Onderweg in Nederland (ODiN) 2023 - Plausibiliteitsrapportage

3. Reizigerskilometers

In dit hoofdstuk worden reizigerskilometers per jaar gepresenteerd van inwoners van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens in Nederland. De totale vervoersprestatie betreft alle reizigerskilometers van inwoners van Nederland in Nederland inclusief binnenlandse vakanties en serieverplaatsingen maar exclusief (beroepsmatig) wegvervoer met vrachtwagens.

Bij het vergelijken van de cijfers in dit hoofdstuk dient rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal kilometers per jaar afhankelijk is van het aantal dagen van het jaar (schrikkeljaren), maar dat dit bijvoorbeeld ook afhankelijk kan zijn van het aantal doordeweekse dagen, weekenddagen en werkdagen in een jaar (zie bijlage B voor een overzicht met de verschillen per jaar).

3.1 Totale vervoersprestatie

De vervoersprestatie in tabel 3.1.1 is uitgesplitst naar vervoerwijze. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers zijn de afstanden gebaseerd op de ritinformatie3).

3.1.1 Totale vervoersprestatie van personen van 6 jaar of ouder in miljarden reizigerskilometers naar ritvervoerwijze per jaar
20192020202120222023verschil 2023 t.o.v. 2022 (%)verschil 2023 t.o.v. 2019 (%)
Totaal218,8152,0*168,4*186,9*199,3*+7-9
Personenauto als bestuurder108,579,4*85,6*92,9*99,6*+7-8
Personenauto als passagier39,025,8*30,2*32,7*36,5*+12-6
Trein24,19,6*10,215,8*20,0*+27-17
Bus/tram/metro6,52,9*3,5*5,0*5,1+1-21
Fiets17,8*15,5*16,1*18,4*17,8*-30
Lopen5,26,6*8,2*7,2*6,9*-5+33
Overig17,912,1*14,7*15,013,4-10-25
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar.

De mobiliteit in de jaren 2020 tot begin 2022 werd getekend door de covid-19 pandemie en de maatregelen die de regering nam om de gevolgen voor de bevolking en de gezondheidszorg zo gunstig mogelijk te laten verlopen. Dit waren uitzonderlijke jaren. Veel van die maatregelen in die periode hadden hun weerslag op het verplaatsingsgedrag van de Nederlandse bevolking. In 2022 zijn de meeste maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-19 beëindigd; halverwege januari 2022 eindigde een periode met een harde lockdown en op 15 maart van dat jaar vervielen de resterende coronamaatregelen. Het virus en de bijbehorende maatregelen hadden in 2022 een minder grote uitwerking op de mobiliteit van Nederlandse bevolking dan in de twee jaren daarvoor. 2022 was echter ook het jaar waarin Rusland haar buurland Oekraïne binnenviel (24 februari 2022) en daarmee een oorlog startte die wereldwijd (economische) gevolgen had, zoals hogere brandstofprijzen. Ook in 2023 zijn de brandstofprijzen nog hoog en duurt de oorlog met Oekraïne nog voort. 2023 is wel het eerste jaar sinds 2020 waarin geen mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen meer gelden.

Totale vervoersprestatie

In 2023 bedraagt de totale vervoersprestatie in ODiN 199,3 miljard reizigerskilometers zoals weergegeven in tabel 3.1.1. Dit is een significante toename van 7 procent ten opzichte van 2022. De totale vervoersprestatie is bijna een tiende (-9 procent) minder dan in ODiN 2019 en uit nadere analyse blijkt ook dat verschil significant. Voor de vervoerwijzen met de hoogste vervoersprestatie zoals personenautobestuurder en -passagier en de trein geldt dat deze in 2023 significant is toegenomen ten opzichte van 2022. De vervoersprestatie voor de modaliteiten fiets en lopen is daarentegen significant lager dan in 2022 (afname met respectievelijk 3 procent en 5 procent). Ten opzichte van 2019 liggen de vervoersprestaties van bijna alle vervoerwijzen in 2023 significant lager dan in 2019 (CBS, 2023a). Uitzondering hierop vormen de vervoersprestaties van fietsen en lopen. De vervoersprestatie van de fiets in 2023 verschilt niet significant van die in 2019, maar de vervoersprestatie van lopen verschilt wel significant van 2019. Het aantal reizigerskilometers te voet is in 2023 een derde hoger dan in 2019. De vervoersprestatie met overige vervoerwijzen verschilt ook significant met 2019. Deze ligt een kwart onder het niveau van 2019.

Autobestuurders en autopassagiers

Het aantal reizigerskilometers afgelegd door autobestuurders van een personenauto in 2023 is in vergelijking met 2022 significant toegenomen met 7 procent tot 99,6 miljard kilometer. Vergeleken met 2019 is het aantal personenautobestuurderskilometers in 2023 significant lager (-8 procent). Het aantal kilometers voor passagiers in een personenauto nam in 2023 eveneens significant toe ten opzichte van 2022 (12 procent). Vergeleken met 2019 zijn ook de autopassagierskilometers in 2023 significant lager (-6 procent).

Voor het controleren van de plausibiliteit van het aantal personenautobestuurderskilometers door inwoners van Nederland op Nederlands grondgebied uit ODiN 2023 is een vergelijking gemaakt met de voorlopige verkeersprestatiecijfers van het CBS gebaseerd op de kilometerregistraties van de Dienst Wegverkeer (RDW) (CBS, 2024c). De voorlopige cijfers over de personenautokilometers op Nederlands grondgebied in 2023 zijn vergeleken met de voorlopige cijfers van 2022 en 2019. Hieruit volgt dat het aantal voertuigkilometers van (Nederlandse plus buitenlandse) personenauto’s binnen Nederland in 2023 ten opzichte van 2022 is toegenomen met 3,9 procent tot 106,5 miljard kilometer. Ten opzichte van 2019 (110,2 miljard kilometer) zijn het aantal voertuigkilometers in 2023 3,4 procent lager. Ofschoon de waarden van deze (voorlopige) verkeersprestatiecijfers afwijken van de waarden berekend met ODiN, komt de tendens van beide onderzoeken overeen. In beide onderzoeken is sprake van een toename van de personenauto(bestuurders)kilometers van 2023 vergeleken met 2022 en een lager aantal kilometers in vergelijking met 2019 (zie ook paragraaf 7.3).

Een andere bron die een indicatie kan geven over de plausibiliteit van de ODiN-gegevens is de rapportage over het rijkswegennet (Rijkswaterstaat, 2024). Daarin wordt gemeld dat het aantal afgelegde voertuigkilometers op het hoofdwegennet met 2,9 procent toe nam tot 69,3 miljard voertuigkilometers. Ten opzichte van 2019 is er een daling van 4,9 procent van de verkeersprestatie te zien. Hoewel op het rijkswegennet niet alleen personenauto’s rijden, zijn personenauto’s in aantal verreweg het grootst. Om die reden is een voorzichtige vergelijking met deze gegevens toch zinvol. In elk geval komt de tendens: toename verkeersprestatie van 2022 naar 2023 en een lagere verkeersprestatie in 2023 in vergelijking met 2019, overeen met de tendens uit de ODiN-cijfers.

