen. In België was in 2023 bij alle de kredietklassen een lichte toename te zien ten opzichte van het jaar ervoor.
Nederland, België, Duitsland en Frankrijk waren, in 2023, gezamenlijk goed voor 63 procent van het totale volume aan verstrekte nieuwe financieringen door banken aan bedrijven binnen de Europese Unie. Opvallend is dat in Nederland 93 procent van het totale bedrag aan nieuw verstrekte leningen een bedrag groter dan 1 miljoen euro betreft. Dit percentage neemt toe over tijd: in 2020 was dit nog 85 procent.. In de hele Europese Unie lag dit percentage lager, namelijk 73 procent in 2023. Nederlandse banken verstrekten dus gemiddeld grotere leningen aan bedrijven vergeleken met Europa.
Totale portefeuille uitstaande kredietverlening van grootbanken aan het mkb loopt terug
Figuur 2.2.213) (DNB, 2024a) laat zien dat het totale volume aan uitstaande kredietverlening door de drie Nederlandse grootbanken aan het mkb in 2023 is afgenomen (-4,6 procent) ten opzichte van een jaar eerder. De afname geldt voor alle drie de bedragklassen, hoewel de procentuele daling bij leningen tot 250 duizend euro twee keer zo groot was (-7,7 procent) dan bij leningen groter dan 1 miljoen euro (-3,8 procent). Zowel het volume aan uitstaande leningen (-4,4 procent) als het volume aan rekening-courantkredieten (-6,6 procent) nam af. In 2023 betroffen de uitstaande leningen 91 procent van het totale uitstaande krediet. Informatie over het totaalvolume aan uitstaande kredietverlening is niet beschikbaar bij de ECB en kan daardoor niet getoond worden voor landen buiten Nederland.
jaar | kwartaal | <= 0,25 mln euro (mld euro) | > 0,25 mln en <= 1 mln euro (mld euro) | > 1 mln euro (mld euro) |
---|---|---|---|---|
III | 15,5 | 35,7 | 93,5 | |
IV | 15,2 | 35,5 | 92,7 | |
'14 | I | 15,1 | 34,9 | 91,5 |
'14 | II | 15 | 34,6 | 90,8 |
'14 | III | 14,7 | 34,1 | 88,9 |
'14 | IV | 14,8 | 33,5 | 86,7 |
'15 | I | 15 | 33,3 | 87,7 |
'15 | II | 15,1 | 33,2 | 87,1 |
'15 | III | 14,8 | 33 | 85,3 |
'15 | IV | 14,4 | 32,6 | 83,4 |
'16 | I | 14,3 | 32,3 | 80,9 |
'16 | II | 14,1 | 32,1 | 80,1 |
'16 | III | 13,9 | 31,9 | 79,9 |
'16 | IV | 13,2 | 30,9 | 79,9 |
'17 | I | 13,2 | 30,9 | 79,2 |
'17 | II | 13,8 | 30,6 | 81,4 |
'17 | III | 13,4 | 30,4 | 82,2 |
'17 | IV | 13,1 | 30,1 | 83,3 |
'18 | I | 13,1 | 30 | 84,3 |
'18 | II | 13,2 | 30,2 | 84,3 |
'18 | III | 13,2 | 30,1 | 84,1 |
'18 | IV | 12,9 | 29,8 | 84,4 |
'19 | I | 13 | 29,9 | 85 |
'19 | II | 12,9 | 29,6 | 84,6 |
'19 | III | 12,5 | 29,7 | 83,7 |
'19 | IV | 12,3 | 29,2 | 83,1 |
'20 | I | 12,3 | 29,1 | 83,3 |
'20 | II | 12 | 28,7 | 82,6 |
'20 | III | 12 | 28,5 | 82,1 |
'20 | IV | 11,7 | 28 | 81,3 |
