ODiN 2023 Metropoolregio Rotterdam Den Haag - Eindrapportage
Over deze publicatie
Het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) verschaft adequate informatie over de dagelijkse mobiliteit van de Nederlandse bevolking beschreven naar plaats van herkomst, bestemming, tijdstip waarop het vervoer plaatsvindt, gebruikte vervoermiddelen en de reismotieven voor de verplaatsingen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De eindrapportage bevat de resultaten over het onderzoeksjaar 2023 in het meerwerkgebied Metropoolregio Rotterdam Den Haag en deze worden vergeleken met de resultaten van voorgaande ODiN-jaren.
1. Inleiding
In deze rapportage staan de belangrijkste resultaten van het onderzoek Onderweg in Nederland 2023 met betrekking tot het meerwerkgebied van de metropoolregio Rotterdam Den Haag.
1.1 Landelijk ODiN onderzoek
Het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) is het nationale mobiliteitsonderzoek onder inwoners van Nederland. Verplaatsingsonderzoek kent in Nederland een lange geschiedenis. Van 1978 tot en met 2003 is er het Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG) dat werd uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de periode 2004 tot en met 2009 werd het onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd door het bureau SocialData onder de naam Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON). Van 2010 tot en met 2017 voerde het CBS het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) uit. Sinds 1 januari 2018 is het verplaatsingsonderzoek sterk gewijzigd en wordt het uitgevoerd onder de naam Onderweg in Nederland (ODiN).
In deze eindrapportage worden de resultaten van ODiN 2023 in het meerwerkgebied van de metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) gepresenteerd. De resultaten zijn niet enkel gebaseerd op de responsen uit de steekproef van het meerwerk, maar op alle responsen van inwoners uit de metropoolregio, dus ook die vanuit de landelijke steekproef. Al deze responsen zijn onderdeel van één geïntegreerd bestand en alle responsen in dat bestand worden gezamenlijk gewogen. De significante verschillen in de uitkomsten tussen de opeenvolgende jaren zijn in de tabellen aangegeven. De mutaties van 2023 ten opzichte van 2022 worden getoetst op basis van statistische marges. Voor deze rapportage is tevens gekeken naar significante verschillen in 2023 ten opzichte van 2019. Deze significante verschillen zijn niet zichtbaar in de tabellen, maar worden in de tekst beschreven.
Het jaar 2023 is het eerste jaar sinds 2020 waarin geen mobiliteitsbeperkende maatregelen golden tegen de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-19. Begin 2022 golden nog maatregelen maar de meeste waren na een aantal maanden niet meer van kracht. Halverwege januari 2022 eindigde een periode met een harde lockdown. Het virus en de bijbehorende maatregelen hadden in 2022 een minder grote impact op de Nederlandse samenleving dan in de twee jaren daarvoor. 2022 was echter ook het jaar waarin Rusland haar buurland Oekraïne binnenviel (24 februari 2022) en daarmee een oorlog startte die wereldwijd (economische) gevolgen had en die nog steeds voortduurt.
Naast voorliggende rapportage met resultaten van ODiN 2023 betreffende de MRDH is er ook een onderzoeksbeschrijving van het ODiN 2023 en een landelijke plausibiliteitsrapportage. Deze bieden meer achtergrondinformatie over (de resultaten van) het onderzoek.
Belangrijke informatie specifiek over het meerwerk MRDH staat in de volgende paragraaf. Verschillen in de onderzoeksmethode tussen ODiN 2022 en ODiN 2023 staan in paragraaf 1.3. In paragraaf 1.4 wordt ingegaan op de betekenis van de indicatoren in deze rapportage. Paragraaf 1.5 bevat informatie over de ongewogen respons. De laatste paragraaf tenslotte bevat de leeswijzer voor de andere hoofdstukken in deze rapportage.
1.2 Meerwerk MRDH
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag laat samen met de gemeenten Den Haag en Rotterdam met ingang van 2019 het meerwerk Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) uitvoeren. Het meerwerkgebied behelst de metropoolregio Rotterdam Den Haag en bestaat in 2023 uit 23 gemeenten in de provincie Zuid-Holland. De steekproef voor het meerwerk MRDH betreft respondenten woonachtig in die regio. In bijlage A is de gebiedsindeling in meer detail uitgewerkt.
Voor het totale meerwerkgebied MRDH is de responseis 5 529 respondenten uit enkel de meerwerksteekproef. Voor elk van de zestien deelgebieden van het meerwerkgebied geldt tevens een responswens van minimaal 700 responsen afkomstig uit zowel de landelijke als de meerwerksteekproef.
1.3 Belangrijke verschillen tussen ODiN 2022 en ODiN 2023
In 2023 heeft het onderzoek een wijziging ondergaan die de vergelijkbaarheid met het vorige jaar licht kan beïnvloeden. Deze wordt hieronder vermeld. Er zijn echter meer wijzigingen geweest in het onderzoeksproces. Voor een volledig overzicht van de verschillen en meer detailinformatie wordt verwezen naar de onderzoeksbeschrijving van ODiN 2023.
Wijziging herkomst
Het CBS stapt over op twee nieuwe indelingen van het persoonskenmerk herkomst over de migratieachtergrond van een persoon. Onderzocht is welke van die twee herkomstindelingen voor ODiN het beste alternatief is als het doel is de methodebreuk te minimaliseren. In plaats van de indeling naar westerse en niet-westerse migratieachtergrond kwam uit analyses de indeling naar herkomstland als beste naar voren. Het gebruik van deze indeling geeft de minste verschillen ten opzichte van de huidige herkomstvariabele. De voor ODiN gebruikte onderverdeling van herkomstland is een driedeling: Nederland, Europa (excl. Nederland) en Buiten-Europa.
Bij deze indeling speelt het geboorteland van de ouders een rol indien de persoon in Nederland is geboren. Wanneer de moeder in het buitenland is geboren, dan is dat leidend in het bepalen van de herkomst. Wanneer de moeder in Nederland is geboren of het geboorteland van de moeder onbekend is, dan wordt het geboorteland van de vader gebruikt. Dit leidt tot de nu volgende toekenningen:
- Herkomstland is Nederland als de persoon en zijn beide ouders in Nederland zijn geboren.
- Herkomstland is Europa als
- de persoon in Europa (exclusief Nederland) is geboren
- òf als de persoon in Nederland is geboren en de moeder elders in Europa is geboren
- òf als de persoon en de moeder in Nederland zijn geboren en de vader elders in Europa is geboren.
- Het herkomstland wordt Buiten-Europa als
- de persoon buiten Europa is geboren
- òf als de persoon in Nederland is geboren en de moeder buiten Europa is geboren
- òf als de persoon en de moeder in Nederland zijn geboren en de vader buiten Europa is geboren.
De nieuwe herkomstindeling is in ODiN 2023 doorgevoerd in de verwerking, de weging en het databestand. Bij ODiN 2024 wordt de indeling naar herkomstland ook doorgevoerd in de steekproeftrekking en de respondentbenadering.
1.4 Indicatoren in deze eindrapportage
In de tabellen worden evenals in voorgaande jaren de waarden van verschillende indicatoren per jaar weergegeven. In deze rapportage betreft het de ODiN-jaren 2019 tot en met 2023. Daarbij dient opgemerkt te worden dat in 2020 en 2021 en in het begin van 2022 afwisselend diverse maatregelen van toepassing waren in verband met covid-19. Daarom is er in deze rapportage voor gekozen zowel de verschilpercentages op te nemen waarmee de waarden in 2023 gewijzigd zijn ten opzichte van 2022 en waarmee de waarden in 2023 gewijzigd zijn ten opzichte van 2019.
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder personen van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens in Nederland. Dat wil zeggen dat personen in instellingen, inrichtingen en tehuizen niet tot de doelpopulatie behoren. Voor deze rapportage is de doelpopulatie verder afgebakend tot enkel de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag. Alle in deze rapportage opgenomen indicatoren hebben dus betrekking op deze afbakening van de doelpopulatie en daarbij wordt gerekend met de populatie per 1 juli van het betreffende onderzoeksjaar.
Veel van de indicatoren zijn gebaseerd op reguliere verplaatsingen. Daarbij gaat het om:
Dagelijkse mobiliteit van de Nederlandse bevolking van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens
- op Nederlands grondgebied
- inclusief vakantieverplaatsingen
- exclusief (werkgerelateerde) serieverplaatsingen
- exclusief beroepsmatige verplaatsingen met een zwaar vrachtvoertuig
- exclusief ritten met een vliegtuig.
De (werkgerelateerde) serieverplaatsingen van ODiN betreffen: drie of meer opeenvolgende verplaatsingen met een werkgerelateerd doel (werken, zakelijk of beroepsmatig). Een serieverplaatsing wordt vrijwel altijd vooraf gegaan door 1 afzonderlijk uitgevraagde werkgerelateerde verplaatsing1). Wanneer er 2 of 3 opeenvolgende werkgerelateerde verplaatsingen hebben plaatsgevonden, dan is ieder van die verplaatsingen wel afzonderlijk uitgevraagd. Deze afzonderlijk uitgevraagde werkgerelateerde verplaatsingen worden in ODiN beschouwd als reguliere verplaatsingen. Ook bij de resultaten van serieverplaatsingen worden de afgelegde kilometers met een vliegtuig en met een zwaar vrachtvoertuig niet meegeteld.
De voornaamste indicator in deze rapportage is de totale vervoersprestatie (reizigerskilometers) van inwoners van metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder in Nederland per jaar per vervoerwijze. Deze bestaat uit de totale afgelegde afstand van reguliere verplaatsingen en de serieverplaatsingen. De totale vervoersprestatie wordt uitgesplitst naar type vervoerwijze. In de analyse wordt bepaald of de reizigerskilometers naar vervoerwijze significant zijn gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit geldt ook voor de overige indicatoren in deze rapportage.
De plausibiliteitsrapportage richt zich vooral op het belangrijkste bestandsdeel van de totale vervoersprestatie: de reguliere verplaatsingen. Deze omvatten landelijk gezien circa 96 procent van het totale aantal reizigerskilometers van personen van 6 jaar of ouder. Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers is de gemiddelde afstand per verplaatsing maal het gemiddelde aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag maal het aantal personen van 6 jaar of ouder maal het aantal dagen in het jaar. De gemiddelde afstand per verplaatsing en het gemiddelde aantal reguliere verplaatsingen per persoon van 6 jaar of ouder per dag zijn dus de bepalende variabelen uit ODiN voor het totale aantal reizigerskilometers. De totale reizigerskilometers, de reguliere reizigerskilometers, de gemiddelde afstand per verplaatsing en het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag worden in de rapportage afzonderlijk gepresenteerd. Zij worden uitgesplitst naar vervoerwijze en/of verplaatsingsmotief.
De verkeersdeelname en de deelname aan het openbaar vervoer zijn eveneens belangrijke indicatoren. Zij worden uitgesplitst naar de persoonskenmerken geslacht en maatschappelijke participatie. Een persoon neemt aan het verkeer deel als deze minimaal één reguliere verplaatsing of minimaal één serieverplaatsing op een dag maakt in Nederland. Ook personen die enkel vakantieverplaatsingen hebben gemaakt tellen dus mee bij het bepalen van de verkeersdeelnemers. Niet mee tellen zijn personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig en uiteraard tellen niet mee personen met enkel verplaatsingen geheel in het buitenland. Deze laatsten worden meegeteld bij de ‘thuisblijvers’.
