Schade van criminaliteit tegen burgers
2023 versus 2021Over deze publicatie
Wat is het aantal vermogensdelicten en vernielingen die in 2023 zijn gepleegd? Wat is de totale financiële schade hiervan en het verschil met 2021? Hoeveel slachtoffers kregen financiële problemen en hoeveel emotionele problemen?
De belangrijkste bevindingen gebaseerd op de Veiligheidsmonitor zijn als volgt:
- In 2023 zijn 3,6 miljoen vermogensdelicten en 1,1 miljoen vernielingen gepleegd.
- De totale financiële schade van deze criminaliteit bedroeg 3,2 miljard euro.
- De financiële schade is sinds 2021 met 13 procent gestegen.
- Van de 3,3 miljoen slachtoffers kreeg 12 procent financiële problemen en 16 procent emotionele problemen.
1. Inleiding
Door criminaliteit ontstaat schade. Het gaat dan om emotionele (en soms lichamelijke) schade, maar vaak ook om financiële schade. Dit artikel gaat over de financiële schade die ontstaat bij vermogensdelicten of vernieling en de emotionele gevolgen daarvan. Het gaat hierbij alleen om criminaliteit tegen burgers, dat wil zeggen om de directe schade die mensen als privépersoon lijden.
De financiële schade reikt verder dan de slachtoffers alleen. Instanties die schade vergoeden zoals verzekeraars, banken, creditcardmaatschappijen of online betaaldiensten worden er ook mee geconfronteerd, en via het premieomslagstelsel en het doorrekenen van kosten in het verlengde daarvan ook een groot deel van de bevolking.
De verzekeraars, banken, creditcardmaatschappijen en online betaaldiensten beschikken uiteraard over de schadebedragen die zij uitkeren, maar een totaalbeeld hiervan ontbreekt. De totale schade-omvang is al helemaal onbekend, onder andere omdat een deel van de schade niet vergoed wordt of omdat de slachtoffers überhaupt geen melding of aangifte hebben gedaan van wat hen overkomen is.
Om de financiële schade van criminaliteit tegen burgers in beeld te krijgen hebben het CBS en het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2021 voor het eerst in de Veiligheidsmonitor vragen opgenomen waarmee deze schade wordt gemeten. De resultaten voor 2021 zijn eerder uitvoerig beschreven (Reep, 2022). In dit artikel wordt de situatie voor 2023 beschreven en vergeleken met 2021, en wordt ook ingegaan op de emotionele gevolgen voor de slachtoffers. Concreet zijn voor beide jaren de volgende aspecten vergeleken:
- Wat is de financiële schade per type delict en in totaal?
- Hoeveel schade werd vergoed door financiële dienstverleners?
- Hoeveel slachtoffers hebben financiële problemen gekregen door wat hen overkomen is?
- Hoeveel slachtoffers hebben emotionele problemen gekregen door wat hen overkomen is?
2. Data en methode
De cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op data van de Veiligheidsmonitor 2023. De Veiligheidsmonitor is een tweejaarlijkse enquête in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid over onder andere veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit, waaraan in 2023 ruim 182 duizend personen van 15 jaar en ouder hebben deelgenomen. De data uit de Veiligheidsmonitor hebben betrekking op de financiële schade van (veelvoorkomende) criminaliteit tegen burgers (zie kader 1). Financiële schade van criminaliteit tegen bedrijven en instellingen, schade van criminaliteit tegen de overheid, en maatschappelijke schade als gevolg van ondermijnende of georganiseerde criminaliteit blijven buiten beschouwing.
De vragen omtrent schade zijn voor het eerst ingevoerd in de Veiligheidsmonitor 2021, en de gerapporteerde schade is destijds ook uitvoerig geanalyseerd en gerapporteerd (zie Reep, 2022). Dit onderzoek is qua methodiek en opzet identiek uitgevoerd en destijds uitvoerig beschreven. In de editie van 2023 is de vraagstelling licht gewijzigd en dat zou een effect kunnen hebben op de resultaten (zie kader 2).
Bij de vergelijkingen van de schade in 2023 met 2021 is de schade uit 2021 gecorrigeerd voor de inflatie. Hiervoor is de consumentenprijsindex gebruikt van 2021 en 2023 (CBS Statline, 2024).
Alle in dit artikel gepubliceerde cijfers met de bijbehorende betrouwbaarheidsintervallen zijn terug te vinden in de tabellenset bij dit artikel. Cijfers over afzonderlijke delicten worden alleen weergegeven indien er minstens 100 waarnemingen hebben plaatsgevonden.
3. Financiële schade
In deze paragraaf komt eerst het aantal gepleegde delicten en de financiële schade per delict aan de orde. Daarbij wordt in paragraaf 3.1.1 aandacht geschonken aan het aantal delicten en de financiële schade in percentielen voor de afzonderlijke delicten in 2023. Daarna wordt in paragraaf 3.1.2 het jaar 2023 vergeleken met 2021. De totale schade per type delict komt zowel voor 2023 als 2021 aan de orde in paragraaf 3.2 en in paragraaf 3.3 wordt voor beide jaren de totale schade per hoofdcategorie en het totaal gepresenteerd.
3.1 Aantal delicten en schade per delict
3.1.1 Aantal delicten en mediane schade per delict in 2023
In 2023 zijn in de privésfeer 4,7 miljoen delicten gepleegd die directe financiële schade als gevolg hadden (zie tabel 3.1.1 en tabellenset). Ruim driekwart (77 procent) betrof diefstal van geld of goed, bij een kwart (23 procent) ging het om vernieling. Van alle criminaliteit gebeurde 37 procent online, waarvan het overgrote deel (32 procent) bij online handel.
