Correcties en revisies in StatLine

De cijfers over het actueel onderwijsniveau zijn aangepast zodat deze beter aansluiten bij die van Eurostat. Voor de bepaling van het actueel onderwijsniveau zijn naast de mensen die actueel onderwijs volgen nu ook degenen meegenomen die in de afgelopen vier weken een opleiding hebben afgerond.
Frequentie: per jaar, periode: 2021 - 2023

Deze tabel is gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om wijzigingen van maximaal een paar PJ van het totale aanbod en verbruik op jaarbasis. Daarnaast zijn de cijfers van de uitvoer naar België in het eerste kwartaal van 2000 gereviseerd. Voorheen was de uitvoer naar België in het eerste kwartaal 2000 geheel geboekt op de maand februari. Dat is gecorrigeerd en verdeeld over de maanden januari, februari en maart.
Frequentie: per maand, periode: 1929 - augustus 2024

Deze tabel is tevens gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om de volgende onderdelen: finaal energieverbruik LPG en verdeling van finaal energieverbruik van motorbenzine, sectorindeling van gasolie/diesel binnen de diensten. Het gaat om wijzigingen van maximaal een paar PJ.
Frequentie: per maand, periode: januari 2015 - augustus 2024

Deze tabel is gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om wijzigingen van maximaal een paar PJ.
Frequentie: per maand, periode: Januari 2015- augustus 2024

Over de periode 2011-2019 waren er minimale afwijkingen met de energiebalans. Dat is hersteld. Definitieve cijfers 2022 en nader voorlopige cijfers 2023 zijn toegevoegd.
Frequentie: per jaar, periode: 1802 - 2023

In de eerder gepubliceerde gegevens over 2022 zijn de kwartaalcijfers correct weergegeven. Echter, bij het bepalen van het totaal voor 2022 is per abuis de juni-stand gebruikt in plaats van de correcte kwartaaleindstand. Hierdoor telden de kwartaalcijfers niet op tot het weergegeven jaartotaal. Deze fout is inmiddels gecorrigeerd, zodat de gepubliceerde totaalcijfers nu overeenkomen met de som van de afzonderlijke kwartalen.
Frequentie: per kwartaal, periode: 2020 1e kwartaal - 2024 2e kwartaal

Door een technische fout kwam de splitsing tussen eengezins- en meergezinswoningen voor 2024 niet overeen met andere Statline tabellen. Deze fout is nu hersteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2024

Cijfers voor oktober 2024 zijn toegevoegd. Deze tabel is gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het finaal energieverbruik LPG en het aardgasverbruik van de houtindustrie zijn verbeterd. Het gaat om wijzigingen van maximaal een paar PJ.
Frequentie: per maand, periode: 1946 - september 2024

Cijfers voor 2021 – 2023 zijn gewijzigd. Hiermee worden de cijfers over 2022 definitief, de cijfers over 2023 nader voorlopig. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd. De methode achter de elektriciteitsproductie uit wind is gewijzigd; het eigen verbruik van de windmolens wordt nu meegenomen in de cijfers. Dit is teruggelegd tot en met 2021. Verder zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht. Dit heeft ook invloed op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee op de genormaliseerde bruto productie. Hierdoor is het bruto eindverbruik van de windmolens gewijzigd vanaf 2021.
Frequentie: per jaar, periode: 1990-2023

De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten. Hierdoor zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee ook op de genormaliseerde productie.
Frequentie: per jaar, periode: 2018 - 2023

Cijfers voor 2021 – 2023 zijn gewijzigd. Hiermee worden de cijfers over 2022 definitief, de cijfers over 2023 nader voorlopig. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd. De methode achter de elektriciteitsproductie uit wind is gewijzigd; het eigen verbruik van de windmolens wordt nu meegenomen in de cijfers. Dit is teruggelegd tot en met 2021. Verder zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht. Dit heeft ook invloed op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee op de genormaliseerde bruto productie. Hierdoor wijzigt zowel de bruto (genormaliseerd en niet-genormaliseerd) als de netto productie vanaf 2021. Voor zonnestroom is vanaf 2022 het vermogen gelijkgesteld aan het systeemvermogen van de installatie, conform internationale afspraken. Het systeemvermogen is het maximale vermogen van de installatie, wat bepaald wordt door het minimum van het paneelvermogen en het omvormervermogen.
Frequentie: per jaar, periode: 1990 - 2023

Cijfers over 2022 en 2023 zijn geactualiseerd. Cijfers over 2020 en 2021 zijn herzien. Er zijn enkele correcties doorgevoerd naar aanleiding van nieuwe inzichten. Voor 2021, 2022 en 2023 zijn ventilatieretourlucht-waterwarmtepompen toegevoegd aan de categorie buitenlucht-water.
Frequentie: per jaar, periode: 1994-2023

De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. Dit is teruggelegd tot en met 2021. Verder zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten.
Frequentie: per jaar, periode: 1990 - 2023

De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten. Hierdoor zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee ook op de genormaliseerde productie.
Frequentie: per jaar, periode: 1990 - 2023

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 2010 tot en met 2021 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 2010 - 2023

De cijfers over top 10%, top 1% en top 0,1% van het gestandaardiseerd inkomen in 2021 zijn aangepast. Dit is het gevolg van een foutje in de verwerking.
Frequentie: per jaar, periode: 2011-2023

De relatieve cijfers van 2023 zijn gecorrigeerd. Door een fout in de berekening waren de aantallen per 1.000 inwoners lager dan de werkelijkheid. Daarnaast klopte het aantal bij 'onbekende opleiding' niet.
Frequentie: per jaar, periode: 2005 - 2023

Door een verbeterde verwerkingsmethode zijn de cijfers van 2017 t/m 2023 bijgesteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2007-2023

Door een verbeterde verwerkingsmethode zijn de cijfers van 2017 en 2018 bijgesteld.
Frequentie: per kwartaal, periode: 1986 - 2024 2e kwartaal

Door een verbeterde verwerkingsmethode zijn de cijfers van 2017 t/m 2023 bijgesteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2007-2023

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024 op peildata

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024 op peildata

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens: In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS. Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens: De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend. Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen. Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Frequentie: per half jaar, periode: 2021 - 2024 op peildata

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over herhaald beroep in 2021 en 2022 waren fout en zijn bijgesteld. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt. Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021. De eerder gepubliceerde foutieve uitkomsten over herhaald beroep in de jaren 2015 t/m 2020 zijn vervangen door een punt.
Frequentie: per half jaar, periode: 2015-2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over herhaald beroep in 2021 en 2022 waren fout en zijn bijgesteld. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt. Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021. De eerder gepubliceerde foutieve uitkomsten over herhaald beroep in de jaren 2015 t/m 2020 zijn vervangen door een punt.
Frequentie: per half jaar, periode: 2015-2024

De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over herhaald beroep in 2021 en 2022 waren fout en zijn bijgesteld. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt. Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021. De eerder gepubliceerde foutieve uitkomsten over herhaald beroep in de jaren 2015 t/m 2020 zijn vervangen door een punt.
Frequentie: per half jaar, periode: 2015-2024

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 2012 tot en met 2021 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 2012 - 2023

Sinds deze publicatie is de overstap gemaakt naar een andere afrondstrategie, waarbij de mutaties berekend worden op onafgeronde indexcijfers en jaarcijfers berekend worden vanuit afgeronde en gepubliceerde cijfers. Met deze overstap is er meer consistentie met andere statistieken op Statline en statistieken van Eurostat. Als gevolg zijn er mutaties over de hele reeks gewijzigd.
Frequentie: per maand, periode: januari 2018 - september 2024

Sinds deze publicatie is de overstap gemaakt naar een andere afrondstrategie, waarbij de mutaties berekend worden op onafgeronde indexcijfers en jaarcijfers berekend worden vanuit afgeronde en gepubliceerde cijfers. Met deze overstap is er meer consistentie met andere statistieken op Statline en statistieken van Eurostat. Als gevolg zijn er mutaties over de hele reeks gewijzigd.
Frequentie: per maand, periode: januari 1990 - september 2024

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2012-2022

Het aantal zelfstandigen voor de verslagjaren 2020 en 2022 is gecorrigeerd. De correctie betreft een kleine bijstelling naar boven van het aantal zelfstandigen. De oorzaak was een fout in de programmatuur waarmee op basis van de antwoorden in de vragenlijst wordt afgeleid of iemand werkzaam is als zelfstandige. Als gevolg hiervan bleef voor enkele records de positie in de werkkring onbekend, terwijl dit zelfstandige (met personeel) had moeten zijn. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 2016-2022

Het CBS heeft recentelijk nieuwe data ontvangen van de RDW, die beter aangeeft of een hybride voertuig een hybride elektrisch of plug-in hybride is. Bij een gedeelte van de hybride voertuigen ontbrak eerder de tweede brandstofsoort (elektrisch) in het RDW-register, waardoor deze groep voertuigen onterecht niet bij de groep ‘personenauto’s; overige brandstof’ was opgenomen. Door een correctie neemt het aantal personenauto’s met overige brandstof met ongeveer 4000 toe ten koste van het ‘aantal personenauto; brandstof benzine’. Binnen de thema’s Energie en Nabijheid voorzieningen zijn voorlopige cijfers toegevoegd.
Frequentie: onregelmatig, periode: 2023

Bij de berekening van de cijfers voor het eerste kwartaal van 2024 is een verwerkingsfout opgetreden. Deze is in de huidige versie gecorrigeerd. De correctie heeft tot gevolg dat voor alle bestedingscategorieën de wegingscoëfficiënten vanaf het vierde kwartaal van 2023 t/m het tweede kwartaal van 2024 worden herzien. Voor de bestedingscategorieën “Vervoer” en “Alle bestedingen” worden de kwartaalmutaties van 'Sint Eustatius' voor het eerste kwartaal van 2024 herzien.
Frequentie: per kwartaal, periode: 1e kwartaal 2010 - 3e kwartaal 2024

Deze tabel met basisjaar 2021=100 is voor het eerst verschenen op 15 april 2024. De cijfers in deze tabel bevatten voor de periode 2001 3e kwartaal t/m 2020 3e kwartaal onjuiste indexcijfers voor de segmenten Lease personen- en bestelauto's en Zakelijke lease personenauto's. Bij de basisverlegging is een fout gemaakt in het niveau van deze teruggelegde indexcijfers. Kwartaal op kwartaal ontwikkelingen en jaar op jaar ontwikkelingen van deze periode stonden wel correct in deze tabel. De weegfactoren zijn voor deze periode niet van toepassing. De cijfers in de (oude) tabel 2015=100 zijn ook correct.
Frequentie: per kwartaal, periode: 3e kwartaal 2001 – 3e kwartaal 2024, jaargemiddelden 2002 - 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers over ICT gebruik door bedrijven worden samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers zijn gebruikt in de publicaties Cybersecurity monitor, Digital Trust Center, AI vacatures, MKB en digitalisering 2023, en de Monitor online platformen 2023 (Hoofdstuk 6. Verkoop via online platformen). Op dit moment onderzoeken we de impact van de technische fout. Als we een volledig beeld hebben van de impact zullen we de benodigde correcties doorvoeren en opnieuw de bijgestelde cijfers publiceren. Het nieuwe publicatiemoment staat op dit moment nog niet vast en zal gecommuniceerd worden zodra hier meer duidelijkheid over is. Het CBS streeft eind 2024 na. Tot nader orde wordt betreffende Statlinetabel offline gehaald en worden de genoemde publicaties voorzien van deze toelichting.
Frequentie: per jaar, periode: 2002-2023

De cijfers van 2017, 2018, 2019, 2021 en 2022 zijn aangepast omdat grondgebruik totaal niet beschikbaar is in verband met het niet uitvragen van overige gronden (niet-cultuurgrond).
Frequentie: per jaar, periode: 2015 - 2024

In 2024 is geconstateerd dat de berekening van het aantal DBC's per uitsplitsing in de tabel vanaf verslagjaar 2017 niet altijd correct is verlopen. Hierdoor werd bij sommige uitsplitsingen het aantal DBC's onderschat. Het betreft kleine aantallen DBC's die ten onrechte niet waren meegenomen. De cijfers van 2017 t/m 2021 zijn nu gecorrigeerd met de juiste aantallen.
Frequentie: per jaar, periode: 2008-2021

De voedingsscore wordt berekend op basis van verschillende componenten. Bij de componentscore voor snacks werden abusievelijk bij kinderen van 1 tot 9 jaar de afkappunten voor personen van 9 jaar en ouder gehanteerd in plaats van de leeftijdsspecifieke afkappunten. Dit is aangepast. Hierdoor zijn de cijfers over de totale voedingsscore (hoog, midden, laag en de gemiddelde voedingsscore) iets gewijzigd.
Frequentie: per jaar, periode: vanaf 2014

De voedingsscore wordt berekend op basis van verschillende componenten. Bij de componentscore voor snacks werden abusievelijk bij kinderen van 1 tot 9 jaar de afkappunten voor personen van 9 jaar en ouder gehanteerd in plaats van de leeftijdsspecifieke afkappunten. Dit is aangepast. Hierdoor zijn de cijfers over de totale voedingsscore (hoog, midden, laag en de gemiddelde voedingsscore) iets gewijzigd.
Frequentie: per jaar, periode: 2014-2023

Cijfers over 2022 en 2023, met name overige transitorische posten, zijn aangepast als gevolg van actuele informatie over de overheidsfinanciën.
Frequentie: per kwartaal, periode: 1995 - 2023, KwI 1999 - KwII 2024

Cijfers over 2022 en 2023 zijn aangepast als gevolg van actuele informatie over de overheidsfinanciën. De aanpassingen werken door in het overheidssaldo en diverse andere kerncijfers van de overheid.
Frequentie: per kwartaal, periode: 1995 - 2023, KwI 1999 - KwII 2024

Cijfers over 2022, met name belasting op inkomen en het vorderingensaldo van de overheid, zijn aangepast als gevolg van actuele informatie over de overheidsfinanciën.
Frequentie: per kwartaal, periode: 1995 - 2023, KwI 1999 - KwII 2024

Cijfers over 2022 en 2023 zijn aangepast als gevolg van actuele informatie over de overheidsfinanciën. De aanpassingen werken door in het overheidssaldo en diverse andere kerncijfers van de overheid.
Frequentie: per kwartaal, periode: Kw1 1999 - Kw2 2024

Cijfers over 2022 zijn aangepast als gevolg van geactualiseerde informatie over de Solidariteitsbijdrage.
Frequentie: per kwartaal, periode: 1995 - 2023; 1999 kw I - 2024 kw II

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn voor de financiële rekeningen van de overheid de jaarcijfers vanaf 1995 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023

Voor 2022 zijn de inkomsten en financiële transacties van de Rijksoverheid bijgesteld als gevolg van geactualiseerde informatie over de Solidariteitsbijdrage.
Frequentie: per kwartaal, periode: 1995 - 2023; 1999 kw I - 2024 kw II

De nader voorlopige cijfers over 2020-2022 toegevoegd. Daarnaast was in de perioden 2016-2018 en 2018-2020 in het cijfer over samenwerkende innovatoren per abuis ook niet-innovatie gerelateerde samenwerking meegenomen. Hierdoor was het genoemde cijfer te hoog. Dit is nu gecorrigeerd en de juiste cijfers zijn gepubliceerd. De overige cijfers voor de genoemde perioden zijn ongewijzigd.
Frequentie: per twee jaar, periode: 1994-2022

Het CBS heeft recentelijk van de RDW een nieuwe variabele ontvangen, die beter aangeeft of een hybride voertuig een HEV of een PHEV is. Een HEV (hybride elektrisch) is een voertuig met een brandstofmotor die ondersteund wordt door een elektromotor. Het voertuig heeft geen stekker en kan niet extern worden opgeladen. Een PHEV (plug-in hybride) is een elektrisch voertuig dat een elektromotor combineert met een brandstofmotor. De batterij van het voertuig kan met een stekker worden opgeladen bij een extern oplaadpunt. Door het ontvangen van de nieuwe variabele zijn we erachter gekomen dat bij een gedeelte van de hybride voertuigen de tweede brandstofsoort (elektrisch) in het RDW register ontbrak, waardoor deze groep voertuigen onterecht niet bij de groep elektrische voertuigen is opgenomen. Door deze correctie krijgen ongeveer 4000 voertuigen in 2023 en 3000 voertuigen in 2024 een andere hoofdbrandstof. Met als gevolg dat het aantal elektrische voertuigen in het motorvoertuigenpark (personenauto’s en bestelauto’s) toeneemt en het aantal voertuigen met andere brandstofsoorten in gelijke aantallen afneemt.
Frequentie: per jaar, periode: 2019-2024

Het CBS heeft recentelijk van de RDW een nieuwe variabele ontvangen, die beter aangeeft of een hybride voertuig een HEV of een PHEV is. Een HEV (hybride elektrisch) is een voertuig met een brandstofmotor die ondersteund wordt door een elektromotor. Het voertuig heeft geen stekker en kan niet extern worden opgeladen. Een PHEV (plug-in hybride) is een elektrisch voertuig dat een elektromotor combineert met een brandstofmotor. De batterij van het voertuig kan met een stekker worden opgeladen bij een extern oplaadpunt. Door het ontvangen van de nieuwe variabele zijn we erachter gekomen dat bij een gedeelte van de hybride voertuigen de tweede brandstofsoort (elektrisch) in het RDW register ontbrak, waardoor deze groep voertuigen onterecht niet bij de groep elektrische voertuigen is opgenomen. Door deze correctie krijgen ongeveer 4000 voertuigen in 2023 en 3000 voertuigen in 2024 een andere hoofdbrandstof. Met als gevolg dat het aantal elektrische voertuigen in het motorvoertuigenpark (personenauto’s en bestelauto’s) toeneemt en het aantal voertuigen met andere brandstofsoorten in gelijke aantallen afneemt.
Frequentie: per jaar, periode: 2019-2024

Voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. Verslagjaar 2022 is geactualiseerd. Er is op basis van nieuwe bronnen (waaronder maanddata van elektriciteit- en gasverbruik) een nieuwe methode ontwikkeld om het type hoofdverwarming per woning te identificeren. Deze nieuwe methode is toegepast op de verslagjaren 2022 en 2023; voor eerdere jaren is gebruik gemaakt van de oude methode omdat de vereiste bronnen niet voor die jaren beschikbaar zijn. De temperatuurgecorrigeerde aardgasleveringen zijn in deze publicatie voor alle verslagjaren berekend op basis van een nieuwe methode die recent ontwikkeld is vanuit de Klimaat- en Energieverkenning in 2024. De temperatuurgecorrigeerde aardgasleveringen vallen daardoor hoger uit in de jaren 2019-2021 en met name ook in 2022 ten opzichte van wat eerder gerapporteerd was. Over deze methodewijziging volgt eind 2024 een toelichting.
Frequentie: per jaar, periode: 2019-2023

De cijfers over 2023 zijn gecorrigeerd voor de huwende personen. Per abuis waren de personen die een partnerschap zijn aangegaan meegeteld. Dit is in deze versie van de tabel hersteld. De correctie heeft geen gevolgen voor de data in de overige perioden in de tabel.
Frequentie: per jaar, periode: 1996 - 2023

De cijfers over 2023 zijn gecorrigeerd. Per abuis waren de personen die een partnerschap zijn aangegaan meegeteld. Dit is in deze versie van de tabel hersteld. De correctie heeft geen gevolgen voor de data in de overige perioden in de tabel.
Frequentie: per jaar, periode: 1950 - 2023

Voor de berekening van de vleesproductie (rund-, varkens, en kippenvlees) worden karkasgewichten gebruikt. Deze gewichten bleken te laag te zijn. Voor de cijfers van 2023 was al wel het nieuwe karkasgewicht gebruikt. Nu worden de cijfers vanaf rapportagejaar 2015 tot en met 2022 aangepast.
Frequentie: per jaar, periode: 2015 - 2023

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2011 - 2022

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2011 - 2022

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2011 - 2022

De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
Frequentie: per jaar, periode: 2012 - 2022