Betrouwbaarheid en significantie
In deze rapportage worden enkel cijfers gepresenteerd die statistisch betrouwbaar geacht worden. Mocht dat niet het geval zijn, dan wordt geen waarde gepresenteerd, maar in plaats daarvan een punt. Daarbij hanteren we de vuistregel dat de waarde betrouwbaar wordt geacht indien het aantal unieke respondenten dat bijdraagt aan de schatting minimaal 50 is en de relatieve marge niet groter is dan 50%. De significantie van jaar-op-jaar-verschillen is bepaald met behulp van betrouwbaarheidsintervallen waarvan met 95% zekerheid verwacht wordt dat de werkelijke waarde er binnen ligt. In de tabellen worden significante verschillen ten opzichte van het voorgaande jaar met een asterisk weergegeven.
1.5 Ongewogen responsinformatie
In tabel 1.5.1 staan de responseisen en behaalde responsaantallen voor de steekproef van het meerwerk MRDH per onderzoekjaar vermeld.
ODiN 2019 | ODiN 2020 | ODiN 2021 | ODiN 2022 | ODiN 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Responseis | 5 529 | 5 529 | 5 529 | 5 529 | 5 529 |
Behaalde respons | 5 894 | 6 371 | 7 006 | 6 168 | 6 498 |
In tabel 1.5.2 staat het aantal respondenten woonachtig in het meerwerkgebied MRDH uit de diverse steekproeven per onderzoekjaar vermeld.
ODiN 2018 | ODiN 2019 | ODiN 2020 | ODiN 2021 | ODiN 2022 | ODiN 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 6 826 | 11 567 | 12 703 | 13 831 | 12 318 | 12 701 |
Landelijke steekproef | 6 826 | 5 674 | 6 336 | 6 838 | 6 153 | 6 215 |
Steekproef Noordvleugel | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 |
Steekproef MRDH | - | 5 893 | 6 364 | 6 993 | 6 163 | 6 485 |
Steekproef Utrecht | - | - | 2 | 0 | 2 | 1 |
Merk op dat personen uit de meerwerksteekproef woonachtig in het meerwerkgebied MRDH gedurende het dataverzamelingstraject kunnen verhuizen naar een locatie buiten de meerwerkregio. Tevens kan het zo zijn dat er steekproefpersonen uit een andere steekproef verhuizen naar de meerwerkregio MRDH en vervolgens responderen. Dit verklaart verschillen tussen de cijfers over de MRDH in tabel 1.5.1 en tabel 1.5.2.
1.6 Indeling van de rapportage
De indeling van de rapportage is als volgt. In hoofdstuk 2 worden de reizigerskilometers van de inwoners van het meerwerkgebied MRDH gepresenteerd. De resultaten worden weergegeven naar vervoerwijze en reismotief. In hoofdstuk 3 volgt het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag en in hoofdstuk 4 de gemiddelde afstand per verplaatsing. In hoofdstuk 5 komt de verkeersdeelname en deelname aan het openbaar vervoer aan bod. Tot slot volgt hoofdstuk 6 met een samenvatting. Bijlage A bevat een beschrijving van het meerwerkgebied. De marges behorende bij de gepresenteerde cijfers in de hoofdstukken 2 tot en met 5 zijn te vinden in bijlage B.
2. Reizigerskilometers
In dit hoofdstuk worden reizigerskilometers per jaar van 2019 tot en met 2023 gepresenteerd. De ODiN-bestanden bevatten de totale reizigerskilometers van inwoners van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens in Nederland gebaseerd op uitvraag via internet (cawi-only).
Bij het vergelijken van de cijfers in dit hoofdstuk dient rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal kilometers per jaar afhankelijk is van het aantal dagen van het jaar (wel of geen schrikkeljaar), maar dat dit bijvoorbeeld ook afhankelijk kan zijn van het aantal doordeweekse dagen, weekenddagen en werkdagen in een jaar (zie bijlage C voor een overzicht met de verschillen per jaar).
Totale vervoersprestatie
De totale vervoersprestatie in tabel 2.1 betreft alle reizigerskilometers per jaar in Nederland van inwoners in particuliere huishoudens van de regio MRDH van 6 jaar of ouder voor alle dagen van de week. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers zijn de afstanden gebaseerd op de ritinformatie.2) De totale vervoersprestatie omvat zowel reizigerskilometers van reguliere verplaatsingen als van serieverplaatsingen:
Totale vervoersprestatie = reizigerskilometers reguliere verplaatsingen + reizigerskilometers serieverplaatsingen
Daarbij zijn serieverplaatsingen clusters van 3 of meer achtereenvolgende verplaatsingen met altijd een werkgerelateerd motief (dat zijn de twee motieven: 'Van en naar het werk' en 'Zakelijk en beroepsmatig').3) Zo'n cluster van verplaatsingen dat een serieverplaatsing vormt is in de vragenlijst als een geheel uitgevraagd.
Reguliere verplaatsingen bevatten zowel verplaatsingen met werkgerelateerde motieven (de twee hierboven genoemde motieven) als verplaatsingen met niet-werkgerelateerde motieven (zoals 'Onderwijs of cursus volgen' en 'Winkelen en boodschappen doen'). De verplaatsingen met werkgerelateerde motieven die behoren tot de reguliere verplaatsingen zijn enkel afzonderlijk uitgevraagde verplaatsingen en dus niet de clusters van 3 of meer opeenvolgende werkgerelateerde verplaatsingen die als een geheel zijn uitgevraagd (de serieverplaatsingen).
Het werkgerelateerde motief 'Zakelijk en beroepsmatig' is te splitsen in een deel 'Zakelijk' en een deel 'Beroepsmatig'. In dit hoofdstuk is een aantal tabellen met reguliere reizigerskilometers opgedeeld naar het motief 'Beroepsmatig':
Reguliere reizigerskilometers = beroepsmatige reguliere reizigerskilometers + niet-beroepsmatige reguliere reizigerskilometers
Beroepsmatige reguliere reizigerskilometers zijn afgesplitst van het motief 'Zakelijk en beroepsmatig'. Niet-beroepsmatige reguliere reizigerskilometers bevatten dus alle reguliere verplaatsingen met niet-werkgerelateerde motieven plus de kilometers van reguliere verplaatsingen met het motief 'Van en naar het werk' en het deel 'Zakelijk' van het motief 'Zakelijk en beroepsmatig'.
In ODiN worden reizigerskilometers ten behoeve van en tijdens binnenlandse vakanties bij de reguliere verplaatsingen meegeteld. Wegvervoer (beroepsmatig) met vrachtwagens behoort niet tot de scope van het onderzoek en is dus geen onderdeel van de cijfers. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers zijn de afstanden gebaseerd op de ritinformatie.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 25 950 | 17 212* | 19 925* | 20 872 | 23 574* | +13 | -9 |
Personenauto als bestuurder | 11 519 | 8 510* | 8 946 | 9 448 | 10 617* | +12 | -8 |
Personenauto als passagier | 4 535 | 3 234* | 3 913* | 3 798 | 4 044 | +6 | -11 |
Trein | 3 130 | 962* | 1 456* | 1 898* | 2 965* | +56 | -5 |
Bus/tram/metro | 1 781 | 693* | 865* | 1 258* | 1 469* | +17 | -18 |
Brom-/snorfiets | 186 | 133 | 155 | 179 | 173 | -4 | -7 |
Fiets2) | 2 061 | 1 783* | 1 811 | 2 107* | 2 034 | -3 | -1 |
Lopen | 791 | 910* | 1 175* | 1 032* | 1 014 | -2 | +28 |
Overig (incl. bestelauto) | 1 947* | 987* | 1 604* | 1 152* | 1 259 | +9 | -35 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
De totale vervoersprestatie in tabel 2.1 is uitgesplitst naar vervoerwijze. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers in ODiN zijn de afstanden gebaseerd op ritinformatie. Het totale aantal reizigerskilometers in de metropoolregio Rotterdam Den Haag is in 2023 in vergelijking met ODiN 2022 significant toegenomen. De totale vervoersprestatie bedraagt in 2023 23,6 miljard reizigerskilometers (een toename van 13 procent). Uit nadere analyse blijkt dat de totale vervoersprestatie in 2023 significant lager is (-9 procent) dan in 2019, het jaar voor de coronapandemie.
In 2023 is de vervoersprestatie ten opzichte van 2022 significant gewijzigd voor drie van de acht onderscheiden modaliteiten. Toegenomen zijn de vervoersprestatie van ‘personenauto als bestuurder’ met 12 procent, ‘bus, tram en metro’ met 17 procent en van de trein met meer dan de helft (56 procent).
Ten opzichte van 2019 is in 2023 de vervoersprestatie van drie vervoerwijzen significant gewijzigd. Het verschil is het grootst bij de ‘overige vervoerwijzen’. De totale vervoersprestatie voor deze groep is in 2023 35 procent lager dan in 2019. Ook is er verschil in reizigerskilometers met ‘bus, tram en metro’. In 2023 is de vervoersprestatie daarvan met -18 procent significant lager dan in 2019. Alleen de vervoersprestatie van lopen is in 2023 significant hoger dan in 2019. Het aantal reizigerskilometers te voet is ruim een kwart hoger dan in 2019.
Reguliere reizigerskilometers
Tabel 2.2 bevat de reguliere reizigerskilometers onderverdeeld naar vervoerwijze. Het verschil tussen de totale vervoersprestatie in tabel 2.1 met het totaal aantal reizigerskilometers uit tabel 2.2 in 2023 is circa 712 miljoen kilometers afgelegd tijdens (werkgerelateerde) serieverplaatsingen. Deze worden immers alleen bij de totale vervoersprestatie meegeteld in tabel 2.1. In 2022 was het aantal kilometers afgelegd tijdens serieverplaatsingen circa 582 miljoen, in 2021 970 miljoen, in 2020 437 miljoen en in 2019 898 miljoen kilometer.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 25 052 | 16 775* | 18 955* | 20 290* | 22 862* | +13 | -9 |
Personenauto als bestuurder | 11 256 | 8 331* | 8 626 | 9 193 | 10 472* | +14 | -7 |
Personenauto als passagier | 4 535 | 3 234* | 3 913* | 3 798 | 4 044 | +6 | -11 |
Trein | 3 125 | 962* | 1 412* | 1 898* | 2 831* | +49 | -9 |
Bus/tram/metro | 1 772 | 685* | 843* | 1 225* | 1 450* | +18 | -18 |
Brom-/snorfiets | 186 | 129* | 140 | 179 | 173 | -4 | -7 |
Fiets2) | 2 041 | 1 761* | 1 783 | 2 079* | 2 013 | -3 | -1 |
Lopen | 790 | 910* | 1 174* | 1 032* | 1 013 | -2 | +28 |
Overig (incl. bestelauto) | 1 347* | 763* | 1 063* | 887 | 867 | -2 | -36 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
De totale (reguliere) reizigerskilometers in tabel 2.2 gemaakt door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn van 2022 op 2023 significant toegenomen met 13 procent tot bijna 22,9 miljard kilometer.
Uit de verdeling naar vervoerwijze blijkt dat de toename van het aantal reizigerskilometers in 2023 relatief het grootst is voor de trein. Ten opzichte van 2022 zijn de reizigerskilometers met deze modaliteit toegenomen met bijna de helft (49 procent). Ook het aantal reizigerskilometers voor ‘bus, tram en metro’ is in 2023 met 225 miljoen kilometers (18 procent) significant toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. De modaliteit ‘personenauto als bestuurder’ is eveneens toegenomen. Het aantal kilometers dat als bestuurder van een personenauto is afgelegd, is in 2023 14 procent hoger dan in 2022.
Gelet op het verschil tussen 2023 en 2019 blijkt dat het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2023 significant lager is. In 2023 is dit 9 procent lager dan in 2019. Er zijn vooral minder kilometers gereisd met de ‘bus, tram en metro’ en ‘overige vervoerwijzen’ (respectievelijk -18 en -36 procent). De reizigerskilometers voor ‘lopen’ in 2023 zijn nog ruim een kwart hoger dan in 2019.
Reguliere reizigerskilometers: niet-beroepsmatig en beroepsmatig
In tabel 2.3a en 2.3b zijn de reizigerskilometers weergegeven uitgesplitst naar enerzijds niet-beroepsmatige reguliere reizigerskilometers en anderzijds beroepsmatige reguliere reizigerskilometers.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 24 181 | 16 226* | 18 392* | 19 726* | 22 226* | +13 | -8 |
Personenauto als bestuurder | 10 840 | 8 052* | 8 379 | 8 898 | 10 143* | +14 | -6 |
Personenauto als passagier | 4 497 | 3 191* | 3 878* | 3 780 | 4 031 | +7 | -10 |
Trein | 3 106 | 955* | 1 386* | 1 897* | 2 803* | +48 | -10 |
Bus/tram/metro | 1 737 | 681* | 831* | 1 206* | 1 432* | +19 | -18 |
Brom-/snorfiets | 183 | 127* | 139 | 178 | 172 | -3 | -6 |
Fiets2) | 2 019 | 1 741* | 1 758 | 2 052* | 1 994 | -3 | -1 |
Lopen | 785 | 908* | 1 172* | 1 029* | 1 009 | -2 | +29 |
Overig (incl. bestelauto) | 1 014 | 572* | 848* | 686 | 642 | -6 | -37 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 872* | 548* | 563 | 564 | 636 | +13 | -27 |
Personenauto als bestuurder | 416* | 279 | 246 | 295 | 329 | +12 | -21 |
Trein/bus/tram/metro | . | . | . | . | . | . | . |
Fiets en lopen2) | 27 | . | 27 | 29 | 23 | -21 | -13 |
Bestelauto | 302 | . | 171 | . | . | . | . |
Overig (incl. personenauto als passagier en brom-/snorfiets) | . | . | . | . | . | . | . |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
In 2023 is het aantal kilometers voor niet-beroepsmatige motieven significant toegenomen met 13 procent vergeleken met 2022. De kilometers voor beroepsmatige motieven zijn niet significant gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Het aandeel enkel beroepsmatig gemaakte reguliere reizigerskilometers is relatief klein. In ODiN 2023 bedroeg dit 2,8 procent van de totale reizigerskilometers net zoals in 2022. In 2021, 2020 en 2019 was dit aandeel respectievelijk 3,0, 3,4 en 3,6 procent.
Uit de gegevens van 2023 in tabel 2.3a over de reguliere niet-beroepsmatige kilometers volgt dat deze bij drie vervoerwijzen significant hoger zijn dan in 2022. Dit geldt voor ‘personenauto als bestuurder’ (14 procent), trein (48 procent) en ‘bus/tram/metro’ (19 procent).
Vergeleken met 2019 is het totaal aantal reguliere kilometers afgelegd voor niet-beroepsmatige motieven lager dan in 2023. Het betreft een afname met 8 procent. De reizigerskilometers voor niet-beroepsmatige motieven afgelegd met ‘bus/tram/metro’ zijn in 2023 bijna een vijfde lager dan in 2019. Het aantal kilometers gemaakt met ‘overige vervoerwijzen’ is in 2023 37 procent lager dan in 2019. In tegenstelling hiermee, is het aantal kilometers voor lopen voor de niet-beroepsmatige motieven bijna een derde hoger in 2023 dan in 2019.
Uit tabel 2.3b met beroepsmatig gereden kilometers blijkt dat er geen significant verschil is tussen het totaal aantal kilometers afgelegd in 2023 en 2022. Er is ook geen significant verschil met 2019.
De geschatte waarden voor 'trein/bus/tram/metro', bestelauto’ en 'overig' in tabel 2.3b met beroepsmatig gereden kilometers zijn niet voldoende betrouwbaar. Het aantal respondenten voor sommige schattingen is te klein (minder dan 50) of de relatieve marge te groot (meer dan 50%). Daarom is bij deze waarden een punt gezet.
Reguliere reizigerskilometers op doordeweekse dagen: alle motieven en niet-beroepsmatig
De tabellen met nummer 2.4a en 2.4b bevatten reguliere reizigerskilometers gemaakt op de doordeweekse dagen maandag tot en met vrijdag, ongeacht of het een feestdag is of niet. De doordeweekse reizigerskilometers zijn vervolgens uitgesplitst naar reguliere reizigerskilometers (inclusief beroepsmatige kilometers) en reguliere reizigerskilometers exclusief beroepsmatige reguliere reizigerskilometers. Ook in deze tabel zijn dus geen kilometers van (werkgerelateerde) serieverplaatsingen van ODiN opgenomen.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 18 213 | 11 926* | 13 059* | 14 056* | 16 017* | +14 | -12 |
Personenauto als bestuurder | 8 572 | 6 220* | 6 126 | 6 655 | 7 323 | +10 | -15 |
Personenauto als passagier | 2 306 | 1 692* | 2 141* | 1 844 | 2 037 | +10 | -12 |
Trein | 2 464 | 798* | 1 013 | 1 388* | 2 298* | +66 | -7 |
Bus/tram/metro | 1 511 | 553* | 695* | 997* | 1 187* | +19 | -21 |
Brom-/snorfiets | 158 | 96* | 120 | 148 | 135 | -9 | -14 |
Fiets2) | 1 579 | 1 332* | 1 329 | 1 567* | 1 572 | 0 | 0 |
Lopen | 585 | 649* | 824* | 722* | 707 | -2 | +21 |
Overig (incl. bestelauto) | 1 039 | 586* | 810 | 735 | 757 | +3 | -27 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Doordeweekse dagen, dus maandag tot en met vrijdag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 17 425 | 11 429* | 12 584* | 13 567* | 15 423* | +14 | -11 |
Personenauto als bestuurder | 8 169 | 5 951* | 5 904 | 6 406 | 7 016 | +10 | -14 |
Personenauto als passagier | 2 274 | 1 685* | 2 129* | 1 829 | 2 024 | +11 | -11 |
Trein | 2 444 | 791* | 995 | 1 387* | 2 271* | +64 | -7 |
Bus/tram/metro | 1 476 | 549* | 684* | 978* | 1 171* | +20 | -21 |
Brom-/snorfiets | 155 | 95* | 119 | 147 | 134 | -9 | -14 |
Fiets2) | 1 559 | 1 315* | 1 315 | 1 548* | 1 559 | +1 | 0 |
Lopen | 581 | 647* | 822* | 719* | 704 | -2 | +21 |
Overig (incl. bestelauto) | 766 | 397* | 615* | 553 | 546 | -1 | -29 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Doordeweekse dagen, dus maandag tot en met vrijdag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
Inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder legden in 2023 ruim 16 miljard reguliere reizigerskilometers af op doordeweekse dagen. Dat is 14 procent meer dan in 2022 (significant).
Het totaal aantal reizigerskilometers op doordeweekse dagen voor niet-beroepsmatige motieven (tabel 2.4b) is ook significant toegenomen met 14 procent in 2023 tot bijna 15,4 miljard. Het verschil tussen het totaal aantal kilometers in tabel 2.4a en tabel 2.4b bestaat uit kilometers met een beroepsmatig motief op doordeweekse dagen. Echter dit verschil is in 2023 gebaseerd op slechts 33 waarnemingen, hiermee dient bij de interpretatie rekening te worden gehouden.
Resultaten uit tabel 2.4a en 2.4b laten nagenoeg dezelfde significante verschillen zien in reizigerskilometers tussen 2023 met 2022 en 2019. Zoals hierboven aangegeven is het verschil in aantal respondenten tussen beide tabellen immers erg klein.
Vergeleken met 2022 zijn de reizigerskilometers met de trein op doordeweekse dagen in 2023 significant toegenomen. Voor alle motieven is dat 66 procent (2.4a) en voor niet-beroepsmatige motieven, 64 procent (2.4b). Ook het aantal reizigerskilometers op doordeweekse dagen van ‘bus/tram/metro’ zijn in 2023 significant toegenomen. Voor alle motieven is de toename respectievelijk 19 procent (2.4a) en voor niet-beroepsmatige motieven 20 procent (2.4b).
Het totaal aantal reizigerskilometers op doordeweekse dagen in 2023 is significant lager dan in 2019. Voor ‘alle motieven’ zijn de reizigerskilometers in 2023 12 procent lager en voor niet-beroepsmatige motieven 11 procent lager dan in 2019. Het aantal doordeweekse kilometers afgelegd als autobestuurder is zowel voor ‘alle motieven’ als voor niet-beroepsmatige motieven in 2023 15 en 14 procent lager dan in 2019. Voor ‘bus/tram/metro’ zien we ook significante afnames. Het aantal reizigerskilometers met ‘bus/tram/metro’ is voor ’alle motieven’ en voor niet-beroepsmatige motieven 21 procent lager in 2023 dan in 2019.
In contrast, reizigerskilometers te voet zijn in 2023 op doordeweekse dagen ongeveer een vijfde hoger dan in 2019. Dit verschil is voor ’alle motieven’ en ook voor niet-beroepsmatige motieven significant.
Reguliere reizigerskilometers op werkdagen: alle motieven en niet-beroepsmatig
Tabel 2.5a en tabel 2.5b bevatten een indeling die vergelijkbaar is met die van de twee voorgaande tabellen. Het verschil is de selectie van het type dag. De tabellen 2.5a en 2.5b bevatten de resultaten op werkdagen, oftewel de doordeweekse dagen maandag tot en met vrijdag uitgezonderd feestdagen. Het verschil tussen tabel 2.5a en tabel 2.4a is het aantal reizigerskilometers afgelegd op doordeweekse feestdagen door inwoners van de metropoolregio.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 17 874 | 11 646* | 12 729* | 13 649* | 15 469* | +13 | -13 |
Personenauto als bestuurder | 8 382 | 6 094* | 5 954 | 6 453 | 7 073 | +10 | -16 |
Personenauto als passagier | 2 236 | 1 617* | 2 038* | 1 751 | 1 911 | +9 | -15 |
Trein | 2 443 | 788* | 1 008 | 1 343* | 2 242* | +67 | -8 |
Bus/tram/metro | 1 504 | 550* | 691* | 987* | 1 159* | +17 | -23 |
Brom-/snorfiets | 157 | 96* | 118 | 146 | 134 | -8 | -15 |
Fiets2) | 1 555 | 1 302* | 1 308 | 1 534* | 1 541 | 0 | -1 |
Lopen | 571 | 627* | 805* | 704* | 683 | -3 | +20 |
Overig (incl. bestelauto) | 1 026* | 572* | 807 | 731 | 726 | -1 | -29 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 17 119 | 11 168* | 12 254* | 13 163* | 14 883* | +13 | -13 |
Personenauto als bestuurder | 7 999 | 5 841* | 5 731 | 6 206 | 6 772 | +9 | -15 |
Personenauto als passagier | 2 204 | 1 610* | 2 026* | 1 736 | 1 898 | +9 | -14 |
Trein | 2 423 | 781* | 991 | 1 342* | 2 215* | +65 | -9 |
Bus/tram/metro | 1 469 | 546* | 681* | 968* | 1 143* | +18 | -22 |
Brom-/snorfiets | 155 | 95* | 117 | 145 | 132 | -9 | -14 |
Fiets2) | 1 537 | 1 284* | 1 293 | 1 515* | 1 527 | +1 | -1 |
Lopen | 568 | 626* | 803* | 701* | 680 | -3 | +20 |
Overig (incl. bestelauto) | 765 | 386* | 611* | 550 | 515 | -6 | -33 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
De schattingen in tabel 2.5a en tabel 2.5b over de metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn gebaseerd op alle motieven enerzijds en de niet-beroepsmatige motieven anderzijds. Het verschil tussen de schattingen van beide tabellen is gebaseerd op slechts 32 waarnemingen. Hiermee dient bij de interpretatie rekening te worden gehouden.
