6. NOW en Tozo, wie maakten gebruik van steunmaatregelen?
Het kabinet heeft eind maart 2020 steunmaatregelen in het leven geroepen om werkgevers en zelfstandigen gedurende de coronacrisis te ondersteunen. Voor werkgevers gaat het om de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). De NOW is bedoeld om werkgevers tegemoet te komen die omzet verliezen, zodat zij hun werknemers kunnen blijven doorbetalen. Daarmee beoogt het kabinet faillissementen en het daarmee gepaard gaande baanverlies te voorkomen, zodat de werkloosheid niet te sterk oploopt. Voor zelfstandigen is er de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De Tozo wordt uitgevoerd door gemeenten en voorziet zelfstandigen in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen.
Van de werknemers in het tweede kwartaal van 2020 was 30,5 procent werkzaam bij een bedrijf dat een NOW1-uitkering heeft ontvangen. Er zijn grote verschillen naar beroep. Dit aandeel was het hoogst onder dienstverlenende beroepen, denk aan reisbegeleiders en aan kappers en schoonheidsspecialisten. Van elke 10 werknemers die in deze beroepsklassen werken, waren er 9 met een werkgever die NOW had ontvangen. Dit geldt ook voor buschauffeurs en trambestuurders, die vallen onder de transport- en logistieke beroepen. Verder was dit aandeel hoog bij de sportinstructeurs (76 procent NOW1). Daarnaast zijn er beroepen waar werknemers niet of nauwelijks te maken hebben gehad met de NOW-regeling. Daarbij gaat het met name om beroepen in de (semi-)overheid als politieagenten, (hoog)leraren en personeel in de zorg.
Hoewel in dienstverlenende en logistieke beroepen als koks, reisbegeleiders en chauffeurs meer dan gemiddeld gebruikgemaakt werd van de NOW1-regeling, was het baanverlies in het tweede kwartaal van 2020 hier in veel gevallen groter dan voorheen. Van de buschauffeurs en trambestuurders raakte bijvoorbeeld 7,2 procent in het tweede kwartaal zonder werk. In hetzelfde kwartaal van 2019 was dat 3,9 procent. Daarnaast was er ondanks een groot aandeel NOW1 een bovengemiddeld baanverlies bij de dienstverlenende beroepen. Gedurende de eerste lockdown waren daar minder werkenden nodig. Bovendien ging het veelal om jongeren met een flexibel contract, die bijvoorbeeld werkten als uitzendkracht of op basis van een tijdelijk contract.
Daarnaast zijn er ook beroepen met werkgevers die relatief veel steun hebben ontvangen in de vorm van NOW1 en waar de uitstroom naar werkloosheid of inactiviteit juist relatief laag was. Dan gaat het bijvoorbeeld om kappers en schoonheidsspecialisten, maar ook om piloten/dekofficieren. Deze scoren relatief hoog als het gaat om aanvragen omtrent NOW (ruim 60 procent), maar in het tweede kwartaal was er geen toename van het percentage mensen die hun baan verloren of stopten met werken.
Beroepsklasse | NOW1 (%) |
---|---|
Dienstverlenende beroepen | 57 |
waaronder | |
Reisbegeleiders | 94 |
Kappers en schoonheidsspecialisten | 93 |
Koks | 84 |
Kelners en barpersoneel | 77 |
Creatieve en taalkundige beroepen | 43 |
waaronder | |
Grafisch vormgevers en productontwerpers | 56 |
Fotografen en interieurontwerpers | 51 |
Transport- en logistiekberoepen | 37 |
waaronder | |
Buschauffeurs en trambestuurders | 94 |
Dekofficieren en piloten | 60 |
Chauffeurs auto's, taxi's en bestelwagens | 52 |
Commerciële beroepen | 37 |
waaronder | |
Callcentermedewerkers outbound en overige verkopers | 52 |
Technische beroepen | 37 |
waaronder | |
Automonteurs | 62 |
Medewerkers drukkerij en kunstnijverheid | 62 |
Overig | 34 |
Managers | 32 |
Bedrijfseconomische en administratieve beroepen | 27 |
ICT beroepen | 23 |
Agrarische beroepen | 21 |
Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen | 10 |
Zorg- en welzijnsberoepen | 9 |
Pedagogische beroepen | 7 |
waaronder | |
Sportinstructeurs | 76 |
1)Naast de 13 beroepsklassen zijn onder 'waaronder' een aantal beroepsgroepen weergegeven waarin veel werkenden zonder werk raakten. *Voorlopige cijfers. |
Tozo meest gebruikt bij dienstverlenende beroepen
Zelfstandigen met een dienstverlenend beroep maakten het vaakst aanspraak op de Tozo-regeling (38 procent), gevolgd door de zelfstandigen met een creatief of taalkundig beroep (34 procent). Hierbij gaat het bij de eersten vooral om koks, kappers en barpersoneel, van wie ongeveer de helft aanspraak heeft gemaakt op deze regeling. Bij de creatieve beroepen gaat het onder meer om beeldend en uitvoerend kunstenaars en fotografen en interieurontwerpers. Daarnaast was het aandeel zelfstandigen dat Tozo heeft aangevraagd ook groot bij ondernemers in de transport- en logistieke beroepen. In de beroepsgroep chauffeurs (taxi) en dergelijke maakten 6 op de 10 zelfstandigen aanspraak op deze regeling.
Beroepsklasse | TOZO (%) |
---|---|
Dienstverlenende beroepen | 37,9 |
Creatieve en taalkundige beroepen | 33,8 |
Transport en logistiek beroepen | 21,5 |
Commerciële beroepen | 18,8 |
Pedagogische beroepen | 17,1 |
Managers | 15,3 |
Bedrijfseconomische en administratieve beroepen | 15,1 |
Technische beroepen | 15,0 |
ICT beroepen | 13,9 |
Overig | 11,5 |
Zorg- en welzijnsberoepen | 11,5 |
Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen | 2,7 |
Agrarische beroepen | 2,1 |
*Voorlopige cijfers. |
Overigens bestaat er een sterke samenhang tussen de afname van het aantal gewerkte uren door zelfstandigen en de aanspraak die is gemaakt op de Tozo. Bij zelfstandigen was de daling van het aantal gewerkte uren in dienstverlenende beroepen het grootst, 22 uur per week, en in dergelijke beroepen werd het vaakst aanspraak gemaakt op de Tozo. En andersom: bij zelfstandigen die in april niet of nauwelijks minder uren werkten, zoals agrarische beroepen en beroepen in het openbaar bestuur, was deze aanspraak ook het laagst. Let wel, deze samenhang is nu bekeken op het niveau van beroepsklassen. In hoeverre er samenhang is tussen gewerkte uren en aanspraak op de Tozo op individueel niveau, is hier niet onderzocht. Voor het bepalen van een dergelijke samenhang is vervolgonderzoek nodig.