6. Waarom minder politieke betrokkenheid in Heerlen-noord?
De statistieken roepen wellicht de vraag op naar de oorzaken van de cijfers over de betrokkenheid bij de politiek van de Heerlenaren. Gemiddeld over een langere periode, 2012 tot 2000, zien we dat Heerlen lage posities inneemt in de interesse in de politiek, de deelname aan verkiezingen en het meedoen met politieke acties. Voor een deel ligt de verklaring in de samenstelling van de bevolking, waaronder het opleidingsniveau. Dit beeld wordt bevestigd met het bevindingen uit het aanvullende onderzoek dat plaatsvond in de periode april tot oktober 2020. De meest in het oog springende statistieken hebben betrekking op de verdeeldheid binnen Heerlen: in Heerlen-noord is het aandeel dat politiek geïnteresseerd is, gestemd heeft bij de verkiezingen van 2017, en deelgenomen heeft aan een politieke actie veel lager dan in Heerlen-zuid.
Waarom is dat zo? De verschillen tussen de beide gebieden zijn voor een deel toe te schrijven aan de bevolkingssamenstelling. Zo zijn de inwoners in het zuidelijke hoger opgeleid, hebben ze meer geld te besteden, en hebben ze vaker een betaald werk dan in het noordelijke deel. Indien we rekening houden met dergelijke verschillen tussen beide deelgebieden, dan neemt de discrepantie in de belangstelling voor de politiek iets af: waar eerst in Heerlen-zuid 52 procent, en in Heerlen-noord 39 procent interesse had voor politieke onderwerpen, is dat na deze correctie gereduceerd tot 50 versus 42 procent. Een aanvullende correctie waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen in de man-vrouw verhouding, de leeftijdsopbouw, en het aandeel personen met een migratieachtergrond, doet de kloof in interesse tussen beide woongebieden niet verder verminderen.
Deze procedure, een correctie in twee stappen, is ook toegepast op het gerapporteerde stemgedrag en de deelname aan acties om de politiek te beïnvloeden. Het forse verschil tussen het noordelijke en zuidelijke gebied, 87 versus 73 procent, wordt na de eerste correctieslag 85 tegenover 76 procent, en na de tweede correctie 84 versus 76 procent. Dit betekent dat het aanvankelijke verschil van 14 procentpunt afneemt naar 8 procentpunt. Bij de deelname aan de politieke acties, is het verschil voor de correctie 48 procent in het zuidelijke versus 40 procent in het noordelijke deel. Dit verandert nagenoeg niet na de correcties.
Betrokkenheid/geslacht | Heerlen-noord (%) | Heerlen-zuid (%) | Heerlen (%) |
---|---|---|---|
Mannen | |||
Politieke interesse | 43,1 | 62,9 | 50,8 |
Opkomst TK-verkiezingen | 70,6 | 89,7 | 77,9 |
Politieke acties | 39,4 | 52,2 | 44,2 |
Vrouwen | |||
Politieke interesse | 34,3 | 40,7 | 36,6 |
Opkomst TK-verkiezingen | 76,3 | 84,6 | 79,4 |
Politieke acties | 41,1 | 43,8 | 42,1 |
Om meer zicht te krijgen op de relaties met de bevolkingskenmerken in beide gebieden, is een aantal grafieken gemaakt. Mannen en vrouwen onderscheiden zich vooral in een specifiek onderdeel van de betrokkenheid bij de politiek: de interesse in politieke onderwerpen. Waar bij de mannen nog een krappe meerderheid van 51 procent interesse toont, is dat bij vrouwen 37 procent. Dit sekseverschil is vooral in het zuidelijke gebied, met 63 versus 41 procent, te zien. Gemiddeld in Heerlen is de gerapporteerde opkomst van mannen en vrouwen vrijwel gelijk. Maar in het noordelijke deel zeggen vrouwen dat ze iets vaker naar het stemlokaal zijn gegaan dan mannen, terwijl het omgekeerde geldt voor het zuidelijke gebied. Dat mannen meer politiek actief zijn dan vrouwen geldt, met 52 tegenover 44 procent, uitsluitend voor Heerlen-zuid.
De leeftijdsindeling levert weer een ander beeld op. In Heerlen neemt, naarmate de leeftijdsgroep ouder is, zowel de interesse voor de politiek als het gerapporteerde stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen toe. Daarentegen nemen de politieke acties sterk af: van 53 procent bij de 15-tot 45-jarigen, via 45 procent bij de 45- tot 65-jarigen naar 28 procent bij de 65-plussers. Vergelijkbare leeftijdspatronen zijn te zien in beide deelgebieden, met als een duidelijke uitzondering dat in Heerlen-zuid de middelbare leeftijdsgroep zich niet onderscheidt van de jongste groep in de deelname aan politie acties.
Betrokkenheid/leeftijd | Heerlen-noord (%) | Heerlen-zuid (%) | Heerlen (%) |
---|---|---|---|
15 tot 44 jaar | |||
Politieke interesse | 36,0 | 49,0 | 41,0 |
Opkomst TK-verkiezingen | 69,2 | 81,6 | 73,9 |
Politieke acties | 51,2 | 56,4 | 53,1 |
45 tot 64 jaar | |||
Politieke interesse | 39,8 | 50,8 | 43,7 |
Opkomst TK-verkiezingen | 72,4 | 87,0 | 77,7 |
Politieke acties | 38,9 | 54,9 | 44,6 |
65 jaar of ouder | |||
Politieke interesse | 40,9 | 58,0 | 47,7 |
Opkomst TK-verkiezingen | 80,3 | 94,0 | 85,7 |
Politieke acties | 26,6 | 29,3 | 27,7 |
Betrokkenheid/opleidingsniveau | Heerlen-noord (%) | Heerlen-zuid (%) | Heerlen (%) |
---|---|---|---|
Laag | |||
Politieke interesse | 23,0 | 34,1 | 26,3 |
Opkomst TK-verkiezingen | 65,7 | 79,0 | 69,4 |
Politieke acties | 26,0 | 36,0 | 28,9 |
Middelbaar | |||
Politieke interesse | 44,3 | 57,4 | 49,5 |
Opkomst TK-verkiezingen | 74,6 | 91,3 | 81,3 |
Politieke acties | 45,0 | 51,9 | 47,7 |
Hoog | |||
Politieke interesse | 60,9 | 63,0 | 61,9 |
Opkomst TK-verkiezingen | 88,9 | 87,4 | 88,2 |
Politieke acties | 59,4 | 56,6 | 58,0 |
Opleiding is sterk onderscheidend voor alle onderdelen van de politieke betrokkenheid: hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de interesse voor de politie, hoe hoger de gerapporteerde opkomst bij Tweede Kamerverkiezingen, en hoe groter de deelname aan politieke acties. Dit patroon is zowel in Heerlen-noord als in Heerlen-zuid te zien. Een uitzondering vormt de middelbare opleidingsgroep in het zuidelijke deel met een gerapporteerde opkomst die niet lager is dan die van de hoogst opgeleiden. Verder valt uit de grafiek af te lezen dat de politieke betrokkenheid van de laag opgeleiden in Heerlen-noord beduidend geringer is dan die van de laag opgeleiden in Heerlen-zuid. Dat geldt ook voor de vergelijking van de middelbaar opgeleiden: ook onder deze bevolkingsgroep is de band met de politiek steviger in het zuidelijke dan in het noordelijke gebied. Echter, bij de hoogopgeleiden is er geen verschil in de politieke betrokkenheid tussen Heerlen-noord en Heerlen-zuid.
Betrokkenheid/huishoudensinkomen | Heerlen-noord (%) | Heerlen-zuid (%) | Heerlen (%) |
---|---|---|---|
Laag | |||
Politieke interesse | 33,8 | 44,4 | 36,9 |
Opkomst TK-verkiezingen | 68,9 | 85,1 | 73,6 |
Politieke acties | 36,1 | 48,6 | 39,7 |
Hoog | |||
Politieke interesse | 46,6 | 58,1 | 52,0 |
Opkomst TK-verkiezingen | 80,2 | 89,5 | 84,6 |
Politieke acties | 45,7 | 49,3 | 47,3 |
Ook het te besteden inkomen van een huishouden is relevant voor de mate waarin de Heerlenaar betrokken is bij de politiek. Op alle onderdelen is er meer politieke betrokkenheid bij de groep met een hoog dan de groep met een laag huishoudensinkomen. Dat is ook het geval in beide deelgebieden, met als uitzondering dat in Heerlen-zuid het inkomen niet onderscheidend is voor de deelname aan politieke acties. Verder leert de grafiek dat de politieke betrokkenheid voor zowel de lagere als voor de hogere inkomensgroep groter is in Heerlen-zuid dan in Heerlen-noord. De verschillen tussen beide deelgebieden zijn echter wel iets groter onder de lagere inkomensgroep dan onder de hogere inkomensgroep.