Fraude bij online aankopen komt het vaakst voor, maar relatief lage schade
Fraude bij online aankopen kwam met 1,3 miljoen delicten het vaakst voor. Maar de schade bij dit delict is – vergeleken met de andere delicten - meestal relatief laag: de helft van de bedragen lag onder de 60 euro, bij 75 procent ging het om een bedrag van minder dan 135 euro.
Autodiefstal kent de hoogste schade, maar komt relatief weinig voor
Autodiefstal is het delict met de hoogste schade: bij de helft ging het om minstens 12 duizend euro, bij een kwart om minstens 35 duizend euro. Autodiefstal komt in vergelijking met andere delicten weinig voor; volgens opgave in de enquête werden in 2023 ongeveer 9 duizend auto’s gestolen.
Vernieling van auto’s komt, met 567 duizend gevallen op jaarbasis, veel voor. Bij de helft van deze vernielingen ging het om een schadebedrag van minstens 500 euro.
Bijna een miljoen fietsen gestolen
In 2023 werden 970 duizend fietsen gestolen. Wanneer de gelijktijdig met een woninginbraak gestolen fietsen en de teruggevonden fietsen niet worden meegeteld waren dat er naar schatting 928 duizend. De helft van deze fietsen was minder dan 350 euro waard, bij een kwart was de waarde hoger dan 800 euro.
184 duizend delicten met fraude in het betalingsverkeer
Fraude in het betalingsverkeer2) werd in 2023 naar schatting 184 duizend keer gepleegd. Deze vorm van fraude bestaat uit bancaire fraude waarbij de crimineel toegang tot de rekening had en niet-bancaire fraude waarbij het slachtoffer zelf geld overmaakte naar de crimineel. In 2023 hadden 110 duizend delicten betrekking op bancaire fraude. Bij de helft van het aantal gevallen van bancaire fraude bleef de schade beperkt tot maximaal 300 euro.
Niet-bancaire fraude betreft altijd een vorm van spoofing. Ook bancaire fraude kan gebeuren via spoofing maar ook door diefstal of het kopiëren van een bankpas of door bijvoorbeeld het hacken van een betaalaccount. Uitgebreide informatie over het aantal delicten en de schadebedragen bij de verschillende vormen van spoofing wordt beschreven in het kader na paragraaf 3.
Aantal delicten | Schade (euro) | ||||
---|---|---|---|---|---|
( | 25ste percentiel | 50ste percentiel | 75ste percentiel | ||
Totaal | 4.708 | ||||
Diefstal van voertuigen | Totaal | 969 | |||
Fiets | 928 | 150 | 350 | 800 | |
Auto | 9 | 1.000 | 12.000 | 35.000 | |
Ander motorvoertuig | 31 | 450 | 800 | 2.300 | |
Diefstal ander goed | Totaal | 919 | |||
Uit woning | 48 | 500 | 1.500 | 5.000 | |
Uit auto | 95 | 75 | 300 | 1.000 | |
Vanaf auto | 131 | 60 | 200 | 500 | |
Zakkenrollerij/ beroving | 168 | 90 | 250 | 500 | |
Overig | 476 | 30 | 90 | 250 | |
Online vermogensdelicten | Totaal | 1.722 | |||
Fraude bij online handel | Totaal | 1.519 | |||
Bij aankoop | 1.329 | 40 | 60 | 135 | |
Bij verkoop | 190 | 30 | 60 | 150 | |
Fraude in het betalingsverkeer | Totaal | 184 | |||
Bancair | 110 | 95 | 300 | 1.000 | |
Niet-bancair | 74 | 100 | 400 | 1.950 | |
Overige online criminaliteit | Totaal | 19 | |||
Identiteitsfraude | 12 | 120 | 456 | 900 | |
Afpersing na hacken | 2 | . | . | . | |
Sextortion | 6 | . | . | . | |
Vernieling | Totaal | 1.099 | |||
Huis bij (poging) tot inbraak | 94 | 100 | 500 | 1.300 | |
Tuin | 61 | 25 | 100 | 200 | |
Huis | 107 | 50 | 150 | 500 | |
Auto | 567 | 250 | 500 | 1.000 | |
Motor, scooter, bromfiets of snorfiets | 19 | 80 | 200 | 500 | |
Fiets | 193 | 20 | 50 | 100 | |
Anders | 58 | 50 | 200 | 500 | |
. = Minder dan 100 slachtoffers geënquêteerd. |
3.1.2 Aantal delicten en mediane schade per delict, vergelijking met 2021
Vergeleken met 2021 zijn er in 2023 meer fietsen gestolen en meer fietsen beschadigd (zie tabellenset). Ook zijn er meer spullen uit (broek)zakken en uit auto’s gestolen, meer bankrekeningen geplunderd en meer gevallen van sextortion gerapporteerd. Bij geen enkele delictvorm is het aantal delicten duidelijk afgenomen.
