Monitor Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep, 2021

Samenvatting

In deze monitor worden de kenmerken en arbeidspositie van kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep in kaart gebracht. Na eerdere edities in 2014 en 2017 is het voor het eerst dat er aandacht wordt besteed aan de arbeidsomstandigheden. De monitor is samengesteld door het CBS op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Hierbij is zoveel mogelijk de verslagperiode (2017/2019) aangehouden, een driejaarsgemiddelde van de jaren 2017, 2018 en 2019. Waar mogelijk en relevant is daarnaast een vergelijking gemaakt met eerdere verslagperioden.

2 procent werkzame beroepsbevolking is kunstenaar

In de periode 2017/2019 waren er in Nederland per jaar gemiddeld 164 duizend kunstenaars en 263 duizend andere werkenden met creatief beroep. Dat was, net als in eerdere verslagperioden, respectievelijk 2 en 3 procent van de werkzame beroepsbevolking. Er wonen relatief veel kunstenaars in Noord-Holland, vooral in de regio Amsterdam, en de provincie Utrecht. Kunstenaars werken niet alleen in de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige diensten. Er werken ook relatief veel kunstenaars in de bedrijfstakken informatie en communicatie en in de zakelijke dienstverlening. In deze drie bedrijfstakken werken ook relatief veel andere werkenden in creatieve beroepen.

Relatief veel 65-plussers werkzaam als kunstenaar

40 procent van alle kunstenaars in 2017/2019 was 45 jaar of ouder. Dat is vrijwel gelijk aan het percentage in 2010/2012 en 2013/2015. Wel is het percentage 65-plussers onder kunstenaars hoger dan in de werkzame beroepsbevolking als geheel en hoger dan bij andere creatieve beroepen. Bijna 60 procent van de kunstenaars was man. Dat was iets hoger dan van de werkzame beroepsbevolking als geheel. Iets minder dan een kwart van de kunstenaars had een migratieachtergrond. Vergeleken met de totale werkzame beroepsbevolking was het percentage kunstenaars met een westerse migratieachtergrond hoger en het percentage met een niet-westerse migratieachtergrond lager. Andere werkenden met een creatief beroep lijken in migratieachtergrond meer op de totale werkzame beroepsbevolking.

Grootste deel kunstenaars en overige creatieven hoogopgeleid

Bijna de helft van alle kunstenaars had in 2017/2019 als hoogst gevolgde opleiding een kunstopleiding, in de meeste gevallen minimaal op hbo-niveau. Van de andere werkenden met een creatief beroep had een op de zes een kunstopleiding. Van de kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep die geen kunstopleiding hadden gevolgd, had ook het grootste deel een opleiding op minimaal hbo-niveau gevolgd. Onder werknemers volgden sommige kunstenaars en andere werkenden in een creatief beroep naast hun werk een opleiding, net als bij andere beroepsgroepen vaak met als doel hun werk beter te kunnen doen. Het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt is ook een belangrijke motivatie voor kunstenaars en andere werknemers met een creatief beroep om een opleiding te volgen naast hun werk. Het overgrote deel van de kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep vond dat hun kennis en vaardigheden goed aansloten bij hun werkzaamheden.

Kunstenaars en werkenden in andere creatieve beroepen relatief vaak zzp’er

Kunstenaars waren in de periode 2017/2019 aanzienlijk vaker werkzaam als zzp’er dan gemiddeld en werkten minder vaak in loondienst. Ook bij de andere creatieve beroepen was het aandeel zzp’ers relatief hoog. Sinds 2010/2012 zijn die aandelen niet substantieel gewijzigd, al nam onder de andere creatieve beroepen het percentage werknemers met een flexibele arbeidsrelatie toe en daalde het percentage zzp’ers. Van de kunstenaars werkte ongeveer de helft voltijds in hun grootste werkkring, bij de andere creatieve beroepen was dat wat hoger. Kunstenaars hadden vaker dan gemiddeld meer dan één baan, en ook werkten kunstenaars en anderen werkenden met een creatief beroep vaker dan gemiddeld thuis. 

Kunstenaars in loondienst naar eigen zeggen hoger risico op baanverlies

Kunstenaars en anderen met een creatief beroep in loondienst maakten in de periode 2017/2019 wat vaker dan gemiddeld promotie in hun bedrijf of organisatie, ook werd hun functiepakket vaker uitgebreid dan bij het totaal van alle werknemers. Zelfstandige kunstenaars en andere creatieve beroepen waren bereid om langer door te werken en dachten ook langer in staat te zijn het huidige werk voort te zetten dan gemiddeld onder zelfstandig ondernemers. Bij werknemers gaven kunstenaars en anderen met een creatief beroep vaker dan gemiddeld aan dat ze het risico lopen om hun baan te verliezen. Dat was in voorgaande jaren ook zo. Daarentegen konden kunstenaars onder zowel werknemers als zelfstandig ondernemers naar eigen zeggen relatief gemakkelijk voldoen aan de fysieke eisen van het werk.

Zelfstandige kunstenaars vaker negatief over financiële situatie

Kunstenaars met een eigen bedrijf of praktijk hebben over het algemeen een wat kleiner klantenbestand dan gemiddeld onder zelfstandig ondernemers. Dat geldt ook voor andere zelfstandigen met een creatief beroep. Van de zelfstandig ondernemers voerden kunstenaars in de periode 2015/2019 hun onderneming relatief vaak alleen. Wel werkten kunstenaars, net als anderen met een creatief beroep, relatief vaak samen met andere zelfstandigen. Zowel kunstenaars als andere creatieve beroepen waren wat negatiever over hun financiële situatie dan gemiddeld onder zelfstandig ondernemers. Onzekerheid over niet of slecht betalende klanten werd het vaakst als vervelend ervaren in hun werk. Kunstenaars en de ondernemers in andere creatieve beroepen gaven in verhouding met alle zelfstandig ondernemers relatief vaak aan dat ze hun huidige werk als zelfstandig ondernemer over 5 jaar nog zouden willen doen.

Persoonlijk bruto-inkomen kunstenaars relatief laag

Kunstenaars hebben in doorsnee een persoonlijk bruto-inkomen dat lager is dan dat van andere werkenden met een creatief beroep, die op hun beurt een doorsnee inkomen hebben dat vrijwel gelijk is aan dat van de werkzame beroepsbevolking als geheel. De inkomenspositie van beide groepen wijkt aanzienlijk minder af als er rekening gehouden wordt met de huishoudenssamenstelling en de inkomsten van andere leden van het huishouden. In het afgelopen decennium is het persoonlijk bruto-inkomen van kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep meer toegenomen dan dat van werkenden in het algemeen, maar afgemeten aan het huishoudensinkomen is hun relatieve inkomenspositie niet of nauwelijks veranderd. Het mediane vermogen van kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep is iets lager dan het doorsnee vermogen van alle werkenden, hoewel ook hun vermogens na de vorige economische crisis flink zijn gegroeid. Deze toename is met name het gevolg van de waardestijging van woningen. Een klein deel had niet alleen inkomsten uit betaald werk, maar ontving daarnaast ook een uitkering. Kunstenaars en anderen met een creatief beroep die werken als zelfstandig ondernemer, hebben relatief vaak geen voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid of pensioen.

8 op 10 kunstenaars en andere werkenden in creatieve beroepen tevreden met werk

Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep in loondienst vonden in de periode 2017/2019 interessant werk het belangrijkste aspect van hun baan. Hiermee waren werknemers in deze beroepen ook het vaakst tevreden. Goede leidinggevenden en een goed salaris werden ook vaak belangrijk gevonden, al was de tevredenheid met deze aspecten naar verhouding wat lager. Verder was ongeveer een kwart van de kunstenaars en de andere creatieve beroepen onder zelfstandig ondernemers lid van een belangenorganisatie, dat is lager dan gemiddeld. Kunstenaars en andere creatieve beroepen in loondienst waren ook relatief minder vaak lid van een vakbond, en ze waren minder vaak tevreden met vakbonden. Alles bij elkaar genomen waren onder werknemers iets minder dan 8 op de 10 kunstenaars en andere werknemers met een creatief beroep tevreden met hun werk. Daarmee weken ze niet af van het gemiddelde onder werknemers. Kunstenaars in loondienst waren net zo vaak tevreden met de arbeidsomstandigheden als gemiddeld, bij de andere werknemers met een creatief beroep was dat wat hoger dan gemiddeld. Onder zelfstandig ondernemers waren kunstenaars en anderen met een creatief beroep wel wat minder vaak tevreden dan gemiddeld met hun werk en arbeidsomstandigheden.