Windenergie op land; productie en capaciteit per provincie
Regio's | Perioden | Windmolens In gebruik genomen windmolens (aantal) | Windmolens Uit gebruik genomen windmolens (aantal) | Windmolens Opgestelde windmolens einde van jaar (aantal) | Rotoroppervlak In gebruik genomen rotoroppervlak (1 000 m2) | Rotoroppervlak Uit gebruik genomen rotoroppervlak (1 000 m2) | Rotoroppervlak Opgesteld rotoroppervlak einde jaar (1 000 m2) | Elektrisch vermogen In gebruik genomen vermogen (megawatt) | Elektrisch vermogen Uit gebruik genomen vermogen (megawatt) | Elektrisch vermogen Opgesteld vermogen einde jaar (megawatt) | Elektriciteitsproductie Genormaliseerde productie (mln kWh) | Elektriciteitsproductie Niet-genormaliseerde productie (mln kWh) | Elektriciteitsproductie Productiefactor (%) | Elektriciteitsproductie Productie per rotoroppervlak (kWh per m2) | Elektriciteitsproductie Aantal vollasturen (uur) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederland | 2022 | 257 | 119 | 2.446 | 3.522 | 323 | 17.099 | 1.085 | 141 | 6.131 | 12.957 | 13.440 | 27,3 | 873 | 2.388 |
Nederland | 2023** | 125 | 14 | 2.557 | 2.201 | 48 | 19.252 | 655 | 29 | 6.757 | 15.767 | 17.814 | 31,5 | 975 | 2.756 |
Groningen (PV) | 2022 | 26 | 4 | 284 | 367 | 13 | 2.238 | 115 | 6 | 839 | 1.970 | 2.043 | 29,1 | 964 | 2.548 |
Groningen (PV) | 2023** | 6 | 0 | 290 | 83 | 0 | 2.321 | 29 | 0 | 868 | 2.049 | 2.315 | 31,2 | 1.022 | 2.731 |
Fryslân (PV) | 2022 | 11 | 9 | 370 | 135 | 3 | 1.803 | 44 | 1 | 619 | 1.619 | 1.679 | 32,3 | 974 | 2.832 |
Fryslân (PV) | 2023** | 0 | 0 | 370 | 0 | 0 | 1.803 | 0 | 0 | 619 | 1.695 | 1.915 | 35,3 | 1.061 | 3.094 |
Drenthe (PV) | 2022 | 7 | 0 | 68 | 94 | 0 | 824 | 25 | 0 | 246 | 620 | 643 | 32,9 | 870 | 2.882 |
Drenthe (PV) | 2023** | 7 | 0 | 75 | 94 | 0 | 919 | 25 | 0 | 271 | 695 | 786 | 33,0 | 854 | 2.895 |
Overijssel (PV) | 2022 | 0 | 0 | 29 | 0 | 0 | 198 | 0 | 0 | 74 | 149 | 155 | 23,7 | 778 | 2.078 |
Overijssel (PV) | 2023** | 3 | 0 | 32 | 44 | 0 | 243 | 13 | 0 | 87 | 166 | 188 | 27,2 | 877 | 2.383 |
Flevoland (PV) | 2022 | 90 | 76 | 627 | 1.386 | 221 | 4.232 | 392 | 93 | 1.584 | 2.933 | 3.043 | 24,0 | 827 | 2.105 |
Flevoland (PV) | 2023** | 75 | 13 | 689 | 1.473 | 48 | 5.657 | 436 | 28 | 1.992 | 4.045 | 4.570 | 29,6 | 937 | 2.593 |
Gelderland (PV) | 2022 | 17 | 0 | 78 | 187 | 0 | 711 | 64 | 0 | 234 | 439 | 455 | 23,7 | 681 | 2.074 |
Gelderland (PV) | 2023** | 3 | 0 | 81 | 40 | 0 | 751 | 13 | 0 | 247 | 553 | 624 | 29,6 | 856 | 2.597 |
Utrecht (PV) | 2022 | 0 | 0 | 16 | 0 | 0 | 113 | 0 | 0 | 34 | 76 | 78 | 26,3 | 693 | 2.301 |
Utrecht (PV) | 2023** | 0 | 0 | 16 | 0 | 0 | 113 | 0 | 0 | 34 | 83 | 94 | 31,3 | 827 | 2.745 |
Noord-Holland (PV) | 2022 | 20 | 6 | 330 | 146 | 9 | 1.932 | 52 | 4 | 700 | 1.788 | 1.855 | 30,7 | 974 | 2.691 |
Noord-Holland (PV) | 2023** | 0 | 1 | 329 | 0 | 0 | 1.932 | 0 | 0 | 700 | 1.834 | 2.072 | 33,8 | 1.072 | 2.961 |
Zuid-Holland (PV) | 2022 | 62 | 23 | 224 | 845 | 73 | 2.161 | 282 | 35 | 767 | 1.314 | 1.363 | 26,4 | 848 | 2.312 |
Zuid-Holland (PV) | 2023** | 2 | 0 | 226 | 21 | 0 | 2.183 | 7 | 0 | 775 | 1.955 | 2.208 | 32,8 | 1.018 | 2.871 |
Zeeland (PV) | 2022 | 5 | 0 | 248 | 54 | 0 | 1.498 | 17 | 0 | 566 | 1.248 | 1.295 | 26,2 | 868 | 2.299 |
Zeeland (PV) | 2023** | 10 | 0 | 258 | 131 | 0 | 1.630 | 45 | 0 | 611 | 1.466 | 1.656 | 31,5 | 1.035 | 2.759 |
Noord-Brabant (PV) | 2022 | 10 | 1 | 144 | 175 | 1 | 1.016 | 53 | 1 | 353 | 594 | 616 | 23,1 | 719 | 2.025 |
Noord-Brabant (PV) | 2023** | 16 | 0 | 160 | 280 | 0 | 1.296 | 76 | 0 | 428 | 934 | 1.055 | 28,9 | 842 | 2.534 |
Limburg (PV) | 2022 | 9 | 0 | 28 | 128 | 0 | 367 | 41 | 0 | 114 | 207 | 215 | 27,2 | 721 | 2.381 |
Limburg (PV) | 2023** | 3 | 0 | 31 | 32 | 0 | 399 | 11 | 0 | 125 | 293 | 331 | 30,5 | 833 | 2.672 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
In deze tabel zijn cijfers per provincie opgenomen over de capaciteit van windmolens en de gerealiseerde elektriciteitsproductie. De gegevens zijn exclusief de in zee opgestelde windmolens.
