Geregistreerde dakloze personen in noodopvang en tijdelijke opvang per regio

5. Resultaten

In deze paragraaf worden grafieken getoond, gebaseerd op tabellen (zie bijlage) waarin het aantal bsn-geregistreerde (unieke) dakloze personen wordt getoond die op enig moment in het verslagjaar gebruikmaakten van voorzieningen in de noodopvang (exclusief dag- en winteropvang) en de tijdelijke opvang (exclusief vrouwenopvang). Het aantal wordt zowel in absolute zin als per duizend inwoners vermeld, en wordt uitgesplitst naar type opvang volgens ETHOS-Light-categorieën, persoonskenmerken, Wlz-indicatie en gebruik van Wmo-ondersteuning. De cijfers worden per centrumregio weergegeven, voor zover kwalitatief voldoende betrouwbare cijfers voor de betrokken centrumregio beschikbaar zijn. Voor de eerste verslagjaren van de monitor Dakloosheid wordt geen landelijk totaal weergegeven. Wel wordt er een totaal gegeven van de centrumgemeenten waarvoor kwalitatief voldoende betrouwbare cijfers zijn aangeleverd. Het aantal centrumregio’s waarover gepubliceerd wordt is 29 in 2022 en 36 in 2023.

5.1 Dakloze mensen in opvang per centrumregio

Per centrumregio liep het aantal dakloze personen dat gedurende 2023 in de opvang verbleef uiteen van 0,32 per duizend inwoners tot 3,26 per duizend inwoners. De top vijf van centrumregio’s met de hoogste dakloosheid per 1000 inwoners wordt aangevoerd door Almere (3,26). De andere regio’s in de top vijf zijn Rotterdam (3,26), Utrecht (2,65), Amsterdam (2,62) en Den Haag (2,02). Vooral in de grootste vier regio’s is de dakloosheid relatief hoog.

5.1.1 Dakloze personen in opvang per centrumregio, 2023*
GemeenteDakloze personen in opvang ( per 1000 inwoners)
Groningen0,57
Almere3,26
Leeuwarden1,65
Assen0,32
Emmen1,12
Almelo0,82
Enschede0,88
Zwolle1,82
Deventer1,10
Doetinchem0,53
Apeldoorn
Arnhem0,75
Ede
Nijmegen0,67
Harderwijk1,05
's-Hertogenbosch1,17
Amersfoort
Utrecht2,65
Hilversum0,71
Amsterdam2,62
Alkmaar0,58
Haarlem1,03
Purmerend1,64
Hoorn1,36
Den Helder0,44
Zaanstad0,33
Dordrecht1,66
Leiden0,90
Rotterdam3,10
Delft1,02
Gouda0,64
's-Gravenhage2,02
Vlaardingen
Vlissingen0,67
Helmond0,43
Tilburg0,81
Bergen op Zoom
Eindhoven1,72
Oss1,09
Breda
Heerlen
Maastricht
Venlo0,33
Nissewaard0,64
18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Regio Amsterdam heeft van de vier grootste centrumregio’s het hoogste aantal (2 695) dakloze personen met verblijf in opvangvoorzieningen in 2023. Dit betrof 715 personen in de noodopvang (exclusief winteropvang en dagopvang) en 2 195 personen in de tijdelijke opvang (exclusief vrouwenopvang). Van de vier grootste centrumregio’s heeft Den Haag het minste aantal dakloze personen in de opvang in 2023, namelijk 1 490 personen.

5.1.2 Dakloze personen in opvang, centrumregio, type opvang, 2023*
centrumregioEthos Light 2+3 (exclusief winteropvang) Ethos Light 2 - Noodopvang (exclusief winteropvang)Ethos Light 3 - Tijdelijke opvang
Amsterdam2695 715 2195
Rotterdam2555 945 2475
Utrecht2235 395 2090
's-Gravenhage1490 445 1230
18 jaar en ouder Dakloze personen kunnen in een verslagjaar in verschillende typen opvang verblijven. Daarom tellen Ethos Light 2 en Ethos Light 3 niet op tot Ethos Light 2+3. * voorlopige cijfers

5.2 Totaalbeeld dakloze mensen in opvang voor alle deelnemende regio’s

Het aandeel jongvolwassenen (18 tot en met 27 jaar) onder de dakloze personen met verblijf in opvangvoorzieningen in 2023 voor het totaal deelnemende centrumregio’s, betrof 24 procent. Van de dakloze personen was 8 procent 60 jaar of ouder. Mannen vormen de grootste groep (68 procent) onder de dakloze personen in de opvang.

5.2.1 Dakloze personen in opvang, leeftijdsklasse en geslacht, 2023*
categoriegroepDakloze personen in opvang (% van totaal)
18 tot en met 27 jaarLeeftijd24,4
28 tot en met 39 jaarLeeftijd30,0
40 tot en met 49 jaarLeeftijd21,1
50 tot en met 59 jaarLeeftijd16,1
60 jaar of ouderLeeftijd8,3
ManGeslacht68,0
VrouwGeslacht32,0
totaal 36 deelnemende centrumregio's, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

In 2023 had 35 procent van de geregistreerde dakloze personen een Nederlandse afkomst (oftewel geboren in Nederland met beide ouders geboren in Nederland). 19 procent betrof kinderen van migranten (oftewel geboren in Nederland en ten minste één in het buitenland geboren ouder). Onder de dakloze personen was 46 procent migrant (oftewel geboren in het buitenland).

5.2.2 Dakloze personen in opvang, geboorteland, 2023*
 Dakloze mensen in opvang (% van totaal)
Geboren in Nederland, ouders in Nederland34,7
Geboren in Nederland, ouder(s) buiten Nederland19,0
Geboren in buitenland46,3
totaal 36 deelnemende centrumregio's, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Van de dakloze personen in de monitor Dakloosheid had 35 procent Nederland als herkomstland, 9 procent een ander land in de Europese Unie (EU) en 56 procent een land buiten de EU. Het herkomstland is bepaald op basis van het geboorteland van de betrokken persoon en dat van diens ouder(s).

5.2.3 Dakloze personen in opvang, herkomstland, 2023*
 Dakloze mensen in opvang (% van totaal)
Nederland34,7
EU (excl. Nederland)8,9
Buiten EU56,4
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

77 procent van de getelde dakloze personen had een Nederlandse nationaliteit, 7 procent was EU-burger (exclusief Nederland) en 14 procent had de nationaliteit van een land buiten de EU. Voor 2 procent was de nationaliteit onbekend. Bij de nationaliteit gaat het overigens over het wettelijk onderdaan zijn van een bepaalde staat (staatsburgerschap). Je kan van nationaliteit veranderen. Herkomstland wordt daarentegen bepaald op basis van het  land waar iemand geboren is of waar diens ouders geboren zijn. Herkomst kun je niet aanpassen.

5.2.4 Dakloze personen in opvang, nationaliteit, 2023*
 Dakloze mensen in opvang (% van totaal)
Nederland77
EU (excl. Nederland)7
Buiten EU13,8
Onbekend2,2
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Van de getelde dakloze personen had 25 procent een inkomen uit werk als werknemer of zelfstandige. In 2023 ontving 50 procent van de dakloze personen een uitkering of pensioen en 25 procent had geen inkomen of was student.

5.2.5 Dakloze personen in opvang, voornaamste inkomensbron (T-1), 2023*
 Dakloze personen in opvang (% van totaal)
Inkomen als werknemer23,0
Inkomen als zelfstandige2,1
Uitkering of pensioen50,1
Overig (geen inkomen, kind of student)20,0
Inkomen onbekend4,7
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Van de in 2023 getelde dakloze personen maakte 55 procent gebruik van een maatwerkvoorziening binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in datzelfde jaar. Dit betrof 13 procent voor beschermd wonen en 20 procent voor begeleiding. Het is mogelijk dat dakloze personen meerdere typen maatwerkvoorzieningen ontvangen in een bepaald jaar. Daarnaast had 3 procent van de dakloze personen een indicatie voor zorg binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) op peildatum 1 januari. 2 procent heeft een Wlz-indicatie met een grondslag voor een psychiatrische aandoening.

5.2.6 Dakloze personen in opvang, Wlz-zorg en Wmo-ondersteuning, 2023*
 Dakloze personen in opvang (% van totaal)
Totaal Wmo-ondersteuning55,2
Wmo: Beschermd wonen (BW)12,7
Wmo: Begeleiding (BG)20,1
Wmo: ten minste één andere voorziening (niet BW en BG)36,1
Totaal Wlz-indicatie3,4
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Uit de aangeleverde data is gebleken dat het aantal dakloze personen in de winteropvang voor slechts 10 van de 44 centrumgemeenten bekend is. Het aantal dakloze personen varieert sterk tussen de 10 responderende centrumgemeenten. Een aantal van deze centrumgemeenten hebben kritische kanttekeningen geplaatst bij de kwaliteit van de cijfers over winteropvang voor hun centrumregio. De kwaliteit van de statistische informatie over winteropvang (gekenmerkt door grotendeels lege cellen en een grote onderschatting van de beschikbare gegevens) voldoet niet aan de kwaliteitsnormen die het CBS hanteert voor publicaties en kan daarom niet gepubliceerd worden in CBS-tabellen. Het publiceren van cijfers over winteropvang wordt uitgesteld totdat bsn-registraties bij de aanleverende organisaties een completer beeld geven.