Overheidsuitgaven en bestedingen; functies, transacties, overheidssectoren

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Transacties Overheidsfuncties Perioden Overheidsuitgaven en bestedingen (mln euro)
Totaal overheidsuitgaven Totaal 1995 180.812
2000 195.393
2005 240.167
2010 314.223
2015 316.389
2018 334.143
2019 349.318
2020 390.377
2021 409.171
2022 429.746
2023* 461.217
1. Algemeen overheidsbestuur 1995 30.191
2000 32.045
2005 33.070
2010 36.377
2015 33.624
2018 31.224
2019 31.941
2020 34.028
2021 33.997
2022 36.190
2023* 38.198
1.7 Verrichtingen overheidsschuld 1995 18.208
2000 15.977
2005 12.873
2010 12.599
2015 10.457
2018 7.971
2019 7.418
2020 6.753
2021 5.889
2022 6.096
2023* 7.271
2. Landsverdediging 1995 6.090
2000 6.601
2005 6.719
2010 8.133
2015 7.697
2018 8.664
2019 10.151
2020 10.821
2021 11.177
2022 12.818
2023* 14.355
3. Openbare orde en veiligheid 1995 4.642
2000 6.722
2005 9.503
2010 12.365
2015 13.005
2018 14.111
2019 14.925
2020 16.020
2021 16.883
2022 17.909
2023* 19.484
4. Economische aangelegenheden 1995 16.891
2000 23.418
2005 28.018
2010 37.182
2015 30.724
2018 33.017
2019 34.111
2020 54.237
2021 55.257
2022 55.970
2023* 54.626
5. Milieubescherming 1995 5.289
2000 6.692
2005 8.620
2010 10.347
2015 9.354
2018 10.685
2019 11.136
2020 11.978
2021 12.519
2022 13.767
2023* 15.753
6. Huisvesting en gemeenschapsvoorzien.. 1995 18.062
2000 2.643
2005 2.410
2010 4.307
2015 3.454
2018 3.419
2019 3.870
2020 3.822
2021 4.501
2022 6.193
2023* 6.287
7. Volksgezondheid 1995 15.432
2000 20.930
2005 29.529
2010 49.575
2015 53.261
2018 56.886
2019 59.868
2020 66.321
2021 73.736
2022 71.321
2023* 74.926
8. Recreatie, cultuur en religie 1995 4.036
2000 5.797
2005 7.649
2010 9.578
2015 8.704
2018 9.566
2019 9.621
2020 10.041
2021 10.410
2022 11.154
2023* 11.927
9. Onderwijs 1995 16.890
2000 21.506
2005 28.425
2010 36.006
2015 36.290
2018 39.141
2019 40.534
2020 41.739
2021 44.201
2022 48.326
2023* 52.289
10. Sociale bescherming 1995 63.289
2000 69.039
2005 86.224
2010 110.353
2015 120.276
2018 127.430
2019 133.161
2020 141.370
2021 146.490
2022 156.098
2023* 173.372
10.1 Ziekte en arbeidsongeschiktheid 1995 21.772
2000 23.729
2005 30.415
2010 34.255
2015 31.954
2018 34.173
2019 35.899
2020 38.111
2021 39.540
2022 41.788
2023* 47.509
10.2 Ouderdom 1995 20.049
2000 23.465
2005 30.109
2010 39.546
2015 45.035
2018 48.425
2019 50.857
2020 53.469
2021 56.176
2022 58.010
2023* 63.215
10.5 Werkloosheid 1995 6.034
2000 5.276
2005 7.109
2010 8.091
2015 10.413
2018 7.943
2019 7.568
2020 8.045
2021 7.294
2022 6.100
2023* 6.932
P3 Consumptieve bestedingen Totaal 1995 73.583
2000 92.704
2005 123.401
2010 168.710
2015 173.811
2018 190.649
2019 202.262
2020 209.743
2021 226.371
2022 241.898
2023* 264.091
1. Algemeen overheidsbestuur 1995 5.107
2000 6.321
2005 7.928
2010 9.845
2015 9.612
2018 10.191
2019 10.958
2020 11.497
2021 11.700
2022 11.736
2023* 12.846
1.7 Verrichtingen overheidsschuld 1995 575
2000 428
2005 413
2010 513
2015 1.086
2018 841
2019 972
2020 1.094
2021 1.048
2022 446
2023* -38
2. Landsverdediging 1995 6.312
2000 6.501
2005 7.121
2010 7.596
2015 7.657
2018 8.506
2019 8.999
2020 9.058
2021 9.283
2022 10.442
2023* 11.550
3. Openbare orde en veiligheid 1995 4.179
2000 5.996
2005 8.754
2010 11.322
2015 12.096
2018 13.398
2019 14.078
2020 15.077
2021 16.001
2022 16.959
2023* 18.424
4. Economische aangelegenheden 1995 8.471
2000 10.273
2005 12.265
2010 14.131
2015 14.779
2018 16.152
2019 16.926
2020 18.533
2021 20.005
2022 21.973
2023* 24.520
5. Milieubescherming 1995 2.648
2000 3.372
2005 4.442
2010 5.694
2015 6.110
2018 6.720
2019 7.020
2020 7.440
2021 7.822
2022 8.645
2023* 9.837
6. Huisvesting en gemeenschapsvoorzien.. 1995 1.548
2000 1.869
2005 2.327
2010 3.036
2015 2.766
2018 2.712
2019 2.973
2020 3.084
2021 3.383
2022 3.629
2023* 4.304
7. Volksgezondheid 1995 14.557
2000 19.775
2005 27.687
2010 45.948
2015 48.701
2018 52.291
2019 55.253
2020 55.638
2021 63.716
2022 64.466
2023* 68.975
8. Recreatie, cultuur en religie 1995 2.648
2000 3.191
2005 4.154
2010 5.326
2015 4.929
2018 5.618
2019 5.845
2020 6.194
2021 6.291
2022 6.664
2023* 7.145
9. Onderwijs 1995 13.611
2000 16.949
2005 23.175
2010 30.076
2015 30.240
2018 32.810
2019 34.327
2020 35.657
2021 37.574
2022 42.035
2023* 44.731
10. Sociale bescherming 1995 14.502
2000 18.457
2005 25.548
2010 35.736
2015 36.921
2018 42.251
2019 45.883
2020 47.565
2021 50.596
2022 55.349
2023* 61.759
10.1 Ziekte en arbeidsongeschiktheid 1995 5.840
2000 7.730
2005 11.212
2010 13.292
2015 11.236
2018 12.715
2019 13.728
2020 14.218
2021 15.085
2022 16.310
2023* 17.917
10.2 Ouderdom 1995 3.939
2000 3.485
2005 5.305
2010 8.318
2015 7.873
2018 8.773
2019 9.808
2020 10.237
2021 11.353
2022 12.236
2023* 13.673
10.5 Werkloosheid 1995 749
2000 867
2005 1.374
2010 1.700
2015 1.749
2018 1.634
2019 1.743
2020 1.815
2021 1.931
2022 1.914
2023* 2.054
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de uitgaven en consumptieve bestedingen van de sector overheid naar overheidsfunctie. De indeling van de overheidsfuncties is vastgelegd in de 'Classification of the Functions of Government' (COFOG 99). Op basis van de COFOG-indeling wordt de verdeling naar collectieve en individualiseerbare overheidsconsumptie bepaald. De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. Er kunnen kleine tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn.

