1. Inleiding
1.1 Motie Omtzigt
Kamerlid Pieter Omtzigt heeft op 1 december 2021 in een Kamerbreed aangenomen motie2) verzocht om zo snel mogelijk een academisch onderzoek te laten uitvoeren naar de redenen en oorzaken van oversterfte tot en met november 2021. Vervolgens zijn door hem aanvullende Kamervragen gesteld. In de beantwoording van de motie3) en de Kamervragen4) is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport(VWS) aangegeven hoe het gevraagde onderzoek zal worden uitgevoerd. Hierbij is gemeld dat het ministerie het CBS en het RIVM bij een deel van dit onderzoek zal betrekken en dat het daarnaast mogelijk wordt gemaakt om academisch onderzoek te laten verrichten. Het ministerie van VWS heeft op 27 januari 2022 aan het CBS gevraagd om in samenwerking met het RIVM bij te dragen aan het onderzoek met:
Traject 1 (deadline medio februari 2022): het realiseren van een versnelling op de CBS doodsoorzakenstatistiek op basis van beschikbare data bij het CBS met als doel een eerste, voorlopig beeld te geven van mogelijke opvallende ontwikkelingen in de laatste oversterftegolf in 2021. Op grond hiervan is een prioritering en aanscherping aangebracht voor wat betreft de nader uit te werken hypothesen voor verdiepend onderzoek in traject 2.
Traject 2 (deadline eind juni):
- Verdiepend onderzoek naar oversterfte en doodsoorzaken in de tweede helft van 2021, aan de hand van beschikbare data, waaronder in ieder geval de doodsoorzakenstatistieken tot en met december 2021.
- Advies hoe de doodsoorzakenstatistiek te versnellen, te verrijken en bruikbaarheid te verbeteren.
- Voorbereidingen treffen voor het faciliteren van verdiepend wetenschappelijk onderzoek door partijen niet zijnde het CBS en het RIVM (traject 3). CBS en RIVM zijn zelf geen uitvoerende partij in traject 3.
1.2 Rol en bijdragen CBS en RIVM
Er zijn verschillende redenen waarom het CBS en het RIVM zijn gevraagd een bijdrage te leveren aan het onderzoek.
Het CBS publiceert al jaren over sterfte en doodsoorzaken. Daarnaast kan het CBS onderzoek door andere partijen niet zijnde het CBS faciliteren die voldoen aan de toegangseisen voor de beveiligde remote access omgeving. In deze omgeving kunnen bij het CBS beschikbare bronnen, eventueel samen met specifiek voor het onderzoek ingebrachte bronnen, beschikbaar gesteld worden. Niet alle mogelijke relevante bronnen zijn al beschikbaar bij het CBS. Inmiddels zijn COVID-19 gerelateerde vaccinatiedata door het RIVM ingebracht op de Remote Access omgeving van het CBS ten behoeve van onderzoek naar determinanten van COVID-19-vaccinatie. Het CBS beschikt op dit moment niet over diverse mogelijk relevante bronnen voor onderzoek naar oversterfte zoals ziekenhuisopnamen en actuele SARS-CoV2-testdata en infectiemeldingen. Dit vanwege juridische beperkingen bij bronhouders van deze data om deze data te leveren aan het CBS. Ook zijn de CIMS vaccinatiedata op dit moment niet breed beschikbaar gesteld voor onderzoek in de remote access omgeving, of de eigen omgeving, van het CBS.
Het CBS geeft vanuit de onafhankelijke en wettelijk vastgelegde rol en taak een ‘technische duiding’, waarmee wordt bedoeld dat statistieken worden vergezeld van voldoende uitleg om te kunnen begrijpen waar de cijfers betrekking op hebben, conform het Publicatiebeleid van het CBS5).
Het RIVM beschikt over additionele databronnen, kennis en inzichten die essentieel zijn bij verdiepend onderzoek naar oversterfte: bijvoorbeeld COVID-19-vaccinatiegegevens (bronsysteem: CIMS (COVID-19-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem)). Het RIVM heeft als taak monitoring, surveillance en onderzoek te verrichten dat is gericht op ondersteuning van de beleidsontwikkeling, de beleidsuitvoering, de bewaking van de veiligheid en de uitoefening van toezicht op het gebied van de volksgezondheid en het milieu. Volgend uit de onafhankelijke en wettelijk vastgelegde rol en taken geeft het RIVM (beleidsmatige) duiding aan de uitkomsten van de door het RIVM uitgevoerde analyses.
1.3 Leeswijzer
In het kader van traject 2 beschreef het CBS de (over)sterfte en doodsoorzaken in 2020 en 2021 (hoofdstuk 3); onderzocht het CBS de impact van de COVID-19-epidemie op de sterfte in 2020 en 2021 in Nederland, en bracht alsmede (associaties tussen) doodsoorzaken in kaart (hoofdstuk 4). Het RIVM onderzocht vaccineffectiviteit tegen overlijden van de COVID-19-basisserie en boostervaccinatie (hoofdstuk 5) en onderzocht in hoeverre COVID-19-vaccinatie bijdroeg aan de totale sterfte in 2021 (hoofdstuk 6). Het CBS onderzocht op descriptieve wijze de rol van COVID-19-vaccinatie in de doodsoorzaakverklaringen (hoofdstuk 7). Ook beschreef het CBS kansen en randvoorwaarden om de gebruiksmogelijkheden van de doodsoorzakenstatistiek te vergroten (hoofdstuk 8). In hoofdstuk 9 worden praktische mogelijkheden, voorwaarden en beperkingen voor vervolgonderzoek geschetst. Hoofdstuk 10 bevat een weergave van de belangrijkste bevindingen en aanknopingspunten voor vervolg.
3) Stand van zaken Covid-19 en 138e OMT advies | Tweede Kamer der Staten-Generaal, vanaf p. 50.
4) Detail 2022D01699 | Tweede Kamer der Staten-Generaal.
5) Publicatiebeleid (cbs.nl).