Gegevens beschikbaar vanaf:
1990, jaarlijks
Status van de cijfers:
Deze tabel geeft definitieve cijfers tot en met 2022 en nader voorlopige cijfers over 2023.
Wijzigingen per november 2024:
De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten. Hierdoor zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee ook op de genormaliseerde productie.
Wijzigingen per juni 2024:
Nader voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers:
Nader voorlopige cijfers over het voorafgaande jaar verschijnen elk jaar in juni. Deze cijfers worden daarna bijgesteld in december en blijven nader voorlopig.
Definitieve cijfers verschijnen in december in tweede jaar na het verslagjaar.
Toelichting onderwerpen
- Windmolens
- In gebruik genomen windmolens
- Het aantal windmolens dat in het verslagjaar in gebruik is genomen.
- Uit gebruik genomen windmolens
- Het aantal windmolens dat in het verslagjaar uit gebruik is genomen en als verwijderd wordt beschouwd.
- Opgestelde windmolens einde van jaar
- Het aantal windmolens dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is.
- Rotoroppervlak
- Het totale oppervlak dat door de draaiende wieken van de molens bestreken wordt.
- In gebruik genomen rotoroppervlak
- Het rotororoppervlak dat in het verslagjaar in gebruik is genomen.
- Uit gebruik genomen rotoroppervlak
- Het rotoroppervlak dat in het verslagjaar uit gebruik is genomen en als verwijderd wordt beschouwd.
- Opgesteld rotoroppervlak einde jaar
- Het rotoroppervlak dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is.
- Elektrisch vermogen
- De hoeveelheid elektriciteit die de windmolens onder optimale omstandigheden kunnen produceren per tijdseenheid (bijvoorbeeld per uur).
- In gebruik genomen vermogen
- Het elektrisch vermogen dat in het verslagjaar in gebruik is genomen.
- Uit gebruik genomen vermogen
- Het elektrisch vermogen dat in het verslagjaar uit gebruik is genomen en als verwijderd wordt beschouwd.
- Opgesteld vermogen einde jaar
- Het elektrisch vermogen dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is.
- Elektriciteitsproductie
- Binnenlandse productie van hernieuwbare elektriciteit.
- Genormaliseerde productie
- De genormaliseerde bruto elektriciteitsproductie is uitgerekend volgens definities uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie. Het doel is de productie te corrigeren voor veranderingen in weersomstandigheden, en daarmee de fluctuaties in het windaanbod te neutraliseren. De genormaliseerde productie voor alle windenergie in Nederland in een bepaald verslagjaar wordt als volgt berekend: het gemiddelde van de capaciteit aan het begin en einde van een verslagjaar vermenigvuldigd met de gemiddelde productie per eenheid capaciteit in de afgelopen vijf jaar. Vanaf verslagjaar 2021 wordt deze berekening apart gedaan voor wind op land en wind op zee. Zie voor een rekenvoorbeeld Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie RVO CBS.
- Niet-genormaliseerde productie
- Daadwerkelijke (gemeten) hernieuwbare bruto elektriciteitsproductie in een verslagperiode, niet gecorrigeerd voor weersomstandigheden.
- Productiefactor
- De gerealiseerde productie gedeeld door de maximale productie berekend op basis van de capaciteit van de windmolens. In perioden met meer wind is de productiefactor hoger. Bij de berekening van de maximale productie telt het vermogen van de windmolens naar rato van het aantal maanden in een jaar dat de windmolens in gebruik zijn. De productiefactor is recht evenredig met het aantal vollasturen.
- Productie per rotoroppervlak
- De elektriciteitsproductie per rotoroppervlak is berekend door de productie te delen door het gemiddelde rotoroppervlak gedurende een jaar. Het gemiddelde rotoroppervlak gedurende een jaar is berekend als het gemiddelde van de rotoroppervlakten aan het einde van elke maand, waarbij gewogen is met het aantal dagen per maand.
- Aantal vollasturen
- Het aantal uren per jaar dat de windmolens op vol vermogen zouden moeten draaien om de gerealiseerde productie te halen. Bij de berekening van het aantal vollasturen telt het vermogen van de windmolens naar rato van de periode in een jaar dat de windmolens in gebruik zijn. Het aantal vollasturen is recht evenredig met de productiefactor.