Auteur: Hans Schmeets, Jeanet Exel
De Heitjes en de politieke betrokkenheid in Heerlen

7. Conclusie en discussie

In dit essay is de politieke betrokkenheid in Heerlen besproken. Gestart is met de positionering van Heerlen in de periode 2012-2019 ten opzichte van het landelijke gemiddelde en 50 grotere steden. Gemiddeld over deze periode van acht jaar, geeft zegt 47 procent van de Heerlenaren aan tamelijk tot zeer geïnteresseerd te zijn in politieke onderwerpen. Landelijk heeft 50 procent interesse voor de politiek. Verder geeft 74 procent te kennen dat ze gestemd hebben voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 of 2017. Dat is een stuk lager dan de 81 procent landelijk gerapporteerde opkomst. Daarnaast geeft 40 procent van de Heerlenaren aan dat ze hebben deelgenomen aan minstens een politieke actie om de politiek te beïnvloeden, zoals een demonstratie, het ondertekenen van een petitie of het deelnemen aan een hoorzitting. Ook dit aandeel ligt onder het landelijke gemiddelde van 45 procent. Dit is toe te schrijven aan de demografische en sociaaleconomische positie van Heerlen, zoals een lager dan gemiddeld opleidingsniveau. De correctie, die hiermee rekening houdt, leert dat het aandeel dat politiek geïnteresseerd is, gaat stemmen, en politiek actief is, met zo’n 5 procentpunt toeneemt waardoor Heerlen posities rond het landelijke gemiddelde zou gaan innemen, en flink opschuift op de ranglijst van de 51 grotere gemeenten.

Aanvullend onderzoek, uit 2020, leert dat in Heerlen-noord burgers beduidend minder politiek betrokken zijn dan in Heerlen-zuid. Waar in het noordelijke deel 39 procent politiek geïnteresseerd is, is dit in het zuidelijk deel 52 procent. Verder zegt 73 procent van de bevolking die in het noordelijke deel wonen in 2017 gestemd te hebben voor de Tweede Kamerverkiezingen, tegenover 87 procent van de inwoners van Heerlen-zuid. Tevens is de deelname aan politieke acties met 40 procent in het noordelijke deel minder omvangrijk dan de 48 procent in het zuidelijke gebied. De sterkere politieke betrokkenheid in het zuidelijke deel is maar ten dele terug te voeren op verschillen in demografische en sociaal-economische kenmerken tussen de beide gebieden. Een nadere inspectie van de politieke betrokkenheid bij diverse bevolkingsgroepen leert dat de patronen, zoals meer interesse en meer politieke participatie naarmate de voltooide opleiding hoger is, grotendeels zowel te zien zijn in het Heerlen-zuid als in Heerlen-noord. Veelal blijft ook bij deze bevolkingsgroepen zichtbaar dat de inwoners van het zuidelijke deel beduidend meer politiek betrokken zijn dan die van Heerlen-noord. Blijkbaar concentreert de geringe band van de Heerlenaren met de politiek zich vooral in het noordelijke gebied. Een andere constatering is dat er geen aanwijzingen dat in de eerste fase van de Covid-19 pandemie, de band met de politiek drastisch is gereduceerd. Dat was ook niet te verwachten aangezien de vraag naar het stemmen en naar de deelname aan politieke acties betrekking had op de periode voorafgaande aan de crisis. De politieke belangstelling is gedurende 2020 wel gestegen, hetgeen kan duiden op een gevolg van de crisis temeer daar het vertrouwen in de Tweede Kamer in deze periode ook fors is gestegen (zie essay 3). Van de andere kant kan het ook een gevolg zijn van de aanloop naar de verkiezingen van 17 maart 2021.

In eerdere essays is gewezen op de achterstand van Heerlen, en dan vooral in het noordelijke deel, op diverse terreinen van de sociale cohesie: het vrijwilligerswerk (essay 1), het onderlinge vertrouwen (essay 2), het vertrouwen in de politiek (essay 3), de betrokkenheid bij verenigingen (essay 5) en, hoewel minder evident, in de sociale contacten (essay 4). Daarin is ook ingegaan op bepaalde historische contexten, zoals armoede. Heerlen was ooit een zeer welvarende gemeente, maar dat veranderde drastisch met het sluiten van de mijnen. De statistieken over de relatie met inkomen leren ons dat op alle onderdelen beduidend meer politieke betrokkenheid is bij de groep met een hoog dan de groep met een laag huishoudensinkomen. Politieke interesse en deelname vergen ook kennis om de aangeboden informatie op te kunnen nemen. Dit is af te lezen uit de relatie met opleiding: de betrokkenheid neemt substantieel toe naarmate het opleidingsniveau hoger is. Ook dit is een factor die een belangrijke rol kan spelen om de grotere afstand van de Heerlense burger ten opzichte van de politiek te kunnen duiden. Dat zowel opleiding als inkomen relevant zijn voor de politieke betrokkenheid wordt ook zichtbaar door de gevolgen van de correctieslag: indien Heerlen een landelijk gemiddeld inkomens- en opleidingsniveau zou hebben, dan zou Heerlen veel hogere posities innemen op de ranglijsten van de drie politieke onderdelen. Dat geldt vooral voor de sterkere belangstelling voor de politiek en de deelname aan acties om de politiek te beïnvloeden. Ook in de beide deelgebieden is de relatie met opleiding en inkomen te zien. Bovendien blijkt dat er onder de hoogopgeleiden geen verschil is in de politieke betrokkenheid tussen Heerlen-noord en Heerlen-zuid. Dat geldt echter niet voor zowel de laag als middelbaar opgeleiden: binnen deze opleidingsgroepen is de betrokkenheid in het zuidelijke deelgebied substantieel groter dan in het noordelijke deel. Ook is het verschil tussen beide deelgebieden geringer bij de hogere inkomensgroep dan bij groep die minder te besteden heeft. Dit betekent dat zowel opleiding als inkomen een gedeeltelijke verklaring bieden voor de verschillen in politieke betrokkenheid tussen de beide gebieden. Echter vooral voor de lagere en middelbaar opgeleiden en de lagere inkomens zijn aanvullende inzichten nodig voor de verschillen tussen de burgers in de beide woongebieden.

In een volgend essay wordt ingegaan op de resterende bouwsteen van het sociaal kapitaal: het vertrouwen in publieke en private instituties. Dit wordt gevolgd door een overzicht op basis van de sociaal-kapitaal index die gebaseerd is op 17 indicatoren die voor een belangrijk deel in eerdere essays zijn beschreven. Daarna gaan we een stap verder met het presenteren van een overzicht over het persoonlijke welzijn van de Heerlense bevolking, waarbij tevens een verbinding wordt gelegd met (specifieke vormen) van het sociaal kapitaal. Op deze wijze hopen we een bijdrage te leveren aan het bespreekbaar maken en vergroten van kennis en inzichten op deze terreinen, en daarmee tevens het Heitje voor het voetlicht te plaatsen. Dergelijke inzichten kunnen ook resulteren in een gedifferentieerde aanpak naar stadsdeel met het oog op het versterken van zowel de onderlinge band van de inwoners van Heerlen als die met de samenleving, en met de politiek in het bijzonder.