De gegevens in deze tabel zijn geconsolideerd. Dat wil zeggen dat onderlinge stromen worden geëlimineerd. Als gevolg daarvan tellen de uitgaven en inkomsten van de subsectoren niet op tot de totale uitgaven en inkomsten van de overheid. Betalingen van bijvoorbeeld het Rijk aan de gemeenten maken deel uit van de uitgaven van het Rijk en de inkomsten van gemeenten. Voor de uitgaven en inkomsten van de overheid totaal tellen deze onderlinge stromen echter niet mee. Omdat het betalingen van de overheid aan de overheid zijn.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
Het meest recente verslagjaar 2023 heeft de status voorlopig, de verslagjaren 2022 en eerder hebben de status definitief.

Wijzigingen per 29 november 2024:
De voorlopige cijfers voor 2023 zijn opgenomen.
De cijfers voor 2022 zijn bijgesteld naar definitief.
In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers van 1995 tot en met 2021 herzien.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden in de tweede helft van het jaar na het laatste verslagjaar als voorlopige cijfers gepubliceerd. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande ververslagjaar bijgesteld naar definitieve cijfers. Ook is het mogelijk dat een deel van de definitieve cijfers worden gereviseerd. Informatie over het revisiebeleid van Nationale rekeningen is te vinden onder paragraaf 3 'relevante artikelen'.

Toelichting onderwerpen

Overheidsuitgaven en bestedingen
Overheidsuitgaven en consumptieve bestedingen.

De uitgaven van de sector overheid bestaan uit intermediair verbruik, beloning van werknemers, betaalde rente, sociale uitkeringen en (aangekochte) natura overdrachten, betaalde subsidies, overige lopende uitgaven en overige kapitaaluitgaven.
Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken.

De overheidsconsumptie wordt berekend uit de output minus verkoop van goederen en diensten plus de sociale overdrachten in natura via marktproducenten. Output van de overheid wordt bepaald vanuit de som van de kosten: Beloning van werknemers, intermediair verbruik, afschrijvingen, betaalde niet-productgebonden belastingen minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies.