Milieu
Hoe is de brede welvaart verdeeld als het gaat om het milieu? Schone lucht, schoon water, schone grond en voldoende gezonde natuur en biodiversiteit zijn eerste levensbehoeften. De verdeling wordt gemeten aan de hand van hoeveel last mensen hebben van milieuproblemen in hun woonomgeving.
Last van milieuproblemen in woonomgeving
Milieuvervuiling in de omgeving kan gezondheidsproblemen veroorzaken en een negatief effect hebben op de kwaliteit van leven (OECD, 2017b; WHO, 2018). In 2017 gaf ruim de helft van de volwassenen in Nederland aan dat zij lucht, bodem en water sterk vervuild vinden. Ook zei 85 procent zich zorgen te maken over het milieu; meer dan de helft hiervan zei zich zorgen te maken over het milieu in de eigen omgeving. De indicator die we hier gebruiken is het ervaren van last van vervuiling in de woonomgeving.
Last van milieuproblemen in woonomgeving
Situatie in 2021
In 2021 gaf 15,9 procent van de Nederlandse bevolking aan last te hebben van vervuiling in de woonomgeving. Daarbij gaat het specifiek om vervuiling of andere milieuproblemen, zoals rook, stof, stank of vervuild water.
- Jongeren tot 15 jaar geven minder vaak dan gemiddeld aan dat ze last hebben van milieuvervuiling, evenals 75 plussers. Mensen in de leeftijd van 55 tot 75 jaar hebben hier juist vaker last van dan gemiddeld.
- Mensen met een middelbaar onderwijsniveau geven vaker dan gemiddeld aan last te hebben van vervuiling. Mensen met een hoog onderwijsniveau geven dit juist minder vaak dan gemiddeld aan.
- Mensen met een Nederlandse achtergrond rapporteren minder dan gemiddeld last te hebben van milieuvervuiling in de woonomgeving. Mensen met migratieachtergrond (westers of niet-westers) ervaren juist relatief vaak vervuiling.
De kenmerken geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en migratieachtergrond hangen samen. Het percentage hoogopgeleiden is bijvoorbeeld niet gelijk in alle leeftijdsgroepen. Door standaardisatie van de cijfers wordt hiermee rekening gehouden: er wordt gecorrigeerd voor de ongelijkheid in het voorkomen van bovenstaande kenmerken. Op basis van gestandaardiseerde cijfers over het last hebben van milieuproblemen in de woonomgeving blijven bovenstaande bevindingen grotendeels in stand, echter:
- Bij de groep van 15 tot 25-jarigen treedt een kleine verschuiving op waardoor deze groep op basis van gestandaardiseerde cijfers net minder dan gemiddeld last heeft van milieuvervuiling in de woonomgeving.
- Bij de groep hoogopgeleiden is er ook een kleine verandering als rekening gehouden wordt met de samenstelling naar geslacht, leeftijd en migratieachtergrond, waardoor die groep op basis van gestandaardiseerde cijfers niet langer afwijkt van het gemiddelde.
Veranderingen tussen 2019 en 2021
Het totale aandeel mensen dat aangeeft last te hebben van vervuiling in de woonomgeving is in 2021 0,9 procentpunt hoger dan in 2019. Vergeleken met die verandering voor de gehele bevolking hebben de volgende groepen zich afwijkend ontwikkeld:
- 15 tot 25-jarigen: deze groep ontwikkelde zich sinds 2019 relatief ongunstig met een toename van de gerapporteerde milieuhinder van 2,6 procentpunt.
- Mensen zonder migratieachtergrond: deze groep ontwikkelde zich sinds 2019 relatief gunstig met een kleiner dan gemiddelde toename van de ervaren milieuhinder van 0,6 procentpunt.
- Mensen met een niet-westers migratieachtergrond: deze groep ontwikkelde zich sinds 2019 relatief ongunstig: last van milieuproblemen in de woonomgeving werd 2,8 procentpunt vaker gemeld.
Uitleg figuur
De kleuren geven aan of de waarde van de indicator van een bevolkingsgroep boven, onder of (min of meer) op het gemiddelde van de bevolking. Groen betekent dat waarde van een bevolkingsgroep hoger is dan het gemiddelde, rood dat de waarde lager is en grijs dat de waarde niet afwijkt van het gemiddelde. Bij verschillen naar geslacht geeft de kleur aan hoe de waarde bij mannen zich verhoudt tot de waarde bij vrouwen. Per indicator wordt ook met kleuren aangegeven of de indicatorwaarde van een bevolkingsgroep sinds het basisjaar 2019 is veranderd richting een hogere (groen) of lagere (rood) brede welvaart.