Het totaal aantal reizigerskilometers op werkdagen exclusief doordeweekse feestdagen (tabel 2.5a) is in 2023 13 procent hoger dan in 2022. Niet bij alle vervoerwijzen zijn de reizigerskilometers van 2022 naar 2023 significant gewijzigd. Het aantal reizigerskilometers met de trein op werkdagen is toegenomen met 67 procent. Bij de vervoerwijze ‘bus/tram/metro’ is de toename in kilometers 17 procent.
De resultaten in tabel 2.5b over reizigerskilometers gemaakt op werkdagen voor niet-beroepsmatige motieven zijn nagenoeg gelijk aan die van tabel 2.5a.
Vergeleken met 2019 zijn in 2023 13 procent minder reizigerskilometers afgelegd op werkdagen (voor alle motieven en ook voor niet-beroepsmatige motieven). Er zijn significant lagere aantallen reizigerskilometers dan in 2019 voor personenauto als bestuurder (respectievelijk -16 procenten -15 procent). Ook het aantal reizigerskilometers met ‘bus/ tram/metro’ is lager in 2023 dan in 2019, namelijk respectievelijk 23 procent en 22 procent. Alleen het aantal kilometers voor lopen is in 2023 hoger dan in 2019 namelijk ongeveer een vijfde voor zowel alle motieven en ook voor niet-beroepsmatige motieven op werkdagen.
Reguliere reizigerskilometers naar reismotief: alle dagen en werkdagen
In de tabellen 2.6a en 2.6b zijn de reguliere reizigerskilometers afgelegd door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag binnen Nederland, uitgesplitst naar reismotief. Tabel 2.6a bevat cijfers voor alle dagen van de week (zondag tot en met zaterdag) en tabel 2.6b voor werkdagen (doordeweekse dagen uitgezonderd feestdagen).
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 25 052 | 16 775* | 18 955* | 20 290* | 22 862* | +13 | -9 |
Van en naar het werk | 6 601 | 4 037* | 3 723 | 4 913* | 5 691* | +16 | -14 |
Zakelijk en beroepsmatig | 2 366* | 1 064* | 1 081 | 1 373 | 1 404 | +2 | -41 |
Diensten en verzorging | 547 | 394* | 511* | 390* | 462 | +19 | -15 |
Winkelen en boodschappen doen | 2 164 | 1 712* | 1 899 | 1 980 | 2 225 | +12 | +3 |
Onderwijs of cursus volgen | 1 382 | 667* | 942* | 994 | 1 188 | +19 | -14 |
Recreatief totaal en overig | 11 993 | 8 900* | 10 799* | 10 641 | 11 892* | +12 | -1 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 17 874 | 11 646* | 12 729* | 13 649* | 15 469* | +13 | -13 |
Van en naar het werk | 6 203 | 3 677* | 3 363 | 4 604* | 5 279* | +15 | -15 |
Zakelijk en beroepsmatig | 2 203* | 964* | 938 | 1 214 | 1 239 | +2 | -44 |
Diensten en verzorging | 509 | 332* | 435* | 367 | 414 | +13 | -19 |
Winkelen en boodschappen doen | 1 356 | 1 084 | 1 193 | 1 214 | 1 308 | +8 | -4 |
Onderwijs of cursus volgen | 1 318 | 612* | 839* | 937 | 1 101 | +18 | -16 |
Recreatief totaal en overig | 6 285 | 4 976* | 5 960* | 5 313* | 6 127* | +15 | -3 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. |
In ODiN 2023 is 68 procent van alle reguliere reizigerskilometers door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder afgelegd op werkdagen. In 2022 en 2021 was dit aandeel 67 procent, in 2020 69 procent en in 2019 was dat aandeel 71 procent.
Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers op alle dagen van de week is in ODiN 2023 22,9 miljard kilometer. Dat is 13 procent hoger (significant) dan in ODiN 2022. Een toename is ook te zien bij het motief ‘Van en naar het werk’. Daarvoor zijn 16 procent meer reizigerskilometers afgelegd dan het jaar ervoor. Voor het motief ‘Recreatief totaal en overig’ zijn 12 procent meer reizigerskilometers afgelegd in 2023 dan in 2022.
Op werkdagen (tabel 2.6b) is het aantal reizigerskilometers ook significant toegenomen in 2023 in vergelijking met een jaar eerder. De toename is eveneens 13 procent en brengt het totaal op ruim 15,5 miljard reguliere reizigerskilometers. Naar motief bezien is op werkdagen het aantal reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ significant toegenomen met 15 procent. De reizigerskilometers met het motief ‘Recreatief totaal en overig’ is eveneens toegenomen met 15 procent vergeleken met 2022.
Indien we 2023 vergelijken met 2019 is het totaal aantal reizigerskilometers op zowel alle dagen als op werkdagen significant lager. Voor beide selecties van dagen is er een significant verschil in reizigerskilometers tussen 2023 en 2019 voor de motieven ‘Van en naar het werk‘ en ‘Zakelijk en beroepsmatig‘. De grootste afname in kilometers was voor het motief ‘Zakelijk en beroepsmatig’, namelijk 41 procent voor alle dagen en 44 procent voor werkdagen. De afname voor ‘Van en naar het werk‘ betrof 14 procent voor alle dagen en 15 procent voor werkdagen.
3) Een serieverplaatsing wordt vrijwel altijd voorafgegaan door een afzonderlijk uitgevraagde werkgerelateerde verplaatsing.
3. Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en de verplaatsingsafstanden. Deze paragraaf richt zich op het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag naar vervoerwijze en naar motief. Vanzelfsprekend wordt deze indicator in ODiN gebaseerd op verplaatsingsinformatie, terwijl de tabellen in hoofdstuk 2 gebaseerd zijn op ritinformatie. Voor betere leesbaarheid zijn in dit hoofdstuk de cijfers in de tabellen weergegeven per 1.000 personen van 6 jaar of ouder.
Gemiddeld aantal verplaatsingen naar vervoerwijze
In de tabellen 3.1a, 3.1b en 3.1c wordt het gemiddeld aantal verplaatsingen in Nederland per 1.000 personen per dag van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag in particuliere huishoudens vermeld naar hoofdvervoerwijze van de verplaatsing4). De drie tabellen zijn als volgt opgedeeld: cijfers voor alle dagen van de week (zondag tot en met zaterdag; tabel 3.1a), werkdagen (doordeweekse dagen uitgezonderd feestdagen; tabel 3.1b) en weekend- plus feestdagen (tabel 3.1c). Het betreft reguliere verplaatsingen.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 546* | 2 119* | 2 311* | 2 469* | 2 478 | 0 | -3 |
Personenauto als bestuurder | 773 | 622* | 662* | 697 | 699 | 0 | -10 |
Personenauto als passagier | 275 | 215* | 238* | 234 | 257* | +10 | -7 |
Trein | 82 | 28* | 38* | 51* | 73* | +44 | -11 |
Bus/tram/metro | 185 | 85* | 87 | 145* | 151 | +4 | -19 |
Brom-/snorfiets | 39 | 31 | 32 | 38 | 37 | -4 | -5 |
Fiets2) | 634 | 526* | 522 | 634* | 592* | -7 | -7 |
Lopen | 486* | 564* | 665* | 612* | 617 | +1 | +27 |
Overig (incl. bestelauto) | 72 | 49* | 67* | 58 | 53 | -8 | -26 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 707 | 2 269* | 2 434* | 2 617* | 2 623 | 0 | -3 |
Personenauto als bestuurder | 818 | 683* | 692 | 735 | 733 | 0 | -10 |
Personenauto als passagier | 222 | 180* | 203 | 195 | 212 | +9 | -5 |
Trein | 97 | 34* | 41 | 56* | 86* | +53 | -11 |
Bus/tram/metro | 217 | 97* | 102 | 161* | 174 | +8 | -20 |
Brom-/snorfiets | 46 | 33 | 38 | 43 | 41 | -7 | -12 |
Fiets2) | 711* | 595* | 595 | 711* | 671 | -6 | -6 |
Lopen | 515* | 593* | 688* | 644* | 644 | 0 | +25 |
Overig (incl. bestelauto) | 82 | 53* | 74* | 71 | 63 | -10 | -23 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 151 | 1 782* | 2 034* | 2 128 | 2 156 | +1 | 0 |
Personenauto als bestuurder | 662 | 485* | 595* | 610 | 625 | +2 | -6 |
Personenauto als passagier | 405 | 292* | 316 | 323 | 358 | +11 | -12 |
Trein | 45 | . | 30 | 38 | 44 | +15 | -1 |
Bus/tram/metro | 109 | 59* | 52 | 106* | 99 | -7 | -10 |
Brom-/snorfiets | . | . | . | . | . | . | . |
Fiets2) | 446 | 370* | 360 | 457* | 414 | -9 | -7 |
Lopen | 414 | 497* | 612* | 538* | 557 | +3 | +34 |
Overig (incl. bestelauto) | 48 | 38 | 50 | 28* | 30 | +8 | -37 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
Uit tabel 3.1a (alle dagen) volgt dat het gemiddeld aantal verplaatsingen per dag per 1.000 inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag, in 2023 niet significant hoger is dan in 2022. Ook het gemiddeld aantal verplaatsingen op werkdagen (doordeweekse dagen exclusief feestdagen) en op weekend- en feestdagen verschilt in 2023 niet significant van het jaar ervoor (tabellen 3.1b en 3.1c ). De hoogste aantallen verplaatsingen worden gemaakt op werkdagen en de minste op weekend- en feestdagen.
Uit de analyse per vervoerwijze blijkt het aantal verplaatsingen met de auto als passagier op ‘alle dagen’ in 2023 is toegenomen met een tiende. Op ‘alle dagen’ en op werkdagen in 2023 is het gemiddeld aantal verplaatsingen met de trein met respectievelijk 44 procent en 53 procent toegenomen ten opzichte van 2022.
Fietsen is de enige vervoerwijze waarvan het aantal verplaatsingen in 2023 op ‘alle dagen’ significant is afgenomen ten opzichte van 2022 (-7 procent).
Wat is het verschil met 2019? Het aantal verplaatsingen op ‘alle dagen’ is voor vier modaliteiten in 2023 significant lager dan in 2019. Dit geldt voor personenauto als bestuurder (-10 procent), bus/tram/metro (-19 procent), fiets (-7 procent) en ‘overige vervoermiddelen (incl. bestelauto)’ (-26 procent). Bij lopen daarentegen is het aantal verplaatsingen in 2023 ruim een kwart hoger (27 procent) dan in 2019.
Op werkdagen zien we het zelfde patroon grotendeels terug. Het aantal verplaatsingen met de personenauto als bestuurder (-10 procent), ‘bus/tram/metro’ (-20 procent) en ‘overige vervoermiddelen’ (-23 procent) is in 2023 significant lager dan in 2019. Het aantal verplaatsingen voor lopen is een kwart hoger dan in 2019 (significant).
