1. Inleiding
De omvang van de sterfte in Nederland wordt voor een groot deel bepaald door de grootte en de leeftijdsamenstelling van de bevolking. Door de vergrijzing van de bevolking neemt het aantal overledenen elk jaar toe, met jaarlijkse fluctuaties. In 2014 overleden 139 duizend inwoners van Nederland, in 2019 waren dat er 152 duizend.
De coronapandemie leidde in 2020 en 2021 tot een stijging van het aantal overledenen naar respectievelijk 169 duizend en 171 duizend. In 2022 en 2023 was het aantal COVID-19-gerelateerde sterfgevallen lager, en de totale sterfte bleef rond de 170 duizend. In 2024 overleden 172 duizend mensen. In de jaren 2020 tot en met 2022 overleden naar schatting 10 procent meer mensen dan wanneer er geen coronapandemie was geweest (CBS, 2023a).
In mei 2023 verklaarde de WHO dat COVID-19 geen noodsituatie meer is op het gebied van de volksgezondheid (WHO, 2023). Maar de sterfte is wel hoger dan voor de pandemie voor de jaren 2023 en 2024 werd verwacht (CBS, 2019b).
De belangrijkste vragen die in deze publicatie worden beantwoord zijn:
- Hoe zien de ontwikkeling van de sterfte en doodsoorzaken er in het afgelopen decennium uit?
- Welke veranderingen in trends van verschillende doodsoorzaken zijn zichtbaar tijdens en kort na de coronapandemie?