Profiel van flexwerkers in Nederland, 2003-2019

Databronnen

Het CBS beschikt over verschillende databronnen waarmee gegevens over flexwerkers, zowel flexibele werknemers als zzp’ers, kunnen worden samengesteld. In deze publicatie wordt vooral gebruikgemaakt van de Enquête beroepsbevolking (EBB), de Polisadministratie, de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en de Zelfstandige Enquête Arbeid (ZEA).

De EBB is een onderzoek onder personen. De respondenten worden vijf keer benaderd om vragen te beantwoorden over hun arbeidspositie. Tussen de benaderingen zitten steeds drie maanden. De EBB bevat informatie over zowel flexibele werknemers als zzp’ers.

De Polisadministratie is een register waarin de gegevens van werknemers en hun inkomstenverhoudingen zijn opgenomen die maandelijks met de loonaangifte van de werkgevers aan de Belastingdienst, het UWV en het CBS zijn verstrekt. De Polisadministratie bevat onder andere informatie over banen van flexibele werknemers.

De informatie over flexibele werknemers in de EBB en de Polisadministratie komt niet helemaal overeen. Ten eerste is de informatie over het soort dienstverband niet helemaal gelijk. Op basis van de EBB kan een onderscheid gemaakt worden tussen een tijdelijk dienstverband met uitzicht op vast, een tijdelijke dienstverband langer dan een jaar en een tijdelijke dienstverband korter dan een jaar. Uit de Polisadministratie is alleen bekend of het gaat om een contract voor onbepaalde dan wel bepaalde tijd. Informatie over de afgesproken duur van een contract voor bepaalde tijd is niet beschikbaar in de Polisadministratie. Verder wordt in de EBB, maar niet in de Polisadministratie, nog onderscheid gemaakt tussen een dienstverband met een wekelijks vast aantal uren en een dienstverband met wisselende uren.

Informatie over oproepkrachten en uitzendkrachten is in beide bronnen beschikbaar. Daarnaast verschillen de EBB en de Polisadministratie in de schatting van het aantal en aandeel flexibele werknemers, ook als rekening wordt gehouden met het hierboven genoemde verschillen in de soorten flexwerkers die kunnen worden onderscheiden. De EBB geeft een wat lagere schatting van het aantal en aandeel flexibele werknemers dan de Polisadministratie (Bakker et al., 2020). Informatie over de inkomens van flexwerkers is gebaseerd op de EBB, verrijkt met informatie uit de inkomensstatistiek (CBS, 2020).

Voor informatie over tevredenheid met werkzekerheid, inkomen en leermogelijkheden en informatie over leermogelijkheden op het werk is gebruikgemaakt van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA). De NEA is een enquête van het CBS en TNO onder werknemers en bevat onder andere informatie over het soort dienstverband, baankenmerken en leermogelijkheden op het werk (Hooftman et al., 2019). De ZEA is een onderzoek, uitgevoerd door CBS en TNO, onder zelfstandig ondernemers die winstaangifte doen. Zelfstandigen die inkomsten hebben uit overige arbeid (bijvoorbeeld de freelancers) en de directeur-grootaandeelhouders behoren niet tot de doelpopulatie van de ZEA. De cijfers op basis van de ZEA zijn afkomstig uit Van der Torre et al. (2019).