Op weekend- en feestdagen in 2023 verschilt alleen het aantal verplaatsingen te voet met 2019. Dit is ten opzichte van 2019 toegenomen met 34 procent.
In tabel 3.1c is de waarde voor brom- en snorfiets vervangen door een punt omdat er te weinig waarnemingen waren.
Gemiddeld aantal verplaatsingen naar reismotief
In de tabellen 3.2a, 3.2b en 3.2c wordt het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 personen per dag vermeld naar reismotief. De tabellen hebben verder dezelfde indeling als de tabellen 3.1a, 3.1b en 3.1c voor wat betreft de dagen. Het betreft reguliere verplaatsingen in Nederland door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 546* | 2 119* | 2 311* | 2 469* | 2 478 | 0 | -3 |
Van en naar het werk | 484 | 321* | 308 | 379* | 394 | +4 | -19 |
Zakelijk en beroepsmatig | 100* | 58* | 65 | 74 | 65 | -13 | -35 |
Diensten en verzorging | 89 | 62* | 88* | 77* | 79 | +4 | -11 |
Winkelen en boodschappen doen | 541 | 536 | 561 | 555 | 557 | 0 | +3 |
Onderwijs of cursus volgen | 225 | 141* | 146 | 184* | 194 | +5 | -14 |
Recreatief totaal en overig | 1 106* | 1 002* | 1 144* | 1 199* | 1 190 | -1 | +8 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 707 | 2 269* | 2 434* | 2 617* | 2 623 | 0 | -3 |
Van en naar het werk | 632 | 416* | 396 | 496* | 518 | +4 | -18 |
Zakelijk en beroepsmatig | 130* | 76* | 83 | 95 | 84 | -12 | -35 |
Diensten en verzorging | 115 | 80* | 115* | 101 | 105 | +4 | -9 |
Winkelen en boodschappen doen | 515 | 528 | 549 | 545 | 527 | -3 | +2 |
Onderwijs of cursus volgen | 306 | 198* | 203 | 255* | 266 | +4 | -13 |
Recreatief totaal en overig | 1 010* | 971 | 1 089* | 1 125 | 1 123 | 0 | +11 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 151 | 1 782* | 2 034* | 2 128 | 2 156 | +1 | 0 |
Van en naar het werk | 124 | 107 | 112 | 109 | 116 | +7 | -7 |
Zakelijk en beroepsmatig | . | . | 26 | . | . | . | . |
Diensten en verzorging | 27 | 20 | 27 | 21 | 23 | +10 | -17 |
Winkelen en boodschappen doen | 606 | 554 | 587 | 578 | 622 | +8 | +3 |
Onderwijs of cursus volgen | 27 | . | . | 22 | 35* | +60 | +31 |
Recreatief totaal en overig | 1 340 | 1 072* | 1 265* | 1 372* | 1 339 | -2 | 0 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. |
Het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners in 2023 van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder per dag verschilt voor alle typen dagen niet significant van 2022. Een uitzondering vormt het aantal verplaatsingen voor onderwijs of cursus volgen op weekend- en feestdagen. Dit is significant toegenomen met 60 procent. Op weekend en feestdagen is dit een categorie verplaatsingen dat relatief weinig voorkomt en hier net aan de vuistregel voor betrouwbare waarnemingen voldoet.
Voor ‘alle dagen’ zijn er bij vier motieven significante verschillen tussen 2019 en 2023. Het aantal verplaatsingen voor ‘Van en naar het werk’, ‘Zakelijk en beroepsmatig’ en ‘Onderwijs en cursus volgen’ is lager in 2023 dan in 2019 met respectievelijk 19 procent, 35 procent en 14 procent. Alleen het aantal verplaatsingen gemaakt met motief ‘Recreatief totaal en overig’ is in 2023 significant hoger dan in 2019 (8 procent).
Op werkdagen zien we dit zelfde patroon terug. Het aantal verplaatsingen met motief ‘Van en naar het werk’ (-18 procent), ‘Zakelijk en beroepsmatig’ (-35 procent) en ‘Onderwijs en cursus volgen’ (-13 procent) is in 2023 significant lager dan in 2019. Het aantal verplaatsingen op werkdagen voor ‘Recreatief totaal en overig’ is 11 procent hoger dan in 2019.
Op weekend- en feestdagen is geen significant verschil tussen 2023 en 2019 wat betreft het aantal verplaatsingen naar motief. De schattingen voor ‘Zakelijk en beroepsmatig en voor ‘Onderwijs en cursus volgen’ zijn vervangen door puntjes als het aantal waarnemingen te laag was.
4. Gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en verplaatsingsafstanden. Deze paragraaf richt zich op de gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing naar vervoerwijze en naar motief. Evenals bij het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag in het voorgaande hoofdstuk, is de afgelegde afstand per verplaatsing berekend met alleen reguliere verplaatsingen. Voor deze indicator wordt vooral informatie op verplaatsingsniveau gebruikt. Echter, bij de indeling naar vervoerwijze wordt voor alle reguliere verplaatsingen gekeken naar de som van de ritafstanden per ritvervoerwijze. De som van de ritafstanden (bijvoorbeeld de fiets) wordt vervolgens gedeeld door het totaal aantal verplaatsingen waarvan (in dit geval) de fiets de hoofdvervoerwijze is.
Gemiddelde afstand per verplaatsing naar vervoerwijze
In de tabellen 4.1a, 4.1b en 4.1c wordt de gemiddelde afstand per verplaatsing in Nederland van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag in particuliere huishoudens weergegeven naar vervoerwijze.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 12,3 | 9,8* | 10,1 | 10,0 | 11,1* | +11 | -10 |
Personenauto als bestuurder | 18,2 | 16,6* | 16,1 | 16,0 | 18,0* | +13 | -1 |
Personenauto als passagier | 20,6 | 18,6 | 20,3 | 19,8 | 18,9 | -4 | -8 |
Trein | 47,9 | 42,3 | 46,3 | 45,6 | 46,8 | +3 | -2 |
Bus/tram/metro | 12,0 | 9,9* | 12,0* | 10,3* | 11,6* | +12 | -3 |
Brom-/snorfiets | 6,0 | 5,2 | 5,3 | 5,7 | 5,6 | -1 | -5 |
Fiets2) | 4,0 | 4,1 | 4,2 | 4,0 | 4,1 | +3 | +2 |
Lopen | 2,0 | 2,0 | 2,2* | 2,0* | 2,0 | -3 | -3 |
Overig (incl. bestelauto) | 23,4 | 19,4 | 19,6 | 18,7 | 19,7 | +5 | -16 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 11,6 | 9,2* | 9,3 | 9,1 | 10,3* | +13 | -12 |
Personenauto als bestuurder | 18,1 | 16,0* | 15,3 | 15,3 | 16,9* | +10 | -7 |
Personenauto als passagier | 17,7 | 16,1 | 17,9 | 15,6 | 15,8 | +1 | -11 |
Trein | 44,5 | 41,4 | 43,7 | 41,8 | 45,7 | +9 | +3 |
Bus/tram/metro | 12,2 | 10,1* | 12,0* | 10,7* | 11,6 | +9 | -5 |
Brom-/snorfiets | 6,0 | 5,2 | 5,5 | 5,8 | 5,8 | -2 | -4 |
Fiets2) | 3,9 | 3,9 | 3,9 | 3,8 | 4,0* | +7 | +4 |
Lopen | 2,0 | 1,9 | 2,1* | 1,9* | 1,9 | -3 | -5 |
Overig (incl. bestelauto) | 22,2 | 19,1 | 19,3 | 18,1 | 20,0 | +11 | -10 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 14,4 | 11,6* | 12,3 | 12,6 | 13,3 | +6 | -7 |
Personenauto als bestuurder | 18,7 | 18,5 | 18,0 | 18,1 | 21,1* | +17 | +13 |
Personenauto als passagier | 24,4 | 22,2 | 23,8 | 25,6 | 23,1 | -9 | -5 |
Trein | 65,8 | . | 54,1 | 58,6 | 51,9 | -11 | -21 |
Bus/tram/metro | 10,6 | 9,2 | 11,7 | 9,1 | 11,4* | +26 | +8 |
Brom-/snorfiets | . | . | . | . | . | . | . |
Fiets2) | 4,7 | 5,0 | 5,3 | 4,8 | 4,4 | -8 | -6 |
Lopen | 2,3 | 2,3 | 2,4 | 2,5 | 2,3 | -6 | +1 |
Overig (incl. bestelauto) | 28,8 | 20,2 | 20,5 | 22,3 | 18,1 | -19 | -37 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
Uit bovenstaande tabellen volgt dat de gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag significant verschilt met 2022. Dit geldt zowel op een gemiddelde dag als op een gemiddelde werkdag. Op een gemiddelde weekend- en/of feestdag in 2023 is er geen verschil in de gemiddelde afstand per verplaatsing met het jaar ervoor.
Gelet op de vervoerwijzen zijn er enkele verschillen in de gemiddelde afstand per verplaatsing tussen 2023 en 2022. Voor ‘alle dagen’, voor werkdagen en op ‘weekend- en feestdagen’ is er een significante toename van de verplaatsingsafstand met de vervoerwijze ‘personenauto als bestuurder’. De gemiddelde afstand per autobestuurdersverplaatsing is op ‘alle dagen’ 13 procent langer, op werkdagen 10 procent langer en op ‘weekend- en feestdagen’ 17 procent langer dan in 2022.
Ook de gemiddelde afstand per verplaatsing met ‘bus/tram/metro’ is in 2023 langer dan in 2022. Voor ‘bus/tram/metro’ is er een toename op ‘alle dagen’ en op ‘weekend- en feestdagen’ met respectievelijk 12 en 26 procent. Op werkdagen is er een significante toename van de verplaatsingsafstand met de fiets. Deze is in 2023 7 procent langer dan het jaar ervoor.
Vergelijken we de gemiddelde afstanden per verplaatsing in 2023 met die in 2019 dan zien we ook significante verschillen. In 2023 is de (totale) gemiddelde verplaatsingsafstand op ‘alle dagen’ en op werkdagen significant korter. Op ‘alle dagen’ was dit verschil met 2019 -10 procent en op werkdagen -12 procent.
De uitsplitsing naar vervoerwijze laat in 2023 alleen een significant verschil zien in de gemiddelde afstand per verplaatsing zien met 2019 op ’weekend en feestdagen’. De verplaatsingsafstand gemaakt met ‘overige voertuigen inclusief bestelauto’ is dan ruim een derde korter (-37 procent).
In tabel 4.1c is de waarde voor brom- en snorfiets vervangen door een punt omdat er te weinig waarnemingen waren.
Gemiddelde afstand per verplaatsing naar reismotief
De tabellen 4.2a, 4.2b en 4.2c bevatten de gemiddelde afstand per verplaatsing naar reismotief.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 12,3 | 9,8* | 10,1 | 10,0 | 11,1* | +11 | -10 |
Van en naar het werk | 17,0 | 15,6* | 14,9 | 15,8 | 17,4* | +11 | +2 |
Zakelijk en beroepsmatig | 29,7 | 22,8* | 20,5 | 22,5 | 26,2 | +17 | -12 |
Diensten en verzorging | 7,7 | 7,9 | 7,2 | 6,2 | 7,0 | +13 | -8 |
Winkelen en boodschappen doen | 5,0 | 4,0* | 4,2 | 4,3 | 4,8 | +11 | -4 |
Onderwijs of cursus volgen | 7,7 | 5,9* | 8,0* | 6,6 | 7,4 | +12 | -4 |
Recreatief totaal en overig | 13,6 | 11,0* | 11,6 | 10,8* | 12,0* | +12 | -11 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 11,6 | 9,2* | 9,3 | 9,1 | 10,3* | +13 | -12 |
Van en naar het werk | 17,3 | 15,8* | 15,2 | 16,2 | 17,8* | +10 | +3 |
Zakelijk en beroepsmatig | 29,9 | 22,6* | 20,2 | 22,2 | 25,8 | +16 | -14 |
Diensten en verzorging | 7,8 | 7,4 | 6,8 | 6,4 | 6,9 | +9 | -12 |
Winkelen en boodschappen doen | 4,6 | 3,7* | 3,9 | 3,9 | 4,3 | +12 | -7 |
Onderwijs of cursus volgen | 7,6 | 5,5* | 7,4* | 6,4 | 7,2 | +13 | -5 |
Recreatief totaal en overig | 11,0 | 9,2* | 9,8 | 8,2* | 9,5* | +16 | -13 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 14,4 | 11,6* | 12,3 | 12,6 | 13,3 | +6 | -7 |
Van en naar het werk | 13,8 | 13,5 | 12,9 | 11,4 | 13,8 | +20 | 0 |
Zakelijk en beroepsmatig | . | . | 22,2 | . | . | . | . |
Diensten en verzorging | 5,9 | 12,4* | 11,3 | 4,4* | 8,3* | +89 | +40 |
Winkelen en boodschappen doen | 5,7 | 4,6* | 4,8 | 5,3 | 5,7 | +7 | 0 |
Onderwijs of cursus volgen | . | . | . | 10,6 | 9,6 | -9 | . |
Recreatief totaal en overig | 18,4 | 14,7* | 15,3 | 15,6 | 16,7 | +7 | -9 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. |
Per motief zijn er in 2023 enkele significante verschillen gevonden in de gemiddelde verplaatsingsafstand ten opzichte van 2022. Op ‘alle dagen’ en op werkdagen is de gemiddelde verplaatsingsafstand voor het totaal in 2023 significant langer dan in 2022 (11 procent en 13 procent). Ook is op beide type dagen de afstand per verplaatsing ‘Van en naar het werk’ significant langer dan het jaar ervoor. Op ‘alle dagen’ was de afstand per verplaatsing ‘Van en naar het werk’ 11 procent langer en op werkdagen 10 procent langer. Ook de afstand per verplaatsing voor het motief ‘Recreatief totaal en overig’ was zowel op ‘alle dagen’ (12 procent) als op werkdagen (16 procent) langer. Op weekend- en feestdagen in 2023 is de gemiddelde afstand per verplaatsing voor ‘Diensten en verzorging’ 89 procent langer dan het jaar ervoor.
Er zijn minder significante verschillen tussen de verplaatsingsafstanden naar motief als we 2023 vergelijken met 2019. Zo is de gemiddelde verplaatsingsafstand voor het totaal van alle motieven op ‘alle dagen’ en op werkdagen significant korter in 2023 dan in 2019. Op ‘alle dagen’ is het verschil -10 procent en op werkdagen -12 procent. Ook is de gemiddelde afstand per verplaatsing voor ‘Recreatief totaal en overig’ in 2023 significant korter dan in 2019, namelijk respectievelijk 11 procent korter op ‘alle dagen’ en 13 procent korter op werkdagen.
5. Deelname aan het verkeer
Andere belangrijke indicatoren zijn de verkeersdeelname in het algemeen en de deelname aan het openbaar vervoer in het bijzonder. De eerste wordt berekend met verplaatsingsinformatie en voor de tweede wordt ritinformatie gebruikt.
5.1 Verkeersdeelname
Volgens de gehanteerde definitie bij ODiN neemt een persoon die één of meerdere reguliere verplaatsingen per dag maakt, deel aan het verkeer. Ook personen die enkel serieverplaatsingen of enkel vakantieverplaatsingen hebben gemaakt, tellen mee bij het bepalen van de verkeersdeelnemers. Uitzondering daarop vormen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig; deze tellen niet mee voor de bepaling van verkeersdeelname. Ook geheel in het buitenland gemaakte verplaatsingen tellen niet mee voor het vaststellen van verkeersdeelname.
In tabel 5.1.1 is te zien dat de verkeersdeelname van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder in ODiN 2023 niet significant verschilt met die in ODiN 2022. In 2023 nam 78 procent van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag deel aan het verkeer. In 2023 is er ook geen significant verschil in verkeersdeelname van mannen of vrouwen vergeleken met een jaar eerder.
Als de verkeersdeelname van 2023 wordt vergeleken met 2019, dan is de verkeersdeelname in 2023 significant lager dan in 2019 (-4 procent). Ook bij de deelname naar geslacht zijn er significante verschillen tussen 2023 en 2019. Voor mannen is het verschil -3 procent ten opzichte van 2019, voor vrouwen -5 procent.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 80,9 | 69,1* | 75,1* | 77,1* | 77,7 | +1 | -4 |
Mannen | 81,3* | 70,5* | 75,8* | 77,7* | 78,6 | +1 | -3 |
Vrouwen | 80,5 | 67,8* | 74,5* | 76,6* | 76,8 | 0 | -5 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. |
In tabel 5.1.2 is de verkeersdeelname weergegeven naar werkdagen en weekend- en feestdagen.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 80,9 | 69,1* | 75,1* | 77,1* | 77,7 | +1 | -4 |
Totaal doordeweekse dagen exclusief feestdagen | 83,6 | 71,4* | 77,0* | 79,2* | 80,0 | +1 | -4 |
Totaal weekenddagen plus doordeweekse feestdagen | 74,3 | 64,0* | 70,9* | 72,3 | 72,5 | 0 | -2 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. |
Uit tabel 5.1.2 blijkt dat in 2023 op elk type dag geen significant verschil is gevonden in de verkeersdeelname van inwoners van MRDH vergeleken met ODiN 2022.
Ten opzichte van 2019 zijn er wel significante verschillen in verkeersdeelname met 2023. Zowel op ‘alle dagen’, als op doordeweekse dagen exclusief feestdagen is er een afname van 4 procent. Op weekenddagen plus doordeweekse feestdagen is er in 2023 geen verschil in de verkeersdeelname vergeleken met 2019.
5.2 Deelname openbaar vervoer
In tabel 5.2.1 is de deelname aan het openbaar vervoer weergegeven. Deelname aan het openbaar vervoer in ODiN betekent dat er met het openbaar vervoer minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing is gemaakt in Nederland op de invuldag.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | verschil 2023 t.o.v. 2022 (%) | verschil 2023 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 14,5 | 6,2* | 7,1* | 10,5* | 12,4* | +18 | -15 |
Mannen | 13,1 | 5,4* | 6,5* | 9,4* | 11,8* | +26 | -10 |
Vrouwen | 15,8 | 7,0* | 7,7 | 11,6* | 12,9* | +12 | -18 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Deelname aan het openbaar vervoer behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag met trein, bus, tram of metro. |
In 2023 maakte 12 procent van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing in het openbaar vervoer op de invuldag.
De deelname aan het openbaar vervoer in 2023 is met een toename van 18 procent hoger dan in 2022. Er is ook gekeken of er verschil is tussen beide jaren in deelname van vrouwen en mannen aan het openbaar vervoer. Bij vrouwen nam de deelname aan trein, bus, tram en metro toe met 12 procent, bij mannen met 26 procent.
Ten opzichte van 2019 is de deelname aan het openbaar vervoer in 2023 door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag 15 procent lager dan in 2019. De deelname van vrouwen aan het openbaar vervoer was in 2023 vergeleken met 2019 18 procent lager, bij de deelname van mannen is er geen significant verschil ten opzichte van 2019.
6. Samenvatting
Deze rapportage bevat resultaten over het verplaatsingsgedrag van de personen van 6 jaar of ouder die wonen in het meerwerkgebied metropoolregio Rotterdam Den Haag. De cijfers zijn gebaseerd op respondenten uit 23 gemeenten (indeling 2023) in de provincie Zuid-Holland (zie bijlage A). De resultaten zijn weergegeven voor het totale jaar en voor verschillende selecties van dagen voor de jaren 2019 tot en met 2023. De significantie van verschillen tussen ODiN 2022 en ODiN 2023, alsmede tussen ODiN 2019 en ODiN 2023 is getoetst.
Het jaar 2023 is het eerste jaar sinds 2020 waarin geen mobiliteitsbeperkende maatregelen golden tegen de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-19. Begin 2022 golden nog maatregelen maar de meeste waren na een aantal maanden niet meer van kracht. Halverwege januari 2022 eindigde een periode met een harde lockdown. Het virus en de bijbehorende maatregelen hadden in 2022 een minder grote impact op de Nederlandse samenleving dan in de twee jaren daarvoor. 2022 was echter ook het jaar waarin Rusland haar buurland Oekraïne binnenviel (24 februari 2022) en daarmee een oorlog startte die wereldwijd (economische) gevolgen had en die nog steeds voortduurt.
ODiN 2023 laat een gewijzigd mobiliteitsbeeld zien in vergelijking met ODiN 2022 en ook met 2019. Dit geldt in 2023 in vergelijking met 2022 voor de indicatoren totale vervoersprestatie, (reguliere)reizigerskilometers, aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag, de gemiddelde afstand per verplaatsing van inwoners van MRDH van 6 jaar of ouder en de deelname aan het openbaar vervoer. Er zijn geen verschillen op het totaalniveau met betrekking tot het aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag en de verkeersdeelname. Als de gegevens van 2023 worden vergeleken met 2019 dan blijkt er tussen deze twee jaren op vele punten een significant gewijzigd mobiliteitsbeeld te zijn bij alle onderzochte indicatoren. Hieronder volgt nog informatie over de belangrijkste verschillen tussen met name 2023 en 2022.
Verkeersdeelname en deelname aan het openbaar vervoer
De verkeersdeelname van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag verschilt in 2023 niet van de verkeersdeelname in 2022. De verkeersdeelname in 2023 verschilt wel ten opzichte van 2019, behalve op weekend- en feestdagen. Zowel op doordeweekse dagen (exclusief feestdagen), als op ‘alle dagen’ is de verkeersdeelname 4 procent lager dan in 2019.
In 2023 nam 12 procent inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag deel aan het openbaar vervoer op de enquêtedag. De deelname aan het openbaar vervoer was in 2023 18 procent hoger dan in 2022, bij vrouwen was de deelname 12 procent hoger, bij mannen 26 procent hoger dan een jaar eerder. Vergeleken met 2019 was de deelname aan het openbaar vervoer in 2023 15 procent lager, bij vrouwen was de deelname 18 procent lager, bij mannen was er geen verschil ten opzichte van 2019.
Totale vervoersprestatie
Het totale aantal reizigerskilometers in de metropoolregio Rotterdam Den Haag bedraagt in 2023 23,6 miljard. Dit is een toename met 13 procent ten opzichte van 2022. De vervoersprestatie nam significant toe voor ‘personenauto als bestuurder’, ‘bus/tram/metro’ en de trein. Ten opzichte van 2019 is de totale vervoersprestatie in 2023 significant lager (-9 procent). De vervoersprestaties van 'bus/tram/metro’ en ‘overige vervoerwijzen’ zijn in 2023 significant lager dan in 2019, terwijl er in 2023 een groter aantal kilometers te voet is afgelegd.
