Samenvatting
De Monitor Brede Welvaart en de SDG’s 2022 laat zien hoe het gaat met de brede welvaart van de mensen die nu in Nederland wonen (‘hier en nu’), van de volgende generaties (‘later’) en van mensen in andere landen (‘elders’) en hoe de brede welvaart is verdeeld onder bevolkingsgroepen. Thema’s binnen de brede welvaart worden beschreven vanuit de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Als laatste onderzoekt de Monitor of onze natuur, samenleving en economie sterk genoeg zijn om een volgende grote schok op te vangen.
Inleiding
Brede welvaart ‘hier en nu’
Brede welvaart ‘later
Brede welvaart ‘elders’
Verdeling van de brede welvaart
De Sustainable Development Goals
Inleiding
In 2021 was de coronacrisis nog volop actueel, met grote gevolgen voor de volksgezondheid en de zorgsector. In 2020 en 2021 overleden bijna 40 duizend mensen aan COVID-19. Werden eerst vooral maatregelen getroffen om verspreiding van het virus tegen te gaan om zo de gezondheidszorg niet over te belasten, naarmate de pandemie voortduurde kwam er meer en meer oog voor de economische impact van de maatregelen. Met een groei van vijf procent herstelde de Nederlandse economie in 2021 opmerkelijk snel van de coronarecessie. Ondanks meerdere lockdowns was de omvang van het bbp per saldo één procent groter dan in het pre-coronajaar 2019.
De pandemie trekt nog steeds een grote wissel op de bevolking: de trend voor psychische gezondheid daalde al, en in 2021 liep het deel van de Nederlanders dat als psychisch gezond gezien wordt met 3,2 procentpunt verder terug tot 84,9 procent. Maatregelen als de lockdowns en avondklok beperkten het aantal contacten tussen mensen en verhoogden de risico's op kansenongelijkheid, eenzaamheid en psychische problemen. Vooral in de laatste maanden van 2021 was er meer aandacht voor sociaal-maatschappelijke ontwrichting als gevolg van de maatregelen. Steeds nadrukkelijker klonk de roep om te komen tot een bewust afwegingskader, met ook meer oog voor de langere termijn. Op de langere termijn staat de samenleving ook voor andere fundamentele keuzes waarin de brede welvaart centraal staat. De maatschappelijke uitdagingen zijn nauw met elkaar verbonden: klimaat en energie, stikstof en natuurbehoud, woningbouw, armoedebestrijding en sociale inclusie, innovatie en concurrentiekracht. Voor veel van deze onderwerpen zijn ambitieuze doelen geformuleerd, vaak binnen de agenda van de Sustainable Development Goals (SDG’s) die door de Verenigde Naties (VN) is vastgesteld voor de periode 2015-2030. Ook in Nederland geldt deze agenda als een van de belangrijkste beleidskaders.
Ieder jaar, op Verantwoordingsdag, publiceert het CBS op verzoek van het Kabinet de Monitor Brede Welvaart & de SDG’s. Deze monitor laat niet alleen zien hoe het met de brede welvaart en de kwaliteit van leven ‘hier en nu’ is gesteld en hoe deze welvaart is verdeeld over bevolkingsgroepen, maar kijkt ook naar de effecten van dit welvaartsstreven op volgende generaties (‘later’) en mensen in andere landen (‘elders’). Bij de meting van de brede welvaart volgt het CBS de aanbevelingen en het raamwerk van het CES-meetsysteem van de UNECE.
Brede welvaart ‘hier en nu’
De huidige brede welvaart in Nederland wordt beschreven aan de hand van acht thema’s: subjectief welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu.
De brede welvaart ‘hier en nu’ heeft zich in de trendperiode (2014-2021) overwegend positief ontwikkeld. Dit is te zien in het wiel met de brede-welvaarttrends. De binnenste ring van de brede-welvaarttrends (BWT) geeft informatie over de trend in 2014-2021. De buitenste ring geeft de verandering in het laatste verslagjaar ten opzichte van het voorgaande jaar. Het bbp per hoofd van de bevolking dient in de wielen als referentievariabele.