Rekening houdend met inflatie is de schade per delict alleen bij autodiefstallen noemenswaardig toegenomen. Verder is er bij veel delicten een afname te zien in de hoogte van de schade. Vooral bij niet-bancaire fraude in het betalingsverkeer is de schade per geval afgenomen: in 2021 was bij de helft van de gevallen de schade hoger dan 1035 euro, een kwart lag boven de 3450 euro, in 2023 lag de helft boven de 400 euro en een kwart hoger dan 1950 euro. Ook bij identiteitsfraude is een grote daling te zien. De oorzaken van deze sterke daling zijn niet eenduidig vast te stellen. De laatste jaren hebben banken veiligheidsmaatregelen ingevoerd om de schade voor slachtoffers te beperken. Bijvoorbeeld door een verlaging van de daglimiet van betaalrekeningen en het inbouwen van een tijdslot indien de rekeninghouder de daglimiet wil verhogen om grotere bedragen over te kunnen maken. Maar voor een deel zal de daling overschat kunnen zijn door de wijziging in vraagstelling (zie kader 2).
3.2 Totale schade per type delict: 2023 versus 2021
Fietsdiefstal grootste schadepost en grootste toename sinds 2021
De totale financiële schade op populatieniveau was in 2023 met een totaalbedrag van 698 miljoen euro het grootst voor fietsdiefstal. Er werden in dat jaar relatief veel fietsen gestolen, de waarde van de meeste fietsen was vergelijkbaar met 2021, rond de 350 euro. Er waren wel meer dure fietsen gestolen. Zo was bij een kwart van de fietsen de schade hoger dan 800 euro, in 2021 was dat 690 euro. Ook vernieling van auto’s veroorzaakte met in totaal 483 miljoen euro weer veel schade.
Fraude bij online aankopen komt het vaakst van alle delicten voor, maar het gaat meestal om relatief kleine bedragen. De totale schade door aankoopfraude bedroeg in 2023 naar schatting ongeveer 247 miljoen euro.
Vergeleken met 2021 is dan ook met name de schade door fietsdiefstal toegenomen, van 465 miljoen naar 698 miljoen euro. Ook bij zakkenrollerij is de schade toegenomen, van 52 naar 82 miljoen euro. Bij de overige delicten is de totale schade niet noemenswaardig toe- of afgenomen.
2023 (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | 2023, marge (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | 2021 (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | 2021, marge (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | |
---|---|---|---|---|
Diefstal van voertuigen | ||||
Fiets | 698 | 658 - 739 | 465 | 438 - 492 |
Auto | 183 | 128 - 238 | 163 | 125 - 202 |
Ander motorvoertuig | 63 | 44 - 81 | 76 | 56 - 96 |
Diefstal ander goed | ||||
Uit woning | 256 | 180 - 331 | 186 | 145 - 226 |
Uit auto | 145 | 116 - 174 | 111 | 92 - 130 |
Vanaf auto | 95 | 76 - 114 | 95 | 68 - 123 |
Zakkenrollerij/ beroving | 82 | 72 - 93 | 52 | 44 - 59 |
Overig | 207 | 161 - 254 | 155 | 125 - 186 |
Online vermogensdelicten | ||||
Aankoopfraude | 247 | 223 - 271 | 273 | 240 - 306 |
Niet-bancaire fraude betalingsverkeer | 196 | 136 - 256 | 215 | 176 - 253 |
Bancaire fraude betalingsverkeer | 179 | 132 - 227 | 193 | 123 - 264 |
Verkoopfraude | 49 | 39 - 59 | 47 | 36 - 58 |
Overig | 36 | 11 - 61 | 60 | 27 - 92 |
Vernieling | ||||
Auto | 483 | 453 - 513 | 511 | 477 - 545 |
Huis bij (poging) tot inbraak | 121 | 95 - 146 | 106 | 86 - 127 |
Huis, overig | 71 | 47 - 95 | 48 | 34 - 63 |
Fiets | 19 | 15 - 23 | 14 | 11 - 17 |
Tuin | 16 | 12 - 21 | 25 | 7 - 43 |
Motor, scooter, bromfiets of snorfiets | 7 | 5 - 10 | 13 | 4 - 22 |
Anders | 37 | 25 - 49 | 21 | 16 - 26 |
3.3 Totale schade
Toename van 2,8 miljard euro in 2021 naar 3,2 miljard euro in 2023
De totale financiële schade van criminaliteit in de privésfeer bedroeg in 2023 naar schatting 3,2 miljard euro. Bij 30 procent van de totale schade ging het om diefstal van voertuigen, een kwart was veroorzaakt door diefstal van andere spullen en 24 procent werd veroorzaakt door vernieling. Ruim een vijfde van de criminaliteitsschade (22 procent) komt voor rekening van online gepleegde delicten: het gaat om fraude in het betalingsverkeer (12 procent), fraude bij online handel (9 procent) of overige online delicten als identiteitsfraude, afpersing na hacken of sextortion (samen 1 procent).
In 2021 lag de totale schade op 2,4 miljard euro. Gecorrigeerd voor inflatie komt dit neer op 2,8 miljard. Gecorrigeerd voor inflatie is de schade door criminaliteit dus met 13 procent gestegen. Dit is vooral te wijten aan de toename van diefstal.
Jaar | euro (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | euro, marge (miljoen euro (in prijzen van 2023)) |
---|---|---|
Diefstal van voertuigen | ||
2023 | 944 | 874 - 1014 |
2021 | 705 | 654 - 755 |
Diefstal ander goed | ||
2023 | 785 | 690 - 881 |
2021 | 599 | 538 - 660 |
Online vermogensdelicten | ||
2023 | 707 | 622 - 791 |
2021 | 787 | 694 - 881 |
Vernieling | ||
2023 | 755 | 706 - 803 |
2021 | 739 | 692 - 786 |
4. Vergoeding financiële schade criminaliteit
De totale schade bestaat uit de schade voor de slachtoffers en de schade die aan de slachtoffers uitgekeerd is door financiële dienstverleners (verzekeraars, banken, creditcardmaatschappijen, online betaaldiensten of andere instanties). In deze paragraaf wordt eerst in paragraaf 4.1 per type delict beschreven van hoeveel procent minstens een deel van de schade werd vergoed. Paragraaf 4.2 beschrijft het vergoede schadebedrag per type delict, en in paragraaf 4.3 worden de vergoede bedragen in 2023 per hoofdcategorie vergeleken met 2021.
4.1 Vergoedingspercentages schade per delict
Bancaire fraude het vaakst vergoed
Slachtoffers van bancaire fraude (waarbij de crimineel toegang tot de rekening had) kregen het vaakst geld terug (zie tabel 4.1.1). Afhankelijk van het al dan niet meetellen van de (nog) onbekende schadevergoeding kregen 6 á 7 van de 10 slachtoffers van bancaire fraude de schade (deels) vergoed van de bank of creditcardmaatschappij/online betaaldienst.
Bij veelvoorkomende delicten werd de schade in het algemeen minder vaak vergoed. Zo was bij aankoopfraude het vergoedingspercentage minimaal 10 en maximaal 21, bij fietsdiefstal was dit minimaal 13 en maximaal 30.
(Gedeeltelijk) vergoed (%) | (Nog) onbekend (%) | ||
---|---|---|---|
Diefstal van voertuigen | Fiets | 13,4 | 16,9 |
Auto | 48,8 | 24,6 | |
Ander motorvoertuig | 24,6 | 15,3 | |
Diefstal ander goed | Uit woning | 41,9 | 24,6 |
Uit auto | 24,1 | 17,3 | |
Vanaf auto | 15,4 | 20,3 | |
Zakkenrollerij/ beroving | 11,5 | 17,1 | |
Overig | 6,4 | 21,1 | |
Fraude bij online handel | Bij aankoop | 10,2 | 10,9 |
Bij verkoop1) | |||
Fraude in het betalingsverkeer | Bancair | 59,3 | 10,3 |
Niet-bancair2) | 22,8 | 12,7 | |
Overige online criminaliteit | Identiteitsfraude | 34,8 | 18,2 |
Afpersing na hacken | . | . | |
Sextortion | . | . | |
Vernieling | Huis bij (poging) tot inbraak | 29,8 | 30,7 |
Tuin | 3,3 | 33,4 | |
Huis | 10,6 | 43,7 | |
Auto | 14,8 | 27,1 | |
Motor, scooter, bromfiets of snorfiets | 3,8 | 18,5 | |
Fiets | 2,4 | 27,2 | |
Anders | 5,0 | 44,5 | |
. = Minder dan 100 slachtoffers geënquêteerd. 1) Bij verkoopfraude zijn geen vragen gesteld over vergoeding omdat aangenomen is dat hierbij niets vergoed wordt. 2) Aangezien instanties niet-bancaire fraude door spoofing anders dan bankspoofing niet vergoeden, zal in veel van deze gevallen de dader het geld (op verzoek van de bank of via een civiele procedure) terugbetaald hebben. |
4.2 Vergoede bedragen per delict
Schadevergoeding varieert sterk naargelang type delict
Het deel van de totale schadebedragen dat door financiële dienstverleners werd vergoed verschilt sterk per delict. Zo werd van het totale schadebedrag door bancaire fraude in het betalingsverkeer, diefstal van een auto, diefstal uit de auto en vernieling van het huis bij poging tot inbraak minstens de helft vergoed. Van de schade door vernieling van fietsen daarentegen werd slechts 7 procent vergoed. Bij bancaire fraude in het betalingsverkeer werd 143 miljoen euro (80 procent van de totale schadelast) door de financiële dienstverleners gedragen. Bij niet-bancaire fraude was dit 78 miljoen euro (40 procent van de totale schade), waarbij een deel van de vergoede bedragen zal zijn teruggevorderd van de dader.
Verzekeraars 271 miljoen euro uitgekeerd wegens fietsdiefstal
De totale uitgekeerde schadebedragen waren het grootst voor fietsdiefstal. Volgens opgave van de slachtoffers hebben de verzekeraars voor deze schadepost 271 miljoen euro uitgekeerd, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2021, toen dit 148 miljoen was. Andere grote schadeposten voor verzekeraars die boven de 100 miljoen euro lagen waren vernieling van auto’s (149 miljoen), bancaire fraude in het betalingsverkeer (143 miljoen), autodiefstal (131 miljoen) en diefstal bij woninginbraak (112 miljoen).
