Arbeidsparticipatie naar regio

De nettoarbeidsparticipatie kwam in het derde kwartaal van 2024 uit op 73,2 procent, net als een jaar eerder in het derde kwartaal van 2023. Sinds 2013 had van alle provincies Utrecht verhoudingsgewijs de meeste inwoners van 15 tot 75 jaar met betaald werk. Onder inwoners van Groningen, Drenthe en Limburg was de arbeidsdeelname relatief laag.

Hoogste nettoarbeidsparticipatie in Utrecht

Utrecht is de provincie met het hoogste percentage werkenden ten opzichte van het totaal aantal personen tussen de 15 en 75 jaar. In het derde kwartaal van 2024 bedroeg de nettoarbeidsparticipatie onder inwoners van Utrecht 76,3 procent. Op enige afstand volgden Flevoland (74,2 procent) en Noord-Brabant (74,0 procent). De arbeidsparticipatie was in het derde kwartaal van 2024 het laagst in Limburg (69,2 procent), Drenthe (70,6 procent) en Groningen (70,8 procent).

Arbeidsparticipatie afgelopen jaar meest gedaald in Drenthe

De nettoarbeidsparticipatie in Nederland was in het derde kwartaal van 2024 gelijk aan de arbeidsdeelname een jaar eerder. In zes van de twaalf provincies daalde het aantal werkenden als percentage van het totaal aantal 15- tot 75-jarigen, in zes steeg ze. Het percentage werkenden daalde het meest in de provincies Drenthe (-1,2 procentpunt) en Groningen (-0,7 procentpunt). Ze steeg vooral in Utrecht (0,7 procentpunt) en Friesland (0,5 procentpunt).

Utrecht koploper sinds 2013

Ook over een langere periode bezien verschilt het niveau van de nettoarbeidsparticipatie tussen inwoners van verschillende provincies. Sinds 2013 was de arbeidsdeelname in alle jaren het hoogst in Utrecht en het laagst in Limburg en Groningen. Voor alle provincies geldt dat de arbeidsdeelname in de jaren 2013-2023 is toegenomen. In 2020, ten tijde van corona, daalde de arbeidsparticipatie in de meeste provincies, maar niet in Gelderland, Zeeland en Flevoland.

Bronnen

StatLine - Arbeidsdeelname; provincie