Correcties en revisies in StatLine

Door een wijziging in de regels voor statistische beveiliging zijn er in sommige gevallen meer cijfers beschikbaar.
Frequentie: per maand, periode: januari 2012 - maart 2025

Voor de volgende 2e digit bedrijfstakken is nu data beschikbaar, indien deze voldoen aan de gehanteerde geheimhoudingsregels: - 01 Landbouw - 02 Bosbouw - 03 Visserij - 06 Winning van aardolie en aardgas - 08 Delfstoffenwinning (geen olie en gas) - 09 Dienstverlening delfstoffenwinning Voor alle dienstverlenende bedrijfstakken is het onderwerp bezettingsgraad vanaf nu in alle perioden op dezelfde manier samengesteld en vergelijkbaar met elkaar. Zie de onderwerpomschrijving bij het onderwerp ‘Bezettingsgraad’ voor meer informatie over de totstandkoming van dit cijfer. Door een wijziging in de regels voor statistische beveiliging zijn er in sommige gevallen meer cijfers beschikbaar.
Frequentie: per maand, periode: januari 2012 - maart 2025

Voor alle dienstverlenende bedrijfstakken is het onderwerp bezettingsgraad vanaf nu in alle perioden op dezelfde manier samengesteld en vergelijkbaar met elkaar. Zie de onderwerpomschrijving bij het onderwerp ‘Bezettingsgraad’ voor meer informatie over de totstandkoming van dit cijfer. Door een wijziging in de regels voor statistische beveiliging zijn er in sommige gevallen meer cijfers beschikbaar.
Frequentie: per maand, periode: januari 2015 - maart 2025

Door een wijziging in de regels voor statistische beveiliging zijn er in sommige gevallen meer cijfers beschikbaar.
Frequentie: per maand, periode: januari 2012 - maart 2025

De onzekerheidsindicator voor het economisch klimaat is aangevuld voor de bedrijfstakken M Specialistische zakelijke diensten en N Verhuur en overige zakelijke diensten. Samentellingen waar bedrijfstakken M en N onderdeel van uitmaken zijn hierdoor bijgesteld. Voor de maanden januari en februari 2025 is de indicator voor alle bedrijfstakken aangevuld. Door een wijziging in de regels voor statistische beveiliging zijn er in sommige gevallen meer cijfers beschikbaar.
Frequentie: per maand, periode: januari 2012 - maart 2025

Uitkomsten voor de onzekerheidsindicator van het economisch klimaat zijn bijgesteld. Hiervoor geldt dat de bedrijfstakken M Specialistische zakelijke diensten en N Verhuur en overige zakelijke diensten, in tegenstelling tot de voorgaande maand, zijn meegenomen in de uitkomsten van de samentellingen C Industrie, H-S diensten en 45+47, en Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven). Daarnaast is de onzekerheidsindicator aangevuld voor de maanden januari en februari 2025.
Frequentie: per maand, periode: januari 2012 - maart 2025

Door een wijziging in de regels voor statistische beveiliging zijn er in sommige gevallen meer cijfers beschikbaar.
Frequentie: per maand, periode: januari 1985 - maart 2025

Bij de update in mei 2024 is een onterechte wijziging in de methodiek doorgevoerd. Hierdoor zijn de cijfers voor het totaal aantal personen met bijstand voor de perioden 2012-2023 met maximaal 160 personen overschat. De cijfers zijn in februari 2025 gecorrigeerd.
Frequentie: per jaar, periode: 2012 t/m 2023

Voor verslagjaar 2023 zijn de cijfers herberekend na de introductie van een nieuwe versie van de benodigde software, waarbij een afwijkende wijze van afronden ten opzichte van eerdere jaren geprogrammeerd was. Ook zijn diverse verbeteringen en correcties doorgevoerd in het wegennetwerk. Voor heel Nederland gemiddeld zijn de afstanden met maximaal 0,1 km afgenomen. Voor enkele gemeenten zijn de afstanden met maximaal 1,2 km afgenomen. Voor een aantal wijken en buurten zijn de afstanden tot 4,6 km afgenomen en in andere wijken en buurten tot 2,3 km toegenomen.
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 2023