Reguliere reizigerskilometers
Het totale aantal reguliere reizigerskilometers afgelegd door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag is in 2023 significant toegenomen met 13 procent tot bijna 22,9 miljard kilometer. De toename van het aantal reizigerskilometers is relatief het grootst voor de trein en ‘bus/tram/metro’. Ook zijn de reizigerskilometers voor de personenwagen als bestuurder significant gestegen tussen 2022 en 2023.
Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2023 ten opzichte van 2019 is significant lager (-9 procent). Er zijn significant minder kilometers gereisd met de ‘bus, tram en metro’ en ‘overig (incl. bestelauto)’. De reizigerskilometers voor ‘lopen’ zijn in 2023 significant hoger dan in 2019.
Wat betreft motief valt op dat in 2023 het aantal reizigerskilometers voor ‘Van en naar het werk’ en ‘Recreatief totaal en overig’ significant toegenomen is tussen 2022 en 2023. Vergeleken met 2019 is in 2023 het totaal aantal reizigerskilometers op zowel alle dagen als op werkdagen significant lager. Voor beide selecties van dagen is er significant verschil in reizigerskilometers tussen 2023 en 2019 voor ‘Van en naar het werk‘ en ‘Zakelijk en beroepsmatig‘.
Gemiddeld aantal verplaatsingen
In ODiN 2023 is het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per 1.000 inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag op alle type dagen niet significant verschillend van ODiN 2022.
Op ‘alle dagen‘ in 2023 is het aantal verplaatsingen voor personenauto als passagier en de trein hoger en voor de fiets lager dan in 2022.
Daarnaast zien we op werkdagen alleen een significante toename van het aantal verplaatsingen door inwoners van MRDH met de trein. Op weekend- en feestdagen zijn er geen significante wijzigingen wat betreft vervoerwijze vergeleken met het jaar ervoor.
Gelet op motief, heeft er alleen een significante wijziging plaatsgevonden op weekend- en feestdagen in 2023. Het betreft een toename in het aantal verplaatsingen voor onderwijs of cursus volgen met 60 procent.
Vooral op ‘alle dagen’ en op werkdagen zijn er in 2023 nog bij diverse modaliteiten significante verschillen met 2019. Het aantal verplaatsingen met de personenauto als bestuurder, bus/tram/metro en overig (incl. bestelauto) zijn op beide type dagen in 2023 significant lager. Lopen is in 2023 is op beide dagen significant hoger dan in 2019. Voor de fiets geldt dat het aantal verplaatsingen in 2023 alleen op ‘alle dagen’ significant lager was dan in 2019 (-7 procent).
In 2023 zijn er op ‘alle dagen’ en op werkdagen significante verschillen gevonden met 2019. Voor ‘Van en naar het werk’, ‘Zakelijk en beroepsmatig’, en ‘Onderwijs of cursus volgen’ was het aantal verplaatsingen van inwoners van MRDH significant lager in 2023 dan in 2019. Voor ‘Recreatief totaal en overig’ was dit significant hoger.
Gemiddelde afstand per verplaatsing
De gemiddelde afstand per reguliere verplaatsing op een gemiddelde dag en op een gemiddelde werkdag in 2023 is significant langer dan in ODiN 2022. Op alle drie type dagen is er een significante toename van de verplaatsingsafstand bij de personenauto als bestuurder. Daarnaast is er op ‘alle dagen’ en op weekend- en feestdagen een significante toename van ‘bus/tram/metro’ vergeleken met 2022. Op werkdagen is er daarnaast een toename van de verplaatsingsafstand met de fiets.
Per motief bekeken is op ‘alle dagen’ en op werkdagen de afstand per verplaatsing voor ‘Van en naar het werk’ en ‘Recreatief totaal en overig’ significant langer dan vorig jaar. Op weekend- en feestdagen was in 2023 de gemiddelde afstand per verplaatsing voor het motief ‘Diensten en verzorging’ fors langer dan in 2022.
Vergeleken met 2019 is op ‘alle dagen’ en op werkdagen de totale gemiddelde verplaatsingsafstand in 2023 significant lager in 2023.
Wat betreft motief is alleen voor 'alle dagen' en werkdagen de gemiddelde afstand per verplaatsing in 2023 significant lager dan in 2019 voor het ‘Recreatief totaal en overig’.
Bijlage A : Gebiedsindeling MRDH
In deze rapportage over de metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn de cijfers gebaseerd op respondenten uit 23 gemeenten (indeling 2023) in de provincie Zuid-Holland. In tabel A.1 staat de in de steekproef toegepaste indeling van het betreffende meerwerkgebied in regio's, met vermelding van gemeentecodes en wijknummers.
Regio en gemeente | Gemeentecode | Wijknummers |
---|---|---|
Den Haag Centrum | ||
Centrum | 518 | 5, 22, 23, 27 t/m 30 en 37 |
Haagse Hout | 518 | 4 en 24 t/m 26 |
Laak | 518 | 38 en 39 |
Den Haag Zuidwest | ||
Loosduinen | 518 | 14 t/m 18 |
Escamp | 518 | 31 t/m 36 en 40 |
Den Haag Noordwest | ||
Segbroek | 518 | 12, 13 en 19 t/m 21 |
Scheveningen | 518 | 1 t/m 3 en 6 t/m 11 |
Den Haag Oost | ||
Leidschenveen-Ypenburg | 518 | 41 t/m 44 |
Haaglanden Zuidwest | ||
Westland | 1 783 | - |
Midden-Delfland | 1 842 | - |
Haaglanden Zuid | ||
Delft | 503 | - |
Rijswijk | 603 | - |
Haaglanden Oost | ||
Zoetermeer | 637 | - |
Pijnacker-Nootdorp | 1 926 | - |
Haaglanden Noord | ||
Wassenaar | 629 | - |
Leidschendam-Voorburg | 1 916 | - |
Rotterdam Noord - zuid | ||
Centrum | 599 | 1 |
Delfshaven | 599 | 3, 19 |
Rotterdam Noord - noordoost | ||
Overschie | 599 | 4, 24, 18 en 26 |
Hillegersberg-Schiebroek | 599 | 6 |
Prins Alexander | 599 | 14 |
Rotterdam Noord - noordwest | ||
Kralingen-Crooswijk | 599 | 8 |
Noord | 599 | 5 |
Rotterdam Zuid | ||
Charlois | 599 | 15 |
Feijenoord | 599 | 10 |
IJsselmonde | 599 | 12 |
Waalhaven-Eemhaven | 599 | 21 |
Vondelingenplaat | 599 | 22 |
Botlek-Europoort-Maasvlakte | 599 | 23 |
Rijnmond Noordwest | ||
Maassluis | 556 | - |
Rotterdam - Hoek van Holland | 599 | 17 |
Schiedam | 606 | - |
Vlaardingen | 622 | - |
Rijnmond Noord/Noordoost | ||
Capelle aan den IJsel | 502 | - |
Krimpen aan den IJsel | 542 | - |
Rotterdam - Rivium | 599 | 25 |
Lansingerland | 1 621 | - |
Rozenburg en Voorne Putten | ||
Brielle | 501 | - |
Hellevoetsluis | 530 | - |
Rotterdam - Rozenburg | 599 | 27 |
Westvoorne | 614 | - |
Nissewaard | 1 930 | - |
Rijnmond Zuid/Zuidoost | ||
Barendrecht | 489 | - |
Ridderkerk | 597 | - |
Rotterdam - Pernis | 599 | 13 |
Rotterdam - Hoogvliet | 599 | 16 |
Albrandswaard | 613 | - |
Bijlage B: Marges
In deze bijlage staan de schattingen (waarden) van de resultaten van ODiN 2023 uit hoofdstuk 2 vermeld samen met de onder- en bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval en de relatieve marge in procenten. De onder- en bovengrens begrenzen het interval waarvan met 95% zekerheid verwacht wordt dat de werkelijke waarde er binnen ligt.
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 23 574 | 22 621 | 24 527 | 4,0 |
Personenauto als bestuurder | 10 617 | 9 983 | 11 251 | 6,0 |
Personenauto als passagier | 4 044 | 3 636 | 4 452 | 10,1 |
Trein | 2 965 | 2 570 | 3 359 | 13,3 |
Bus/tram/metro | 1 469 | 1 341 | 1 597 | 8,7 |
Brom-/snorfiets | 173 | 132 | 213 | 23,4 |
Fiets 2) | 2 034 | 1 929 | 2 138 | 5,1 |
Lopen | 1 014 | 969 | 1 058 | 4,4 |
Overig (incl. bestelauto) | 1 259 | 978 | 1 540 | 22,3 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 22 862 | 21 961 | 23 764 | 3,9 |
Personenauto als bestuurder | 10 472 | 9 844 | 11 101 | 6,0 |
Personenauto als passagier | 4 044 | 3 636 | 4 452 | 10,1 |
Trein | 2 831 | 2 483 | 3 178 | 12,3 |
Bus/tram/metro | 1 450 | 1 323 | 1 576 | 8,7 |
Brom-/snorfiets | 173 | 132 | 213 | 23,4 |
Fiets | 2 013 | 1 911 | 2 116 | 5,1 |
Lopen | 1 013 | 968 | 1 057 | 4,4 |
Overig (incl. bestelauto) | 867 | 677 | 1 056 | 21,9 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 22 226 | 21 347 | 23 105 | 4,0 |
Personenauto als bestuurder | 10 143 | 9 533 | 10 754 | 6,0 |
Personenauto als passagier | 4 031 | 3 624 | 4 439 | 10,1 |
Trein | 2 803 | 2 458 | 3 149 | 12,3 |
Bus/tram/metro | 1 432 | 1 307 | 1 557 | 8,7 |
Brom-/snorfiets | 172 | 131 | 212 | 23,6 |
Fiets | 1 994 | 1 891 | 2 096 | 5,1 |
Lopen | 1 009 | 965 | 1 054 | 4,4 |
Overig (incl. bestelauto) | 642 | 500 | 784 | 22,1 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 636 | 477 | 795 | 25,0 |
Personenauto als bestuurder | 329 | 210 | 448 | 36,1 |
Trein/bus/tram/metro | . | . | . | . |
Fiets en lopen | 23 | 15 | 32 | 36,2 |
Bestelauto | . | . | . | . |
Overig (incl. personenauto als passagier en brom-/snorfiets) | . | . | . | . |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 16 017 | 15 277 | 16 757 | 4,6 |
Personenauto als bestuurder | 7 323 | 6 807 | 7 840 | 7,0 |
Personenauto als passagier | 2 037 | 1 754 | 2 319 | 13,9 |
Trein | 2 298 | 1 994 | 2 603 | 13,2 |
