Geregistreerde dakloze personen in noodopvang en tijdelijke opvang per regio

Eerste cijfers van monitor Dakloosheid over 2022 en 2023 voor het onderdeel maatschappelijke opvang

Over deze publicatie

In deze publicatie worden de eerste cijfers met de bijbehorende achtergrondinformatie gepresenteerd over het aantal met een BSN geregistreerde dakloze personen verblijvend in voorzieningen voor maatschappelijke opvang in 2022 en 2023, uitgesplitst naar centrumregio. Deze cijfers zijn samengesteld in opdracht van de VNG, het ministerie van VWS en Valente (Branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang).

1. Inleiding

In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en in samenwerking met Valente (Branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang), heeft het CBS cijfers samengesteld voor het onderdeel maatschappelijke opvang van de monitor Dakloosheid (hierna monitor Dakloosheid). De monitor geeft inzicht in het aantal dakloze personen die in 2022 en 2023 met een burgerservicenummer (bsn) geregistreerd stonden in voorzieningen voor maatschappelijke opvang (MO), uitgesplitst naar de 44 centrumregio’s beschermd wonen en maatschappelijke opvang in Nederland. Deze groep dakloze mensen vormt daarmee een deel van het totale aantal dakloze personen in Nederland. Op dit moment zijn er in Nederland diverse (lokale) monitors op het gebied van dakloosheid. De monitors hebben hun eigen scope, onderzoeksopzet en daarmee zowel beperkingen als meerwaarde.

Voor het goed kunnen duiden van de cijfers van de monitor Dakloosheid is kennis van de gehanteerde onderzoeksopzet, de (on)volkomenheden in de aangeleverde data en de (regionale) verschillen in beleid- en uitvoering van de opvang van dakloze personen van belang. Dit dataverkenningsrapport geeft inzicht  in de eerste twee aspecten.

De monitor Dakloosheid is ontwikkeld met als doel om dakloosheid structureel te kunnen monitoren op zowel regionaal als uiteindelijk ook op landelijk niveau, en hierover te rapporteren. De monitor beperkt zich vooralsnog tot dakloze personen die op enig moment in het verslagjaar met een bsn geregistreerd werden in voorzieningen in de nacht-, nood- en tijdelijke opvang. Deze groepen personen zijn in kaart gebracht door het gebruik van registraties op persoonsniveau, die door het CBS zijn uitgevraagd. Zowel de centrumgemeenten (de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de maatschappelijk opvang binnen de centrumregio’s), de GGD’en (indien betrokken als centrale toegang), als de MO-organisaties (uitvoerders van maatschappelijk opvang) hebben de benodigde gegevens aangeleverd. Door de grote verscheidenheid in hoe opvang voor dakloze personen binnen een centrumregio georganiseerd is, was een gezamenlijke inspanning van centrumgemeenten én opvangorganisaties nodig.

De registraties van dakloze personen zijn op het niveau van het bsn aangeleverd bij het CBS. Met behulp van het bsn heeft het CBS de binnengehaalde gegevens gepseudonimiseerd, ontdubbeld en vervolgens gekoppeld aan binnen het CBS beschikbare persoonskenmerken, zoals leeftijd en geslacht. Hierdoor  kan informatie over deze groepen worden geaggregeerd. Voor een overzicht van de gegevens die per registratie over verslagjaren 2022 en 2023 zijn aangeleverd, wordt verwezen naar paragraaf 2.3.1 in het Aanleverprotocol Monitor Dakloosheid Versie 12 (53).pdf.

In dit rapport worden de eerste cijfers van de monitor met de bijbehorende achtergrondinformatie gepresenteerd. De cijfers over 2023 worden getoond via grafieken, terwijl de cijfers over 2022 alleen getoond worden in de tabellenbijlage. Omdat de monitor nog in ontwikkeling is, dienen deze eerste cijfers met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Hier wordt in ‘Hoofdstuk 4: Kwaliteit van aangeleverde gegevens’ nader op in gegaan.
De cijfers zijn ook te vinden op Waarstaatjegemeente.nl, waar de centrumgemeenten optioneel ook ruimte hebben voor hun eigen duiding.

2. Scope van monitor Dakloosheid

In het Nationaal Actieprogramma Dakloosheid wordt gebruik gemaakt van de ETHOS-Light classificatie. Deze classificatie is ontwikkeld door FEANTSA (Europese Federatie van organisaties die met dakloze personen werken), als instrument om het aantal dak- en thuisloze mensen in kaart te brengen. ETHOS-Light geldt als de minimale standaard voor het classificeren van dakloosheid. ETHOS staat voor ‘European Typology of Homelessness and Housing Exclusion’ en definieert dakloosheid als een gebrek aan volwaardige huisvesting. De classificatie onderscheidt zes groepen. In de telonderzoeken (zie paragraaf 3) is nog een extra categorie toegevoegd. In de monitor Dakloosheid worden twee groepen meegenomen, namelijk:

ETHOS-Light categorie 2: personen in de noodopvang

  • Noodopvang
  • (Dag- en) nachtopvang
  • Winteropvang

ETHOS-Light categorie 3: personen in tijdelijke opvang voor dakloze mensen

  • 24-uursopvang
  • Doorstroomwoningen
  • Overige alternatieve opvang

De monitor Dakloosheid beperkt zich in eerste instantie tot deze twee categorieën. Dit komt omdat er bij een eerdere inventarisatie - uitgevoerd door VNG, Valente en het CBS - bleek dat voor deze categorieën, met uitzondering van dagopvang en winteropvang, veelal het burgerservicenummer (bsn) van dakloze personen bij de MO-organisaties in registraties wordt vastgelegd. Voor andere categorieën is dat veel minder het geval.

De ETHOS-Light-classificering is zoals gezegd breder en bevat ook de volgende categorieën:
  
1. mensen die leven in openbare ruimten;
4. mensen die uitstromen uit een instelling zonder zicht op eigen huisvesting;
5. mensen in niet-conventionele woonplekken (zoals auto, kraakpand, vakantiewoning);
6. mensen die tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of kennissen;
7. mensen die geconfronteerd worden met dreigende huisuitzetting.

In de komende jaren worden mogelijkheden onderzocht om de monitor Dakloosheid uit te breiden met meer ETHOS-Light-categorieën.

Voor de definities van de verschillende typen opvang wordt verwezen naar paragraaf 1.2 in het Aanleverprotocol Monitor Dakloosheid Versie 12 (53).pdf. Het is belangrijk om te benadrukken dat de volgende personen en typen opvang buiten beschouwing worden gelaten:

  • Personen die vanwege psychische of medische problematiek beschermd wonen;
  • Personen in de vrouwenopvang – vrouwen die niet meer thuis kunnen wonen i.v.m. relatieproblemen en/of huiselijk geweld;
  • Dagopvang zoals laagdrempelige inloopactiviteiten zonder overnachting;
  • Zowel alleenstaande jongeren tot 18 jaar die zonder een ouder of voogd in de opvang verblijven, als jongeren tot 18 jaar die samen met een ouder of voogd in de opvang verblijven.

Winteropvang is meegenomen in de uitvraag van de data. Uit de analyses is echter gebleken dat er nog sprake is van een substantiële onderdekking, waardoor de gegevens over winteropvang niet gepubliceerd kunnen worden in deze versie van de monitor Dakloosheid. Er wordt onderzocht hoe deze vorm van opvang in de toekomst wel opgenomen kan worden.

3. Relatie met andere monitoren

Met het Nationaal Actieplan Dakloosheid Eerst een Thuis (2023-2030) wil het ministerie van VWS, samen met VNG en Valente, de dakloosheid in Nederland fors en structureel terugdringen. Er zijn diverse monitoringsinstrumenten die helpen om beter inzicht te krijgen in de omvang en het verloop van dakloosheid. De verschillende instrumenten zijn complementair en versterken elkaar. Naast de monitor Dakloosheid worden ook de volgende twee monitoren uitgevoerd: het landelijk onderzoek dakloze mensen door het CBS, en de ETHOS-tellingen dak- en thuisloosheid door Hogeschool Utrecht (HU) en Kansfonds.

3.1 Landelijk onderzoek dakloze mensen door het CBS

Sinds 2009 schat het CBS jaarlijks het aantal dakloze mensen tussen de 18 en 65 jaar in Nederland. Dit onderzoek richt zich op ETHOS-Light-categorieën 1 (in openbare ruimte), 2 (in noodopvang), (deel van) 3 (in tijdelijke opvang), 5 (in niet-conventionele woonplekken) en 6 (bij familie, vrienden of kennissen). Er wordt gebruik gemaakt van de volgende drie registers:

  • Personen die verblijven bij dag- en nachtopvangvoorzieningen voor dakloze mensen.
  • Personen die in het bijstandsregister staan als personen zonder vaste verblijfsplaats.
  • Dakloze mensen die bekend zijn bij reclasseringsorganisaties.

De aantallen op peildatum 1 januari, op basis van de registers, worden vervolgens door toepassing van een statistisch model opgehoogd naar de totale populatie dakloze mensen in Nederland. Het gepubliceerde cijfer is een optelling van de aantallen in de registers en het (bij)geschatte aantal buiten de registers.

Dit onderzoek geeft geen regionaal beeld van de mate van dakloosheid. Wel wordt er een onderscheid gemaakt tussen het aantal dakloze mensen in de vier grote steden (Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag) en het aantal daarbuiten. Ook wordt er informatie gegeven over de verdeling van de populatie naar geslacht, leeftijd en herkomst.

Meer informatie over de landelijke schattingen en bevindingen van het CBS.

3.2 ETHOS-telling dak- en thuisloosheid door Hogeschool Utrecht (HU) en Kansfonds

De ETHOS-telling is een telonderzoek dat inzicht biedt in dak- en thuisloosheid per regio op een specifieke peildatum welke verschilt per regio. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Hogeschool Utrecht, met steun van het Kansfonds. De methode gaat uit van een grootschalige eendaagse telling in een regio. Alle organisaties of personen die in aanraking komen met dak- en thuisloze mensen vullen op de dag van de telling vragenlijsten in over mensen die vallen binnen alle ETHOS-Light-categorieën. Dit zijn bijvoorbeeld organisaties die maatschappelijke opvang bieden, sociaal werkorganisaties, gemeentelijke afdelingen zoals burgerzaken, woningcorporaties en zorginstellingen. Bij de ETHOS-telling wordt een ‘breed scala aan gegevens over leefsituatie en persoonskenmerken’ in beeld gebracht via een vragenlijst. Kijk voor meer informatie op de website van Kansfonds.

Voor een overzicht van de verschillende monitoren wordt verwezen naar infographic_monitoren_dakloosheid. De meerwaarde van het landelijke CBS-onderzoek is dat jaarlijks een landelijk beeld wordt geschat voor een aantal ETHOS-Light-categorieën, waarbij aan de hand van de getelde groep in de registers ook iets gezegd kan worden over de groep die zich op de peildatum niet in die registers bevond. De meerwaarde van de telonderzoeken is dat per regio een gedetailleerd beeld wordt gegeven van alle ETHOS-Light-categorieën.

De extra waarde van de monitor Dakloosheid is dat deze zich richt op het jaarlijks tellen van geregistreerde dakloze personen (vooralsnog voor twee ETHOS-Light-categorieën; dit is frequenter dan de telonderzoeken), waaraan bij het CBS beschikbare persoonskenmerken gekoppeld worden, en het bieden van een regionaal en uiteindelijk landelijk beeld.

Voor het realiseren van de ambitie om dakloosheid fors te reduceren, is het van belang om inzicht te hebben in de voortgang van de acties die op dit terrein zijn uitgezet. Op basis van het Nationaal Actieplan is een lijst met indicatoren ontwikkeld om de voortgang van de acties te monitoren. De resultaten worden getoond in het Dashboard - Aanpak dakloosheid.

4. Kwaliteit van aangeleverde gegevens

De taak van het CBS is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Deze taak vereist dat de kwaliteit van de statistische informatie voldoet aan de kwaliteitsnormen die het CBS stelt aan publicaties. Daarom zijn er verschillende maatregelen genomen om de kwaliteit van de aangeleverde gegevens ten behoeve van de monitor Dakloosheid zo hoog mogelijk te waarborgen.

Na het aanleveren van de gegevens krijgen de organisaties een terugkoppeling van het CBS over de technische correctheid van hun gegevens. Na de technische goedkeuring van het databestand door het CBS, wordt een zogenoemd ‘op orde-rapport’ van de aangeleverde gegevens naar de organisaties gestuurd. Op basis van dit rapport kan elke organisatie de aangeleverde gegevens toetsen op juistheid en volledigheid. Als blijkt dat de aangeleverde gegevens niet juist of niet volledig zijn, dan kan een correctielevering worden gedaan of kunnen de gegevens worden ingetrokken.

Zoals te verwachten is bij een monitor in ontwikkeling, zijn er bij het verwerken van de registraties door het CBS inconsistenties gevonden. Daarom is er een aantal correctieslagen uitgevoerd. Echter, niet alle inconsistenties in de data konden worden hersteld. Een belangrijke verklaring voor de gevonden inconsistenties is dat er regionale verschillen zijn in de uitvoering en registratie van dakloze personen. Door middel van gesprekken met meerdere aanleverende organisaties is geprobeerd om de inconsistenties op een zo zuiver en eenduidig mogelijke manier op te lossen.

Daarnaast houdt het CBS bij het analyseren van de ontvangen data en het bewerken van deze gegevens zoveel mogelijk de informatie uit de registerdata aan (administratieve werkelijkheid), tenzij dit leidt tot tegenstrijdige uitkomsten. Bij tegenstrijdige informatie over het type opvang (bijvoorbeeld als verschillende organisaties een verschillend type opvang voor een dakloze persoon in een bepaalde periode rapporteren) worden beide typen meegenomen, en telt de dakloze dus mogelijk in meerdere ETHOS-Light-categorieën mee. Voor het totaal aantal dakloze personen in beide ETHOS-Light-categorieën is er géén sprake van dubbeltelling, omdat in dat geval het aantal unieke dakloze personen wordt geteld.

Verder is er sprake van overdekking van de populatie dakloze personen in opvang. Deze overdekking verschilt per centrumregio. Dit heeft de volgende oorzaken:

  • Binnen de registraties voor de nachtopvang worden unieke personen geteld. Deze registraties kunnen bij sommige berichtgevers vervuild zijn met trajecten van dakloze mensen die uitsluitend dagopvang krijgen. Uitsluitend dagopvang wordt niet meegeteld in de monitor Dakloosheid, omdat deze opvang ook toegankelijk is voor personen die niet dakloos zijn.
  • Binnen tijdelijk wonen wordt in sommige gevallen zelfstandig wonen met ambulante begeleiding meegeteld.
  • Er wordt uitgegaan van de administratieve werkelijkheid. Tijdens de opvang van dakloze personen kan het voorkomen dat trajecten in de registraties administratief niet worden afgesloten omdat men nog niet weet of een dakloos persoon wel of niet terugkomt.

Naast de hierboven beschreven overdekking is er ook sprake van onderdekking. Dit wordt veroorzaakt doordat de uitvraag vrijwillig was, waardoor sommige MO-organisaties en centrumgemeenten geen data hebben aangeleverd. Daarnaast bestaan er grote regionale verschillen qua onderdekking, omdat centrumregio’s de vrijheid hebben om opvang van dakloze personen als algemene- of als maatwerkvoorziening aan te bieden. Voor een aantal centrumregio’s en typen opvang wordt daarom geen registratie op basis van het bsn gemaakt van het aantal dakloze personen die gebruikmaakte van deze opvang.

Begin oktober 2024 heeft het CBS advies gevraagd aan elke centrumgemeente of de samengestelde cijfers voor de betrokken centrumregio kwalitatief voldoende zijn (oftewel of de cijfers voldoende dekkend en betrouwbaar zijn). Het CBS heeft deze adviezen meegenomen in de besluitvorming over welke cijfers per centrumregio aan de kwaliteitseisen van het CBS voldoen en betrouwbaar genoeg zijn om gepubliceerd te kunnen worden. Als een groot deel van de populatie dakloze personen in opvang voor een bepaalde centrumregio niet gedekt wordt door de aangeleverde bestanden van de centrumgemeente en de MO-organisaties die in de betrokken centrumgemeente daklozenopvang aanbieden, worden de uitkomsten voor die centrumregio niet gepubliceerd.

De monitor Dakloosheid wil ook structureel een landelijk beeld schetsen, op basis van de registraties van dakloze personen. Voor het extrapoleren van de regionale cijfers naar een landelijk totaal is het belangrijk dat er van voldoende regio’s volledige en juiste informatie beschikbaar is. Gebleken is dat dit voor de huidige cijfers over 2022 en 2023 nog niet het geval is, waardoor extrapolatie geen publicabel resultaat heeft opgeleverd.

Op www.waarstaatjegemeente.nl: dakloosheid wordt door de VNG een rapport opgesteld per centrumgemeente, waarin de regionale cijfers visueel worden weergegeven. Hierin wordt een algemene toelichting opgenomen over de kwaliteit van de gegevens, om onjuist gebruik of interpretatie te voorkomen. Indien gewenst kunnen de centrumgemeenten een toelichting geven op de cijfers.

5. Resultaten

In deze paragraaf worden grafieken getoond, gebaseerd op tabellen (zie bijlage) waarin het aantal bsn-geregistreerde (unieke) dakloze personen wordt getoond die op enig moment in het verslagjaar gebruikmaakten van voorzieningen in de noodopvang (exclusief dag- en winteropvang) en de tijdelijke opvang (exclusief vrouwenopvang). Het aantal wordt zowel in absolute zin als per duizend inwoners vermeld, en wordt uitgesplitst naar type opvang volgens ETHOS-Light-categorieën, persoonskenmerken, Wlz-indicatie en gebruik van Wmo-ondersteuning. De cijfers worden per centrumregio weergegeven, voor zover kwalitatief voldoende betrouwbare cijfers voor de betrokken centrumregio beschikbaar zijn. Voor de eerste verslagjaren van de monitor Dakloosheid wordt geen landelijk totaal weergegeven. Wel wordt er een totaal gegeven van de centrumgemeenten waarvoor kwalitatief voldoende betrouwbare cijfers zijn aangeleverd. Het aantal centrumregio’s waarover gepubliceerd wordt is 29 in 2022 en 36 in 2023.

5.1 Dakloze mensen in opvang per centrumregio

Per centrumregio liep het aantal dakloze personen dat gedurende 2023 in de opvang verbleef uiteen van 0,32 per duizend inwoners tot 3,26 per duizend inwoners. De top vijf van centrumregio’s met de hoogste dakloosheid per 1000 inwoners wordt aangevoerd door Almere (3,26). De andere regio’s in de top vijf zijn Rotterdam (3,26), Utrecht (2,65), Amsterdam (2,62) en Den Haag (2,02). Vooral in de grootste vier regio’s is de dakloosheid relatief hoog.

5.1.1 Dakloze personen in opvang per centrumregio, 2023*
GemeenteDakloze personen in opvang ( per 1000 inwoners)
Groningen0,57
Almere3,26
Leeuwarden1,65
Assen0,32
Emmen1,12
Almelo0,82
Enschede0,88
Zwolle1,82
Deventer1,10
Doetinchem0,53
Apeldoorn
Arnhem0,75
Ede
Nijmegen0,67
Harderwijk1,05
's-Hertogenbosch1,17
Amersfoort
Utrecht2,65
Hilversum0,71
Amsterdam2,62
Alkmaar0,58
Haarlem1,03
Purmerend1,64
Hoorn1,36
Den Helder0,44
Zaanstad0,33
Dordrecht1,66
Leiden0,90
Rotterdam3,10
Delft1,02
Gouda0,64
's-Gravenhage2,02
Vlaardingen
Vlissingen0,67
Helmond0,43
Tilburg0,81
Bergen op Zoom
Eindhoven1,72
Oss1,09
Breda
Heerlen
Maastricht
Venlo0,33
Nissewaard0,64
18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Regio Amsterdam heeft van de vier grootste centrumregio’s het hoogste aantal (2 695) dakloze personen met verblijf in opvangvoorzieningen in 2023. Dit betrof 715 personen in de noodopvang (exclusief winteropvang en dagopvang) en 2 195 personen in de tijdelijke opvang (exclusief vrouwenopvang). Van de vier grootste centrumregio’s heeft Den Haag het minste aantal dakloze personen in de opvang in 2023, namelijk 1 490 personen.

5.1.2 Dakloze personen in opvang, centrumregio, type opvang, 2023*
centrumregioEthos Light 2+3 (exclusief winteropvang) Ethos Light 2 - Noodopvang (exclusief winteropvang)Ethos Light 3 - Tijdelijke opvang
Amsterdam2695 715 2195
Rotterdam2555 945 2475
Utrecht2235 395 2090
's-Gravenhage1490 445 1230
18 jaar en ouder Dakloze personen kunnen in een verslagjaar in verschillende typen opvang verblijven. Daarom tellen Ethos Light 2 en Ethos Light 3 niet op tot Ethos Light 2+3. * voorlopige cijfers

5.2 Totaalbeeld dakloze mensen in opvang voor alle deelnemende regio’s

Het aandeel jongvolwassenen (18 tot en met 27 jaar) onder de dakloze personen met verblijf in opvangvoorzieningen in 2023 voor het totaal deelnemende centrumregio’s, betrof 24 procent. Van de dakloze personen was 8 procent 60 jaar of ouder. Mannen vormen de grootste groep (68 procent) onder de dakloze personen in de opvang.

5.2.1 Dakloze personen in opvang, leeftijdsklasse en geslacht, 2023*
categoriegroepDakloze personen in opvang (% van totaal)
18 tot en met 27 jaarLeeftijd24,4
28 tot en met 39 jaarLeeftijd30,0
40 tot en met 49 jaarLeeftijd21,1
50 tot en met 59 jaarLeeftijd16,1
60 jaar of ouderLeeftijd8,3
ManGeslacht68,0
VrouwGeslacht32,0
totaal 36 deelnemende centrumregio's, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

In 2023 had 35 procent van de geregistreerde dakloze personen een Nederlandse afkomst (oftewel geboren in Nederland met beide ouders geboren in Nederland). 19 procent betrof kinderen van migranten (oftewel geboren in Nederland en ten minste één in het buitenland geboren ouder). Onder de dakloze personen was 46 procent migrant (oftewel geboren in het buitenland).

5.2.2 Dakloze personen in opvang, geboorteland, 2023*
 Dakloze mensen in opvang (% van totaal)
Geboren in Nederland, ouders in Nederland34,7
Geboren in Nederland, ouder(s) buiten Nederland19,0
Geboren in buitenland46,3
totaal 36 deelnemende centrumregio's, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Van de dakloze personen in de monitor Dakloosheid had 35 procent Nederland als herkomstland, 9 procent een ander land in de Europese Unie (EU) en 56 procent een land buiten de EU. Het herkomstland is bepaald op basis van het geboorteland van de betrokken persoon en dat van diens ouder(s).

5.2.3 Dakloze personen in opvang, herkomstland, 2023*
 Dakloze mensen in opvang (% van totaal)
Nederland34,7
EU (excl. Nederland)8,9
Buiten EU56,4
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

77 procent van de getelde dakloze personen had een Nederlandse nationaliteit, 7 procent was EU-burger (exclusief Nederland) en 14 procent had de nationaliteit van een land buiten de EU. Voor 2 procent was de nationaliteit onbekend. Bij de nationaliteit gaat het overigens over het wettelijk onderdaan zijn van een bepaalde staat (staatsburgerschap). Je kan van nationaliteit veranderen. Herkomstland wordt daarentegen bepaald op basis van het  land waar iemand geboren is of waar diens ouders geboren zijn. Herkomst kun je niet aanpassen.

5.2.4 Dakloze personen in opvang, nationaliteit, 2023*
 Dakloze mensen in opvang (% van totaal)
Nederland77
EU (excl. Nederland)7
Buiten EU13,8
Onbekend2,2
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Van de getelde dakloze personen had 25 procent een inkomen uit werk als werknemer of zelfstandige. In 2023 ontving 50 procent van de dakloze personen een uitkering of pensioen en 25 procent had geen inkomen of was student.

5.2.5 Dakloze personen in opvang, voornaamste inkomensbron (T-1), 2023*
 Dakloze personen in opvang (% van totaal)
Inkomen als werknemer23,0
Inkomen als zelfstandige2,1
Uitkering of pensioen50,1
Overig (geen inkomen, kind of student)20,0
Inkomen onbekend4,7
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Van de in 2023 getelde dakloze personen maakte 55 procent gebruik van een maatwerkvoorziening binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in datzelfde jaar. Dit betrof 13 procent voor beschermd wonen en 20 procent voor begeleiding. Het is mogelijk dat dakloze personen meerdere typen maatwerkvoorzieningen ontvangen in een bepaald jaar. Daarnaast had 3 procent van de dakloze personen een indicatie voor zorg binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) op peildatum 1 januari. 2 procent heeft een Wlz-indicatie met een grondslag voor een psychiatrische aandoening.

5.2.6 Dakloze personen in opvang, Wlz-zorg en Wmo-ondersteuning, 2023*
 Dakloze personen in opvang (% van totaal)
Totaal Wmo-ondersteuning55,2
Wmo: Beschermd wonen (BW)12,7
Wmo: Begeleiding (BG)20,1
Wmo: ten minste één andere voorziening (niet BW en BG)36,1
Totaal Wlz-indicatie3,4
totaal 36 deelnemende centrumregio’s, 18 jaar en ouder * Voorlopige cijfers

Uit de aangeleverde data is gebleken dat het aantal dakloze personen in de winteropvang voor slechts 10 van de 44 centrumgemeenten bekend is. Het aantal dakloze personen varieert sterk tussen de 10 responderende centrumgemeenten. Een aantal van deze centrumgemeenten hebben kritische kanttekeningen geplaatst bij de kwaliteit van de cijfers over winteropvang voor hun centrumregio. De kwaliteit van de statistische informatie over winteropvang (gekenmerkt door grotendeels lege cellen en een grote onderschatting van de beschikbare gegevens) voldoet niet aan de kwaliteitsnormen die het CBS hanteert voor publicaties en kan daarom niet gepubliceerd worden in CBS-tabellen. Het publiceren van cijfers over winteropvang wordt uitgesteld totdat bsn-registraties bij de aanleverende organisaties een completer beeld geven.

6. Conclusie

Het CBS heeft in het kader van de monitor Dakloosheid eerste cijfers samengesteld over het aantal met een BSN geregistreerde dakloze personen verblijvend in voorzieningen voor maatschappelijke opvang, uitgesplitst naar centrumregio. Het is nog niet mogelijk om een landelijk beeld te schetsen omdat er nog niet voor voldoende regio’s volledige en juiste informatie beschikbaar is.

Bij het opzetten van de monitor Dakloosheid is uitgegaan van een groeimodel. Het CBS, VNG, VWS en Valente zullen zich (samen met de centrumgemeenten, GGD’en en MO-organisaties) inzetten om de kwaliteit van de monitor verder te verhogen door partijen actief te wijzen op opvallende zaken in hun aanlevering die mogelijk duiden op onjuistheid of incompleetheid. Een aantal centrumgemeenten, GGD’en en MO-organisaties heeft bij de uitvraag in 2024 geen gegevens aangeleverd over bepaalde typen opvang. Dit kan komen doordat het bsn niet geregistreerd wordt of omdat de registraties niet uit de softwaresystemen gehaald kunnen worden. Ook worden sommige doelgroepen niet meegeteld omdat ze niet in beeld zijn of geregistreerd worden bij de genoemde organisaties. De komende periode wordt bekeken op welke wijze de kwaliteit van de geleverde data verbeterd kan worden.

Het streven is om jaarlijks zowel regionale als uiteindelijk landelijke cijfers samen te stellen van dakloze personen in maatschappelijke opvang. Daarnaast bestaat de ambitie om op langere termijn de dekking van de populatie van dakloze personen te vergroten door ook andere ETHOS-light categorieën naast opvang mee te nemen.

Bijlage 1: Begrippen, afkortingen, bronnen

Begrippen

Adreshuishouding

Een woonadres is het adres waar iemand woont op de dag voorafgaand aan de opvang. Een briefadres is het adres van een andere persoon of van een instelling (de zogenoemde briefadresgever).

Begeleiding (Wmo)

Een Wmo-maatwerkvoorziening uit de categorie ondersteuning thuis. Bij begeleiding leert een cliënt om allerlei dagelijkse handelingen zelf te doen, of krijgt ondersteuning hierbij. Deze hulp wordt meestal ingezet in het geval van psychische problemen, een verstandelijke of een zintuigelijke beperking. Begeleiding kan gaan over ondersteuning bieden bij het plannen en organiseren van de dag, het omgaan met een ziekte of beperking, geldzaken en administratie, of het dagelijks leven thuis.

Beschermd wonen (Wmo)

Een regeling onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo2015) voor iedereen die niet meer zelfstandig kan wonen vanwege psychische en/of psychosociale problematiek. Dit betreft zowel klassiek beschermd wonen waarbij cliënten wonen in een instelling, als beschermd thuis, waarbij cliënten wel zelf huur betalen (ook wel scheiden van wonen en zorg).

Centrumregio beschermd wonen en maatschappelijke opvang

Voor de taken maatschappelijke opvang en beschermd wonen zijn er 44 centrumgemeenten. Elke centrumregio bestaat uit een centrumgemeente en meerdere regiogemeenten.

Gebruik Wmo-ondersteuning

Gebruik in jaar van een maatwerkvoorziening binnen het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hieronder vallen de volgende typen maatwerkvoorzieningen: 'Ondersteuning thuis', 'Hulp bij het huishouden', 'Hulpmiddelen en Diensten' en 'Verblijf en Opvang'.

Geslacht

Het geslacht zoals geregistreerd in de BRP op 1 januari van het verslagjaar.

Herkomst

Kenmerk dat weergeeft of een persoon en diens ouders in Nederland of in het buitenland geboren zijn.

Herkomstland

Kenmerk dat weergeeft in welk land iemand geboren is of waar diens ouders geboren zijn.

Leeftijd

De leeftijd zoals geregistreerd in de BRP op 31 december van het verslagjaar.

Nationaliteit

Het wettelijk onderdaan zijn van een bepaalde staat (staatsburgerschap). Personen kunnen meerdere nationaliteiten hebben. Om dubbeltellingen te voorkomen wordt in statistische overzichten aan personen die meerdere nationaliteiten hebben, slechts één nationaliteit toegekend. Daartoe worden prioriteringsregels gesteld. Die komen erop neer dat iemand met de Nederlandse nationaliteit in de statistiek steeds Nederlander is. Voor mensen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten, geldt de volgorde: nationaliteit van één van de Benelux-landen, nationaliteit van een staat binnen de Europese Unie, andere Europese nationaliteit, niet-Europese nationaliteit. Personen die geen nationaliteit hebben, zijn staatloos.

Noodopvang

Leefsituatie: volwassenen die ’s nachts geen slaapplek hebben en daarom laagdrempelige en kortdurende opvang met een gedeelde voorziening (kamer of slaapzaal) krijgen om van de straat te zijn, zoals:

  • Nachtopvang: laagdrempelige kortdurende opvang voor volwassenen, met beperkte openstelling gedurende een aantal uren per etmaal (de nachtelijke uren). Deze vorm van opvang is niet geschikt voor gezinnen. De geboden begeleiding binnen de nachtopvang is basaal.
  • Noodopvang: een laagdrempelige kortdurende opvang waar 24/7 onderdak wordt geboden. De opvang gedurende de dag zorgt ervoor dat mensen overdag niet weer de straat op moeten. Een aantal van deze voorzieningen staat ook open voor gezinnen. De geboden begeleiding binnen de noodopvang is basaal.
  • Winteropvang: een vorm van laagdrempelige nacht- en dagopvang met beperkte toegangseisen. Deze kan worden opengesteld tussen 1 november en 1 maart of april, waarbij iedereen zonder onderdak kan worden opgevangen wanneer winterse weersomstandigheden daar aanleiding toe geven. In sommige gevallen wordt er in de winter niet alleen gedurende de nachtelijke uren opvang geboden maar loopt dit door in de dag (24/7).
  • Overige noodopvang: andere kortdurende opvang waarbij mensen een slaapplaats wordt geboden zodat ze van de straat zijn.
Type opvang

Dit betreft het type opvang waarvan de dakloze persoon gebruik gemaakt heeft in het verslagjaar. Het type opvang wordt ingedeeld in  ETHOS-Light-categorie 2 (personen in noodopvang) en ETHOS-Light-categorie 3 (personen in tijdelijke opvang).

Tijdelijke opvang

Leefsituatie: Volwassenen zonder vaste verblijfplaats die - met de bedoeling om een herstart te maken - in een voorziening voor tijdelijke opvang met semi-zelfstandige woonunits verblijven, zoals:

  • 24-uursopvang voor dakloze mensen: voorziening bedoeld om mensen die ’s nachts geen slaapplek hebben te laten overnachten en waar ook overdag een (gemeenschappelijke) ruimte beschikbaar is om te verblijven.
  • Doorstroomwoningen: woning of kamer die door zorgaanbieder wordt aangeboden aan cliënt op basis van een huur- of huur + zorgovereenkomst voor bepaalde tijd. Wordt niet meegeteld als overeenkomst (inclusief stilzwijgend) is omgezet naar onbepaalde tijd. Er kan sprake zijn van inschrijving in de BRP op het bewuste adres.
  • Alternatieve tijdelijke opvang: opvanglocaties die in zichzelf tijdelijk van aard zijn omdat ze primair bestemd zijn voor andere doeleinden maar tijdelijk noodgedwongen als opvanglocatie dienstdoen: hotel, opvangboot, opvangschip, sporthal, camping, congrescentrum, tent voor evenementen.
  • Overige tijdelijk opvang: andere tijdelijke opvang waarbij mensen een verblijfplaats wordt geboden om ze een herstart te laten maken.
Voornaamste inkomensbron

De voornaamste sociaaleconomische activiteit vastgesteld op basis van de bron waaruit een huishouden in het jaar voorafgaand aan het verslagjaar het meeste inkomen ontvangt.

Wlz-indicatie

Recht op een bepaalde soort en hoeveelheid zorg ten laste van de Wet langdurige zorg (Wlz), zoals dat vastgesteld wordt door het Centrum indicatiestelling zorg op peildatum 1 januari van het verslagjaar.

Afkortingen

BRP

Basisregistratie Personen.

Bsn

Burgerservicenummer.

BZK

Ministerie van Binnenlandse zaken.

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek.

ETHOS-light

‘European Typology of Homelessness and Housing Exclusion’; deze classificatie is ontwikkeld door FEANTSA (Europese Federatie van organisaties die met dakloze personen werken), als instrument om het aantal dak- en thuisloze mensen in kaart te brengen. De classificatie omvat zes groepen. Door de telonderzoeken is nog een extra categorie toegevoegd. Hierdoor resulteren de volgende groepen:

  1. mensen die leven in de openbare ruimte;
  2. mensen in de noodopvang zoals:
    a. winteropvang
    b. (dag- en) nachtopvang
    c. noodopvang
  3. mensen in een tijdelijke opvang voor dakloze mensen zoals:
    a. 24-uursopvang
    b. doorstroomwoningen
    c. overige alternatieve opvang
  4. mensen die uitstromen uit een instelling zonder zicht op eigen huisvesting;
  5. mensen in niet-conventionele woonplekken (zoals auto, kraakpand, vakantiewoning);
  6. mensen die tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of kennissen;
  7. mensen die geconfronteerd worden met dreigende huisuitzetting.
FEANTSA

European Federation of National Organizations Working with the Homeless.

GGD

Gemeentelijke gezondheidsdienst.

HU

Hogeschool Utrecht.

MO

Maatschappelijke opvang.

RISC

Risicotaxatie- en adviesinstrument Reclassering 3RO.

RN

Reclassering Nederland.

SVG

Stichting Verslavingsreclassering GGZ.

VNG

Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Wlz

Wet langdurige zorg.

Wmo

Wet maatschappelijke ondersteuning.

WWB

Wet Werk en Bijstand.

Bronnen

Bron: Basisregistratie Personen (BRP)
 
Algemene beschrijving

De Basisregistratie Personen (BRP) is de digitale bevolkingsregistratie van Nederland, en (sinds 2014) de opvolger van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De BRP bevat gegevens over ingezetenen en niet-ingezetenen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens over ingezetenen. Gegevens over niet-ingezetenen worden bijgehouden door het ministerie van BZK. Elke persoon die naar verwachting ten minste vier maanden rechtmatig in Nederland verblijft, moet ingeschreven worden als ingezetene. Wanneer iemand niet aan deze voorwaarden voldoet maar wel een relatie heeft met de Nederlandse overheid, wordt de persoon ingeschreven als niet-ingezetene. Te denken valt aan mensen die buiten Nederland wonen en hier werken, studeren, onroerend goed bezitten, vanuit Nederland een uitkering genieten, enzovoorts. Ook ingezetenen die naar verwachting ten minste acht maanden buiten Nederland verblijven, worden niet-ingezetene. In de BRP zijn van iedere ingeschrevene gegevens als burgerservicenummer (bsn), geboortedatum, geslacht, geboorteland en woonplaats geregistreerd, van ingezetenen bovendien gegevens over de ouders, partners en kinderen. Voor ingezetenen wordt een adres in Nederland geregistreerd, voor niet-ingezetenen een adres buiten Nederland. Voor meer informatie over de BRP wordt verwezen naar de website van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens http://www.rvig.nl/brp.

Leverancier

Gemeenten.

Integraal of steekproef

Integraal.

Periodiciteit

Gegevens worden doorlopend geactualiseerd.

Bron: Inkomen Personen (t.b.v. voornaamste inkomensbron)
 
Algemene beschrijving

Het bestand bevat het jaarinkomen van alle personen behorende tot de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar.

Leverancier

De belangrijkste berichtgever is de Belastingdienst.

Integraal of steekproef

Integraal.

Periodiciteit

Jaarlijks sinds 2011.

Bron: Wlz-indicaties
 
Algemene beschrijving

Het bestand bevat gegevens over indicaties die zijn afgegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Een indicatie van het CIZ geeft toegang tot zorg die wordt gefinancierd uit de Wet Langdurige Zorg (Wlz).

Leverancier

De belangrijkste berichtgever is Centrum indicatiestelling zorg.

Integraal of steekproef

Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks sinds 2009.
Bron: Gebruik van Wmo-ondersteuning in het kader van Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (GMSD)
 
Algemene beschrijving

Het bestand bevat gegevens over personen (in de deelnemende gemeenten) aan wie gedurende de verslagperiode ondersteuning in de vorm van een maatwerkvoorziening is verleend in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Leverancier

De belangrijkste berichtgevers zijn gemeenten.

Integraal of steekproef

Steekproef. Het bestand bevat alleen gegevens van gemeenten die hebben aangeleverd én toestemming hebben gegeven voor publicatie.

Periodiciteit

Jaarlijks sinds 2015.

Bijlage 2: Tabellen

Eerste cijfers uit monitor Dakloosheid over 2022.

Eerste cijfers uit monitor Dakloosheid over 2023.