'21 | I | 11,3 | 27,7 | 84,7 |
'21 | II | 11,1 | 27,3 | 84,3 |
'21 | III | 10,8 | 26,9 | 84,9 |
'21 | IV | 10,5 | 26,3 | 85,6 |
'22 | I | 10,3 | 26 | 87,7 |
'22 | II | 10,3 | 25,6 | 87,6 |
'22 | III | 9,8 | 25,1 | 87,7 |
'22 | IV | 9,5 | 24,6 | 87,6 |
'23 | I | 9,5 | 24,3 | 86,4 |
'23 | II | 10,3 | 25,6 | 87,6 |
'23 | III | 9,8 | 25,1 | 87,7 |
'23 | IV | 9,5 | 24,6 | 87,6 |
'24 | I | 9,5 | 24,3 | 86,4 |
Bron: CBS, DNB (2024), Kredietverlening Nederlandse grootbanken aan Nederlands midden- en kleinbedrijf. | ||||
1)De bedragen hebben alleen betrekking op de kredietverlening aan het mkb door de drie Nederlandse grootbanken (ABN AMRO, ING en Rabobank). |
Als we kijken naar de verschillende bedrijfstakken14) valt het op dat eind 2023 het bedrag aan uitstaande kredietverlening voor bedrijven in de landbouw, bosbouw en visserij absoluut gezien het meest is toegenomen ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De grootste afname is te zien bij de bedrijfstak groothandel, detailhandel en garages. Procentueel gezien is de toename het grootst in de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (+37 procent). De bedrijfstak delfstoffenwinning kende, net als een jaar eerder, de grootste procentuele afname (-61 procent). Exploitatie van en handel in onroerend goed bleef de bedrijfstak met het grootste bedrag aan uitstaande kredietverlening (een derde van het totaal) (DNB, 2024b).
2.3 Na jarenlange hoge ECB-rente een eerste verlaging sinds 2019
Om de toen alsmaar oplopende inflatie in de eurozone te remmen heeft de ECB in 2022 en 2023 meermaals de beleidsrente verhoogd, waardoor in september 2023 het hoogste ECB-renteniveau in de geschiedenis van de ECB werd bereikt (4,0 procent) (ECB, 2024b). Inmiddels daalt de inflatie enkele kwartalen achtereen, daarom heeft de ECB in juni 2024 voor het eerst in vijf jaar de rente verlaagd (naar 3,75 procent, ECB, 2024b). Het doel van de ECB om een inflatieniveau van 2 procent in de eurozone te behalen komt weer in zicht, maar is vooralsnog niet bereikt. De ontwikkeling van de rente blijft daardoor ook de komende periode onzeker.
1)Gegevens over percentages voor het tweede kwartaal 2010 zijn niet of niet
volledig beschikbaar.
2)Vanaf de Financieringsmonitor 2024 maken we ook een vergelijking met omliggende landen en de landen
uit de Europese Unie met de Euro als valuta, deze cijfers zijn afkomstig van ECB. Omdat de cijfers enkel op
maandbasis worden gepubliceerd, zijn deze door het CBS omgerekend tot kwartaalcijfers
(het gemiddelde per kwartaal). De figuur over de Europese Unie gaat over landen die op dat moment onderdeel zijn
van de Europese Unie en de Euro als valuta kennen.