De verkeersindex van het ‘personenvervoer’, gepubliceerd door het CBS (CBS, z.d.) op basis van een selectie door NDW van 200 meetpunten met verkeerslusgegevens op rijkswegen is ook een bron die aangehaald kan worden. Middels een berekend globaal indexcijfer voor heel 2023 blijkt dat in 2023 ten opzichte van 2022 de verkeersintensiteit van het ‘personenverkeer’ op werkdagen met 9 procent is toegenomen en op weekenddagen met 1,4 procent. De verkeersintensiteit over 2023 bleek op werkdagen 1,4 procent lager en op weekenddagen 5 procent lager dan in 2019. Een voorzichtige conclusie is dat de tendens van deze cijfers voor wat betreft de ontwikkeling van 2023 ten opzichte van 2022 in de dezelfde richting wijst als de ODiN gegevens. Dit geldt ook voor het verschil in ontwikkeling van 2023 in vergelijking met 2019. De gegevens over het ‘personenverkeer’ geven aan dat er minder kilometers worden afgelegd dan in 2019 op de door NDW geselecteerde rijkswegen (zie ook paragraaf 7.6.1).

Uit resultaten van het Landelijk Reizigersonderzoek 2023 blijkt dat ten opzichte van 2022 de afgelegde woon-werkafstand door automobilisten met bijna 3 procent is toegenomen. Ook het totaal aantal afgelegde (woon-werk) kilometers is met bijna 3 procent gegroeid (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2024). Hoewel het hier om slechts een deel van de kilometers gaat die zijn afgelegd door automobilisten, is er evenals in ODiN, sprake van een toename van het aantal afgelegde kilometers door autobestuurders van 2022 naar 2023.

Trein

Het aantal treinreizigerskilometers is in 2023 significant gewijzigd ten opzichte van 2022. Uit ODiN blijkt dat het aantal reizigerskilometers met de trein is toegenomen van 15,8 miljard in 2022 naar 20,0 miljard in 2023 (27 procent). Ten opzichte van de 24,1 miljard reizigerskilometers in 2019 is het aantal treinreizigerskilometers in ODiN 2023 17 procent lager. De grootste treinreizigersvervoerder, de Nederlandse Spoorwegen (NS, 2024), rapporteert in het jaarverslag over 2023 dat de reizigerskilometers over 2023 15,5 miljard bedragen. Dat is 17 procent meer dan in 2022. Dit betekent dat zowel de NS als het ODiN een significante toename rapporteren van het aantal treinreizigerskilometers van 2023 ten opzichte van 2022.

Over het verschil met 2019 merkt NS het volgende op: “Het aantal reizigerskilometers in 2023 ten opzichte van 2019, het laatste jaar vóór corona, was 89% (2022: 76%). Dit niveau blijkt het ‘nieuwe normaal’ qua reizigersaantallen na corona. Nu thuiswerken is ingeburgerd blijven de reizigersaantallen van vooral forensen achter bij het niveau van 2019. De reizigerskilometers liggen echter nog steeds lager dan voor corona. Een belangrijke oorzaak is dat het voor veel mensen normaal is geworden om één of meer dagen thuis te werken. Daarnaast is de koopkracht van veel mensen verminderd, waardoor ze minder reizen” (NS, 2024). Uit navraag bij de NS blijkt dat het aantal reizigerskilometers uit 2019 17,5 miljard reizigerskilometers bedraagt. Hiermee kan worden berekend dat het aantal reizigerskilometers van de NS in 2023 (15,536 miljard), zo’n 11 procent lager is dan in 2019. De tendens dat het aantal treinreizigerskilometers in 2023 nog steeds lager ligt dan in 2019 komt overeen met de ODiN-resultaten.

Volgens het Landelijk Reizigersonderzoek maakte het openbaar vervoer een inhaalslag in 2023: de totaal afgelegde afstand voor woon-werk in het OV was in vergelijking met 2022 met ruim 18 procent gegroeid (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2024). Het betreft hier een deel van de gemeten afgelegde kilometers voor een specifiek doel. De tendens in het Landelijk Reizigersonderzoek dat het aantal woon-werkkilometers met het OV (waarvan de trein het grootste aandeel heeft), van 2022 naar 2023 is toegenomen, vormt een gedeeltelijke ondersteuning voor de toename in reizigerskilometers met de trein van 2022 naar 2023 uit het ODiN.

