5. Spoofing
Bij spoofing nemen criminelen een andere identiteit aan, met als doel het slachtoffer over te halen om geld over te maken of toegang tot diens rekening te krijgen. Het is een adaptieve vorm van oplichting: oplichters verzinnen telkens andere werkwijzen omdat mensen er na verloop van tijd bekend mee worden. Spoofing is een modus operandi en leidt vrijwel altijd tot fraude in het betalingsverkeer. Deze is bancair als de oplichter toegang tot de rekening kreeg en niet-bancair als het slachtoffer zelf het geld betaalde. De schade die uiteindelijk veroorzaakt werd door spoofing is – via fraude in het betalingsverkeer – dan ook al meegeteld bij de totale schade in paragrafen 3 en 4. In deze paragraaf wordt spoofing apart beschreven omdat het de modus operandi is, en bankfraude het feitelijke delict. Bij de andere delicten beschreven in voorgaande paragrafen is de modus operandi gelijk aan het delict zelf.
1 op de 100 benaderden trapte erin
In 2023 gaven 10 miljoen 15-plussers aan op de een of andere manier benaderd te zijn door een oplichter die zich als iemand anders voordeed. 107 duizend personen trapten erin en leden daardoor financiële schade. Dit is 0,7 procent van de totale bevolking en 1 procent van degenen die met spoofing te maken kregen. Het aantal spoofingslachtoffers is sinds 2021 gestegen van 97 duizend naar 107 duizend.
Veel slachtoffers van spoofing gaven zelf een betaalopdracht: 69 procent van de slachtoffers betaalden zelf het geld aan de oplichter.
De meeste slachtoffers van spoofing (23 duizend personen) werden slachtoffer van bankspoofing, een vorm van spoofing die sinds 2021 gestegen lijkt te zijn. Het aantal mensen dat in de ‘vriend/familielid in nood’-truc trapte is echter gehalveerd, van 26 duizend in 2021 naar 13 duizend in 2023. 11 duizend mensen werden slachtoffer van beleggingsfraude, een vorm van spoofing waar in 2023 apart naar is gevraagd en die in 2021 nog tot de categorie ‘overig’ behoorde.
Flinke daling oplichtingsbedragen
In het algemeen is de mediane schade veroorzaakt door spoofing flink gedaald. Dit is vooral te wijten aan een sterke daling van de schade bij niet-bancaire fraude (zie ook paragraaf 3.1.2). In 2021 was bij de helft van de gevallen van spoofing de schade hoger dan 920 euro, een kwart lag boven de 3450 euro, in 2023 lag de helft boven de 500 euro en een kwart hoger dan 2000 euro. Bij alle vormen van spoofing daalde het mediane betaalde bedrag.
Aantal delicten | Schade (euro, in prijzen van 2023) | ||||
---|---|---|---|---|---|
(x 1 000) | 25ste percentiel | 50ste percentiel | 75ste percentiel | ||
Totaal | 2023 | 107 | 100 | 500 | 2.000 |
2021 | 97 | 230 | 920 | 3.450 | |
Bankspoofing | 2023 | 23 | 750 | 2.000 | 5.500 |
2021 | 18 | 3.450 | 5.405 | 5.750 | |
Helpdeskfraude | 2023 | 7 | . | . | . |
2021 | 8 | 230 | 575 | 1.955 | |
Vriend-in-noodfraude | 2023 | 13 | 600 | 1.500 | 3.000 |
2021 | 26 | 1.380 | 2.300 | 3.450 | |
Nepboete/factuur | 2023 | 9 | 50 | 133 | 380 |
2021 | 9 | 104 | 288 | 460 | |
Beleggingsfraude1) | 2023 | 11 | 250 | 1.000 | 3.000 |
Spoofing overig | 2023 | 45 | 50 | 150 | 600 |
2021 | 37 | 98 | 288 | 863 | |
. = Minder dan 100 slachtoffers geënquêteerd. 1) Kan pas vanaf 2023 apart onderscheiden worden. |
Totale schade door spoofing ongeveer gelijk gebleven
De totale schade veroorzaakt door spoofing bedroeg naar schatting 318 miljoen euro in 2023. Dit was 10 procent van de totale financiële schade door criminaliteit. In 2021 was dit 300 miljoen euro. 74 duizend slachtoffers maakten het geld zelf over naar de crimineel in 2023. Dit betekent dat 62 procent van het schadebedrag (196 miljoen euro) door de slachtoffers zelf is overgemaakt.