Kwartaal | > 1 miljoen, Nederland (%) | 250K-1miljoen, Nederland (%) | <250K, Nederland (%) | > 1 miljoen, België (%) | 250K-1miljoen, België (%) | <250K, België (%) | > 1 miljoen, Duitsland (%) | 250K-1miljoen, Duitsland (%) | <250K, Duitsland (%) | > 1 miljoen, Frankrijk (%) | 250K-1miljoen, Frankrijk (%) | <250K, Frankrijk (%) | > 1 miljoen, EU (%) | 250K-1miljoen, EU (%) | <250K, EU (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
'10 | III | 2,1 | 3,48 | 4,17 | 1,62 | 2,5 | 2,79 | 2,55 | 3,11 | 4,43 | 1,93 | 3,04 | 3,54 | 2,08 | 3,01 | 3,84 |
'10 | IV | 2,46 | 3,66 | 4,23 | 1,67 | 2,64 | 2,92 | 2,53 | 3,26 | 4,44 | 1,97 | 3,07 | 3,54 | 2,21 | 3,16 | 3,94 |
'11 | II | 2,43 | 3,8 | 4,4 | 1,79 | 2,69 | 3,03 | 2,58 | 3,28 | 4,46 | 2,2 | 3,13 | 3,62 | 2,35 | 3,21 | 4,08 |
'11 | II | 2,77 | 4,12 | 4,71 | 2,00 | 2,93 | 3,24 | 2,76 | 3,59 | 4,66 | 2,35 | 3,4 | 3,93 | 2,56 | 3,52 | 4,36 |
'11 | III | 2,72 | 3,92 | 4,51 | 2,1 | 2,97 | 3,23 | 2,92 | 3,64 | 4,7 | 2,59 | 3,59 | 4,16 | 2,76 | 3,67 | 4,61 |
'11 | IV | 2,73 | 3,79 | 4,45 | 2,39 | 2,89 | 3,15 | 3,1 | 3,51 | 4,64 | 2,86 | 3,62 | 4,18 | 2,94 | 3,76 | 4,87 |
'12 | II | 2,5 | 3,59 | 4,36 | 2,35 | 2,53 | 2,84 | 3,12 | 3,11 | 4,4 | 2,92 | 3,54 | 4,1 | 3,01 | 3,6 | 4,92 |
'12 | II | 2,14 | 3,53 | 4,26 | 2,17 | 2,31 | 2,64 | 2,91 | 2,85 | 4,28 | 2,96 | 3,24 | 3,85 | 3,00 | 3,37 | 4,86 |
'12 | III | 1,86 | 3,28 | 4,05 | 1,82 | 2,26 | 2,61 | 2,55 | 2,6 | 3,95 | 2,58 | 3,05 | 3,59 | 2,63 | 3,17 | 4,74 |
'12 | IV | 2,08 | 3,15 | 3,83 | 1,68 | 2,16 | 2,51 | 2,42 | 2,48 | 3,75 | 2,32 | 2,82 | 3,35 | 2,57 | 3,07 | 4,57 |
'13 | II | 1,87 | 3,18 | 3,85 | 1,74 | 1,98 | 2,37 | 2,15 | 2,46 | 3,68 | 1,97 | 2,68 | 3,14 | 2,24 | 2,96 | 4,52 |
'13 | II | 2,05 | 3,27 | 3,89 | 1,7 | 2,00 | 2,34 | 2,06 | 2,45 | 3,72 | 1,94 | 2,65 | 3,03 | 2,29 | 2,97 | 4,54 |
'13 | III | 2,02 | 3,39 | 4,14 | 1,71 | 2,07 | 2,39 | 1,94 | 2,47 | 3,64 | 1,93 | 2,6 | 3,01 | 2,24 | 2,95 | 4,47 |
'13 | IV | 2,07 | 3,39 | 4,14 | 1,74 | 2,18 | 2,5 | 1,88 | 2,5 | 3,72 | 1,94 | 2,69 | 3,04 | 2,24 | 3,03 | 4,47 |
'14 | II | 2,13 | 3,38 | 4,1 | 1,85 | 2,19 | 2,56 | 1,93 | 2,51 | 3,65 | 1,96 | 2,74 | 3,03 | 2,24 | 3,01 | 4,45 |
'14 | II | 2,04 | 3,35 | 4,05 | 1,88 | 2,18 | 2,53 | 1,96 | 2,48 | 3,68 | 2,05 | 2,67 | 3,00 | 2,33 | 2,94 | 4,34 |
'14 | III | 1,91 | 3,21 | 3,78 | 1,89 | 2,01 | 2,33 | 1,97 | 2,32 | 3,45 | 1,96 | 2,55 | 2,87 | 2,29 | 2,71 | 4,06 |
'14 | IV | 1,74 | 3,04 | 3,67 | 1,8 | 1,9 | 2,08 | 1,85 | 2,19 | 3,34 | 1,91 | 2,36 | 2,68 | 2,14 | 2,51 | 3,75 |