Uitleg wielen brede-welvaarttrends
De binnenste ring van de brede-welvaarttrends (BWT) geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021). De buitenste ring geeft de gemiddelde verandering in het laatste verslagjaar ten opzichte van het voorgaande jaar aan. De kleuren van vakjes geven aan of de de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een een stijging (groen) of een daling (rood) van de brede welvaart. Ga met de muis in de figuur op een indicator staan om te zien wat daar is gemeten. Doorklikken geeft meer informatie over de ontwikkeling in Nederland en de positie ten opzichte van de andere EU-landen. Waar mogelijk zijn data opgenomen vanaf 1995. Onder het wiel staat een figuur met de positie van Nederland in de EU-ranglijst van iedere indicator. Hoe hoger een balkje, des te hoger staat Nederland. De kleur geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op in het midden.
Trends en posities
- Tien van de 28 indicatoren in dit wiel ontwikkelen zich in de richting van een toename van de brede welvaart (groen vakje in de binnenste ring). Bij zes van deze tien indicatoren behoort Nederland ook nog eens tot de koplopers binnen de EU-27: mediaan besteedbaar inkomen, langdurige werkloosheid, nettoarbeidsparticipatie, tevredenheid met werk (werknemers), vertrouwen in instituties en vertrouwen in mensen. (Zie de staafjes onderin de figuur).
- Bij twee indicatoren in het wiel neemt de welvaart af (trend kleurt rood): contact met familie, vrienden of buren en vrijwilligerswerk. Nederland heeft hier wel een zeer hoge positie in vergelijking met de andere EU-landen.
- Bij de thema’s subjectief welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, veiligheid en milieu stijgt de welvaart (groen), of blijven de trends neutraal (grijs).
- Bij het thema samenleving is het beeld gemengd: twee trends wijzen op een achteruitgang van de brede welvaart.
- Bij vijf indicatoren is de trend omgeslagen. De voorheen rode trend bij overgewicht en bij inspraak en verantwoordingsplicht is omgeslagen in een trend die neutraal is (grijs). De tevredenheid van werknemers met hun werk heeft nu een stijgende trend. Dit zijn verbeteringen. Bij de ontwikkeling van normen en waarden en bij het zich vaak onveilig voelen in de eigen buurt was de trend positief, maar is inmiddels neutraal. Over normen en waarden is overigens tijdens de coronaperiode niet geënquêteerd, waardoor er geen nieuwe data aan de reeks konden worden toegevoegd.
- Meest recente ontwikkeling
- Het mediane inkomen, de consumptie van huishoudens en het vertrouwen in mensen groeiden relatief sterk ten opzichte van een jaar eerder, en het percentage mensen dat slachtoffer was van misdaad daalde. Dit alles vergroot de brede welvaart.
- Daartegenover staan een significante toename van het deel van de bevolking dat milieuproblemen ervaart en dalingen bij de tevredenheid met de woning, het vertrouwen in instituties, en deelname aan vrijwilligerswerk ten opzichte van een jaar eerder. Hier is sprake van afnemende brede welvaart.
Brede welvaart ‘later’
De keuzes die alle Nederlanders gezamenlijk ‘hier en nu’ maken, hebben consequenties voor de volgende generaties (‘later’). Om de kwaliteit van leven op peil te houden, zijn immers allerlei hulpbronnen (‘kapitaal’) nodig. Brede welvaart ‘later’ gaat over de hulpbronnen waarover volgende generaties kunnen beschikken om minimaal dezelfde welvaart te kunnen hebben als de huidige generatie. De hoeveelheden economisch, natuurlijk, menselijk en sociaal kapitaal moeten minstens constant blijven over de lange termijn als we willen kunnen spreken van duurzaamheid.
Het wiel met de brede-welvaarttrends ‘later’ laat duidelijk zien dat de toekomstige welvaart meer onder druk staat dan de huidige welvaart.
