3. Wie zijn de flexwerkers en wat doen ze?
Tijdelijke werknemers met uitzicht op een vast dienstverband
Werknemers die een tijdelijk dienstverband hebben met uitzicht op een vast contract zijn naar verhouding vaak tussen de 25 en 35 jaar oud. Ruim 40 procent valt binnen deze leeftijdscategorie, tegenover 21 procent in de totale werkzame beroepsbevolking. Vrouwen zijn licht in de meerderheid (53 procent). Werknemers die uitzicht hebben op een vast dienstverband zijn relatief vaak hoog opgeleid (42 procent) en niet geconcentreerd in specifieke bedrijfstakken. De beroepen waarin ze werken komen overeen met die van vaste werknemers. Het vaakst is dit soort flexwerkers te vinden in bedrijfseconomische en administratieve beroepen (meer dan 22 procent), zorg- en welzijnsberoepen (meer dan 15 procent) en commerciële beroepen (13 procent). Zij werken in meerderheid (90 procent) voltijds of hebben een grote deeltijdbaan (vanaf 20 uur per week).Werknemers met lange tijdelijke dienstverbanden
Ruim twee derde van de werknemers met een lang tijdelijk dienstverband is tussen de 15 en 35 jaar oud. De meerderheid (57 procent) is vrouw. Vaker nog dan degenen met uitzicht op een vast dienstverband zijn ze hoog opgeleid (46 procent). Een aanzienlijk deel van deze flexwerkers volgt regulier onderwijs (ruim 37 procent). Het werk kan overigens ook onderdeel zijn van de opleiding, bijvoorbeeld aan de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in het mbo, waar leerlingen meestal een arbeidsovereenkomst hebben bij hun leerbedrijf (Alejandro Perez & Van der Mooren, 2020).Werknemers met lange tijdelijke contracten zijn relatief vaak te vinden in de gezondheids- en welzijnszorg (22 procent) en in het onderwijs (14 procent). Ze zijn werkzaam in pedagogische beroepen, zoals docent (9 procent), en in zorg- en welzijnsberoepen zoals arts, therapeut of specialist (8 procent). Ze werken in meerderheid in deeltijd (61 procent), in zowel kleine (tot 20 uur per week) als grote deeltijdbanen.
Werknemers met korte tijdelijke contracten
Bijna de helft van de werknemers met een kort tijdelijk contract is jonger dan 25 jaar (48 procent). Ook in deze groep is de meerderheid vrouw (56 procent). Ruim een derde van deze flexwerkers is laag opgeleid. In veel gevallen hebben ze hun opleiding nog niet afgerond, bijna 45 procent volgt nog regulier onderwijs. Onder deze flexwerkers zijn relatief veel werkenden met een niet-westerse migratieachtergrond. Meer dan 1 op de 5 heeft een dergelijke achtergrond, tegenover 1 op de 9 van de totale werkzame beroepsbevolking. Meer dan een kwart werkt in de handel, bijvoorbeeld als verkoper (6 procent van de totale groep). Daarnaast werken werknemers met kortlopende tijdelijke contracten vaak als schoonmaker of als hulpkracht in de transport en de logistiek (samen 12 procent). Ook deze groep flexwerkers werkt vaak in deeltijd. Het zijn vooral kleine deeltijdbanen: 27 procent werkt minder dan 12 uur per week en 14 procent werkt tussen de 12 en 20 uur per week.Oproepkrachten en werknemers met wisselende uren
Ook oproepkrachten zijn voor het merendeel vrouw (53 procent). Bijna drie kwart is jonger dan 25 jaar. Ze zijn veelal laag opgeleid (45 procent) en de meerderheid volgt onderwijs (69 procent). Verder valt op dat oproepkrachten relatief vaak een niet-westerse migratieachtergrond hebben (16 procent). Oproepkrachten zijn te vinden in de handel (29 procent) en in de horeca (20 procent). Ze zijn verkoper (17 procent), schoonmaker of keukenhulp (10 procent) of werken als hulpkracht in de bedrijfstak transport en logistiek (16 procent). Meer dan de helft van de oproepkrachten heeft een kleine deeltijdbaan van 12 uur of minder per week.Het profiel van werknemers met wisselende uren komt overeen met dat van de oproepkrachten. Wel zijn degenen met een vast dienstverband en wisselende uren gemiddeld wat ouder en minder vaak onderwijsvolgend.