'15 | I | 1,6 | 3,05 | 3,64 | 1,68 | 1,85 | 2,00 | 1,71 | 1,4 | 2,15 | 1,8 | 2,17 | 2,47 | 1,92 | 2,34 | 3,54 |
'15 | II | 1,53 | 3,07 | 3,57 | 1,7 | 1,81 | 1,97 | 1,64 | 2,05 | 3,12 | 1,7 | 2,01 | 2,28 | 1,82 | 2,23 | 3,3 |
'15 | II | 1,52 | 3,09 | 3,68 | 1,61 | 1,8 | 2,00 | 1,47 | 2,01 | 3,31 | 1,54 | 1,92 | 2,22 | 1,71 | 2,14 | 3,25 |
'15 | IV | 1,46 | 3,04 | 3,58 | 1,63 | 1,77 | 1,92 | 1,5 | 2,00 | 3,22 | 1,54 | 1,94 | 2,28 | 1,67 | 2,1 | 3,11 |
'16 | I | 1,31 | 2,87 | 3,53 | 1,59 | 1,71 | 1,91 | 1,51 | 1,95 | 3,18 | 1,53 | 1,87 | 2,31 | 1,59 | 2,02 | 3,08 |
'16 | II | 1,29 | 2,78 | 3,46 | 1,57 | 1,67 | 1,84 | 1,44 | 1,89 | 3,08 | 1,52 | 1,78 | 2,19 | 1,57 | 1,91 | 2,84 |
'16 | II | 1,2 | 2,73 | 3,43 | 1,47 | 1,66 | 1,84 | 1,34 | 1,86 | 2,94 | 1,47 | 1,65 | 2,05 | 1,45 | 1,84 | 2,7 |
'16 | IV | 1,29 | 2,74 | 3,41 | 1,44 | 1,63 | 1,78 | 1,25 | 1,84 | 2,89 | 1,44 | 1,55 | 1,92 | 1,4 | 1,8 | 2,61 |
'17 | I | 1,29 | 2,73 | 3,4 | 1,45 | 1,62 | 1,79 | 1,24 | 1,86 | 2,93 | 1,42 | 1,54 | 1,87 | 1,34 | 1,78 | 2,57 |
'17 | II | 1,32 | 2,68 | 3,31 | 1,46 | 1,61 | 1,77 | 1,24 | 1,84 | 2,92 | 1,38 | 1,54 | 1,9 | 1,35 | 1,75 | 2,5 |
'17 | II | 1,29 | 2,67 | 3,32 | 1,42 | 1,62 | 1,8 | 1,2 | 1,84 | 2,89 | 1,46 | 1,57 | 1,94 | 1,35 | 1,75 | 2,49 |
'17 | IV | 1,31 | 2,52 | 3,19 | 1,41 | 1,58 | 1,75 | 1,17 | 1,84 | 2,9 | 1,35 | 1,55 | 1,88 | 1,32 | 1,7 | 2,42 |
'18 | I | 1,24 | 2,58 | 3,35 | 1,4 | 1,56 | 1,75 | 1,17 | 1,84 | 2,91 | 1,41 | 1,53 | 1,84 | 1,3 | 1,66 | 2,38 |
'18 | II | 1,2 | 2,58 | 3,37 | 1,33 | 1,55 | 1,71 | 1,14 | 1,83 | 2,64 | 1,35 | 1,54 | 1,86 | 1,28 | 1,66 | 2,32 |
'18 | II | 1,22 | 2,54 | 3,18 | 1,36 | 1,54 | 1,75 | 1,14 | 1,83 | 2,27 | 1,39 | 1,53 | 1,86 | 1,3 | 1,66 | 2,23 |
'18 | IV | 1,28 | 2,52 | 3,13 | 1,31 | 1,54 | 1,71 | 1,04 | 1,8 | 2,28 | 1,34 | 1,52 | 1,81 | 1,24 | 1,64 | 2,21 |
'19 | I | 1,22 | 2,55 | 3,23 | 1,34 | 1,54 | 1,71 | 1,07 | 1,75 | 2,28 | 1,34 | 1,53 | 1,81 | 1,24 | 1,66 | 2,22 |
'19 | II | 1,15 | 2,42 | 3,08 | 1,35 | 1,51 | 1,64 | 1,11 | 1,74 | 2,35 | 1,37 | 1,48 | 1,8 | 1,28 | 1,62 | 2,2 |
'19 | II | 1,14 | 2,21 | 2,83 | 1,31 | 1,52 | 1,7 | 1,07 | 1,71 | 2,24 | 1,47 | 1,4 | 1,74 | 1,24 | 1,58 | 2,13 |
'19 | IV | 1,3 | 2,14 | 2,69 | 1,27 | 1,49 | 1,64 | 1,01 | 1,65 | 2,24 | 1,35 | 1,31 | 1,69 | 1,19 | 1,52 | 2,09 |
'20 | I | 1,16 | 2,18 | 2,81 | 1,28 | 1,49 | 1,62 | 1,02 | 1,65 | 2,14 | 1,33 | 1,34 | 1,68 | 1,16 | 1,53 | 2,07 |
'20 | II | 1,17 | 2,31 | 3,01 | 1,33 | 1,51 | 1,63 | 1,11 | 1,8 | 2,04 | 1,32 | 0,7 | 0,85 | 1,21 | 1,39 | 1,65 |