Uitleg wielen brede-welvaarttrends
De binnenste ring van de brede-welvaarttrends (BWT) geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021). De buitenste ring geeft de gemiddelde verandering in het laatste verslagjaar ten opzichte van het voorgaande jaar aan. De kleuren van vakjes geven aan of de de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een een stijging (groen) of een daling (rood) van de brede welvaart. Ga met de muis in de figuur op een indicator staan om te zien wat daar is gemeten. Doorklikken geeft meer informatie over de ontwikkeling in Nederland en de positie ten opzichte van de andere EU-landen. Waar mogelijk zijn data opgenomen vanaf 1995. Onder het wiel staat een figuur met de positie van Nederland in de EU-ranglijst van iedere indicator. Hoe hoger een balkje, des te hoger staat Nederland. De kleur geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op in het midden.
Trends en posities
- Bij zeven van de 22 indicatoren in het ‘later’-wiel geeft de trend een welvaartsdaling aan: gemiddelde schuld per huishouden, groen-blauwe ruimte, fauna van het land, fauna van zoetwater en moeras, oppervlaktewater van goede chemische kwaliteit, onttrekking grondwater, en cumulatieve CO2-emissies. Ter vergelijking: voor ‘hier en nu’ is dit bij twee van de in totaal 28 indicatoren het geval.
- Vooral bij het natuurlijk kapitaal is sprake van achteruitgang: daar kleuren zes van de elf trends rood.
- Bij het menselijk kapitaal en het sociaal kapitaal hebben de indicatoren ofwel een trend die wijst op toename van de brede welvaart ofwel een neutrale trend.
- Bij het economisch kapitaal is het beeld gemengd.
- In de vergelijking met andere EU-landen heeft Nederland overwegend posities in de middengroep of achterhoede. Bij fosfor- en stikstofoverschotten, cumulatieve CO2-emissies en de gemiddelde schuld per huishouden staat Nederland onderin de EU-ranglijst.
- Vergeleken met de periode 2013-2020 zijn er in 2014-2021 geen trendomslagen bij de kapitalen in het ‘later’-wiel.
- Meest recente ontwikkelingen
- Het opgesteld vermogen voor hernieuwbare elektriciteit neemt sterk toe ten opzichte van het voorgaande jaar.
- Het vertrouwen in mensen groeit sterk.
- Het vertrouwen in instituties is van 2020 op 2021 gedaald, na een sterke stijging in 2020 (6,4 procentpunt).
Brede welvaart ‘elders’
De keuzes die ‘hier en nu’ gemaakt worden om onze welvaart op peil te houden of te vergroten hebben niet alleen gevolgen voor komende generaties in Nederland (‘later’), maar ook voor mensen in andere landen (‘elders’). In het wiel met de brede-welvaarttrends ‘elders’ staan de stromen van inkomens en hulpbronnen tussen Nederland en het buitenland centraal.
Uitleg wielen brede-welvaarttrends
De binnenste ring van de brede-welvaarttrends (BWT) geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021). De buitenste ring geeft de gemiddelde verandering in het laatste verslagjaar ten opzichte van het voorgaande jaar aan. De kleuren van vakjes geven aan of de de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een een stijging (groen) of een daling (rood) van de brede welvaart. Ga met de muis in de figuur op een indicator staan om te zien wat daar is gemeten. Doorklikken geeft meer informatie over de ontwikkeling in Nederland en de positie ten opzichte van de andere EU-landen. Waar mogelijk zijn data opgenomen vanaf 1995. Onder het wiel staat een figuur met de positie van Nederland in de EU-ranglijst van iedere indicator. Hoe hoger een balkje, des te hoger staat Nederland. De kleur geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op in het midden.
Trends en posities
- Bij negen van de twintig indicatoren in dit wiel beweegt de trend in de richting van een stijgende brede welvaart: de overdrachten van gelden door niet-ingezetenen naar hun land van herkomst, de waarde van de invoer van goederen totaal en meer specifiek uit de continenten Europa, Amerika, Azië en Oceanië, de hoeveelheid invoer uit de allerarmste landen (LDC’s) en meer specifiek de invoerde hoeveelheid fossiele energiedragers en niet- metaal-mineralen uit deze landen.
