Begrippen
Asset-based finance - Financiering op basis van een onderpand, zoals debiteuren, machines of auto’s. Omdat het door het onderpand zekerheden met zich meebrengt, is deze vorm interessant voor zowel de financier als het bedrijf in kwestie.
Bedrijfseenheid - De feitelijke transactor in het productieproces gekenmerkt door zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door het aanbieden van zijn producten aan derden.
Business angel – Een business angel is een andere benaming voor een informele durfkapitaalverstrekker, een vermogende particulier (meestal een ex-ondernemer die zijn bedrijf heeft verkocht) die een gedeelte van zijn eigen geld actief investeert in het kapitaal van veelbelovende bedrijven in ruil voor aandelen, een achtergestelde lening of een combinatie van beide.
Business economy - De term ‘business economy’ wordt internationaal het meest gebruikt om het marktgerichte bedrijfsleven af te bakenen. De business economy telt de overheidssector niet mee. Ook de agrarische sector, financiële dienstverlening, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie, belangen- en hobbyverenigingen en overige persoonlijke dienstverlening worden niet tot de business economy gerekend. De business economy is dus een deel van alle economische activiteiten en beslaat de SBI-codes B tot en met N en 95, exclusief K.
Crowdfunding - Bij crowdfunding wordt financiering opgehaald bij een grote groep donateurs of investeerders. Een belangrijk voordeel is dat geldvragers zelf de voorwaarden kunnen bepalen. Zo beslissen ze zelf welke financieringsvorm ze gebruiken en wat de tegenprestatie zal zijn.
Digitalisering - Aanpassen van het bedrijf aan door digitalisering veranderende markt. Digitalisering gaat over de structurele verandering van de economie en maatschappij door mensen en bedrijven die steeds meer van digitale technologie gebruik maken.
Direct lending - Vorm van ondernemingsfinanciering, waarbij niet bancaire geldverstrekkers rechtstreeks leningen verstrekken aan bedrijven. In de praktijk werken soms meerdere geldverstrekkers samen die tezamen geld investeren in een fonds dat als financier optreedt voor ondernemers.
Durfkapitaal – Vorm van ondernemingsfinanciering, ook wel aangeduid wordt als venture capital, dat verstrekt wordt aan een onderneming die een meer dan gemiddeld risico loopt.
Equipment lease - Lease is een vorm van kredietverstrekking waarbij de verstrekker een goed koopt en deze gedurende een overeengekomen termijn en tegen een vergoeding ter beschikking stelt aan het bedrijf. Bij equipment lease gaat het om objecten anders dan auto’s, zoals kranen, grondverzetmachines, industriële machines, koffieapparaten, kopieermachines, computers en ICT-oplossingen.
Externe financiering - Alle financiering die van buiten de onderneming aangetrokken wordt. Een combinatie van vreemd vermogen en extern eigen vermogen. Voorbeelden van extern eigen vermogen zijn aandelenuitgifte, geld van informele investeerders of private equity. Intern eigen vermogen behoort niet tot externe financiering. Ingehouden winsten en eigen inleg door de ondernemer behoren dus niet tot dit begrip.
Factoring - Dit is een vorm van debiteurenfinanciering of voorraadfinanciering. Hierbij draagt de ondernemer de facturatie over aan een extern bedrijf dat zorg voor de facturering, de debiteurenadministratie en de incassering van de debiteuren. Het externe bedrijf ontvangt in ruil meestal een percentage van de omzet, maar draagt ook het risico over de schulden.
Grootbedrijf - Tot het grootbedrijf behoren ondernemingen met ten minste 250 werkzame personen. Deze grootteklasse komt voor in de monitor als benchmark maar behoort niet tot het mkb.
Informele investeerders - Onder informele investeerders worden vrienden, familie, collega’s en andere bekenden verstaan. Ze verschillen onder meer van business angels omdat zij niet actief betrokken blijven bij de bedrijfsvoering.
Innovatief bedrijf - Ondernemingen die doen aan product-, proces-, marketing- en organisatorische vernieuwingen of sterke verbeteringen.
Ketenmacht - Beperkende voorwaarden vanuit afnemers. Dit kan zich uiten in langere betaaltermijnen of aanvullende voorwaarden.
Kleinbedrijf - Tot het kleinbedrijf behoren ondernemingen met tenminste 10 en minder dan 50 werkzame personen.
Kredietunies - Een kredietunie is een coöperatieve kredietvereniging zonder winstoogmerk waarin ondernemers zich per regio of per branche organiseren om elkaar geld te lenen. Het is als non-bancair alternatief voor bankfinanciering ontstaan, wordt door de politiek gedragen en is voornamelijk een fenomeen in de Verenigde Staten van Amerika, Canada en Engeland.
Liquiditeit - De verhouding van de vlottende activa tot het kortlopend vreemd vermogen wordt ook wel de current ratio genoemd. Het is een maatstaf van hoe goed bedrijven in staat zijn om aan hun verplichtingen op korte termijn te voldoen.
Microbedrijf - De kleinste grootteklasse binnen het mkb. Tot het microbedrijf behoren ondernemingen met minder dan 10 werkzame personen. In de Financieringsmonitor wordt daarnaast een ondergrens gehanteerd van 2 werkzame personen.
Middenbedrijf - Tot het kleinbedrijf behoren ondernemingen met tenminste 50 en minder dan 250 werkzame personen.
Midden- en kleinbedrijf - Tot het mkb behoren ondernemingen met minder dan 250 werkzame personen. In de Financieringsmonitor wordt daarnaast een ondergrens gehanteerd van 2 werkzame personen. De bedrijfsgrootte is bepaald op het niveau van de individuele bedrijfseenheid en niet het gehele concern. Binnen het mkb wordt een onderverdeling gemaakt naar drie onderliggende grootteklassen: het microbedrijf, het kleinbedrijf en het middenbedrijf. Het grootbedrijf, dat ook voorkomt in de monitor, behoort niet tot het mkb.
Mkb-beurs - Een platform waarbij beleggers rechtstreeks kunnen investeren in mkb bedrijven. Dat kan in de vorm van (certificaten van) aandelen en obligaties (leningen). De (certificaten van) aandelen en de obligaties zijn verhandelbaar.
Onderhandse lening - Een geldlening zonder tussenkomst van een bank, bijvoorbeeld bij familie of vrienden. Rente en afspraken worden wel vastgelegd in een contract.
Ondernemingengroep - De eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor. De ondernemingengroep (OG) wordt gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend en die homogeen is naar institutionele sector. De ondernemingengroep is de statistische eenheid op basis waarvan het financieringsproces in Nederland wordt beschreven. Vooral bij grotere eenheden komt deze feitelijke transactor doorgaans niet overeen met één juridische eenheid, maar is een combinatie van juridische eenheden.
Private equity - Een financieringsvorm waarbij investeerders buiten de aandelenbeurs om financieel in bedrijven participeren. Deze participatiemaatschappijen nemen dan een meerderheids- of een groot minderheidsbelang in een bedrijf. Binnen private equity zijn drie soorten investeringen te onderscheiden: een buy-out, een groei-investering, of een investering in vaak jonge ondernemingen met hoge risico’s, het zogenaamde venture capital.
Rekeningcourant - Doorlopend krediet dat ondernemingen gebruiken voor alledaagse uitgaven en om hun rekeningen te betalen, ook wel bekend als een betaalrekening.
Rentabiliteit eigen vermogen - De rentabiliteit op het eigen vermogen is de verhouding tussen de nettowinst (het resultaat ná belastingen) en het eigen vermogen. Het is een indicator van het rendement op het vermogen dat door aandeelhouders geïnvesteerd is.
Rentabiliteit totaal vermogen - De rentabiliteit op het totaal vermogen is de verhouding tussen het resultaat uit de normale bedrijfsvoering (het resultaat vóór belastingen) en het totale vermogen.
Solvabiliteit - Het aandeel van het eigen vermogen in het balanstotaal. De solvabiliteit is een indicator die gebruikt wordt om de financiële positie van ondernemingen te meten. Het geeft een indicatie van de mate waarin zij in staat zijn te voldoen aan verplichtingen op langere termijn. Een hogere solvabiliteit duidt op een financieel gezonder bedrijf.
Startup - Een startende onderneming met een vernieuwend, schaalbaar idee rondom een nieuwe technologie.
Stratum - Een combinatie van bedrijfskenmerken waardoor bedrijven in de populatie en in de steekproef van de enquête aan hokjes toe te kennen zijn. In de Financieringsmonitor wordt gewerkt met 54 driedimensionale strata door bedrijfstak, grootteklasse en leeftijd te combineren.
Venture capital - Een vorm van private equity waarbij het specifiek om investeringen in vaak jonge ondernemingen met hoge risico’s gaat.
Werkzame persoon - Persoon die een baan heeft bij een in Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in Nederland. Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week. Zij kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen.