Arbeidsmarktprofiel van zorg en welzijn

Toelichting en verwijzingen

1) RIVM, 2018, Volksgezondheid Toekomstverkenning 2018:
CBS/TNO, Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

2) UWV, 2020, Factsheet arbeidsmarkt: sociaal werk, jeugdzorg en kinderopvang 

3) SEO, 2013, Economische groei en de vraag naar zorg: Macro-economische tegenkrachten in het ramingsmodel van het Capaciteitsorgaan. Amsterdam

4) Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 29282, nr. 303. Ministerie van VWS, OCW en SZW – Actieprogramma Werken in de zorg.

5) Cijfers kabinet-Rutte II (2012-2017)

6) Bedrijfstak zorg en welzijn (AZW-programma) en bedrijfstak Q Gezondheids- en welzijnszorg (CBS). In dit artikel wordt de aanduiding ‘bedrijfstak zorg en welzijn’ gebruikt.
Op het reguliere CBS StatLine publiceert het CBS cijfers over de arbeidsmarkt zoals banen, werkgelegenheid, verzuim, en vacatures per bedrijfstak. Dit gebeurt volgens de Standaard bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). ‘Bedrijfstak’ of ‘branche’ zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit.
De zorg- en welzijnsbedrijfstak valt bijna samen met de SBI-bedrijfstak Q gezondheids- en welzijnszorg. Het enige verschil is dat bij de subbranche ‘sociaal werk overig’ (een restcategorie, waaronder overig maatschappelijk advies) alleen de werkenden worden meegeteld die onder de cao sociaal werk vallen. Door deze verschillende afbakening kan het voorkomen dat cijfers op CBS StatLine afwijken van cijfers over hetzelfde onderwerp op de specifieke databank voor zorg en welzijn AZW StatLine. 

7) Zorg en welzijn (breed) omvat:

  • Universitair medische centra: zeer gespecialiseerde zorg;
  • Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg: inclusief praktijken van medisch specialisten en dagbehandelingscentra (geen psychiaters en tandheelkundig specialisten);
  • Geestelijke gezondheidszorg (GGZ): inclusief verslavingszorg, psychiaters, psychotherapeuten en psychologen;
  • Huisartsen en gezondheidscentra (huisartsenzorg);
  • Verpleging, verzorging en thuiszorg: samentelling van categorieën: verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg;
  • Gehandicaptenzorg: inclusief huizen en dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische cliënten, en huizen voor niet-verstandelijk gehandicapten;
  • Sociaal werk: maatschappelijke opvang, welzijn breed, maatschappelijk werk en overig sociaal werk;
  • Jeugdzorg: inclusief verblijven met overnachting, dagverblijven en ambulante jeugdzorg;
  • Kinderopvang: inclusief peuterspeelzaalwerk, dagopvang, tussenschoolse opvang en buitenschoolse opvang voor kinderen voordat zij beginnen met het voortgezet onderwijs;
  • Overige zorg en welzijn.

8) Dit betreft de werkzame beroepsbevolking en omvat personen die in Nederland wonen en werken (exclusief de institutionele bevolking). Zij zijn in de leeftijd van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.

9) Deze categorie is een samentelling van categorieën:
- praktijken van tandartsen;
- tand-heelkundig specialisten;
- verloskundigen;
- fysiotherapeuten;
- overige paramedische praktijken (geen fysiotherapie of psychologie) en alternatieve genezers;
- arbobegeleiding en re-integratie;
- preventieve gezondheidszorg (geen arbobegeleiding);
- medische laboratoria, trombosediensten en overig behandelingsondersteunend onderzoek;
- ambulancediensten en centrale posten Ambulancediensten en centrale posten;
- samenwerkingsorganen op het gebied van gezondheidszorg en overige gezondheidszorgondersteunende diensten.

10) Op AZW StatLine wordt niet alleen gepubliceerd over de werkzame beroepsbevolking (werknemers en zelfstandigen) per AZW-branche op basis van de Enquête Beroepsbevolking (EBB), maar ook over het aantal werknemers per AZW-branche op basis van de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL). Voor enkele AZW-branches laten de uitkomsten uit beide bronnen een verschillende ontwikkeling zien. Hier speelt mee dat de waarnemingsmethode verschilt en dat afbakeningen van doelpopulatie en verslagperiode niet identiek zijn. Volgens beide bronnen steeg het aantal werknemers in 2019 ten opzichte van 2015 naar verhouding het meest in de branches kinderopvang, jeugdzorg en de huisartsenzorg en gezondheidscentra, maar volgens de EBB was de toename in de kinderopvang minder sterk dan volgens de SWL. En waar het aantal werknemers in de verpleging, verzorging en thuiszorg en in de gehandicaptenzorg volgens de EBB tussen 2015 en 2019 licht afnam, laat de SWL een toename zien.

11) Zie tabel Arbeidsvolume; bedrijfstak, geslacht, nationale rekeningen

12) M. Speet en A.L. Francke, 2004, Individuele professionalisering van verpleegkundigen in de beroepsopleiding en in de praktijk. Nivel.
 
13) Zie tabel Werkzame beroepsbevolking; bedrijf

14) Om beroepen te kunnen indelen naar niveau en richting gebruikt het CBS de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO) en de hiervan afgeleide Beroepenindeling ROA-CBS 2014 (BRC 2014). De ISCO is de internationale beroepenclassificatie van de International Labour Organization (ILO).
In de tabel zijn zowel BRC-beroepsgroepen als BRC-beroepen gepresenteerd. Als binnen een beroepsgroep vooral één beroep voorkomt, is de BRC-beroepsgroep opgenomen. Komen binnen een beroepsgroep meerdere beroepen relatief vaak voor, dan zijn de BRC-beroepen opgenomen in plaats van de BRC-beroepsgroep.
De informatie in de tabel is gebaseerd op de Enquête Beroepsbevolking (EBB). In de EBB gaat het om werknemers én zelfstandigen. Hierdoor is het aantal werkenden in zorg- en welzijn iets hoger dan in de AZW Werknemersenquête (WNE), waarin het alleen om werknemers gaat. Daarentegen gaat het in de EBB alleen om werkenden met de grootste werkkring in de zorg en welzijn, terwijl het in de WNE om alle werknemers met een werkkring in de zorg gaat.

15) In de vragenlijst voor de werknemers wordt via een open vraag aan respondenten gevraagd welke functie ze hebben. Ze moeten daarbij zo specifiek mogelijk zijn. Dus niet alleen aangeven dat ze verpleegkundige zijn, maar bijvoorbeeld Psychiatrisch verpleegkundige, Verpleegkundige niveau 4 of Verpleegkundige op de spoedeisende hulp (SEH). De antwoorden worden vervolgens deels automatisch en deels handmatig geclassificeerd volgens de International Standard Classification of Occupation (ISCO). Specifiek voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW) is binnen deze classificatie meer detail aangebracht, de zogeheten vijfde laag. Voor elk van de onderscheiden beroepen binnen die vijfde laag is bepaald of het gaat om een cliëntgebonden of niet-cliëntgebonden functie. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van steekproefgegevens. Een steekproef is nooit helemaal representatief voor de populatie. Om hiervoor te corrigeren en om aantallen te kunnen geven die overeenkomen met de populatieomvang, is gebruik gemaakt van ophooggewichten.

16) Zie AZW-Werkgeversenquête tweede meting 2019. Bij AZW-panelonderzoek wordt separaat informatie verzameld van werkgevers van UMC’s, en ziekenhuizen en overige medisch-specialistische zorg. Bij publicatie van de uitkomsten zijn deze branches samengenomen.

17) UWV, 2018, Moeilijk vervulbare vacatures: landelijk overzicht van beroepen.

18) UWV, 2020, Factsheet zorg maart 2020.

19) In dit artikel wordt een instromer gedefinieerd als iemand die als werknemer actief is in de bedrijfstak zorg en welzijn, terwijl dat een jaar eerder nog niet het geval was. Iemand die uitstroomt is als werknemer gestopt met werken in deze bedrijfstak. Als een werknemer uitstroomt, en zelfstandige wordt in zorg en welzijn, telt deze ook als uitstroom. In- en uitstroom binnen en tussen branches van zorg en welzijn worden buiten beschouwing gelaten.

