2. Data en methode
Voor dit artikel zijn de volgende twee bronnen gebruikt: de Statistiek Vakbewegingen en de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA).
Statistiek Vakbewegingen
De cijfers over het aantal vakbondsleden tot en met 2023 (peildatum 31 maart) in hoofdstuk 3 komen uit de Statistiek Vakbewegingen, een tweejaarlijkse enquête onder alle vakbonden in Nederland. Leden van een vakbond kunnen werknemers zijn maar ook zelfstandigen, werklozen of personen die behoren tot de beroepsbevolking. Het doel van het onderzoek Vakbeweging is het verzamelen van gegevens over vakverenigingen in Nederland, onder andere het aantal aangesloten leden uitgesplitst naar geslacht en leeftijd. Het CBS houdt een lijst bij van vakverenigingen in Nederland. De verzameling van de gegevens vindt plaats via een enquête bij alle vakverenigingen. Vanaf 1901 is informatie over het aantal leden van vakverenigingen beschikbaar. Informatie over geslacht, leeftijd en aansluiting bij een van de vakcentrales is samengesteld vanaf verslagjaar 1999. Vanaf 2018 wordt de enquête eens in de twee jaar gehouden. In de periode 2005-2017 was dit jaarlijks en tussen 1967-2005 was dit ook eens in de twee jaar. Daarvoor was het een jaarlijks onderzoek, uitgezonderd de perioden 1942-1945 en 1965-1966. In de onderzoeksbeschrijving Vakbeweging staat een gedetailleerdere beschrijving van de onderzoeksopzet.
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA)
De gegevens over de organisatiegraad van werknemers in dit artikel (2018 tot en met 2022) komen uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO. Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van arbeidsomstandigheden, -ongevallen, -inhoud, -verhoudingen en -voorwaarden van werknemers in Nederland. De brutosteekproef bedroeg in 2022 ruim 175 duizend werknemers van 15 tot 75 jaar die in Nederland wonen en werken. Hiervan vulden circa 61 duizend werknemers een geldige vragenlijst in op internet. De waarneming voor de NEA vindt jaarlijks plaats van eind september tot en met december. De steekproef wordt door middel van poststratificatie gewogen naar geslacht, leeftijd, bedrijfstak, herkomst, regio, stedelijkheid en onderwijsniveau. In de onderzoeksbeschrijving van de NEA 2022 staat een gedetailleerde beschrijving van de onderzoeksopzet. Voor cijfers over het aandeel vakbondsleden onder werknemers zie ook NEA 2022 Resultaten in vogelvlucht.
Vanaf het verslagjaar 2022 verschilt de wijze waarop gegevens voor de NEA zijn verzameld en verwerkt op enkele punten van eerdere verslagjaren. Daardoor zijn de cijfers vanaf 2022 mogelijk niet in alle gevallen vergelijkbaar met de cijfers tot en met 2021. Meer informatie is beschikbaar in de onderzoeksbeschrijving van de NEA 2022.