Vergoeding door financiële dienstverleners (miljoen euro) | Resterende schade voor slachtoffers (miljoen euro) | |
---|---|---|
Diefstal van voertuigen | ||
Fiets | 271 | 427 |
Auto | 131 | 52 |
Ander motorvoertuig | 26 | 37 |
Diefstal ander goed | ||
Uit woning | 112 | 144 |
Uit auto | 77 | 68 |
Vanaf auto | 42 | 54 |
Zakkenrollerij/ beroving | 13 | 70 |
Overig | 28 | 180 |
Online vermogensdelicten | ||
Aankoopfraude | 37 | 210 |
Niet-bancaire fraude betalingsverkeer1 | 78 | 118 |
Bancaire fraude betalingsverkeer | 143 | 36 |
Verkoopfraude | 49 | |
Overig | 11 | 25 |
Vernieling | ||
Auto | 149 | 335 |
Huis, bij (poging) tot inbraak | 63 | 58 |
Huis, overig | 20 | 51 |
Fiets | 1 | 18 |
Tuin | 2 | 15 |
Motor, scooter, bromfiets of snorfiets | 1 | 6 |
Anders | 6 | 31 |
4.3 Vergoede bedragen, totaal en per hoofdcategorie van delicten
In totaal 1,2 miljard euro aan schade vergoed door financiële dienstverleners
Voertuigdiefstal vormde de grootste schadepost voor financiële dienstverleners. In totaal werd hiervoor 427 miljoen euro aan schade uitgekeerd. Aan online criminaliteit werd 269 miljoen euro uitgekeerd (een onbekend deel hiervan werd terugbetaald door de dader).
Van de totale schade van 3,2 miljard euro werd in totaal 1,2 miljard euro (38 procent) vergoed. In 2021 werd 960 miljoen euro (34 procent) uitgekeerd. De stijging in 2023 vergeleken met 2021 is vooral te wijten aan de toename van de schade door voertuigdiefstal.
Jaar | euro (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | euro, marge (miljoen euro (in prijzen van 2023)) |
---|---|---|
Diefstal van voertuigen | ||
2023 | 427 | 368 - 487 |
2021 | 270 | 236 - 303 |
Diefstal ander goed | ||
2023 | 270 | 219 - 322 |
2021 | 224 | 189 - 259 |
Online vermogensdelicten | ||
2023 | 269 | 206 - 332 |
2021 | 250 | 209 - 291 |
Vernieling | ||
2023 | 241 | 212 - 271 |
2021 | 217 | 194 - 239 |
5. Spoofing
Bij spoofing nemen criminelen een andere identiteit aan, met als doel het slachtoffer over te halen om geld over te maken of toegang tot diens rekening te krijgen. Het is een adaptieve vorm van oplichting: oplichters verzinnen telkens andere werkwijzen omdat mensen er na verloop van tijd bekend mee worden. Spoofing is een modus operandi en leidt vrijwel altijd tot fraude in het betalingsverkeer. Deze is bancair als de oplichter toegang tot de rekening kreeg en niet-bancair als het slachtoffer zelf het geld betaalde. De schade die uiteindelijk veroorzaakt werd door spoofing is – via fraude in het betalingsverkeer – dan ook al meegeteld bij de totale schade in paragrafen 3 en 4. In deze paragraaf wordt spoofing apart beschreven omdat het de modus operandi is, en bankfraude het feitelijke delict. Bij de andere delicten beschreven in voorgaande paragrafen is de modus operandi gelijk aan het delict zelf.
1 op de 100 benaderden trapte erin
In 2023 gaven 10 miljoen 15-plussers aan op de een of andere manier benaderd te zijn door een oplichter die zich als iemand anders voordeed. 107 duizend personen trapten erin en leden daardoor financiële schade. Dit is 0,7 procent van de totale bevolking en 1 procent van degenen die met spoofing te maken kregen. Het aantal spoofingslachtoffers is sinds 2021 gestegen van 97 duizend naar 107 duizend.
Veel slachtoffers van spoofing gaven zelf een betaalopdracht: 69 procent van de slachtoffers betaalden zelf het geld aan de oplichter.
De meeste slachtoffers van spoofing (23 duizend personen) werden slachtoffer van bankspoofing, een vorm van spoofing die sinds 2021 gestegen lijkt te zijn. Het aantal mensen dat in de ‘vriend/familielid in nood’-truc trapte is echter gehalveerd, van 26 duizend in 2021 naar 13 duizend in 2023. 11 duizend mensen werden slachtoffer van beleggingsfraude, een vorm van spoofing waar in 2023 apart naar is gevraagd en die in 2021 nog tot de categorie ‘overig’ behoorde.
Flinke daling oplichtingsbedragen
In het algemeen is de mediane schade veroorzaakt door spoofing flink gedaald. Dit is vooral te wijten aan een sterke daling van de schade bij niet-bancaire fraude (zie ook paragraaf 3.1.2). In 2021 was bij de helft van de gevallen van spoofing de schade hoger dan 920 euro, een kwart lag boven de 3450 euro, in 2023 lag de helft boven de 500 euro en een kwart hoger dan 2000 euro. Bij alle vormen van spoofing daalde het mediane betaalde bedrag.
Aantal delicten | Schade (euro, in prijzen van 2023) | ||||
---|---|---|---|---|---|
(x 1 000) | 25ste percentiel | 50ste percentiel | 75ste percentiel | ||
Totaal | 2023 | 107 | 100 | 500 | 2.000 |
2021 | 97 | 230 | 920 | 3.450 | |
Bankspoofing | 2023 | 23 | 750 | 2.000 | 5.500 |
2021 | 18 | 3.450 | 5.405 | 5.750 | |
Helpdeskfraude | 2023 | 7 | . | . | . |
2021 | 8 | 230 | 575 | 1.955 | |
Vriend-in-noodfraude | 2023 | 13 | 600 | 1.500 | 3.000 |
2021 | 26 | 1.380 | 2.300 | 3.450 | |
Nepboete/factuur | 2023 | 9 | 50 | 133 | 380 |
2021 | 9 | 104 | 288 | 460 | |
Beleggingsfraude1) | 2023 | 11 | 250 | 1.000 | 3.000 |
Spoofing overig | 2023 | 45 | 50 | 150 | 600 |
2021 | 37 | 98 | 288 | 863 | |
. = Minder dan 100 slachtoffers geënquêteerd. 1) Kan pas vanaf 2023 apart onderscheiden worden. |
Totale schade door spoofing ongeveer gelijk gebleven
De totale schade veroorzaakt door spoofing bedroeg naar schatting 318 miljoen euro in 2023. Dit was 10 procent van de totale financiële schade door criminaliteit. In 2021 was dit 300 miljoen euro. 74 duizend slachtoffers maakten het geld zelf over naar de crimineel in 2023. Dit betekent dat 62 procent van het schadebedrag (196 miljoen euro) door de slachtoffers zelf is overgemaakt.