De cijfers over de nabijheid van banen zijn verwijderd uit de tabel. Vanaf verslagjaar 2021 is het bronbestand voor deze voorziening is gewijzigd, waardoor de locatie van een aanzienlijk deel van de banen niet meer bekend is. Door deze verandering kan de nabijheid van banen niet meer met dezelfde nauwkeurigheid berekend worden als in de voorgaande jaren. De cijfers voor alle voorzieningen voor verslagjaar 2022 zijn herberekend vanwege wijzigingen in de gebruikte software en verbeteringen in het wegennetwerk. In vergelijking met de publicatie van oktober 2024 zijn de uitkomsten voor heel Nederland onveranderd. Voor enkele gemeenten zijn de afstanden nu met maximaal 0,5 km afgenomen. Voor een aantal wijken en buurten zijn de afstanden maximaal 2,1 km kleiner dan voorheen.
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 2022

De cijfers over de nabijheid van banen zijn verwijderd uit de tabel. Vanaf verslagjaar 2021 is het bronbestand voor deze voorziening gewijzigd, waardoor de locatie van een aanzienlijk deel van de banen niet meer bekend is. Door deze verandering kan de nabijheid van banen niet meer met dezelfde nauwkeurigheid berekend worden als in de voorgaande jaren.
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 2021

De cijfers over de nabijheid van banen zijn verwijderd uit de tabel vanaf verslagjaar 2021. Vanaf 2021 is het bronbestand voor deze voorziening gewijzigd, waardoor de locatie van een aanzienlijk deel van de banen niet meer bekend is. Door deze verandering kan de nabijheid van banen niet meer met dezelfde nauwkeurigheid berekend worden als in de voorgaande jaren. De cijfers voor alle voorzieningen voor verslagjaar 2022 zijn herberekend na de introductie van een nieuwe versie van de benodigde software, waarbij een afwijkende wijze van afronden ten opzichte van eerdere jaren geprogrammeerd was. In vergelijking met de publicatie van oktober 2024 zijn de uitkomsten voor heel Nederland onveranderd. Voor enkele gemeenten zijn de afstanden met maximaal 0,5 km afgenomen. Voor een aantal wijken en buurten zijn de afstanden maximaal 2,1 km kleiner dan voorheen.
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 2006 - 2023

De cijfers over de ongelijkheidmaten van het gestandaardiseerd inkomen in 2022 zijn aangepast. Dit is het gevolg van een foutje in de verwerking.
Frequentie: per jaar, periode: 2011-2023

De originele cijfers in deze tabel zijn tot stand gekomen op basis van een foutieve koppeling tussen zonnestroominstallaties en woningen. De verkeerde koppeling hield in dat woningen zonder eigen aansluiting voor elektriciteit abusievelijk het label van ‘woning met zonnestroominstallatie’ hebben gekregen. De foutieve koppeling betreft de cijfers over verslagjaren 2022 en 2023. De fout werkt door in het energieverbruik van woningen, omdat voor woningen zonder eigen aansluiting een verbruik moet worden ingeschat op basis van een set woningeigenschappen, waaronder de aanwezigheid van een zonnestroominstallatie. De impact van de correcties kan groter zijn bij specifieke uitsplitsingen, bijvoorbeeld op (laag) regionaal niveau.
Frequentie: eenmalig, periode: 2023

De originele cijfers in deze tabel zijn tot stand gekomen op basis van een foutieve koppeling tussen zonnestroominstallaties en woningen. De verkeerde koppeling hield in dat woningen zonder eigen aansluiting voor elektriciteit abusievelijk het label van ‘woning met zonnestroominstallatie’ hebben gekregen. De foutieve koppeling betreft de cijfers over verslagjaren 2022 en 2023. De fout werkt door in het energieverbruik van woningen, omdat voor woningen zonder eigen aansluiting een verbruik moet worden ingeschat op basis van een set woningeigenschappen, waaronder de aanwezigheid van een zonnestroominstallatie. De impact van de correcties kan groter zijn bij specifieke uitsplitsingen, bijvoorbeeld op (laag) regionaal niveau.
Frequentie: eenmalig, periode: 2022

De originele cijfers in deze tabel zijn tot stand gekomen op basis van een foutieve koppeling tussen zonnestroominstallaties en woningen. De verkeerde koppeling hield in dat woningen zonder eigen aansluiting voor elektriciteit abusievelijk het label van ‘woning met zonnestroominstallatie’ hebben gekregen. De foutieve koppeling betreft de cijfers over verslagjaren 2022 en 2023. In het meest recente verslagjaar 2023, werd het aandeel woningen met zonnestroom gerapporteerd op 41 procent, terwijl dit 32 procent moest zijn. De meest directe doorwerking van de foutieve koppeling vond plaats bij uitsplitsingen naar woningen mét zonnestroom. Deze groep was ‘vervuild’ met woningen die in werkelijkheid geen zonnestroominstallatie en geen teruglevering van elektriciteit aan het net hadden. Daarmee was de gerapporteerde grootte van de groep te hoog en de gemiddelde teruglevering te laag. Er was ook een doorwerking van deze fout op het energieverbruik van woningen. Het belangrijkste effect is dat de woningen die foutief het label van ‘woning met zonnestroominstallatie’ hadden, na correctie in een andere groep vallen (namelijk de groep zonder zonnestroominstallatie) en daarmee de statistieken beïnvloeden. Daarnaast moet voor woningen zonder eigen aansluiting een verbruik worden ingeschat op basis van een set woningeigenschappen, waaronder de aanwezigheid van een zonnestroominstallatie. De impact van de correcties kan groter zijn bij specifieke uitsplitsingen.
Frequentie: per jaar, periode: 2019-2023

De originele cijfers in deze tabel zijn tot stand gekomen op basis van een foutieve koppeling tussen zonnestroominstallaties en woningen. De verkeerde koppeling hield in dat woningen zonder eigen aansluiting voor elektriciteit abusievelijk het label van ‘woning met zonnestroominstallatie’ hebben gekregen. De foutieve koppeling betreft de cijfers over verslagjaren 2022 en 2023. De fout werkt door in het energieverbruik van woningen, omdat voor woningen zonder eigen aansluiting een verbruik moet worden ingeschat op basis van een set woningeigenschappen, waaronder de aanwezigheid van een zonnestroominstallatie. De impact van de correcties kan groter zijn bij specifieke uitsplitsingen, bijvoorbeeld op (laag) regionaal niveau.
Frequentie: per jaar, periode: 2010-2023

Per abuis zijn de cijfers van de bedrijfsgrootte 2 tot 10, 10 tot 50 en 50 tot 250 werkzame personen voor de perioden 2023 tot en met het eerste kwartaal 2025 niet gepubliceerd, dit is in deze versie hersteld.
Frequentie: per kwartaal, periode: 2007 kwI-2025 kw I

Door het toevoegen van jaarcijfers zijn ook de kwartaalcijfers voor de hele reeks vanaf 2012 opnieuw berekend. De cijfers kunnen daarom licht afwijken van de eerder-gepubliceerde cijfers doordat er nu meer informatie beschikbaar is en kwaliteitsverbeteringen zijn doorgevoerd in de brondata
Frequentie: per kwartaal, periode: 2012 1e kwartaal - 2024 4e kwartaal

De cijfers achter de komma waren niet juist door een verschuiving in de posities. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per drie maanden, periode: januari 2020 - januari 2025

Door een onvolledige aanlevering vanuit het UWV, waarbij onder andere ongeveer 70 toegekende Wajong-uitkeringen ontbraken, heeft het UWV nieuwe cijfers aangeleverd voor oktober 2024. Daardoor zijn de cijfers op transactiebasis gecorrigeerd voor juli.
Frequentie: per maand, periode: januari 2013 t/m december 2024

In verband met een herberekening van het gemiddelde totaal aantal arbeidsongeschiktheids-, WAO-, WIA- en IVA-uitkeringen is het jaargemiddelde voor 2023 gecorrigeerd.
Frequentie: per maand, periode: 1998 januari - 2024 december

Voor aanvragers met het kenmerk ‘onbekend’ (bedrijfstakken, bedrijfsgrootte en het land van uiteindelijk zeggenschap) is geen koppeling aanwezig met het Algemeen Bedrijven Register. In het verleden werden koppelingen voor deze aanvragers door gekoppeld vanuit andere statistiekjaren waar wel een koppeling mogelijk was, maar vanwege consistentie met het Algemeen Bedrijven Register wordt een koppeling alleen toegekend als de onderneming in hetzelfde jaar als de patentaanvraag daadwerkelijk in het Algemeen Bedrijven Register is opgenomen. De wijziging zorgt ervoor dat per statistiekjaar ongeveer 10 tot 120 patentaanvragers niet meer gekoppeld zijn en het kenmerk ‘onbekend’ krijgen. Het betreft vooral bedrijven die pas zijn ontstaan en nog niet in het register zijn opgenomen of bedrijven die juist niet meer bestaan in hetzelfde jaar dat de patentaanvraag werd geregistreerd. In de afgelopen jaren zijn er daarnaast wijzigingen geweest in de PATSTAT brondata voor statistiekjaren die inmiddels de status ‘definitief’ hebben gekregen. Patenten kunnen met grote vertraging alsnog aan de PATSTAT database zijn toegevoegd, of ze kunnen uit de database zijn verwijderd. Deze revisie maakt alle statistiekjaren weer consistent met de meest recente PATSTAT brondata van eind 2024. De aanpassing betreft hooguit enkele tientallen patentaanvragen per statistiekjaar (zowel toename als afname).
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 2013-2021

Een fout in de totalen van de WIPO technologiegebieden is hersteld. De aantallen uit de categorie ‘Hanteren van materialen; printen’ werden foutief toegekend aan het technologiegebied ‘Chemie’ in plaats van aan ‘Werktuigbouw’. Daarnaast werd in de StatLine tabel het totaal voor ‘Werktuigbouw’ weergegeven onder ‘Hanteren van materialen; printen’ en andersom, waardoor het totaal voor ‘Werktuigbouw’ te laag uitviel en voor 'Hanteren van materialen; printen' te hoog. Als gevolg van deze correctie wordt het totaal voor ‘Chemie’ met enkele tientallen aanvragers en aanvragen per statistiekjaar naar beneden bijgesteld, en worden rond de 250 patentaanvragers en 600 patentaanvragen die per statistiekjaar foutief onder ‘Hanteren van materialen; printen’ vielen nu weer onder ‘Werktuigbouw’ gezet. In de afgelopen jaren zijn er daarnaast wijzigingen geweest in de PATSTAT brondata voor statistiekjaren die inmiddels de status ‘definitief’ hebben gekregen. Patenten kunnen met grote vertraging alsnog aan de PATSTAT database zijn toegevoegd, of ze kunnen uit de database zijn verwijderd. Deze revisie maakt alle statistiekjaren weer consistent met de meest recente PATSTAT brondata van eind 2024. De aanpassing betreft hooguit enkele tientallen patentaanvragen per statistiekjaar (zowel toename als afname).
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 2013-2021

Voor 2023 is één overleden persoon verplaatst van 'acute poliomyelitis (A80)' naar 'late gevolgen van poliomyelitis (B91)'.
Frequentie: per jaar, periode: 1996-2023

Correcties voor de jaren 2020 en 2021: 1) In 2021 zijn de posten totaal financiële baten en lasten en de renteopbrengsten omgedraaid, dit is nu gecorrigeerd. 2) In 2020 en 2021 waren er bedrijven niet goed geïmputeerd. Bedrijven die geïmputeerd moesten worden hadden waarde 0 toegeschreven gekregen in plaats van een positieve waarde. Dit is nu ook gecorrigeerd.
Frequentie: onregelmatig, periode: 2010 - 2022

Correcties voor de jaren 2020 en 2021: 1) In 2021 zijn de posten totaal financiële baten en lasten en de renteopbrengsten omgedraaid, dit is nu gecorrigeerd. 2) In 2020 en 2021 waren er bedrijven niet goed geïmputeerd. Bedrijven die geïmputeerd moesten worden hadden waarde 0 toegeschreven gekregen in plaats van een positieve waarde. Dit is nu ook gecorrigeerd.
Frequentie: per jaar, periode: 2010 - 2022

De cijfers van O&O-uitgaven en O&O-werknemers zijn gereviseerd. Daarnaast is de eenheid voor werkzame personen aangepast naar duizend en is er een andere manier van geheimhouding berekenen toegepast waardoor meer gegevens beschikbaar zijn.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De absolute cijfers over het huishoudinkomen zijn voortaan afgerond op honderdtallen i.p.v. vijftallen.
Frequentie: per half jaar, periode: 2017-2024

