4. Gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en verplaatsingsafstanden. Deze paragraaf richt zich op de gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing naar vervoerwijze en naar motief. Evenals bij het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag in het voorgaande hoofdstuk, is de afgelegde afstand per verplaatsing berekend met alleen reguliere verplaatsingen. Voor deze indicator wordt vooral informatie op verplaatsingsniveau gebruikt. Echter, bij de indeling naar vervoerwijze wordt voor alle reguliere verplaatsingen gekeken naar de som van de ritafstanden per ritvervoerwijze. De som van de ritafstanden (bijvoorbeeld de fiets) wordt vervolgens gedeeld door het totaal aantal verplaatsingen waarvan (in dit geval) de fiets de hoofdvervoerwijze is.
Gemiddelde afstand per verplaatsing naar vervoerwijze
In de tabellen 4.1a, 4.1b en 4.1c wordt de gemiddelde afstand per verplaatsing in Nederland van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag in particuliere huishoudens weergegeven naar vervoerwijze.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 12,3 | 9,8* | 10,1 | 10,0 | 11,1* | +11 | -10 |
Personenauto als bestuurder | 18,2 | 16,6* | 16,1 | 16,0 | 18,0* | +13 | -1 |
Personenauto als passagier | 20,6 | 18,6 | 20,3 | 19,8 | 18,9 | -4 | -8 |
Trein | 47,9 | 42,3 | 46,3 | 45,6 | 46,8 | +3 | -2 |
Bus/tram/metro | 12,0 | 9,9* | 12,0* | 10,3* | 11,6* | +12 | -3 |
Brom-/snorfiets | 6,0 | 5,2 | 5,3 | 5,7 | 5,6 | -1 | -5 |
Fiets2) | 4,0 | 4,1 | 4,2 | 4,0 | 4,1 | +3 | +2 |
Lopen | 2,0 | 2,0 | 2,2* | 2,0* | 2,0 | -3 | -3 |
Overig (incl. bestelauto) | 23,4 | 19,4 | 19,6 | 18,7 | 19,7 | +5 | -16 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 11,6 | 9,2* | 9,3 | 9,1 | 10,3* | +13 | -12 |
Personenauto als bestuurder | 18,1 | 16,0* | 15,3 | 15,3 | 16,9* | +10 | -7 |
Personenauto als passagier | 17,7 | 16,1 | 17,9 | 15,6 | 15,8 | +1 | -11 |
Trein | 44,5 | 41,4 | 43,7 | 41,8 | 45,7 | +9 | +3 |
Bus/tram/metro | 12,2 | 10,1* | 12,0* | 10,7* | 11,6 | +9 | -5 |
Brom-/snorfiets | 6,0 | 5,2 | 5,5 | 5,8 | 5,8 | -2 | -4 |
Fiets2) | 3,9 | 3,9 | 3,9 | 3,8 | 4,0* | +7 | +4 |
Lopen | 2,0 | 1,9 | 2,1* | 1,9* | 1,9 | -3 | -5 |
Overig (incl. bestelauto) | 22,2 | 19,1 | 19,3 | 18,1 | 20,0 | +11 | -10 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 14,4 | 11,6* | 12,3 | 12,6 | 13,3 | +6 | -7 |
Personenauto als bestuurder | 18,7 | 18,5 | 18,0 | 18,1 | 21,1* | +17 | +13 |
Personenauto als passagier | 24,4 | 22,2 | 23,8 | 25,6 | 23,1 | -9 | -5 |
Trein | 65,8 | . | 54,1 | 58,6 | 51,9 | -11 | -21 |
Bus/tram/metro | 10,6 | 9,2 | 11,7 | 9,1 | 11,4* | +26 | +8 |
Brom-/snorfiets | . | . | . | . | . | . | . |
Fiets2) | 4,7 | 5,0 | 5,3 | 4,8 | 4,4 | -8 | -6 |
Lopen | 2,3 | 2,3 | 2,4 | 2,5 | 2,3 | -6 | +1 |
Overig (incl. bestelauto) | 28,8 | 20,2 | 20,5 | 22,3 | 18,1 | -19 | -37 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
Uit bovenstaande tabellen volgt dat de gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag significant verschilt met 2022. Dit geldt zowel op een gemiddelde dag als op een gemiddelde werkdag. Op een gemiddelde weekend- en/of feestdag in 2023 is er geen verschil in de gemiddelde afstand per verplaatsing met het jaar ervoor.
Gelet op de vervoerwijzen zijn er enkele verschillen in de gemiddelde afstand per verplaatsing tussen 2023 en 2022. Voor ‘alle dagen’, voor werkdagen en op ‘weekend- en feestdagen’ is er een significante toename van de verplaatsingsafstand met de vervoerwijze ‘personenauto als bestuurder’. De gemiddelde afstand per autobestuurdersverplaatsing is op ‘alle dagen’ 13 procent langer, op werkdagen 10 procent langer en op ‘weekend- en feestdagen’ 17 procent langer dan in 2022.
Ook de gemiddelde afstand per verplaatsing met ‘bus/tram/metro’ is in 2023 langer dan in 2022. Voor ‘bus/tram/metro’ is er een toename op ‘alle dagen’ en op ‘weekend- en feestdagen’ met respectievelijk 12 en 26 procent. Op werkdagen is er een significante toename van de verplaatsingsafstand met de fiets. Deze is in 2023 7 procent langer dan het jaar ervoor.
Vergelijken we de gemiddelde afstanden per verplaatsing in 2023 met die in 2019 dan zien we ook significante verschillen. In 2023 is de (totale) gemiddelde verplaatsingsafstand op ‘alle dagen’ en op werkdagen significant korter. Op ‘alle dagen’ was dit verschil met 2019 -10 procent en op werkdagen -12 procent.
De uitsplitsing naar vervoerwijze laat in 2023 alleen een significant verschil zien in de gemiddelde afstand per verplaatsing zien met 2019 op ’weekend en feestdagen’. De verplaatsingsafstand gemaakt met ‘overige voertuigen inclusief bestelauto’ is dan ruim een derde korter (-37 procent).
In tabel 4.1c is de waarde voor brom- en snorfiets vervangen door een punt omdat er te weinig waarnemingen waren.
Gemiddelde afstand per verplaatsing naar reismotief
De tabellen 4.2a, 4.2b en 4.2c bevatten de gemiddelde afstand per verplaatsing naar reismotief.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 12,3 | 9,8* | 10,1 | 10,0 | 11,1* | +11 | -10 |
Van en naar het werk | 17,0 | 15,6* | 14,9 | 15,8 | 17,4* | +11 | +2 |
Zakelijk en beroepsmatig | 29,7 | 22,8* | 20,5 | 22,5 | 26,2 | +17 | -12 |
Diensten en verzorging | 7,7 | 7,9 | 7,2 | 6,2 | 7,0 | +13 | -8 |
Winkelen en boodschappen doen | 5,0 | 4,0* | 4,2 | 4,3 | 4,8 | +11 | -4 |
Onderwijs of cursus volgen | 7,7 | 5,9* | 8,0* | 6,6 | 7,4 | +12 | -4 |
Recreatief totaal en overig | 13,6 | 11,0* | 11,6 | 10,8* | 12,0* | +12 | -11 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 11,6 | 9,2* | 9,3 | 9,1 | 10,3* | +13 | -12 |
Van en naar het werk | 17,3 | 15,8* | 15,2 | 16,2 | 17,8* | +10 | +3 |
Zakelijk en beroepsmatig | 29,9 | 22,6* | 20,2 | 22,2 | 25,8 | +16 | -14 |
Diensten en verzorging | 7,8 | 7,4 | 6,8 | 6,4 | 6,9 | +9 | -12 |
Winkelen en boodschappen doen | 4,6 | 3,7* | 3,9 | 3,9 | 4,3 | +12 | -7 |
Onderwijs of cursus volgen | 7,6 | 5,5* | 7,4* | 6,4 | 7,2 | +13 | -5 |
Recreatief totaal en overig | 11,0 | 9,2* | 9,8 | 8,2* | 9,5* | +16 | -13 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 14,4 | 11,6* | 12,3 | 12,6 | 13,3 | +6 | -7 |
Van en naar het werk | 13,8 | 13,5 | 12,9 | 11,4 | 13,8 | +20 | 0 |
Zakelijk en beroepsmatig | . | . | 22,2 | . | . | . | . |
Diensten en verzorging | 5,9 | 12,4* | 11,3 | 4,4* | 8,3* | +89 | +40 |
Winkelen en boodschappen doen | 5,7 | 4,6* | 4,8 | 5,3 | 5,7 | +7 | 0 |
Onderwijs of cursus volgen | . | . | . | 10,6 | 9,6 | -9 | . |
Recreatief totaal en overig | 18,4 | 14,7* | 15,3 | 15,6 | 16,7 | +7 | -9 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. |
Per motief zijn er in 2023 enkele significante verschillen gevonden in de gemiddelde verplaatsingsafstand ten opzichte van 2022. Op ‘alle dagen’ en op werkdagen is de gemiddelde verplaatsingsafstand voor het totaal in 2023 significant langer dan in 2022 (11 procent en 13 procent). Ook is op beide type dagen de afstand per verplaatsing ‘Van en naar het werk’ significant langer dan het jaar ervoor. Op ‘alle dagen’ was de afstand per verplaatsing ‘Van en naar het werk’ 11 procent langer en op werkdagen 10 procent langer. Ook de afstand per verplaatsing voor het motief ‘Recreatief totaal en overig’ was zowel op ‘alle dagen’ (12 procent) als op werkdagen (16 procent) langer. Op weekend- en feestdagen in 2023 is de gemiddelde afstand per verplaatsing voor ‘Diensten en verzorging’ 89 procent langer dan het jaar ervoor.
Er zijn minder significante verschillen tussen de verplaatsingsafstanden naar motief als we 2023 vergelijken met 2019. Zo is de gemiddelde verplaatsingsafstand voor het totaal van alle motieven op ‘alle dagen’ en op werkdagen significant korter in 2023 dan in 2019. Op ‘alle dagen’ is het verschil -10 procent en op werkdagen -12 procent. Ook is de gemiddelde afstand per verplaatsing voor ‘Recreatief totaal en overig’ in 2023 significant korter dan in 2019, namelijk respectievelijk 11 procent korter op ‘alle dagen’ en 13 procent korter op werkdagen.