140 miljoen euro schade werd veroorzaakt door bankspoofing, waarbij de oplichter zich voordeed als een medewerker van de bank. Ook beleggingsfraude veroorzaakte, met 68 miljoen euro, in totaal veel schade.
De totale schade door vriend-in-noodfraude is sinds 2021 afgenomen van 84 miljoen naar 26 miljoen euro.
Jaar | Totale schade (miljoen euro (in prijzen van 2023)) | Totale schade, marge (miljoen euro (in prijzen van 2023)) |
---|---|---|
Bankspoofing | ||
2023 | 140 | 94 - 186 |
2021 | 108 | 77 - 140 |
Helpdeskfraude | ||
2023 | ||
2021 | 16 | 8 - 23 |
Vriend-in-noodfraude | ||
2023 | 26 | 20 - 33 |
2021 | 84 | 61 - 108 |
Nepboete/factuur | ||
2023 | 3 | 2 - 4 |
2021 | 3 | 2 - 5 |
Beleggingsfraude2 | ||
2023 | 68 | 28 - 108 |
2021 | ||
Spoofing overig | ||
2023 | 52 | 31 - 74 |
2021 | 89 | 55 - 122 |
Tenminste 3 van de 10 slachtoffers kreeg geld terug
De slachtoffers van spoofing kregen in minimaal 33 procent en maximaal 44 procent van de gevallen (een deel van) hun geld terug. Bij 11 procent was schadevergoeding nog onzeker. De vergoeding hing sterk af van de hoedanigheid van de spoofer en of de spoofer toegang kreeg tot de rekening. Wanneer de spoofer het telefoonnummer of de naam van de bank misbruikte werd bij 7 à 8 van de 10 delicten tenminste een deel van de schade vergoed. Daarbij maakte het niet uit of het slachtoffer zelf de betaling deed of dat de crimineel toegang tot de rekening kreeg.
Slachtoffers van spoofing die leidt tot niet-bancaire fraude krijgen hun schade in principe niet vergoed. De slachtoffers die hun geld desondanks terugontvingen zullen dit van de dader terug hebben gekregen, bijvoorbeeld op verzoek van de bank of via de Procedure NAW-gegevens Begunstigde bij niet-bancaire Fraude. Hiervoor is een aangifte noodzakelijk.
(Gedeeltelijk) vergoed of terugbetaald door de dader1) (%) | (Nog) onbekend (%) | |
---|---|---|
Totaal | 33,2 | 10,6 |
Bankspoofing | 69,5 | 12,3 |
Helpdeskfraude | . | . |
Vriend-in-noodfraude | 35,9 | 7,9 |
Nepboete/factuur | 15,5 | 9,5 |
Beleggingsfraude | 5,1 | 17,8 |
Spoofing overig | 25,0 | 8,4 |
1) Aangezien instanties niet-bancaire fraude door spoofing anders dan bankspoofing niet vergoeden, zal in veel van deze gevallen de dader het geld (op verzoek van de bank of via een civiele procedure) hebben terugbetaald. |
Banken verloren 122 miljoen euro aan schadevergoeding bankspoofing
Van de aanvankelijke totaalschade van 318 miljoen euro kregen de spoofingslachtoffers naar eigen zeggen 170 miljoen euro terug in 2023. 122 miljoen hiervan betrof vergoedingen door de banken, creditcardmaatschappijen/online betaaldiensten wegens bankspoofing. In 2021 was dit 80 miljoen. Wegens de betrouwbaarheidsmarges, die behoren bij ieder enquêteonderzoek, kan niet met zekerheid beweerd worden dat de vergoeding door bankspoofing daadwerkelijk gestegen is ten opzichte van 2021.
De overige 49 miljoen bij de andere vormen van spoofing heeft betrekking op vergoeding maar ook op bij de daders teruggevorderde schade.
Vergeleken met 2021 zijn de financiële dienstverleners veel minder geld kwijt aan vergoedingen wegens Vriend-in-noodfraude. In 2021 was dit 29 miljoen euro, in 2023 bedroeg dit 8 miljoen.