De cijfers over investeringen op regionaal niveau in verslagperiode 2015 waren voor enkele bedrijfstakken onjuist. Dit is in deze versie gecorrigeerd. De cijfers voor Nederland totaal zijn ongewijzigd.
Frequentie: per jaar, periode: 1995-2022

De cijfers over investeringen op regionaal niveau in verslagperiode 2015 waren voor enkele typen activa onjuist. Dit is in deze versie gecorrigeerd. De cijfers voor Nederland totaal zijn ongewijzigd.
Frequentie: per jaar, periode: 1995-2022

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 1995 tot en met 2020 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 1995 tot en met 2020 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1900 - 2023

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers vanaf 2017 herzien. Dit betreft herklassering van eenheden die daardoor niet langer tot overheidsondernemingen worden gerekend.
Frequentie: per jaar, periode: 2017 - 2022

De cijfers over volumemutaties van de toegevoegde waarde in enkele bedrijfstakken alsmede de volumemutaties van de totale toegevoegde waarde en het bbp op regionaal niveau waren onjuist. Dit is in deze versie gecorrigeerd. De cijfers voor Nederland totaal zijn ongewijzigd.
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 1996-2023

De cijfers over de productie, het intermediair verbruik, de toegevoegde waarde en het exploitatieoverschot op regionaal niveau waren onjuist. Dit is in deze versie gecorrigeerd. De cijfers over de productie en het intermediair verbruik voor Nederland totaal zijn ook gecorrigeerd, de overige cijfers voor Nederland totaal zijn ongewijzigd.
Frequentie: per jaar, periode: 1995-2022

De cijfers over het bbp, het bbp per inwoner en de toegevoegde waarde, alsmede de volumemutaties van het bbp en de toegevoegde waarde op regionaal niveau waren onjuist. Dit is in deze versie gecorrigeerd. De cijfers voor Nederland totaal zijn ongewijzigd.
Frequentie: per jaar, periode: 1995-2023

Nader voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. Cijfers over 2022 zijn definitief gemaakt. Deze tabel is gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om wijzigingen van minder dan 1 Petajoule van de totale productie van elektriciteit en warmte.
Frequentie: per jaar, periode: 1998 - 2023

De eerder gepubliceerde cijfers over jeugdzorg binnen het thema Zorg zijn gecorrigeerd. Er zijn twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp.
Frequentie: onregelmatig, periode: 2021

De cijfers voor 2022 zijn nu ook volgtijdelijk vergelijkbaar gemaakt met de nieuwe cijfers voor 2023 en 2024.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De cijfers voor 2022 zijn nu ook volgtijdelijk vergelijkbaar gemaakt met de nieuwe cijfers voor 2023 en 2024.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De cijfers voor 2022 zijn nu ook volgtijdelijk vergelijkbaar gemaakt met de nieuwe cijfers voor 2023 en 2024.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De cijfers voor 2022 zijn nu ook volgtijdelijk vergelijkbaar gemaakt met de nieuwe cijfers voor 2023 en 2024.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De cijfers voor 2022 zijn nu ook volgtijdelijk vergelijkbaar gemaakt met de nieuwe cijfers voor 2023 en 2024.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

In 2024 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek de nationale rekeningen gereviseerd. Deze revisie is van invloed op de cijfers over de R&D intensiteit die in deze tabel worden gepubliceerd. Die cijfers zijn nu bijgesteld. Daarnaast zijn de voorlopige cijfers over 2023 toegevoegd.
Frequentie: per jaar, periode: 2013-2023

In verslagjaar 2023 was per abuis een fout opgetreden. Deze fout doet zich voor alleen bij de combinatie van grootteklassen van grote bedrijven, kleine bedrijven en zzp’ers. Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door zzp-ers worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2022 (2023) door een technische fout niet correct zijn. De cijfers zijn gebruikt in de publicatie Cybersecurity monitor. Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door zzp-ers worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2022 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers zijn gebruikt in de publicatie Cybersecurity monitor. Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De cijfers over 2022 zijn gecorrigeerd. Voor verslagjaar 2023 zijn de cijfers bijgesteld. Voor deze jaren bleek als gevolg van een technische fout dat bij verschillende goederencodes hoeveelheden onjuist waren. Dit is in deze versie hersteld.
Frequentie: twee maal per jaar, periode: 2015 - 2023.