Bus, tram en metro

Uit de ODiN-cijfers blijkt dat het aantal reizigerskilometers met bus, tram en metro van 5,1 miljard kilometer in 2023 niet significant is gewijzigd ten opzichte van 2022. Vergeleken met 2019 lag het aantal reizigerskilometers in ODiN met deze vervoerwijzen in 2023 ruim een vijfde lager.

Fiets

Het totale aantal reizigerskilometers op de fiets nam van 2022 naar 2023 significant af met 0,6 miljard (-3 procent). In 2023 is er geen verschil meer in het aantal fietskilometers met 2019. In beide jaren zijn er 17,8 miljard reizigerskilometers per fiets afgelegd. Uit het Landelijk Reizigersonderzoek blijkt dat van 2022 naar 2023 bijna 5 procent minder kilometers zijn gefietst in het woon-werkverkeer (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2024). Hoewel het woon-werkverkeer maar een deel van alle fietskilometers betreft, is de in dit onderzoek voor woon-werk geconstateerde lichte daling in fietskilometers in lijn met de in ODiN gevonden daling van het totaal aantal fietskilometers in 2023 vergeleken met een jaar eerder. Het is lastig aantoonbaar, maar niet uit te sluiten, dat de daling van het aantal gefietste kilometers in 2023 ten opzichte van 2022 mede verband houdt met de grote hoeveelheid neerslag in 2023 (zie ook paragraaf 7.1 over het weer).

Lopen

De vervoersprestatie van lopen is in 2023 significant afgenomen ten opzichte van 2022 en wel met 5 procent. Het aantal kilometers dat te voet is afgelegd bedroeg in 2023 6,9 miljard reizigerskilometer. Het aantal ‘gelopen’ reizigerskilometers in 2023 ligt een derde hoger dan in 2019 (1,7 miljard hoger) en dat is een significant verschil.

Overige vervoerwijzen

Tot slot volgt de totale vervoersprestatie van ‘overige vervoerwijzen’. Uit de gegevens van 2023 blijkt dat deze niet significant is gewijzigd ten opzichte van 2022, maar wel ten opzichte van 2019. Het aantal reizigerskilometers met het totaal aan ‘overige vervoerwijzen’ waaronder bestelauto’s, brom-, snor- en motorfietsen, invalidevoertuigen, steps, skeelers en dergelijke, is in 2023 een kwart lager dan in 2019 en bedraagt 13,4 miljard reizigerskilometers in 2023.

3.2 Reguliere reizigerskilometers

Tabel 3.2.1 bevat de totale reguliere reizigerskilometers in Nederland van inwoners in particuliere huishoudens in Nederland weergegeven naar verplaatsingsmotief.

3.2.1 Reguliere reizigerskilometers van personen van 6 jaar of ouder in miljarden kilometers naar motief per jaar
20192020202120222023verschil 2023 t.o.v. 2022 (%)verschil 2023 t.o.v. 2019 (%)
Totaal210,9147,0*161,2*180,9*193,1*+7-8
Van en naar het werk57,0*36,4*36,344,3*48,2*+9-15
Zakelijk en beroepsmatig19,2*10,9*11,412,413,6+9-29
Diensten en verzorging4,33,6*4,4*4,34,5+4+5
Winkelen en boodschappen doen18,314,7*15,317,1*18,4*+8+1
Onderwijs of cursus volgen12,06,0*6,9*9,7*10,1+4-16
Visite en logeren34,2*24,0*27,6*30,1*31,3+4-8
Uitgaan, sport en hobby39,2*23,7*27,8*34,1*38,1*+12-3
Toeren en wandelen9,512,2*14,9*12,3*11,1*-10+17
Ander motief17,215,4*16,6*16,717,8+7+4
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar.

Reguliere reizigerskilometers totaal

Uit de ODiN-gegevens van tabel 3.2.1 volgt dat het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2023 significant verschilt met 2022. Het aantal reguliere reizigerskilometers is in 2023 7 procent hoger dan het jaar ervoor. Ook is er een significant verschil ten opzichte van 2019. Het niveau is in 2023 significant lager (-8 procent) dan in 2019 voor de coronamaatregelen. Het verschil tussen de totale vervoersprestatie (tabel 3.1.1) en het totaal aantal reguliere reizigerskilometers bedraagt in 2023 6,1 miljard kilometer (in 2022 was dat 6,0 miljard kilometer).

Het verschil tussen beide gegevens is toe te schrijven aan de serieverplaatsingen die bij het berekenen van de totale vervoersprestatie wél worden meegenomen, maar niet bij de reguliere verplaatsingen. Het aantal kilometers aan serieverplaatsingen van 6,1 miljard reizigerskilometers in 2022 ligt onder het niveau van 2019 toen er bijna 8 miljard kilometer aan serieverplaatsingen werd afgelegd. Aanvullende analyse van de serieverplaatsingen leert dat het aantal reizigerskilometers gereden in bestelauto’s in 2023 niet significant is toegenomen in vergelijking met 2022.

Aangezien bestelauto’s tijdens serieverplaatsingen veelal gebruikt worden voor het halen en brengen van goederen, ligt dit in lijn met andere CBS-onderzoeken waaruit volgt dat de verkoop van digitale producten en diensten in de eerste helft van 2023 vergeleken met 2022 licht toe nam, terwijl de verkoop van goederen nauwelijks was veranderd (CBS, 2023).

Reguliere reizigerskilometers naar motief

Gelet op de verdeling naar motief in tabel 3.2.1 blijkt dat voor de motieven ‘Van en naar het werk’, ‘Winkelen en boodschappen doen’ en ‘Uitgaan, sport en hobby’ het aantal reguliere reizigerskilometers in ODiN 2023 significant hoger is dan bij ODiN 2022. Daar tegenover staat dat er in 2023 significant minder reguliere reizigerskilometers zijn afgelegd met als motief ‘Toeren en wandelen’. Voor alle andere motieven geldt dat het aantal reguliere reizigerskilometers in 2023 niet significant verschilt van 2022.

2023 is het eerste jaar sinds 2020 dat er helemaal geen mobiliteitsbeperkende overheidsmaatregelen meer zijn om besmetting met het coronavirus te beperken. In 2022 golden in de eerste maanden nog wat mobiliteitsbeperkende maatregelen. Vanaf 15 februari 2022 mochten mensen de helft van de tijd op kantoor werken. In de maanden daarna verdwenen stapsgewijs de meeste coronamaatregelen. Op 15 maart van dat jaar werden de coronaregels omgezet in adviezen en waren er geen coronaregels en adviezen meer om thuis te werken (RIVM, 2023).

Van en naar het werk

Het aantal reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ is in vergelijking met 2022 met 9 procent significant toegenomen tot ruim 48 miljard in 2023. Ten opzichte van 2019 is dit significant lager (-15 procent ofwel 8,8 miljard reizigerskilometers minder). Tot 15 februari 2022 was voor mensen die op kantoor werkten nog de coronamaatregel over thuis werken van toepassing. Vanaf 15 februari 2022 mochten mensen de helft van de tijd op kantoor werken. In 2023 waren er geen belemmeringen meer wat betreft preventieve maatregelen om verspreiding van corona tegen te gaan. Toch blijft ook na die maatregelen een deel van de mensen (gedeeltelijk) thuis werken. Volgens het CBS werkt ruim de helft van de Nederlanders weleens thuis. In 2023 werkten thuiswerkers gemiddeld bijna twee volledige werkdagen (15 uur) per week thuis. Dat is iets minder dan de helft van al hun gewerkte uren. Opgeteld maakten alle thuiswerkuren bijna 20 procent uit van de gewerkte uren door alle werkenden. Zelfstandigen werkten relatief veel thuis: 30 procent van al hun gewerkte uren. Bij werknemers was dat iets meer dan 17 procent (CBS, 2024a).

Dat er nog steeds meer thuis gewerkt wordt dan voor de maatregelen tegen de pandemie blijkt uit een rapport van TNO (TNO, 2024). Daarin wordt gemeld dat hybride werken sinds de start van de covid-19 pandemie een vlucht heeft genomen en dat dit een blijvende verandering lijkt. Dit blijkt uit het NEA-COVID-19 onderzoek van TNO onder ruim 6.000 werknemers, dat van 6 juni tot en met 6 juli 2023 plaatsvond. In het rapport wordt de situatie medio 2023 vergeleken met die van voor de pandemie (eind 2019). Hieruit volgt dat medio 2023 bijna 2 op de 3 werknemers volledig op locatie werkte en het aantal thuiswerkuren fors is gestegen: van gemiddeld 2,6 uur per week in 2019 naar bijna 7 uur per week medio 2023. De resultaten van het TNO-onderzoek vertonen parallellen met de resultaten uit ODiN en ondersteunen de resultaten waaruit blijkt dat het aantal afgelegde reizigerskilometers ’Van en naar het werk’ in 2023 significant lager is dan in 2019.

Winkelen en boodschappen doen

In 2023 zijn significant meer reizigerskilometers afgelegd voor ‘Winkelen en boodschappen doen’ namelijk 8 procent meer dan in 2022. Voor de gevonden toename in het ODiN van het aantal reizigerskilometers voor ‘Winkelen en boodschappen doen’, volgt enige bevestiging uit CBS-gegevens over de omzet van de detailhandel. Deze zette in het vierde kwartaal van 2023 ruim 4 procent meer om. Het verkoopvolume was 0,3 procent hoger vergeleken met de zelfde periode in 2022. Dat de omzetgroei naast hogere prijzen mede werd behaald door een hoger verkoopvolume, was voor het eerst sinds het eerste kwartaal van 2022 (CBS, 2024b). In vergelijking met ODiN 2019 zijn er in 2023 geen significante verschillen in het aantal afgelegde reizigerskilometers om boodschappen te doen en te winkelen.

Uitgaan, sport en Hobby

Uit ODiN blijkt dat in 2023 12 procent meer reizigerskilometers zijn gemaakt dan in 2022 om uit te gaan, te sporten of om een hobby uit te oefenen. Dat verschil is significant. In 2022 waren er na de harde lockdown nog voor een deel van het jaar beperkingen met betrekking tot bezoek aan uitgaansgelegenheden, bioscoop- en theatervoorstellingen, sportevenementen, festivals en dergelijke (RIVM 2023). Er is in 2023 geen verschil in reizigerskilometers voor dit motief vergeleken met 2019.

Toeren en wandelen

Het aantal reizigerskilometers gemaakt voor ‘Toeren en wandelen’ is in 2023 significant gedaald met 10 procent. Er is ook een significant verschil in het aantal reizigerskilometers afgelegd voor toeren en wandelen tussen 2023 en 2019. Het aantal reizigerskilometers voor toeren en wandelen is in 2023 zo’n 1,6 miljard hoger (17 procent) dan in 2019. Op dit moment zijn er geen onderzoeken beschikbaar waar dit gevonden resultaat aan kan worden getoetst.

Zakelijk en beroepsmatig

Het aantal kilometers dat is afgelegd voor het motief ‘Zakelijk en beroepsmatig’ in 2023 is niet significant gewijzigd ten opzichte van een jaar eerder. Het enige andere onderzoek over deze periode dat hierover iets zegt is het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek (NZMO). Dit meldt in september 2023 dat het aantal zakelijk afgelegde autokilometers met 4 procent is gestegen (NZMO, 2023). Het is moeilijk te duiden door de grote verschillen in onderzoeksmethode van beide onderzoeken en het feit dat het NZMO de situatie van halverwege 2023 schetst, of dit resultaat kan worden gezien als strijdig met het ODiN-resultaat of dat de verschillen marginaal zijn.

Het aantal zakelijke en beroepsmatige kilometers in ODiN 2023 (13,6 miljard kilometer) was 29 procent lager dan in 2019. Onder zakelijke reizen vallen ook reizen naar externe vergaderingen en overleggen. Vorig jaar rapporteerde het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) hierover dat van de werkenden met ervaring in digitaal vergaderen de overgrote meerderheid (66 procent) in oktober 2022 aangaf nog steeds vaker digitaal te vergaderen dan vóór de covid-19 pandemie. Ook gaf de helft van de werkenden met ervaring in digitaal vergaderen aan dit op langere termijn ook te blijven doen (KiM, 2023). Mogelijk draagt dit bij tot een deel van de verklaring van het verschil in zakelijke en beroepsmatige kilometers tussen 2019 en 2023.

Overige motieven

Het aantal reizigerskilometers met het motief ‘Diensten en verzorging’ in 2023 bleef nagenoeg gelijk aan dat van 2022 (verschil is niet significant). Ook het verschil in reizigerskilometers tussen 2023 ten opzichte van 2019 is niet significant voor dit motief. Dit geldt ook voor het motief ‘Ander motief’. De motieven ‘Onderwijs of cursus volgen’ en ’Visite en logeren’ verschillen in 2023 ook niet significant van 2022, maar wel van 2019. ‘Onderwijs of cursus volgen’ is 16 procent lager, en ’Visite en logeren’ 8 procent lager dan in 2019.

3.3 Ontwikkelingen naar maand

Ten behoeve van de plausibiliteitsrapportage van dit jaar is onderstaande extra analyse naar maand gemaakt voor resultaten gepresenteerd over de vervoersprestatie in paragraaf 3.1 en over de reguliere reizigerskilometers in paragraaf 3.2. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de verschillen per maand niet getoetst zijn. Van alle verschillen is dus niet duidelijk of die verschillen significant zijn, ook niet als ze in de tekst benoemd worden. Daarmee verschilt de betekenis van deze maandcijfers dus met die van de jaarcijfers in deze rapportage.

Totale vervoersprestatie naar maand

In grafiek 3.3.1 is de totale vervoersprestatie van 2019, 2022 en 2023 per maand in beeld gebracht. De totale vervoersprestatie (zie ook tabel 3.1.1) is de som van het aantal reguliere reizigerskilometers en de kilometers van serieverplaatsingen. Uit de grafiek is af te leiden dat het patroon van de vervoersprestaties per maand in 2023 weer lijkt op het jaar 2019 voordat de pandemie uitbrak. Wel liggen de vervoersprestaties per maand voor 2022 en 2023 onder het niveau van 2019.

3.3.1 Totale vervoersprestatie van personen van 6 jaar of ouder in miljarden reizigerskilometers naar maand per jaar
maand2019 (mld km)2022 (mld km)2023 (mld km)
januari17,712,414,9
februari16,312,714,4
maart17,516,116,2
april18,215,415,7
mei19,016,817,9
juni18,916,016,5
juli18,015,416,8
augustus18,716,216,3
september19,216,217,1
oktober18,916,617,1
november18,916,715,8
december17,716,214,6

Uitgaande van de tijdlijnen van 2023 en 2022 is te zien dat in 2023 het grootste verschil in de totale vervoersprestatie met 2022 in de maanden januari (22 procent hoger) en februari (17 procent hoger) plaatsvindt. Dit verschil is mogelijk verklaarbaar omdat in 2022 in de maanden januari en februari nog mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen van kracht waren en in 2023 niet. Ook in de maand juli lijkt de totale vervoersprestatie iets meer te verschillen (11 procent hoger) dan in juli 2022. Een directe verklaring hiervoor is niet te geven. Juli is een vakantiemaand en mogelijk is het moment waarop mensen daadwerkelijk op vakantie gaan hierop van invloed.