Terugbetaald (door financiële dienstverlener of door dader) (miljoen euro) | Resterende schade voor slachtoffers (miljoen euro) | |
---|---|---|
Bankspoofing | 122 | 18 |
Vriend-in-noodfraude | 8 | 18 |
Nepboete/factuur | 1 | 2 |
Beleggingsfraude | 1 | 68 |
Spoofing overig | 14 | 38 |
6. Gevolgen van slachtofferschap
6.1 Financiële problemen
12 procent van de slachtoffers kreeg financiële problemen
Volgens opgave in de enquête werden er in 2023 4,7 miljoen delicten tegen burgers gepleegd met directe financiële schade als gevolg. Veel mensen werden het slachtoffer van meer dan één delict, en veel delicten maakten meer dan één slachtoffer. Van deze delicten werden 3,3 miljoen personen van 15 jaar en ouder het slachtoffer. Dit betreft 22 procent van de bevolking. De schade was niet altijd even hoog en de delicten hebben ook niet op iedereen evenveel impact. Bij 388 duizend slachtoffers - dus 12 procent van de slachtoffers- leidde het delict of de delicten naar eigen zeggen tot financiële problemen. Dit kan komen door de directe schade, maar ook door eventuele indirecte schade, zoals de kosten van alternatief vervoer.
Financiële problemen het vaakst na identiteitsfraude
Overige online criminaliteit (hoofdzakelijk identiteitsfraude) leidde het vaakst tot financiële problemen: 31 procent van de slachtoffers met directe schade gaven aan deze te hebben (gehad). In absolute aantallen leidde fietsdiefstal het vaakst tot financiële problemen: 126 duizend slachtoffers van fietsdiefstal zeiden hierdoor in de problemen te zijn gekomen, gevolgd door aankoopfraude (88 duizend slachtoffers) en vernieling van auto’s (65 duizend slachtoffers).
Aantal met financiële problemen door fietsdiefstal gestegen
Vooral het aantal slachtoffers dat financiële problemen kreeg als gevolg van fietsdiefstal is flink gestegen: van 85 duizend in 2021 naar 126 duizend in 2023. Ook is er een toename wegens diefstal uit de auto en zakkenrollerij van 8 respectievelijk 14 duizend slachtoffers.
Het aantal slachtoffers met financiële problemen wegens niet-bancaire fraude in het betalingsverkeer is ongeveer gelijk gebleven. De brutoschade daalde, maar ook de vergoeding door financiële dienstverleners daalde waardoor de totale schade voor de slachtoffers ongeveer gelijk bleef.
Delict | 2023 (aantal slachtoffers x 1 000) | 2023, marge (aantal slachtoffers x 1 000) | 2021 (aantal slachtoffers x 1 000) | 2021, marge (aantal slachtoffers x 1 000) |
---|---|---|---|---|
Diefstal van voertuigen | ||||
Fiets | 126 | 116 - 137 | 85 | 77 - 93 |
Auto | 2 | 1 - 4 | 4 | 2 - 6 |
Ander motorvoertuig | 6 | 4 - 9 | 8 | 5 - 10 |
Diefstal ander goed | ||||
Zakkenrollerij/ beroving | 28 | 24 - 33 | 14 | 11 - 17 |
Vanaf auto | 24 | 19 - 28 | 16 | 13 - 20 |
Uit auto | 18 | 14 - 22 | 10 | 7 - 13 |
Uit woning | 8 | 6 - 11 | 10 | 7 - 13 |
Overig | 24 | 20 - 29 | 18 | 15 - 22 |
Online vermogensdelicten | ||||
Aankoopfraude | 88 | 79 - 97 | 73 | 65 - 81 |
Bancaire fraude in het betalingsverkeer | 17 | 13 - 21 | 15 | 12 - 19 |
Niet-bancaire fraude in het betalingsverkeer | 16 | 12 - 19 | 15 | 12 - 18 |
Verkoopfraude | 15 | 12 - 19 | 17 | 13 - 20 |
Overige online vermogensdelicten | 6 | 3 - 8 | 6 | 4 - 8 |
Vernieling | ||||
Auto | 65 | 58 - 72 | 59 | 52 - 65 |
Fiets | 17 | 13 - 20 | 11 | 8 - 14 |
Huis bij (poging) tot inbraak | 12 | 9 - 15 | 12 | 9 - 15 |
Huis | 4 | 2 - 6 | 3 | 1 - 4 |
Tuin | 3 | 2 - 5 | 3 | 1 - 5 |
Motor, scooter, bromfiets of snorfiets | 3 | 2 - 5 | 4 | 2 - 5 |
Anders | 4 | 2 - 6 | 4 | 2 - 5 |
6.2 Emotionele of psychische problemen
1 op 6 slachtoffers ervaart emotionele problemen
Vermogens- of vernielingsdelicten hebben naast financiële ook vaak emotionele gevolgen. Bij 16 procent van de slachtoffers leidde het delict tot emotionele of psychische problemen. Met name slachtoffers van (poging tot) inbraak en niet-bancaire fraude in het betalingsverkeer als gevolg van spoofing kregen, met 48 respectievelijk 35 procent, in 2023 relatief vaak emotionele problemen.
Omvang emotionele problemen het grootst door fietsdiefstal
In absolute aantallen vergden fietsdiefstallen de meeste emotionele problemen, maar ook wegens aankoopfraude en vernieling van auto’s waren er veel emotionele slachtoffers. Zo kregen 109 duizend slachtoffers van fietsdiefstal emotionele problemen, bij aankoopfraude waren dat er 89 duizend en 77 duizend personen kregen emotionele problemen omdat hun auto vernield was.
Stijging emotionele problemen door fietsdiefstal en zakkenrollerij
Vergeleken met 2021 is het aantal slachtoffers met emotionele problemen door fietsdiefstal het sterkst gestegen. In 2021 waren dat er 79 duizend, in 2023 109 duizend. Ook het aantal slachtoffers met emotionele problemen door zakkenrollerij is gestegen, van 22 naar 35 duizend. De andere delicten zorgden niet noemenswaardig voor meer of minder slachtoffers met emotionele problemen.
