Onderzoek herijking risico-indicator onderwijsachterstanden – fase 1

1. Inleiding

In het huidige onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs en het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid maakt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld1). Namelijk door het CBS met deze indicator voor alle peuters van 2,5 tot 4 jaar en alle basisschoolleerlingen een onderwijsscore te laten berekenen en die scores te laten optellen conform de Besluiten2) tot achterstandsscores per school en per gemeente. Deze drukken dan de verwachte onderwijsachterstandsproblematiek op scholen en in gemeenten uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over de scholen en gemeenten zal verdelen. In 2019 was dit beleid voor het eerst van kracht.

Om de risico-indicator onderwijsachterstanden actueel te houden, heeft OCW te kennen gegeven de indicator regelmatig te willen evalueren. Hierdoor kunnen nieuwe ontwikkelingen mee worden genomen in de indicator. De eerste evaluatie is uitgevoerd in 2021 en betrof een beperkte herziening waarbij vooral is gekeken naar de actualisatie van de coëfficiënten en schaalwaarden van het model3). De resultaten van deze herziening zijn in 2022 voor het eerst toegepast bij het berekenen van de achterstandsscores voor scholen en in 2023 voor gemeenten. In de periode 2023 tot 2025 heeft OCW een grote evaluatie voorzien waarbij de gehele indicator tegen het licht zal worden gehouden.

Ten behoeve van de evaluatie in de periode 2023 – 2025 heeft OCW via het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek een intelligentiemeting uit laten voeren onder een representatieve steekproef van de basisschoolleerlingen in groep 6 van het schooljaar 2020/’21. Aangevuld met de eindtoetsscores van schooljaar 2022/’23 en relevante achtergrondkenmerken van de betreffende leerlingen, kan deze intelligentiemeting vervolgens worden gebruikt om een nieuw model te ontwikkelen waarbij onderwijsachterstanden wordt geschat.

Deze evaluatie zal uit een drietal fasen bestaan. In de eerste fase staan een aantal voorbereidende onderzoeken voor het nieuw te schatten model voor onderwijsachterstanden centraal. De tweede fase zal vervolgens in het teken staan van dit nieuw te schatten model voor onderwijsachterstanden. Hierbij worden de bevindingen uit de eerste fase verwerkt in het nieuw te schatten model. In de derde fase zullen de uitkomsten van de eerste en tweede fase verwerkt worden in een gestandaardiseerde productiestatistiek. Dit rapport heeft betrekking op de eerste fase en bestaat uit vijf onderdelen.

Naast de methodologische onderzoeken over de ontwikkeling van de indicator1), heeft het CBS na de ingebruikname van de indicator in 2018 diverse plausibiliteits- en monitoringonderzoeken gepubliceerd4). In deze onderzoeken is gekeken naar de werking van de indicator over de jaren heen. Op basis van deze onderzoeken zijn een drietal verbetermogelijkheden geïdentificeerd: het uitstellen van het middelen van de onderwijsscores tot na het berekenen van de achterstandsscores, het verbeteren van het imputatiemodel voor het opleidingsniveau van de ouders en het verbeteren van het imputatiemodel voor de onderwijsscores voor kinderen in de populatie waarvoor geen onderwijsscore kan worden berekend. Deze drie verbetertrajecten zullen in de hoofstukken 2 tot en met 4 aan de orde komen. In hoofdstuk 5 onderzoeken we op welke wijze voor de diverse eindtoetsen een uniforme prestatiemaatstaf kan worden ontwikkeld. Als laatste presenteren we in hoofdstuk 6 de resultaten van een expertraadpleging naar factoren die van invloed zijn op het risico op onderwijsachterstanden.

1) Over het eerdere onderzoek zijn vijf rapporten verschenen, het eerste methoderapport, tweede methoderapport , derde methoderapport , vierde methoderapport en het samenvattend rapport.
2) Besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het aanpassen van de groeiregeling en van het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs (Staatsblad 2018, 334), en Besluit van 27 augustus 2018, houdende regels met betrekking tot specifieke uitkeringen ten behoeve van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid) (Staatsblad 2018, 315).
3) De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een rapport: Herziening onderwijsachterstandenindicator primair onderwijs 2021.
4) Om zicht te houden op de werking van de onderwijsachterstandenindicator publiceert het CBS jaarlijks plausibiliteitsanalyses en een monitoronderzoek. De meest recente plausibiliteitsanalyse heeft betrekking op de achterstandsscores voor gemeenten. Het laatste monitoringonderzoek heeft betrekking op de periode 2017 - 2022.