4. Dataverzameling
4.1 Steekproef
Steekproefkader en doelpopulatie
De doelpopulatie voor dit onderzoek bestaat uit alle werknemers van 15 tot en met 74 jaar die in Nederland werken. De operationalisatie van de doelpopulatie voor de NEA 2022 is als volgt: ten behoeve van de steekproeftrekking wordt in juli 2022 een steekproefkader afgeleid uit de meest recente Polisadministratie, maart 2022. Alle personen met de volgende eigenschappen komen in het steekproefkader:
- is volgens de afleiding van het CBS op basis van data uit de Polisadministratie een werknemer
- is minimaal 15 jaar en maximaal 74 jaar op 1 oktober 2022
- is geregistreerd als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP) ten tijde van de steekproeftrekking
- behoort tot een particulier huishouden in juli 2022.
Steekproefontwerp
Voor de NEA 2022 wordt uit dit steekproefkader een personensteekproef getrokken volgens een gestratificeerd steekproefontwerp. Hierbij wordt gestratificeerd naar bedrijfsklasse op SBI-40 niveau. Een overzicht van de bedrijfsklassen is gegeven in tabel B.1 in bijlage B. Dit zijn de zogenaamde ‘strata’.
Bedrijfsklasse 34 (Onderwijs) is verder onderverdeeld in substrata om wille van een uitbreiding van de steekproef in dit stratum. Een overzicht van de substrata is gegeven in tabel B.2 in bijlage B.
De volgende randvoorwaarden vormen het uitgangspunt van het ontwerp:
- De standaardfout voor het percentage werknemers met een arbeidsongeval (volgens de EU-definitie) per SBI 40 bedrijfsklassen is maximaal 1% m.u.v. SBI-klasse 40.
- Het verwacht aantal responsen per SBI 40 bedrijfsklassen is minstens 232 m.u.v. SBI-klasse 40. Het aantal van 232 is gekozen om de kans dat de publicatiegrens van 200 bruikbare responsen per SBI-klasse niet gehaald wordt te verkleinen.
- Het aantal te benaderen steekproefpersonen is 158.500, exclusief oversampling van strata 42, 44, 45 en 46 (de oversampling bedraagt 17.000 steekproefpersonen; in totaal worden 175.500 personen benaderd).
- Gegeven bovenstaande info moet de precisie van de uitkomsten op landelijk niveau zo groot mogelijk zijn.
Vanwege de oversampling van het primair en voortgezet onderwijs geldt bovendien: - In substratum 42 worden ten minste 2.000 bruikbare responsen verwacht.
- In substratum 45 worden ten minste 300 bruikbare responsen verwacht.
- In substratum 46 worden ten minste 300 bruikbare responsen verwacht.
- In substratum 44, 45 en 46 worden gezamenlijk ten minste 2.000 bruikbare responsen verwacht.
Het ontwerp start met het verdelen van 158.500 te benaderen steekproefpersonen volgens randvoorwaarde 1 tot en met 4. Vervolgens worden 17.000 extra te benaderen steekproefpersonen verdeeld om aan randvoorwaarde 5 tot en met 8 te voldoen.
In strata 2, 4, 6, 8, 11, 12, 14, 16, 17 en 25 is de uitzet verhoogd om aan randvoorwaarde 1 en 2 te voldoen. In strata 42, 44, 45 en 46 is de uitzet verhoogd om aan randvoorwaarden 5 tot en met 8 te voldoen.
Split-half ontwerp
Ten behoeve van het spit-half ontwerp wordt gebruik gemaakt van de hulpvariabele Cluster. De waarde hiervan wordt voor de ene random helft van de steekproefelementen op 1 gezet en voor de andere helft op 2.
4.2 Benaderingsstrategie
Steekproefpersonen kunnen via internet (cawi) deelnemen aan het onderzoek. De volgende benaderingsstrategie wordt daarbij gehanteerd. Steekproefpersonen ontvangen een aanschrijfbrief met daarin het verzoek om via internet deel te nemen aan het onderzoek en de bijbehorende inloggegevens. Bij de aanschrijfbrief wordt een folder gevoegd die specifiek is samengesteld voor de NEA. Na twee, vijf en zeven weken ontvangen steekproefpersonen een rappelbrief. Na acht weken sluit de waarneming.
In de aanschrijfbrief en de drie rappelbrieven wordt opgenomen dat respondenten kans maken op een conditionele beloning ter waarde van €400 in de vorm van een cadeaukaart of een iPad. Daarnaast hanteert het CBS het beleid dat aan personen van 12 tot en met 15 jaar toestemming wordt gevraagd aan de ouders/ verzorgers om deel te mogen nemen aan het onderzoek. Vanaf 16 jaar wordt dit niet meer gedaan.
De steekproef wordt in zes gelijke porties uitgezet. De eerste aanschrijfbrieven worden verzonden op 20 september 2022. De waarneming van de laatste portie wordt gesloten op 25 december 2022.
4.3 Vragenlijstontwikkeling
In de NEA vragenlijst van 2022 zijn een aantal grotere veranderingen doorgevoerd ten opzichte van de NEA 2021. Deze staan beschreven in paragraaf 2.2. De onderwerpen die in de vragenlijst aan bod gekomen, staan beschreven in hoofdstuk 3.
4.4 Veldwerk
Responsdoel is een ongewogen responspercentage van 30,5%. Het ongewogen responspercentage wordt daarbij berekend door het aantal gerealiseerde responsen te delen door de uitgezette steekproefomvang. In totaal zijn 64.700 responsen gerealiseerd, wat neerkomt op een responspercentage van 36,9%. Ook de minimale bruikbare responsaantallen per bedrijfstak zijn gerealiseerd.
Gewogen responspercentage
Na afloop van het onderzoek is een gewogen responspercentage uitgerekend waarbij het responspercentage wordt gecorrigeerd voor over- en ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen in de steekproef ten opzichte van een proportioneel getrokken steekproef. Dit betekent dat het responspercentage mag worden gewogen naar insluitkans, omdat de steekproef niet evenredig is getrokken. Het gewicht van een steekproefpersoon is 1 gedeeld door de kans waarmee die persoon is geselecteerd in de steekproef. Op deze manier tellen personen met een grotere insluitkans minder zwaar mee dan personen met een kleinere insluitkans.
Het gewogen responspercentage bedraagt 37,0%. Dat is hoger dan 2021 (31,3%) en vergelijkbaar met 2020 (36,7%).
Gerealiseerde vragenlijstduur
Gemiddeld genomen hebben respondenten 26,3 minuten gedaan over het invullen van de vragenlijsten. Daarmee is de gemiddelde vragenlijstduur 3,6 minuten afgenomen ten opzichte van de NEA 2021 (29,9 minuten).