20) Een zij-instromer is een werknemer die op het peilmoment ingestroomd is binnen zorg en welzijn, bij het begin van deze werknemersbaan ouder is dan 25 en nooit eerder in loondienst in zorg en welzijn gewerkt heeft.

21) Een herintreder is een werknemer die op het peilmoment ingestroomd is binnen zorg en welzijn. Een jaar voorafgaand aan de start van de baan was de werknemer niet werkzaam in de bedrijfstak zorg en welzijn, maar meer dan een jaar voorafgaand aan de start van de baan is de werknemer op enig moment wel werkzaam geweest in de bedrijfstak zorg en welzijn.

22) In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van CBS en TNO wordt werkdruk bij werknemers gemeten aan de hand van de volgende vragen: Moet u erg snel werken? Moet u heel veel werk doen? Moet u extra hard werken? Deze vragen werden in 2019 beantwoord door 58 duizend werknemers in de leeftijd van 15 tot 75 jaar. In de uitkomsten op CBS StatLine wordt het percentage respondenten samengenomen dat met ‘altijd’ of ‘vaak’ antwoordt. Zie o.a. Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) werknemers; bedrijfstak en Psycho-sociale arbeidsbelasting werknemers; beroep

De doelpopulatie bestaat uit alle werknemers van 15 tot en met 74 jaar die in Nederland werken. Alle personen met de volgende eigenschappen komen in het steekproefkader:
-is volgens de afleiding van het CBS op basis van data uit de Polisadministratie op 29 maart 2019 een werknemer,
- is minimaal 15 jaar en maximaal 74 jaar op 1 oktober 2019,
- is geregistreerd als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP) ten tijde van de steekproeftrekking,
- behoort tot een particulier huishouden op 15 mei 2019
Het steekproefkader van de NEA 2019 bevat 7,6 miljoen personen.

23) In de AZW Werknemersenquête wordt werknemers gevraagd of ze hun werkdruk gemiddeld genomen (veel) te hoog, goed of (veel) te laag vinden. De doelpopulatie bestaat uit werknemers van 16 jaar en ouder in de zorg- en welzijnssector. Deze sector is afgebakend op basis van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). In de tweede meting van 2019 bestond de nettosteekproef uit iets minder dan 28 duizend werknemers in zorg en welzijn. Zie ook: Werknemers in de zorg en welzijn; kerncijfers arbeidsomstandigheden.

24) De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden bevat de volgende vraag over werktevredenheid: in hoeverre bent u (werknemer), alles bij elkaar genomen, tevreden met uw werk? Ook wordt uitgevraagd: in hoeverre bent u, alles bij elkaar genomen, tevreden met uw arbeidsomstandigheden? De cijfers betreffen in beide gevallen het percentage werknemers met de antwoordcategorieën ‘tevreden’ en ‘zeer tevreden’. Zie verder: Duurzame inzetbaarheid werknemers; bedrijfstak In de AZW Werknemersenquête is tevredenheid met het werk vastgesteld met de volgende vraag: ‘Hoe tevreden of ontevreden bent u, alles bijeengenomen, met uw werk?’. Het betreft hier het percentage werknemers dat heeft geantwoord met ‘zeer tevreden’ of ‘tevreden’.

25) Uitkomsten werknemersenquête AZW 1e meting 2019

26) Zie Werkgelegenheid; banen, lonen, arbeidsduur, SBI2008; kerncijfers

27) StatLine AZW: Werknemers in de zorg en welzijn; arbeidsomstandigheden

28) De definitie van ziekteverzuim volgens de kwartaalenquête ziekteverzuim is hetzelfde als op AZW StatLine. In laatstgenoemde bron is het ziekteverzuimpercentage inclusief het verzuim langer dan een jaar en exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. Zie verder tabel Ziekteverzuimpercentage; bedrijfstakken (SBI 2008) en bedrijfsgrootte