- Bij negen indicatoren is de trend neutraal.
- Slechts één indicator in het ‘elders’-wiel – de invoer van biomassa – laat een welvaartsdaling zien. Voor de landvoetafdruk zijn er niet genoeg data om een trend te bepalen.
- Sommige trends zijn omgeslagen in vergelijking met de trendperiode van de vorige monitor (2013-2020). Bij de waarde van de totale invoer van goederen en van de invoer van goederen uit Europa in het bijzonder, is de trend omgeslagen van neutraal naar stijgend. Deze omslagen zijn gunstig: vanuit de optiek van brede welvaart vergroot dit de welvaart van de handelspartners. Bij de ingevoerde hoeveelheid metalen uit LDC’s is de voorheen stijgende trend nu neutraal. Ook dit is een omslag ten goede: de voorraden grondstoffen in de allerarmste landen worden minder hard uitgeput. Hiertegenover staat een verslechtering: bij de totale hoeveelheid ingevoerde niet-metaal-mineralen is de voorheen dalende trend nu neutraal.
Meest recente ontwikkelingen
- Opvallende veranderingen in het meest recente jaar ten opzichte van het jaar ervoor zijn er voor de waarde van de invoer uit Afrika en uit Oceanië. Deze verhogen de welvaart van de handelspartners. De sterke daling van de uit de allerarmste landen ingevoerde hoeveelheden fossiele energiedragers, metalen en biomassa wordt eveneens als welvaart verhogend gezien: De hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen worden minder uitgeput.
Verdeling van de brede welvaart
De brede welvaart ‘hier en nu’ is niet gelijk verdeeld over de bevolking. De visualisatie toont het aantal indicatoren waar groepen een significant hogere (groen bolletje) of significant lagere (rood bolletje) welvaart hebben dan het landelijk gemiddelde (afgebeeld als grijs). Mannen en vrouwen worden met elkaar vergeleken in plaats van met het gemiddelde van de bevolking.
Uitleg bij figuren over verdeling
De kleuren geven aan of de waarde van de indicator van een bevolkingsgroep boven, onder of (min of meer) op het gemiddelde van de bevolking. Groen betekent dat waarde van een bevolkingsgroep hoger is dan het gemiddelde, rood dat de waarde lager is en grijs dat de waarde niet afwijkt van het gemiddelde. Bij verschillen naar geslacht geeft de kleur aan hoe de waarde bij mannen zich verhoudt tot de waarde bij vrouwen. Per indicator wordt ook met kleuren aangegeven of de indicatorwaarde van een bevolkingsgroep sinds het basisjaar 2019 is veranderd richting een hogere (groen) of lagere (rood) brede welvaart.
Geslacht
Leeftijd
Onderwijsniveau
Migratieachtergrond
Vooral naar migratieachtergrond en onderwijsniveau zijn er veel verschillen. Laagopgeleiden en mensen met een migratieachtergrond, zowel westers als niet-westers, hebben een lagere brede welvaart en hoogopgeleiden en mensen zonder migratieachtergrond juist een hogere. In de Monitor Brede Welvaart 2022 wordt nog gebruik gemaakt van de oude indeling in migratieachtergrond (Nederland, westerse migratieachtergrond, niet-westerse migratieachtergrond). Het CBS heeft in februari 2022 een nieuwe indeling naar herkomst geïntroduceerd. Deze nieuwe indeling wordt de komende tijd geleidelijk verwerkt in de CBS-statistieken en publicaties. Zodra de bronstatistieken zijn overgeschakeld zal de nieuwe indeling ook in de monitor worden gebruikt.
Op individueel niveau is te zien dat gunstige en ongunstige uitkomsten zich soms stapelen bij dezelfde personen. Ongunstige uitkomsten stapelen zich vaak op bij mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, bij laagopgeleiden en bij 65-74-jarigen; stapeling van positieve uitkomsten is er het vaakst bij mensen met een hoog onderwijsniveau en bij mensen in de leeftijd van 45-64 jaar.
Ten opzichte van 2019 is de verdeling van de brede welvaart in grote lijnen niet veranderd. Wel zijn jongere leeftijdsgroepen, de 75-plussers en hoogopgeleiden er relatief iets op achteruitgegaan.
Uitleg bij figuren over verdeling
De kleuren geven aan of de waarde van de indicator van een bevolkingsgroep boven, onder of (min of meer) op het gemiddelde van de bevolking. Groen betekent dat waarde van een bevolkingsgroep hoger is dan het gemiddelde, rood dat de waarde lager is en grijs dat de waarde niet afwijkt van het gemiddelde.
Geslacht
Leeftijd
Hoogstbehaalde opleidingsniveau
Migratieachtergrond
De Sustainable Development Goals (SDG’s)
De voortgang van Nederland ten aanzien van brede welvaart en SDG’s wordt in deze monitor gemeten aan de hand van 280 verschillende indicatoren. Voor alle 17 SDG’s wordt per indicator gekeken of er sprake is van een trend in de richting van het doel, een neutrale trend of een beweging van het doel af. Ook wordt de positie van Nederland vergeleken met die van de andere EU-landen.
Trends
De samenvattende figuur is gebaseerd op de indicatoren waarvoor een middellangetermijntrend (2014–2021) berekend kon worden. De figuur toont welk percentage van de indicatoren zich in de richting van het doel beweegt (groen), welk deel een neutrale trend heeft (grijs), en welk deel van het doel af beweegt (rood).
Uitleg samenvattend figuur
De figuur geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021) van alle indicatoren in een SDG. De kleuren in de figuur geven aan welk deel van de indicatoren beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een stijging (groen) van de brede welvaart, een daling (rood) of geen stijging of daling (grijs).
- Het valt op dat relatief veel indicatoren zich bewegen in de richting van het doel, vooral bij SDG 1 Geen armoede, SDG 2 Geen honger, SDG 4 Kwaliteitsonderwijs, SDG 5 Gendergelijkheid en SDG 13 Klimaatactie.
- Bij SDG 9.1 Industrie, innovatie en infrastructuur: infrastructuur en mobiliteit, SDG 10.2 Ongelijkheid verminderen: financiële houdbaarheid, SDG 11.1 Duurzame steden en gemeenschappen: wonen, en ook SDG 11.2 Duurzame steden en gemeenschappen: leefomgeving, SDG 15 Leven op het land en SDG 16.2 Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties zien we juist relatief veel indicatoren die zich verder van het doel verwijderen.
Posities
Het is niet mogelijk voor alle indicatoren in de monitor een internationale vergelijking te maken. Uit de indicatoren waarbij dit wel kan, is per SDG de gemiddelde positie van Nederland binnen de EU-27 bepaald.
Uitleg samenvattend figuur
De figuur toont de gemiddelde positie van Nederland in de ranglijst van EU27-landen. Het gaat alleen om indicatoren waarvoor een vergelijking met de EU mogelijk is. Hoe langer de balk, des te hoger staat Nederland. De kleur van de balk geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op het midden. Naast de figuur staat de positie van Nederland in de EU-ranglijst beschreven.
- Vergeleken met andere landen in de EU heeft Nederland bij de volgende vijf SDG’s een positie in de voorhoede: SDG 1 Geen armoede, SDG 9.2 Industrie, innovatie en infrastructuur: duurzame bedrijvigheid, SDG 10.1 Ongelijkheid verminderen: sociale samenhang en ongelijkheid, SDG 16.2 Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties en SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken.
- Voor SDG 14 Leven in het water zijn er maar weinig indicatoren beschikbaar en is de positie moeilijk te bepalen.
- Bij SDG 13 Klimaatactie heeft Nederland inmiddels een positie in de middengroep. In voorgaande jaren bevond Nederland zich bij deze SDG in de achterhoede.