5. Werden er minder uren gewerkt tijdens de coronacrisis?
Het arbeidsvolume kan afnemen doordat er minder mensen met betaald werk zijn en doordat werkenden minder uren zijn gaan werken. Het aantal mensen met betaald werk is inderdaad gedaald tijdens de coronacrisis, maar zijn mensen ook minder uren gaan werken? Over de feitelijk gewerkte uren wordt doorgaans per kwartaal gepubliceerd op basis van de Arbeidsrekeningen1) van het CBS. Met behulp van de Enquête beroepsbevolking kunnen ook (niet-seizoengecorrigeerde) maandcijfers2) over het gemiddelde aantal gewerkte uren per werkende worden samengesteld. Op deze manier kan worden bekeken in hoeverre mensen met betaald werk minder uren zijn gaan werken gedurende de coronaperiode. Hiertoe worden de gewerkte uren voor de twaalf maanden van 2020 bepaald. Deze worden vervolgens vergeleken met de gewerkte uren van dezelfde maand in 2019. Hierbij moet worden vermeld dat vanwege de eerder besproken dynamiek in de beroepsbevolking de samenstelling hiervan is veranderd in de loop van 2020, wat van invloed kan zijn op de gemiddeld gewerkte uren.
Maand | Uren per week t.o.v. een jaar eerder (verandering t.o.v. een jaar eerder (feitelijk per week gewerkte uren)) |
---|---|
Jan | -0,4 |
Feb | -0,1 |
Mrt | -0,9 |
Apr | -3,5 |
Mei | -2,6 |
Jun | 0,6 |
Jul | -0,9 |
Aug | 1,0 |
Sep | 0,2 |
Okt | -0,3 |
Nov | -0,4 |
Dec | -0,9 |
In de meeste maanden van 2020 maakten werkenden inderdaad minder uren dan in dezelfde periode een jaar eerder. De gewerkte uren begonnen in maart, bij de aanvang van de eerste lockdown, al wat te dalen. April laat vervolgens het grootste verschil zien ten opzichte van een jaar eerder, en ook in mei was dit verschil relatief groot. In de daaropvolgende maanden van 2020 normaliseerde de situatie enigszins. Maar tegen het einde van 2020 nam het verschil weer toe.
Vooral zelfstandigen gaven in april en mei aan minder uren te hebben gewerkt dan het jaar ervoor. Het ging om gemiddeld 27,7 uur per week in april 2020 tegen 36,9 uur in april 2019. Bij vaste en flexwerknemers waren de verschillen in deze maand veel minder groot, respectievelijk -2,6 uur en -3,3 uur per week. Ook in de laatste maanden van het jaar doet zich bij zelfstandigen een daling van het aantal gewerkte uren voor. Maar het verschil met een jaar eerder is dan minder groot dan in april en mei. Eerder is beschreven dat de daling van het aantal werkenden tijdens de coronaperiode zich vooral voordeed bij flexwerknemers en niet bij zelfstandigen. Deze laatste groep groeide zelfs enigszins. De cijfers over de gewerkte uren nuanceren dit beeld. Weliswaar groeide het aantal zelfstandigen, het aantal uren dat ze werkten is wel fors afgenomen.
Vaste arbeidsrelatie (verandering t.o.v. een jaar eerder (feitelijk per week gewerkte uren)) | Flexibele arbeidsrelatie (verandering t.o.v. een jaar eerder (feitelijk per week gewerkte uren)) | Zelfstandig (verandering t.o.v. een jaar eerder (feitelijk per week gewerkte uren)) | |
---|---|---|---|
Jan | -0,2 | -0,6 | -1,6 |
Feb | -0,3 | -0,3 | -0,1 |
Mrt | -0,8 | -1,4 | -2,3 |
Apr | -2,6 | -3,3 | -9,2 |
Mei | -2,3 | -2,4 | -5,6 |
Jun | 0,8 | -0,5 | -0,4 |
Jul | -1,0 | -0,2 | -3,5 |
Aug | 1,3 | 0,2 | -0,4 |
Sep | 0,1 | -0,6 | 0,2 |
Okt | -0,3 | -0,3 | -2,1 |
Nov | -0,2 | -0,4 | -3,1 |
Dec | -1,0 | -0,9 | -2,5 |
Beroepsklasse | Uren per week t.o.v. een jaar eerder (verandering t.o.v. een jaar eerder (feitelijk per week gewerkte uren)) |
---|---|
Agrarische beroepen | 1,7 |
Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen | -2,9 |
ICT beroepen | -3,2 |
Overig | -5,5 |
Technische beroepen | -6,4 |
Bedrijfseconomische en administratieve beroepen | -7,3 |
Managers | -7,8 |
Creatieve en taalkundige beroepen | -9,1 |
Zorg- en welzijnsberoepen | -9,8 |
Commerciële beroepen | -11 |
Pedagogische beroepen | -12,9 |
Transport- en logistiekberoepen | -13,1 |
Dienstverlenende beroepen | -21,9 |
Vooral minder uren bij zelfstandigen in dienstverlenende beroepen
Er zijn grote verschillen tussen beroepsklassen als het gaat om de ontwikkeling in het aantal gewerkte uren van zelfstandigen tijdens de coronaperiode. In dienstverlenende beroepen werd in april 2019 nog gemiddeld 33 uur per week gewerkt. In 2020 is dat gedaald tot gemiddeld 11 uur per week. Daarnaast nam het aantal gewerkte uren ook sterk af in pedagogische beroepen en transport- en logistieke beroepen (gemiddeld -13 uur per week). En aan het einde van het jaar (december) liep het aantal gewerkte uren relatief het sterkst terug bij zelfstandigen in de creatieve en taalkundige en opnieuw dienstverlenende beroepen (beide -6 uren per week).
2) Dirven, H. (2020). Maandelijkse cijfers over de beroepsbevolking tijdens de coronacrisis. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 36 (3), 347-356.