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers vanaf 1995 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers vanaf 1995 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 1995 - 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers voor de ICT statistieken zijn samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers voor specifiek kleine bedrijven (2 tot 10 werkzame personen) uit de financiële sector zijn substantieel aangepast. Voor de breakdowns die deze kleine bedrijven uit de financiële sector bevatten heeft dit ook een beperkt effect. De macro cijfers zijn zeer beperkt aangepast door deze correctie.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers voor de ICT statistieken zijn samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers voor specifiek kleine bedrijven (2 tot 10 werkzame personen) uit de financiële sector zijn substantieel aangepast. Voor de breakdowns die deze kleine bedrijven uit de financiële sector bevatten heeft dit ook een beperkt effect. De macro cijfers zijn zeer beperkt aangepast door deze correctie.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers voor de ICT statistieken zijn samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers voor specifiek kleine bedrijven (2 tot 10 werkzame personen) uit de financiële sector zijn substantieel aangepast. Voor de breakdowns die deze kleine bedrijven uit de financiële sector bevatten heeft dit ook een beperkt effect. De macro cijfers zijn zeer beperkt aangepast door deze correctie.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers voor de ICT statistieken zijn samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers voor specifiek kleine bedrijven (2 tot 10 werkzame personen) uit de financiële sector zijn substantieel aangepast. Voor de breakdowns die deze kleine bedrijven uit de financiële sector bevatten heeft dit ook een beperkt effect. De macro cijfers zijn zeer beperkt aangepast door deze correctie.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de cijfers voor de ICT statistieken zijn samengesteld, is helaas geconstateerd dat de gepubliceerde cijfers voor de verslagperiode 2023 door een technische fout niet correct zijn. De cijfers voor specifiek kleine bedrijven (2 tot 10 werkzame personen) uit de financiële sector zijn substantieel aangepast. Voor de breakdowns die deze kleine bedrijven uit de financiële sector bevatten heeft dit ook een beperkt effect. De macro cijfers zijn zeer beperkt aangepast door deze correctie.
Frequentie: per jaar, periode: 2023

In verslagjaar 2020 was per abuis een correctie van 6 miljoen euro niet meegenomen bij de vlottende schuld en daardoor ook bij de totale schuld.
Frequentie: per jaar, periode: 1900 - 2022

De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. . De cijfers van 2020 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd. Het voornemen is om ook de cijfers voor 2019 in het tweede kwartaal van 2024 te corrigeren.
Frequentie: onregelmatig, periode: 2021

De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. . De cijfers van 2020 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd. Het voornemen is om ook de cijfers voor 2019 in het tweede kwartaal van 2024 te corrigeren.
Frequentie: onregelmatig, periode: 2020

De cijfers van 2013 tot en met 2018 zijn gereviseerd in lijn met het revisiebeleid van de COFOG-gerelateerde statistieken en de Nationale Rekeningen. De cijfers van 2019 tot en met 2021 zijn toegevoegd.
Frequentie: per jaar, periode: 2013-2021

In de vorige versie van deze tabel waren per abuis de gegevens over verslagjaar 2014 niet alleen voor 2014, maar ook bij verslagjaar 2012 opgenomen. Dit is nu gecorrigeerd.
Frequentie: per jaar, periode: 2012-2021

Voor de jaren 2020 en 2021 zijn de cijfers voor de Europese Unie (exclusief Nederland) gecorrigeerd. Het aantal banen van in het Verenigd Koninkrijk geboren werknemers werden bij de Europese Unie geteld terwijl het Verenigd Koninkrijk op 31 januari 2020 de Europese Unie heeft verlaten.
Frequentie: per jaar, periode: 2010 - 2022

In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers 2018 en 2019 herzien.
Frequentie: per jaar, periode: 2017 - 2021

De opbrengsten in 2020 van particuliere boseigenaren is bijgesteld van een geschat cijfer van 4.3 miljoen euro naar een definitief cijfer van 7.6 miljoen euro. De opbrengsten van particuliere boseigenaren waren in 2020 relatief hoog.
Frequentie: per jaar, periode: 1999 - 2021

De cijfers over "ICT en het milieu" bij ZZP'ers zijn aangepast. In deze module is per abuis een technische fout geconstateerd. Dat is nu hersteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De cijfers over "ICT en het milieu" bij ZZP'ers zijn aangepast. In deze module is per abuis een technische fout geconstateerd. Dat is nu hersteld.
Frequentie: per jaar, periode: 2022

De cijfers over de jaren 2015-2020 zijn gereviseerd. Definitieve cijfers zijn toegevoegd over 2021, nader voorlopige cijfers zijn toegevoegd over 2022. De revisies hebben betrekking op de invoering van een verbeterde analysemethode in 2022, welke is teruggelegd naar de voorgaande jaren. Verder zijn gegevens van een beperkt aantal bedrijven op basis van nieuwe inzichten gereviseerd. De aanpassingen zijn in het algemeen klein, de aanpassing van de totale productie en inzetten van de diverse energiedragers is in alle jaren kleiner dan 1 procent.
Frequentie: per jaar, periode: 1998 - 2022