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door bedrijven worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct waren. De cijfers zijn gebruikt in de publicaties Cybersecurity monitor, Digital Trust Center, AI vacatures, MKB en digitalisering 2023 en de Monitor online platformen 2023 (Hoofdstuk 6. Verkoop via online platformen). Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door bedrijven worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct waren. De cijfers zijn gebruikt in de publicaties Cybersecurity monitor, Digital Trust Center, AI vacatures, MKB en digitalisering 2023 en de Monitor online platformen 2023 (Hoofdstuk 6. Verkoop via online platformen). Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door bedrijven worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct waren. De cijfers zijn gebruikt in de publicaties Cybersecurity monitor, Digital Trust Center, AI vacatures, MKB en digitalisering 2023 en de Monitor online platformen 2023 (Hoofdstuk 6. Verkoop via online platformen). Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door bedrijven worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct waren. De cijfers zijn gebruikt in de publicaties Cybersecurity monitor, Digital Trust Center, AI vacatures, MKB en digitalisering 2023 en de Monitor online platformen 2023 (Hoofdstuk 6. Verkoop via online platformen). Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door bedrijven worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct waren. De cijfers zijn gebruikt in de publicaties Cybersecurity monitor, Digital Trust Center, AI vacatures, MKB en digitalisering 2023 en de Monitor online platformen 2023 (Hoofdstuk 6. Verkoop via online platformen). Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over het ICT gebruik door zzp-ers worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers zijn gebruikt in de publicatie Cybersecurity monitor. Deze versie van deze tabel bevat de gecorrigeerde cijfers.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

De cijfers over ‘Telewerkers’ van 2022 zijn gecorrigeerd. De cijfers voor 2023 zijn herberekend en de cijfers over 2024 zijn toegevoegd.
Frequentie: per jaar, periode: 2002-2024

Door een verkeerde koppeling waren de cijfers over het aantal maatwerkvoorzieningen te hoog uitgevallen in de periode 2017 tot en met het eerste halfjaar van 2024. Dit is aangepast.
Frequentie: per half jaar, periode: 2017-2024

Door gebruik te maken van geboorteplaats (geboorte-gemeente) is vastgesteld op welk van de zes eilanden iemand is geboren in de (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba. Die methode is in deze tabel voor alle publicatiejaren (2011 tot heden) toegepast.
Frequentie: per jaar, periode: 2011 - 2023

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 1995 tot en met 2021 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023

Deze tabel is gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om wijzigingen van minder dan 1 Petajoule van de totale productie van elektriciteit en warmte.
Frequentie: per jaar, periode: 1998-2023

De cijfers over het actueel onderwijsniveau zijn aangepast zodat deze beter aansluiten bij die van Eurostat. Voor de bepaling van het actueel onderwijsniveau zijn naast de mensen die actueel onderwijs volgen nu ook degenen meegenomen die in de afgelopen vier weken een opleiding hebben afgerond.
Frequentie: per jaar, periode: 2021 - 2023

Over de periode 2011-2019 waren er minimale afwijkingen met de energiebalans. Dat is hersteld. Definitieve cijfers 2022 en nader voorlopige cijfers 2023 zijn toegevoegd.
Frequentie: per jaar, periode: 1802 - 2023

Door een technische fout kwam de splitsing tussen eengezins- en meergezinswoningen voor 2024 niet overeen met andere Statline tabellen. Deze fout is nu hersteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2024

De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten. Hierdoor zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee ook op de genormaliseerde productie.
Frequentie: per jaar, periode: 2018 - 2023

Cijfers over 2022 en 2023 zijn geactualiseerd. Cijfers over 2020 en 2021 zijn herzien. Er zijn enkele correcties doorgevoerd naar aanleiding van nieuwe inzichten. Voor 2021, 2022 en 2023 zijn ventilatieretourlucht-waterwarmtepompen toegevoegd aan de categorie buitenlucht-water.
Frequentie: per jaar, periode: 1994-2023

De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. Dit is teruggelegd tot en met 2021. Verder zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten.
Frequentie: per jaar, periode: 1990 - 2023

De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten. Hierdoor zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee ook op de genormaliseerde productie.
Frequentie: per jaar, periode: 1990 - 2023

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 2010 tot en met 2021 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 2010 - 2023