140 miljoen euro schade werd veroorzaakt door bankspoofing, waarbij de oplichter zich voordeed als een medewerker van de bank. Ook beleggingsfraude veroorzaakte, met 68 miljoen euro, in totaal veel schade.
De totale schade door vriend-in-noodfraude is sinds 2021 afgenomen van 84 miljoen naar 26 miljoen euro.
Jaar | Totale schade (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | Totale schade, marge (miljoen euro (in prijzen van 2023)) |
---|---|---|
Bankspoofing | ||
2023 | 140 | 94 - 186 |
2021 | 108 | 77 - 140 |
Helpdeskfraude | ||
2023 | ||
2021 | 16 | 8 - 23 |
Vriend-in-noodfraude | ||
2023 | 26 | 20 - 33 |
2021 | 84 | 61 - 108 |
Nepboete/factuur | ||
2023 | 3 | 2 - 4 |
2021 | 3 | 2 - 5 |
Beleggingsfraude2 | ||
2023 | 68 | 28 - 108 |
2021 | ||
Spoofing overig | ||
2023 | 52 | 31 - 74 |
2021 | 89 | 55 - 122 |
Tenminste 3 van de 10 slachtoffers kreeg geld terug
De slachtoffers van spoofing kregen in minimaal 33 procent en maximaal 44 procent van de gevallen (een deel van) hun geld terug. Bij 11 procent was schadevergoeding nog onzeker. De vergoeding hing sterk af van de hoedanigheid van de spoofer en of de spoofer toegang kreeg tot de rekening. Wanneer de spoofer het telefoonnummer of de naam van de bank misbruikte werd bij 7 à 8 van de 10 delicten tenminste een deel van de schade vergoed. Daarbij maakte het niet uit of het slachtoffer zelf de betaling deed of dat de crimineel toegang tot de rekening kreeg.
Slachtoffers van spoofing die leidt tot niet-bancaire fraude krijgen hun schade in principe niet vergoed. De slachtoffers die hun geld desondanks terugontvingen zullen dit van de dader terug hebben gekregen, bijvoorbeeld op verzoek van de bank of via de Procedure NAW-gegevens Begunstigde bij niet-bancaire Fraude. Hiervoor is een aangifte noodzakelijk.
(Gedeeltelijk) vergoed of terugbetaald door de dader1) (%) | (Nog) onbekend (%) | |
---|---|---|
Totaal | 33,2 | 10,6 |
Bankspoofing | 69,5 | 12,3 |
Helpdeskfraude | . | . |
Vriend-in-noodfraude | 35,9 | 7,9 |
Nepboete/factuur | 15,5 | 9,5 |
Beleggingsfraude | 5,1 | 17,8 |
Spoofing overig | 25,0 | 8,4 |
1) Aangezien instanties niet-bancaire fraude door spoofing anders dan bankspoofing niet vergoeden, zal in veel van deze gevallen de dader het geld (op verzoek van de bank of via een civiele procedure) hebben terugbetaald. |
Banken verloren 122 miljoen euro aan schadevergoeding bankspoofing
Van de aanvankelijke totaalschade van 318 miljoen euro kregen de spoofingslachtoffers naar eigen zeggen 170 miljoen euro terug in 2023. 122 miljoen hiervan betrof vergoedingen door de banken, creditcardmaatschappijen/online betaaldiensten wegens bankspoofing. In 2021 was dit 80 miljoen. Wegens de betrouwbaarheidsmarges, die behoren bij ieder enquêteonderzoek, kan niet met zekerheid beweerd worden dat de vergoeding door bankspoofing daadwerkelijk gestegen is ten opzichte van 2021.
De overige 49 miljoen bij de andere vormen van spoofing heeft betrekking op vergoeding maar ook op bij de daders teruggevorderde schade.
Vergeleken met 2021 zijn de financiële dienstverleners veel minder geld kwijt aan vergoedingen wegens Vriend-in-noodfraude. In 2021 was dit 29 miljoen euro, in 2023 bedroeg dit 8 miljoen.
Terugbetaald (door financiële dienstverlener of door dader) (miljoen euro) | Resterende schade voor slachtoffers (miljoen euro) | |
---|---|---|
Bankspoofing | 122 | 18 |
Vriend-in-noodfraude | 8 | 18 |
Nepboete/factuur | 1 | 2 |
Beleggingsfraude | 1 | 68 |
Spoofing overig | 14 | 38 |