'20 | II | 1,16 | 2,21 | 2,77 | 1,39 | 1,5 | 1,65 | 1,11 | 1,67 | 2,06 | 1,11 | 1,16 | 1,4 | 1,16 | 1,5 | 1,91 |
'20 | IV | 1,55 | 2,1 | 2,58 | 1,39 | 1,51 | 1,59 | 1,25 | 1,64 | 2,15 | 1,01 | 1,18 | 1,42 | 1,24 | 1,51 | 1,98 |
'21 | II | 1,13 | 2,02 | 2,47 | 1,41 | 1,5 | 1,63 | 1,3 | 1,64 | 2,12 | 1,15 | 1,16 | 1,41 | 1,27 | 1,5 | 1,98 |
'21 | II | 1,18 | 2,01 | 2,39 | 1,35 | 1,47 | 1,63 | 1,22 | 1,66 | 2,06 | 1,23 | 1,14 | 1,46 | 1,25 | 1,5 | 1,95 |
'21 | III | 1,11 | 1,99 | 2,25 | 1,41 | 1,5 | 1,67 | 1,19 | 1,64 | 1,96 | 1,31 | 1,19 | 1,53 | 1,19 | 1,46 | 1,89 |
'21 | IV | 0,98 | 2,02 | 2,3 | 1,39 | 1,48 | 1,64 | 1,2 | 1,62 | 2,01 | 1,32 | 1,2 | 1,53 | 1,21 | 1,43 | 1,89 |
'22 | I | 1,12 | 2,25 | 2,51 | 1,42 | 1,5 | 1,68 | 1,19 | 1,65 | 1,98 | 1,29 | 1,2 | 1,53 | 1,21 | 1,47 | 1,9 |
'22 | II | 1,39 | 2,69 | 3,08 | 1,39 | 1,57 | 1,86 | 1,1 | 1,9 | 2,09 | 1,23 | 1,35 | 1,74 | 1,14 | 1,62 | 2,02 |
'22 | II | 1,65 | 3,05 | 3,37 | 1,36 | 2,02 | 2,43 | 1,36 | 2,4 | 2,49 | 1,22 | 1,89 | 2,31 | 1,24 | 2,09 | 2,41 |
'22 | IV | 2,68 | 4,01 | 4,3 | 1,52 | 3,09 | 3,51 | 1,81 | 3,42 | 3,82 | 1,53 | 2,64 | 3,07 | 1,57 | 3,13 | 3,55 |
'23 | I | 3,31 | 4,87 | 5,25 | 2,07 | 3,98 | 4,27 | 2,45 | 4,23 | 5,15 | 2,06 | 3,4 | 3,83 | 2,19 | 3,98 | 4,49 |
'23 | II | 3,77 | 5,31 | 5,55 | 3,43 | 4,54 | 4,78 | 3,26 | 4,83 | 5,7 | 3,31 | 3,9 | 4,29 | 3,27 | 4,59 | 5,08 |
'23 | II | 4,28 | 5,04 | 4,93 | 4,26 | 5,08 | 5,2 | 4,07 | 5,29 | 6,5 | 3,88 | 4,21 | 4,63 | 3,99 | 5,00 | 5,55 |
'23 | IV | 4,48 | 5,1 | 4,93 | 4,82 | 5,25 | 5,23 | 4,7 | 5,43 | 6,57 | 4,53 | 4,45 | 4,81 | 4,63 | 5,17 | 5,69 |
'24 | I | 4,27 | 5,04 | 4,96 | 5,2 | 5,19 | 5,08 | 5,04 | 5,33 | 5,97 | 4,75 | 4,48 | 4,85 | 4,96 | 5,11 | 5,49 |
'24 | II | 4,21 | 4,96 | 4,94 | 5,25 | 5,1 | 5,04 | 5,01 | 5,29 | 6,04 | 5,01 | 4,34 | 4,68 | 5,06 | 5,02 | 5,43 |
Bron: CBS, ECB: Deposito's en leningen van MFI's aan bedrijven, rentepercentages |
Het hoge niveau van de ECB-rente in de afgelopen jaren had effect op de Nederlandse rentestand, die van de omliggende landen en op die van de Europese Unie als geheel. In figuur 2.3.1 (ECB, 2024a) wordt duidelijk dat de rentepercentages van nieuw afgesloten bankleningen voor alle kredietklassen vanaf 2022 sterk zijn toegenomen. Eind 2023 was echter weer sprake van een stabilisatie, en was in sommige gevallen zelfs een lichte daling te zien. Het renteniveau en de -ontwikkeling in Nederland zijn vergelijkbaar met buurlanden