Bus/tram/metro | 1 187 | 1 073 | 1 302 | 9,7 |
Brom-/snorfiets | 135 | 99 | 171 | 26,9 |
Fiets | 1 572 | 1 482 | 1 663 | 5,8 |
Lopen | 707 | 670 | 743 | 5,2 |
Overig (incl. bestelauto) | 757 | 574 | 940 | 24,2 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 15 423 | 14 710 | 16 136 | 4,6 |
Personenauto als bestuurder | 7 016 | 6 520 | 7 511 | 7,1 |
Personenauto als passagier | 2 024 | 1 741 | 2 306 | 14,0 |
Trein | 2 271 | 1 969 | 2 574 | 13,3 |
Bus/tram/metro | 1 171 | 1 057 | 1 284 | 9,7 |
Brom-/snorfiets | 134 | 98 | 170 | 27,0 |
Fiets | 1 559 | 1 469 | 1 649 | 5,8 |
Lopen | 704 | 667 | 740 | 5,2 |
Overig (incl. bestelauto) | 546 | 411 | 681 | 24,8 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 15 469 | 14 744 | 16 194 | 4,7 |
Personenauto als bestuurder | 7 073 | 6 565 | 7 580 | 7,2 |
Personenauto als passagier | 1 911 | 1 642 | 2 181 | 14,1 |
Trein | 2 242 | 1 941 | 2 543 | 13,4 |
Bus/tram/metro | 1 159 | 1 047 | 1 272 | 9,7 |
Brom-/snorfiets | 134 | 98 | 170 | 27,1 |
Fiets | 1 541 | 1 451 | 1 631 | 5,8 |
Lopen | 683 | 647 | 719 | 5,2 |
Overig (incl. bestelauto) | 726 | 545 | 907 | 24,9 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 14 883 | 14 185 | 15 580 | 4,7 |
Personenauto als bestuurder | 6 772 | 6 286 | 7 258 | 7,2 |
Personenauto als passagier | 1 898 | 1 629 | 2 168 | 14,2 |
Trein | 2 215 | 1 915 | 2 514 | 13,5 |
Bus/tram/metro | 1 143 | 1 031 | 1 254 | 9,7 |
Brom-/snorfiets | 132 | 96 | 169 | 27,3 |
Fiets | 1 527 | 1 438 | 1 616 | 5,8 |
Lopen | 680 | 645 | 716 | 5,2 |
Overig (incl. bestelauto) | 515 | 383 | 647 | 25,7 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 22 862 | 21 961 | 23 764 | 3,9 |
Van en naar het werk | 5 691 | 5 305 | 6 077 | 6,8 |
Zakelijk en beroepsmatig | 1 404 | 1 117 | 1 691 | 20,4 |
Diensten en verzorging | 462 | 381 | 543 | 17,5 |
Winkelen en boodschappen doen | 2 225 | 2 018 | 2 432 | 9,3 |
Onderwijs of cursus volgen | 1 188 | 1 026 | 1 350 | 13,6 |
Recreatief totaal en overig | 11 892 | 11 233 | 12 552 | 5,5 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 15 469 | 14 744 | 16 194 | 4,7 |
Van en naar het werk | 5 279 | 4 908 | 5 650 | 7,0 |
Zakelijk en beroepsmatig | 1 239 | 971 | 1 507 | 21,6 |
Diensten en verzorging | 414 | 336 | 493 | 18,9 |
Winkelen en boodschappen doen | 1 308 | 1 158 | 1 457 | 11,4 |
Onderwijs of cursus volgen | 1 101 | 945 | 1 258 | 14,2 |
Recreatief totaal en overig | 6 127 | 5 679 | 6 575 | 7,3 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 2 478 | 2 420 | 2 536 | 2,3 |
Personenauto als bestuurder | 699 | 671 | 728 | 4,1 |
Personenauto als passagier | 257 | 241 | 273 | 6,2 |
Trein | 73 | 66 | 80 | 9,5 |
Bus/tram/metro | 151 | 140 | 162 | 7,2 |
Brom-/snorfiets | 37 | 30 | 44 | 18,7 |
Fiets | 592 | 567 | 616 | 4,2 |
Lopen | 617 | 592 | 641 | 4,0 |
Overig (incl. bestelauto) | 53 | 45 | 61 | 14,9 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 2 623 | 2 549 | 2 697 | 2,8 |
Personenauto als bestuurder | 733 | 697 | 768 | 4,9 |
Personenauto als passagier | 212 | 194 | 230 | 8,5 |
Trein | 86 | 77 | 95 | 10,5 |
Bus/tram/metro | 174 | 160 | 188 | 8,2 |
Brom-/snorfiets | 41 | 32 | 50 | 22,2 |
Fiets | 671 | 639 | 704 | 4,8 |
Lopen | 644 | 612 | 675 | 4,9 |
Overig (incl. bestelauto) | 63 | 53 | 74 | 16,9 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 2 156 | 2 059 | 2 253 | 4,5 |
Personenauto als bestuurder | 625 | 576 | 673 | 7,8 |
Personenauto als passagier | 358 | 326 | 390 | 9,0 |
Trein | 44 | 34 | 54 | 23,1 |
Bus/tram/metro | 99 | 84 | 113 | 14,9 |
Brom-/snorfiets | . | . | . | . |
Fiets | 414 | 379 | 450 | 8,6 |
Lopen | 557 | 516 | 597 | 7,2 |
Overig (incl. bestelauto) | 30 | 21 | 40 | 31,0 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 2 478 | 2 420 | 2 536 | 2,3 |
Van en naar het werk | 394 | 377 | 410 | 4,3 |
Zakelijk en beroepsmatig | 65 | 57 | 72 | 12,1 |
Diensten en verzorging | 79 | 72 | 87 | 9,7 |
Winkelen en boodschappen doen | 557 | 535 | 578 | 3,9 |
Onderwijs of cursus volgen | 194 | 182 | 207 | 6,5 |
Recreatief totaal en overig | 1 190 | 1 154 | 1 226 | 3,0 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 2 623 | 2 549 | 2 697 | 2,8 |
Van en naar het werk | 518 | 495 | 542 | 4,5 |
Zakelijk en beroepsmatig | 84 | 73 | 94 | 12,5 |
Diensten en verzorging | 105 | 94 | 115 | 10,2 |
Winkelen en boodschappen doen | 527 | 502 | 552 | 4,8 |
Onderwijs of cursus volgen | 266 | 248 | 284 | 6,7 |
Recreatief totaal en overig | 1 123 | 1 080 | 1 166 | 3,8 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 2 156 | 2 059 | 2 253 | 4,5 |
Van en naar het werk | 116 | 100 | 133 | 14,3 |
Zakelijk en beroepsmatig | . | . | . | . |
Diensten en verzorging | 23 | 15 | 30 | 32,5 |
Winkelen en boodschappen doen | 622 | 580 | 664 | 6,7 |
Onderwijs of cursus volgen | 35 | 25 | 45 | 27,7 |
Recreatief totaal en overig | 1 339 | 1 271 | 1 406 | 5,0 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 11,1 | 10,7 | 11,5 | 3,4 |
Personenauto als bestuurder | 18,0 | 17,1 | 18,9 | 5,0 |
Personenauto als passagier | 18,9 | 17,3 | 20,6 | 8,6 |
Trein | 46,8 | 43,2 | 50,5 | 7,9 |
Bus/tram/metro | 11,6 | 10,9 | 12,3 | 6,3 |
Brom-/snorfiets | 5,6 | 4,7 | 6,5 | 16,2 |
Fiets | 4,1 | 3,9 | 4,3 | 3,8 |
Lopen | 2,0 | 1,9 | 2,0 | 3,4 |
Overig (incl. bestelauto) | 19,7 | 16,3 | 23,1 | 17,3 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 10,3 | 9,9 | 10,7 | 4,1 |
Personenauto als bestuurder | 16,9 | 15,9 | 17,9 | 6,0 |
Personenauto als passagier | 15,8 | 13,9 | 17,6 | 12,0 |
Trein | 45,7 | 41,7 | 49,6 | 8,7 |
Bus/tram/metro | 11,6 | 10,8 | 12,4 | 7,0 |
Brom-/snorfiets | 5,8 | 4,7 | 6,8 | 18,4 |
Fiets | 4,0 | 3,8 | 4,2 | 4,3 |
Lopen | 1,9 | 1,8 | 1,9 | 4,0 |
Overig (incl. bestelauto) | 20,0 | 16,1 | 24,0 | 19,6 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 13,3 | 12,5 | 14,2 | 6,2 |
Personenauto als bestuurder | 21,1 | 19,3 | 23,0 | 8,7 |
Personenauto als passagier | 23,1 | 20,3 | 25,9 | 12,1 |
Trein | 51,9 | 42,5 | 61,3 | 18,1 |
Bus/tram/metro | 11,4 | 9,8 | 13,1 | 14,4 |
Brom-/snorfiets | . | . | . | . |
Fiets | 4,4 | 4,1 | 4,8 | 8,3 |
Lopen | 2,3 | 2,2 | 2,4 | 6,2 |
Overig (incl. bestelauto) | 18,1 | 12,2 | 23,9 | 32,3 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 11,1 | 10,7 | 11,5 | 3,4 |
Van en naar het werk | 17,4 | 16,5 | 18,4 | 5,4 |
Zakelijk en beroepsmatig | 26,2 | 21,9 | 30,5 | 16,5 |
Diensten en verzorging | 7,0 | 6,0 | 8,1 | 15,0 |
Winkelen en boodschappen doen | 4,8 | 4,4 | 5,2 | 8,5 |
Onderwijs of cursus volgen | 7,4 | 6,4 | 8,3 | 12,6 |
Recreatief totaal en overig | 12,0 | 11,5 | 12,6 | 4,9 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 10,3 | 9,9 | 10,7 | 4,1 |
Van en naar het werk | 17,8 | 16,8 | 18,8 | 5,6 |
Zakelijk en beroepsmatig | 25,8 | 21,3 | 30,3 | 17,6 |
Diensten en verzorging | 6,9 | 5,8 | 8,0 | 16,1 |
Winkelen en boodschappen doen | 4,3 | 3,9 | 4,8 | 10,5 |
Onderwijs of cursus volgen | 7,2 | 6,3 | 8,2 | 13,1 |
Recreatief totaal en overig | 9,5 | 8,9 | 10,1 | 6,5 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 13,3 | 12,5 | 14,2 | 6,2 |
Van en naar het werk | 13,8 | 10,8 | 16,8 | 21,8 |
Zakelijk en beroepsmatig | . | . | . | . |
Diensten en verzorging | 8,3 | 5,0 | 11,5 | 39,7 |
Winkelen en boodschappen doen | 5,7 | 4,9 | 6,5 | 14,0 |
Onderwijs of cursus volgen | 9,6 | 5,4 | 13,8 | 44,0 |
Recreatief totaal en overig | 16,7 | 15,5 | 17,9 | 7,2 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 77,7 | 76,8 | 78,6 | 1,2 |
Mannen | 78,6 | 77,3 | 79,9 | 1,7 |
Vrouwen | 76,8 | 75,5 | 78,0 | 1,7 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 77,7 | 76,8 | 78,6 | 1,2 |
Totaal doordeweekse dagen exclusief feestdagen | 80,0 | 78,9 | 81,1 | 1,4 |
Totaal weekenddagen plus doordeweekse feestdagen | 72,5 | 70,8 | 74,2 | 2,4 |
Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 12,4 | 11,7 | 13,0 | 5,4 |
Mannen | 11,8 | 10,9 | 12,8 | 8,3 |
Vrouwen | 12,9 | 12,1 | 13,9 | 7,3 |
Bijlage C: Aantal typen dagen per jaar
Het aantal reizigerskilometers per jaar zoals gepresenteerd in hoofdstuk 2 is onder andere ook afhankelijk van het aantal dagen van het jaar en bijvoorbeeld het aantal werkdagen in een jaar. Onderstaand overzicht geeft daarin enig inzicht.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Alle dagen | 365 | 366 | 365 | 365 | 365 |
Doordeweekse dagen | 261 | 262 | 261 | 260 | 260 |
Weekenddagen | 104 | 104 | 104 | 105 | 105 |
Weekenddagen plus feestdagen1) | 111 | 113 | 112 | 112 | 113 |
Werkdagen2) | 254 | 253 | 253 | 253 | 252 |
1) Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) Werkdagen: doordeweekse dagen exclusief feestdagen |