De relatieve cijfers van 2023 zijn gecorrigeerd. Door een fout in de berekening waren de aantallen per 1.000 inwoners lager dan de werkelijkheid. Daarnaast klopte het aantal bij 'onbekende opleiding' niet.
Frequentie: per jaar, periode: 2005 - 2023

Door een verbeterde verwerkingsmethode zijn de cijfers van 2017 t/m 2023 bijgesteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2007-2023

Door een verbeterde verwerkingsmethode zijn de cijfers van 2017 t/m 2023 bijgesteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2007-2023

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024 op peildata

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024 op peildata

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024 op peildata

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over herhaald beroep in 2021 en 2022 waren fout en zijn bijgesteld. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt. Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021. De eerder gepubliceerde foutieve uitkomsten over herhaald beroep in de jaren 2015 t/m 2020 zijn vervangen door een punt.
Frequentie: per half jaar, periode: 2015-2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over herhaald beroep in 2021 en 2022 waren fout en zijn bijgesteld. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt. Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021. De eerder gepubliceerde foutieve uitkomsten over herhaald beroep in de jaren 2015 t/m 2020 zijn vervangen door een punt.
Frequentie: per half jaar, periode: 2015-2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over herhaald beroep in 2021 en 2022 waren fout en zijn bijgesteld. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt. Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021. De eerder gepubliceerde foutieve uitkomsten over herhaald beroep in de jaren 2015 t/m 2020 zijn vervangen door een punt.
Frequentie: per half jaar, periode: 2015-2024

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 2012 tot en met 2021 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 2012 - 2023

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2016-2022

In 2024 is geconstateerd dat de berekening van het aantal DBC's per uitsplitsing in de tabel vanaf verslagjaar 2017 niet altijd correct is verlopen. Hierdoor werd bij sommige uitsplitsingen het aantal DBC's onderschat. Het betreft kleine aantallen DBC's die ten onrechte niet waren meegenomen. De cijfers van 2017 t/m 2021 zijn nu gecorrigeerd met de juiste aantallen.
Frequentie: per jaar, periode: 2008-2021

De voedingsscore wordt berekend op basis van verschillende componenten. Bij de componentscore voor snacks werden abusievelijk bij kinderen van 1 tot 9 jaar de afkappunten voor personen van 9 jaar en ouder gehanteerd in plaats van de leeftijdsspecifieke afkappunten. Dit is aangepast. Hierdoor zijn de cijfers over de totale voedingsscore (hoog, midden, laag en de gemiddelde voedingsscore) iets gewijzigd.
Frequentie: per jaar, periode: vanaf 2014

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn voor de financiële rekeningen van de overheid de jaarcijfers vanaf 1995 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023

De nader voorlopige cijfers over 2020-2022 toegevoegd. Daarnaast was in de perioden 2016-2018 en 2018-2020 in het cijfer over samenwerkende innovatoren per abuis ook niet-innovatie gerelateerde samenwerking meegenomen. Hierdoor was het genoemde cijfer te hoog. Dit is nu gecorrigeerd en de juiste cijfers zijn gepubliceerd. De overige cijfers voor de genoemde perioden zijn ongewijzigd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 1994-2022

De cijfers over 2023 zijn gecorrigeerd voor de huwende personen. Per abuis waren de personen die een partnerschap zijn aangegaan meegeteld. Dit is in deze versie van de tabel hersteld. De correctie heeft geen gevolgen voor de data in de overige perioden in de tabel.
Frequentie: per jaar, periode: 1996 - 2023

De cijfers over 2023 zijn gecorrigeerd. Per abuis waren de personen die een partnerschap zijn aangegaan meegeteld. Dit is in deze versie van de tabel hersteld. De correctie heeft geen gevolgen voor de data in de overige perioden in de tabel.
Frequentie: per jaar, periode: 1950 - 2023

Voor de berekening van de vleesproductie (rund-, varkens, en kippenvlees) worden karkasgewichten gebruikt. Deze gewichten bleken te laag te zijn. Voor de cijfers van 2023 was al wel het nieuwe karkasgewicht gebruikt. Nu worden de cijfers vanaf rapportagejaar 2015 tot en met 2022 aangepast.
Frequentie: per jaar, periode: 2015 - 2023

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2011 - 2022

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2011 - 2022

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2011 - 2022

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2012 - 2022

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers vanaf 1995 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers vanaf 1995 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023