4. Combinatie van EBB en SSB
De derde invalshoek om het aantal mensen met minstens 45 dienstjaren te schatten combineert de twee methoden voor de benaderingen vanuit de EBB en het SSB.
4.1. Benadering van de populatie met 45 dienstjaren
Uitgangspunt zijn de drie groepen mensen met alle jaren werk tussen 1999 en 2019 op basis van het SSB (Werk204, Werk624 en Werk1225; zie paragraaf 3.1). We doen nu geen aanname voor de eerder gewerkte jaren op basis van het opleidingsniveau, maar op basis van het opgegeven aantal gewerkte jaren door respondenten van de EBB in 1999 t/m 2003. Daardoor verandert de schatting van het aantal mensen met 45 dienstjaren ten opzicht van de SSB benadering. De precieze methode staat beschreven in de Bijlage in Hoofdstuk 7.
De aantallen mensen met 45 dienstjaren in de drie varianten ligt lager dan bij de benadering op basis van het SSB (zie Tabellen 4.1.1 en 3.1.1). Dit komt vooral door een lager aantal vrouwen bij de gecombineerde benadering op basis van EBB en SSB. Wellicht is dit een reëler beeld dan het beeld op basis van alleen het SSB. Daarbij is immers aangenomen dat iedereen alle jaren vanaf het succesvol afsluiten van de opleiding tot 1999 heeft gewerkt. Maar het zullen juist de vrouwen zijn die vaker dan de mannen een aantal jaar uit het arbeidsproces zijn gegaan vanwege de zorg voor kinderen.
Populatie | Aantal | Aandeel vrouwen % |
---|---|---|
Werk204 | 195700 | 19 |
Werk624 | 178400 | 18 |
Werk1225 | 108700 | 13 |
4.2. Kenmerken van populaties met 45 dienstjaren
Deze paragraaf beschrijft enkele achtergrondkenmerken van de drie varianten van groepen mensen met 45 dienstjaren, zoals benaderd door combinatie van EBB en SSB gegevens.
4.2.1. Leeftijd
De piek in de leeftijdsverdeling ligt net als bij de twee eerdere benaderingen rond 63 jaar (zie Grafiek 4.2.1). De aantallen personen met 45 dienstjaren liggen wel lager. Daarom is het aandeel mensen van een bepaalde leeftijd dat 45 dienstjaren heeft ook lager dan in de twee andere benaderingen (zie Grafieken 4.2.2, 3.2.2 en 2.2.2).
Leeftijd | Werk204 | Werk624 | Werk1225 |
---|---|---|---|
55 | 300 | 300 | 200 |
56 | 400 | 400 | 300 |
57 | 600 | 600 | 500 |
58 | 900 | 800 | 500 |
59 | 4900 | 4500 | 3400 |
60 | 13500 | 13100 | 10400 |
61 | 21200 | 20300 | 15600 |
62 | 26700 | 25500 | 20200 |
63 | 28800 | 27400 | 21000 |
64 | 24300 | 22500 | 14300 |
65 | 11000 | 9400 | 4700 |
66 | 9700 | 8100 | 3600 |
67 | 8600 | 7300 | 2700 |
68 | 7500 | 6200 | 2400 |
Het gaat om de leeftijd aan het begin van het jaar. |
Leeftijd | Werk204 (%) | Werk624 (%) | Werk1225 (%) |
---|---|---|---|
55 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
56 | 0,2 | 0,2 | 0,1 |
57 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
58 | 0,4 | 0,3 | 0,2 |
59 | 2,1 | 1,9 | 1,4 |
60 | 5,9 | 5,7 | 4,5 |
61 | 9,4 | 9,1 | 7 |
62 | 12,1 | 11,6 | 9,2 |
63 | 13,5 | 12,8 | 9,8 |
64 | 11,6 | 10,7 | 6,8 |
65 | 5,4 | 4,6 | 2,3 |
66 | 4,8 | 4 | 1,8 |
67 | 4,4 | 3,8 | 1,4 |
68 | 3,9 | 3,2 | 1,3 |
Het aantal werkzame personen met minstens 45 dienstjaren is per leeftijd (aan het begin van 2019) gedeeld door bevolkingsaantallen op 1 januari 2019. |
4.2.2. Opleidingsniveau
Bij de benadering op basis van de combinatie van EBB en SSB verschilt de verdeling van het opleidingsniveau binnen de drie varianten van groepen mensen met 45 dienstjaren weinig (zie Tabel 4.2.3). De helft van de mensen per variant is middelbaar opgeleid en ruim één op drie is lager opgeleid. In de populatie Werk204 is het verschil tussen middelbaar en lager opgeleiden het grootst tussen 62 en 64 jaar (zie Grafiek 4.2.4). Het aantal hoger opgeleiden ligt veel lager, maar de leeftijd met de meeste hoogopgeleiden onder de mensen met 45 dienstjaren in Werk204 ligt net een jaar later dan bij lager en middelbaar opgeleiden. Dit duidt erop dat hoger opgeleiden gemiddeld later 45 dienstjaren halen, wat gezien hun langere opleiding ook te verwachten is. Waarschijnlijk neemt hun aantal vanaf 65 jaar weer af, doordat velen met pensioen zijn gegaan. Daardoor behoren ze niet meer tot de mensen die alle jaren tussen 1999 en 2019 gewerkt hebben.
Populatie | Lager opgeleid % | Middelbaar opgeleid % | Hoger opgeleid % |
---|---|---|---|
Werk204 | 36 | 49 | 15 |
Werk624 | 36 | 49 | 15 |
Werk1225 | 38 | 50 | 12 |
Leeftijd | Lager opgeleid | Middelbaar opgeleid | Hoger opgeleid |
---|---|---|---|
60 | 6200 | 6600 | 800 |
61 | 9100 | 10400 | 1800 |
62 | 10500 | 13700 | 2700 |
63 | 11000 | 14500 | 3300 |
64 | 8600 | 12400 | 3500 |
65 | 4200 | 5500 | 1900 |
66 | 2900 | 5100 | 2000 |
67 | 2600 | 4500 | 1400 |
68 | 2100 | 3400 | 1900 |