en met de gehele Europese Unie. Binnen de Europese Unie lopen de rentepercentages wel flink uiteen: begin tweede kwartaal van 2024 was de rente voor leningen groter dan 1 miljoen euro in de Baltische Staten (Estland, Letland en Litouwen) het hoogst met percentages van boven de 6 procent. Luxemburg kende het laagste rentepercentage; 3,87 procent. Ook voor leningen tot 250 duizend euro gold dat de rente in de Baltische Staten het hoogst was (rond de 8 procent) en in Luxemburg het laagst (4,47 procent) (ECB, 2024a).
2.4 Volume nieuwe verstrekkingen non-bancaire financieringsmarkt blijft toenemen
In 2023 is het volume aan non-bancaire financiering wederom gegroeid. Deze was 27 procent groter dan een jaar eerder en groeide van 4 miljard euro in 2022 naar ruim 5,1 miljard euro aan verstrekte financieringen in het afgelopen jaar (SMF, 2024). De toename van de populariteit van financiering buiten banken om is met name terug te zien in de verhouding bancaire versus non-bancaire financiering bij de leningen tot 1 miljoen euro. Waar in 2022 nog 29 procent van de nieuw afgesloten financiering in de mkb financieringsmarkt (tot 1 miljoen euro) non-bancaire financiering betrof, nam dit in 2023 toe tot 36 procent van het totaal (SMF, 2024). Dit onderstreept het eerdere vermoeden dat (Nederlandse) bedrijven steeds meer gebruik maken van non-bancaire alternatieven voor financieringen kleiner dan 1 miljoen euro. Naast het volume nam ook het aantal non-bancaire verstrekkingen in 2023 toe ten opzichte van een jaar eerder, alhoewel de toename wel minder groot was (+14 procent). Dit betekent dat het gemiddelde bedrag van een non-bancaire financiering is toegenomen.
De behoefte aan flexibele vormen van liquiditeit bij bedrijven blijft op een hoog niveau
Non-bancaire15) financiering wordt in verschillende vormen aangeboden. Figuur 2.4.1 laat zien dat in 2023 wederom de categorieën equipment lease, factoring en private equity16) het meest voorkwamen.
financieringsvorm | 2021 (mln euro) | 2022 (mln euro) | 2023 (mln euro) |
---|---|---|---|
equipment lease | 6896 | 6916 | 7247 |
factoring | 5483 | 7737 | 8006 |
private equity | 7548 | 11110 | 5713 |
durfkapitaal | 1293 | 1016 | 1104 |
crowdfunding | 656 | 972 | |
direct lending | 311 | 652 | 922 |
mkb-beurs | 24 | 52 | |
kredietunies | 6 | 13 | |
Bron: CBS, Crowdfundingcijfers.nl, FAAN, NVL, NVP, Stichting Mkb Financiering. | |||
1)Deze cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven, mkb plus grootbedrijf.
2)De cijfers over factoring bestaan vooral uit bancaire factoringmaatschappijen. Zij bieden weinig factoring aan het kleinere mkb aan. De cijfers hebben betrekking op de funds in use. 3)Durfkapitaal kan als vorm van private equity beschouwd worden. De cijfers voor private equity in de figuur zijn exclusief durfkapitaal. 4)In voorgaande publicaties van de Financieringsmonitor werd in deze figuur het totaalbedrag aan crowdfunding in de hele markt getoond. In 2023 is dit met terugwerkende kracht teruggebracht naar enkel financieringen voor ondernemingen. |
Het volume aan equipment lease (leasing van bedrijfsmiddelen) nam in 2023 verder toe tot 7,2 miljard euro. Dit is een toename van bijna 5 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Ook de gemiddelde contractwaarde bleef stijgen, deze kwam in 2023 uit op ruim 109 duizend euro (NVL, 2024). Het totale volume bestond voor 84 procent uit financial lease, en 16 procent betrof operational lease. Ook hier is zichtbaar dat de rol van de bank als distributiekanaal afneemt: in 2023 liepen drie op de tien transacties via een bankkantoor, een aantal jaar eerder was dit nog vier op de tien.
Het volume aan factoring (het overdragen van facturatie en debiteurenrisico aan een externe partij) is toegenomen met 3 procent ten opzichte van een jaar eerder. Hiermee is een recordomzet van 168 miljard euro aan overgedragen omzet bereikt. Ook het aantal ondernemingen dat gebruik maakt van factoring voor het aantrekken van werkkapitaal nam toe in 2023: er maakten ruim 7 700 bedrijven gebruik van. Dit is een toename van 10 procent ten opzichte van 2022 (FAAN, 2024). Het grootste deel van de bedrijven die in 2023 gebruik maakten van factoring heeft een omzetniveau van minder dan 10 miljoen euro. (FAAN, 2024).
Private Equity (investeringen in middelgrote en grote bedrijven) liet in 2023 een volumedaling zien ten opzichte van 2022. Dit komt doordat er in 2023 geen extreme buy-outs waren in tegenstelling tot voorgaande jaren (NVP, 2024). De ICT-sector was hier de sector met veruit de grootste omzet.
De investeringen in durfkapitaal17) (ook wel Venture Capital genoemd; investeringen in startende en kleine bedrijven) waren in 2023 met 1,1 miljard euro iets hoger (+3 procent) dan in 2022. De grootste sectoren bleven de gezondheidszorg en ook hier de ICT (NVP, 2024).
In 2023 lag het volume aan direct lending (rechtstreekse verstrekkingen van een geldverstrekker zonder tussenkomst van een bank of andere partij) 41 procent hoger dan in het jaar ervoor. Ruim 91 procent betreft verstrekkingen tot 250 duizend euro. Ook het aantal verstrekkingen is fors gestegen en lag 22 procent hoger (SMF, 2024).
Het volume aan verstrekkingen via de mkb-beurs (een platform waarbij beleggers rechtstreeks in mkb-bedrijven kunnen investeren in de vorm van ((certificaten van) aandelen en obligaties) is in 2023 verdubbeld ten opzichte van 2021. Voor 2022 waren er geen cijfers beschikbaar.
Cijfers over het volume een aantal leningen via crowdfunding zijn voor 2023 niet beschikbaar bij de bron (crowdfundingcijfers.nl) die in eerdere jaren voor de Financieringsmonitor is gebruikt. Een alternatieve bron (Stichting MKB Financiering; SMF) laat zien dat het totale volume aan crowdfunding (2023: 900 miljoen euro) wederom is toegenomen ten aanzien van vorig jaar (+16 procent). Het aantal projecten dat financiering heeft ontvangen middels crowdfunding is nagenoeg gelijk gebleven (SMF, 2024). De cijfers in deze rapportage wijken absoluut gezien af van de eerder gepubliceerde cijfers omdat andere onderliggende bronnen zijn gebruikt.
Voor de kredietunies zijn er geen cijfers beschikbaar over 2023 wegens onvoldoende aanleveringen van partijen.
Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening verschijnt 85 dagen na afloop van het kwartaal.
8) Vanaf juni 2023 gebruikt het CBS een nieuwe methode voor het meten van energieprijzen. Deze methodeverandering heeft gevolgen voor het inflatiecijfer. Wat deze verandering precies betekent wordt omschreven in dit achtergrondartikel.
9) Met energie wordt hier bedoeld de som van gas, elektriciteit en stadsverwarming.
10) De indicator van het consumentenvertrouwen is het gemiddelde van de saldi van de percentages van positieve en negatieve antwoorden op de vragen over de economische situatie in de afgelopen en komende 12 maanden, de financiële situatie van het huishouden in de afgelopen en komende 12 maanden en of het een gunstige tijd is om grote aankopen te doen. De indicator kan een waarde aannemen van -100 (iedereen antwoordt negatief) tot +100 (iedereen antwoordt positief). Bij een waarde van 0 is het aandeel pessimisten gelijk aan het aandeel optimisten.
11) De grote stijging eind 2021 werd mede veroorzaakt door uitgifte van TLTRO’s (targeted longer-term refinancing operations) door de ECB: een liquiditeit verschaffend instrument dat speciaal gericht is op het op peil houden of vergroten van de kredietverlening aan bedrijven en consumenten (ECB, 2022a).
12) Figuur 2.2.1 en bijbehorende alinea betreft informatie over mkb én grootbedrijven.
13) Figuur 2.2.2 toont het uitstaand kredietvolume van de drie grootbanken aan het Nederlandse mkb. Hierin zijn niet alle dochters en niet alle financieringsinstrumenten van deze drie grootbanken opgenomen. Daardoor geeft deze figuur geen volledige weergave van het totale uitstaande kredietvolume en is het lastig deze data te vergelijken met de andere figuren in deze monitor. Banken en de alternatieve financiers hanteren op dit moment andere begrippen, definities en rapportagestandaarden. Hierdoor ontbreekt het aan stuurinformatie over de aanbodzijde van de kredietverlening aan het Nederlandse mkb. De minister heeft de wens uitgesproken om toe te werken naar verbeterde informatievoorziening over de MKB financieringsmarkt. Op dit moment loopt een traject onder leiding van het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap, samen met het Ministerie van Economische Zaken, De Nederlandsche Bank, Stichting mkb-Financiering en de Nederlandse Vereniging van Banken om te onderzoeken of het mogelijk is om voor de bancaire en de alternatieve financiers toe te werken naar één rapportage, welke de totale (uitstaande) kredietverlening aan het Nederlandse mkb zichtbaar maakt.
14) Tot de financieringsmonitor 2022 maakten we als bron voor deze cijfers gebruik van Tabel 5.2.4 van de DNB. Echter, er is geen update beschikbaar van deze tabel sinds Q4 2021 (en DNB geeft aan dat deze niet op korte termijn te verwachten valt). Daarom kijken we voor de ontwikkeling in 2022 en 2023 naar de cijfers die niet gecorrigeerd zijn voor breuken, om toch enige informatie te kunnen geven over de ontwikkeling in bedrijfstakken.
15) Voor de cijfers over non-bancaire financiering worden diverse bronnen gebruikt (zie hiervoor ook het literatuuroverzicht). De NVL en de FAAN nemen ook dochteronderneming van banken mee in diens cijfers. Voor uitgebreidere toelichting op hoe de cijfers bij deze partijen zijn samengesteld verwijzen we naar toelichting die is opgenomen in de rapportages van de bronnen.
16) Het getoonde bedrag voor private equity betreft alleen het eigen vermogen verschaft door private equity en venture capital fondsen. Andere typen investeerders en vreemd vermogen worden in het onderzoek van de NVP buiten beschouwing gelaten. Hierdoor kunnen cijfers afwijken van andere onderzoeken. (NVP, 2024).
17) Dit is exclusief groeikapitaal.