De totale vervoersprestatie lijkt in 2023 in alle maanden behalve november en december hoger te liggen dan in 2022. Of de geconstateerde verschillen tussen de maanden in 2022 en 2023 significant zijn, is niet getoetst. In de grafiek is te zien dat de totale vervoersprestatie in 2023 elke maand lager is dan in 2019. In de maanden november tot en met december 2023 is het verschil in de vervoersprestatie in vergelijking met dezelfde periode in 2019 het grootst. Een mogelijke verklaring kan zijn dat in 2023 ten gevolge van de weersomstandigheden, mensen besloten om vaker thuis te werken of online te vergaderen. Zoals eerder gemeld in dit hoofdstuk, vindt thuiswerken en online vergaderen in 2023 vaker plaats sinds het ingaan van de mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen in 2020. Ook in de maanden april en juni 2023 is de vervoersprestatie 11 procent lager dan in 2019. Ook al deze genoemde verschillen zijn niet op significantie getoetst.

Reguliere reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ naar maand

Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers is de totale vervoersprestatie minus de kilometers afgelegd tijdens serieverplaatsingen. In de eerder gepresenteerde tabel 3.2.1 is het aantal reguliere reizigerskilometers uitgesplitst naar motief. Voor het motief ‘Van en naar het werk’ zijn ook de verschillen per maand in de jaren 2019, 2022 en 2023 in kaart gebracht (grafiek 3.3.2). Of deze verschillen significant zijn, is niet berekend.

3.3.2 Reguliere reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ van personen van 6 jaar of ouder in miljarden kilometers naar maand per jaar
maand2019 (mld km)2022 (mld km)2023 (mld km)
januari4,83,23,8
februari4,53,43,6
maart4,64,54,3
april4,93,43,7
mei5,13,84,6
juni4,33,84,2
juli4,93,33,7
augustus4,13,23,3
september4,73,94,2
oktober5,43,94,2
november5,24,14,7
december4,53,83,7

De grootste verschillen in het aantal reguliere reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ tussen 2023 en 2022 vinden plaats in de maanden januari, mei en november. In de maanden januari en mei 2023 is het aantal afgelegde kilometers ‘Van en naar het werk’ 20 procent hoger dan in 2022. In november 2023 is het verschil 16 procent hoger dan in november 2022. Wat de reden voor deze verschillen is, is niet nader onderzocht. In de maanden februari, maart, augustus en december is er nog amper verschil in het aantal kilometers ‘Van en naar het werk’ tussen beiden jaren. Vergelijken we de resultaten van 2023 met die van 2019 dan lijkt het aantal kilometers ‘Van en naar het werk’ in 2023 nog iedere maand lager dan in dezelfde maand in 2019. Dit lijkt te wijzen op bijvoorbeeld het verschil in thuiswerken en online vergaderen dat in 2023 frequenter plaatsvindt dan in 2019. Opvallend is echter dat er in de maanden maart en juni, nog amper verschil lijkt tussen beide jaren. Ook november lijkt (in iets mindere mate) een maand waarvan het aantal afgelegde kilometers ‘Van en naar het werk’ in 2023 dicht in de buurt ligt van het aantal afgelegde kilometers in november 2019. In hoeverre de genoemde verschillen wel of niet significant zijn, is niet getoetst.

3) Dit is de meest zuivere bepaling. Verplaatsingen kunnen met meerdere vervoerwijzen worden gemaakt, bijvoorbeeld fiets-trein-bus-lopen. In dat geval wordt bij de hier gehanteerde afleiding de afgelegde afstand per rit van al de vier gebruikte vervoerwijzen binnen de hele verplaatsing ook toegekend aan elk van de vier gebruikte vervoerwijzen. ODiN kent daarnaast voor die gevallen een hoofdvervoerwijze toe voor de gehele verplaatsing op basis van de langst afgelegde afstand binnen de verplaatsing. Deze hoofdvervoerwijze speelt echter geen rol bij de toekenning van de hier gepresenteerde afstanden.