Delict | 2023 (aantal slachtoffers x 1 000) | 2023, marge (aantal slachtoffers x 1 000) | 2021 (aantal slachtoffers x 1 000) | 2021, marge (aantal slachtoffers x 1 000) |
---|---|---|---|---|
Diefstal van voertuigen | ||||
Fiets | 109 | 99 - 118 | 79 | 71 - 87 |
Auto | 5 | 4 - 7 | 7 | 5 - 10 |
Ander motorvoertuig | 6 | 4 - 8 | 5 | 3 - 8 |
Diefstal ander goed | ||||
Zakkenrollerij/ beroving | 35 | 31 - 40 | 22 | 18 - 26 |
Uit woning | 30 | 26 - 35 | 26 | 22 - 30 |
Uit auto | 27 | 23 - 32 | 20 | 16 - 24 |
Vanaf auto | 25 | 21 - 30 | 25 | 21 - 30 |
Overig | 44 | 38 - 49 | 41 | 36 - 46 |
Online vermogensdelicten | ||||
Aankoopfraude | 89 | 81 - 97 | 87 | 79 - 95 |
Niet-bancaire fraude in het betalingsverkeer | 26 | 22 - 30 | 21 | 18 - 25 |
Bancaire fraude in het betalingsverkeer | 25 | 21 - 30 | 20 | 17 - 24 |
Verkoopfraude | 18 | 14 - 21 | 19 | 16 - 23 |
Overige online vermogensdelicten | 7 | 4 - 9 | 7 | 4 - 9 |
Vernieling | ||||
Auto | 77 | 70 - 84 | 76 | 69 - 84 |
Huis bij (poging) tot inbraak | 48 | 42 - 54 | 46 | 40 - 52 |
Huis | 23 | 19 - 28 | 24 | 20 - 28 |
Fiets | 17 | 14 - 21 | 16 | 12 - 19 |
Tuin | 15 | 11 - 18 | 13 | 10 - 16 |
Motor, scooter, bromfiets of snorfiets | 4 | 2 - 5 | 3 | 1 - 5 |
Anders | 13 | 10 - 16 | 13 | 10 - 16 |
7. Samenvatting en conclusie
In 2021 is voor het eerst een gedetailleerd beeld gegeven van de schade door criminaliteit tegen burgers. Dit onderzoek geeft de stand voor 2023 en beschrijft de verschillen met 2021. Het gaat daarbij alleen om de directe schade van vernieling en vermogenscriminaliteit. Alle cijfers zijn verkregen via enquêtering.
In 2023 zijn in totaal 4,7 miljoen delicten tegen burgers gepleegd die directe financiële schade tot gevolg hadden, een half miljoen meer dan in 2021. Ruim driekwart hiervan betrof diefstal van geld of spullen, bij 23 procent ging het om vernieling.
De totale financiële schade van deze criminaliteit bedroeg 3,2 miljard euro, een stijging van 13 procent ten opzichte van 2021.In 2023 kwam 787 miljoen euro voor rekening van online gepleegde delicten. In 2021 was dit 675 miljoen.
Van de totale schade kregen de slachtoffers 1,2 miljard euro terug van financiële dienstverleners of (voor een beperkt deel) van de daders. Voor financiële dienstverleners vormde voertuigdiefstal de grootste schadepost. In totaal werd hiervoor 427 miljoen euro aan schade uitgekeerd. De uitgekeerde schadebedragen voor voertuigdiefstal waren met 271 miljoen euro het grootst voor fietsdiefstal.
Van de 4,7 miljoen delicten werden 3,3 miljoen personen slachtoffer. Daarbij gaf 12 procent van de slachtoffers aan financiële problemen te hebben (gehad) door wat hen is overkomen. Dit is een ten opzichte van 2021 een stijging van 307 naar 388 duizend slachtoffers. Daarnaast gaf 16 procent van de slachtoffers aan emotionele of psychische problemen te hebben ondervonden. In 2021 was dit aandeel ongeveer hetzelfde. Het aantal slachtoffers met emotionele problemen is wel gestegen van 443 naar 512 duizend, voornamelijk door de toename van het aantal fietsdiefstallen en zakkenrollerijen/ berovingen.
Dit onderzoek beoogt een best mogelijke schatting te geven van de financiële schade van de criminaliteit tegen burgers in de privésetting en de verschillen tussen 2021 en 2023. Onderzoek naar schade kent een aantal uitdagingen. Deze, en hoe hiermee is omgegaan, zijn uitvoerig beschreven in voorgaand onderzoek (Reep, 2022). In 2023 is de vragenlijst verbeterd door de vragen naar schadebedragen verplicht te stellen. De hoogte van de schade voor de slachtoffers werd hierdoor in 2023 nauwkeuriger gemeten. Alhoewel in 2021 zo goed mogelijk gecorrigeerd is voor de onbekende bedragen kan dit enige invloed hebben op de vergelijkbaarheid tussen de jaren.
Referenties
Akkermans Math, Elianne Derksen, Mathilde Kennis, Rianne Kloosterman, Elke Moons, 2023. Veiligheidsmonitor 2023. Centraal bureau voor de statistiek Den Haag/Heerlen.
CBS Statline, 2024. Consumentenprijzen; prijsindex 2015=100. Centraal bureau voor de statistiek Den Haag/Heerlen.
Reep, 2022. Financiële schade van criminaliteit tegen burgers. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen.