Schokbestendigheid
Grote schokken zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne raken alle aspecten van de brede welvaart. Hoe goed is Nederland in staat om een volgende grote schok op te vangen? Kunnen mensen nog in hun levensonderhoud voorzien en hoe gaat het met de meest kwetsbare groepen? Zijn onze natuur, samenleving en economie sterk genoeg?
Wat is een schok?
Wat is schokbestendigheid?
Thema’s
Interpretatie
Resultaten
De brede welvaart kan op de langere termijn onder druk komen te staan vanwege grote (externe) schokken die de samenleving kunnen ontwrichten. In welke mate is Nederland in staat om op de korte termijn een grote schok op te vangen? De financiële crisis van 2008, de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne zijn voorbeelden van dergelijke grote schokken. Ze tonen de kwetsbaarheid van onze manier van leven en de grenzen aan de houdbaarheid van de brede welvaart op de langere termijn. Schokken van deze omvang raken alle dimensies van de brede welvaart. Het gaat hier nadrukkelijk niet om de effecten van de huidige schok, maar om de mate waarin Nederland is voorbereid op een volgende schok.
Wat is een schok?
Een schok is in de context van brede welvaart een onregelmatige gebeurtenis met gevolgen voor hele bevolkingen (OECD, 2014). Voorbeelden zijn oorlogen, natuurrampen, financiële crises en pandemieën. Dergelijke schokken vinden plaats op de relatief korte termijn, hebben meestal een externe oorzaak, zijn onregelmatig en tot op zekere hoogte onvoorspelbaar. Het gaat hier dus niet om (middel)langetermijntrends en transities. Het gaat ook niet om regelmatige schommelingen, zoals griepgolven, conjunctuurschommelingen of jaarlijkse overstromingen; die zijn ingebakken in de grote systemen – biosfeer, samenleving, economie – en deze systemen hebben zich daaraan aangepast.
Wat is schokbestendigheid?
Schokbestendigheid is het vermogen van een samenleving, systeem of stelsel om de kansen op een schok te verkleinen, om een schok te absorberen op het moment dat die zich voordoet, om snel te herstellen, en om zich eventueel structureel aan te passen aan de nieuwe situatie na de schok (Bruneau, et al., 2003; Rose, 2007).
Thema’s
Schokbestendigheid van de brede welvaart wordt verdeeld in zes onderling samenhangende thema’s:
- Levensonderhoud van huishoudens: Hebben huishoudens de buffers om in het geval van een schok in hun levensonderhoud te kunnen voorzien? Hebben ze spaargeld, een baan en een woning? Zijn ze goed geïnformeerd en hebben ze de kennis om met een schok om te gaan?
- Omvang van kwetsbare groepen: Hoe groot zijn bepaalde kwetsbare groepen die in het geval van een schok als eerste de gevolgen ondervinden? Bijvoorbeeld huishoudens met een laag inkomen en weinig vermogen, werklozen en mensen met een slechte gezondheid.
- Robuustheid van biosfeer, samenleving en economie: Hoe robuust zijn de grote systemen biosfeer, samenleving en economie, en waar zijn ze kwetsbaar? Hier gaat het om de vier kapitalen: natuurlijk kapitaal (biosfeer), sociaal kapitaal (samenleving) en menselijk en economisch kapitaal (economie). Dit thema is verdeeld in drie subthema’s: (a) robuustheid van biosfeer, (b) robuustheid van samenleving en (c) robuustheid van economie.
- Grensoverschrijdende afhankelijkheden: Hoe afhankelijk is Nederland van andere landen? Denk bijvoorbeeld aan de invoer van niet-hernieuwbare hulpbronnen als olie en gas.
- Slagkracht van de overheid: Hoe daadkrachtig is de overheid? Is het bestuur effectief? Heeft de overheid financiële mogelijkheden om noodmaatregelen te nemen?
- Kritieke systemen: Hoe schokbestendig zijn de systemen die essentieel zijn voor het bereiken van gewenste uitkomsten en het behalen van de Sustainable Development Goals? We noemen een systeem kritiek als uitval daarvan kan leiden tot de uitval van andere systemen die essentieel zijn voor de drie grote systemen of die een maatschappelijke functie hebben die te belangrijk is om te mogen falen. Dit thema is verdeeld in drie deelthema’s: (a) uitval van het systeem leidt tot uitval van een of meerdere andere systemen; (b) het systeem is essentieel voor het functioneren van (een van) de drie grote systemen (biosfeer, samenleving, economie); en (c) het systeem vervult een essentiële maatschappelijke functie die te belangrijk is om te mogen falen.
Interpretatie
Schokbestendigheid is geen absoluut begrip. Er zijn geen specifieke (Nederlandse) kritieke grenzen of standaarden waar indicatorwaarden tegen kunnen worden afgezet. Bijvoorbeeld, monocultuur maakt de landbouw kwetsbaar, maar hoeveel monocultuur is aanvaardbaar en hoeveel is te veel? Met het dichtdraaien van de gaskraan is Nederland sterker afhankelijk geworden van de import van aardgas, maar bij welk percentage importafhankelijkheid moeten we ons zorgen gaan maken? Dit zijn normatieve vraagstukken waar het CBS geen uitspraken over doet.
Het is de vraag of ecologische, sociale en economische systemen gelijkwaardig zijn: lang stond het belang van de economie voorop. In het denken over ‘Beyond GDP’ – waarin wordt gezocht naar bredere maatstaven voor welvaart, welzijn en duurzaamheid – worden ecologie, samenleving en economie gezien als onderling verbonden systemen (Hoekstra, 2019). Het denken over ‘planetary boundaries’ (Rockström et al., 2009) en duurzaamheid stelt dat er een hiërarchie is waarin ecologische systemen de basis vormen voor sociale systemen, en de economie op haar beurt afhankelijk is van het functioneren van ecologische en sociale systemen. Als het fundament niet deugt, dan storten de daarop steunende lagen vroeg of laat ook in. Het belang van de biosfeer als het fundament waarop samenleving en economie rusten wordt ook zichtbaar in de eerste figuur in het verhaal van de MBW & SDG’s.
De rol van de monitor is om deze vraagstukken te voorzien van feitelijke informatie over ontwikkelingen. De interpretatie van cijfers over schokbestendigheid is dan ook alleen feitelijk, zonder bespiegelingen over kritieke grenzen of standaarden. Deze feitelijke observaties gaan alleen over het heden. Hoe goed Nederland in de toekomst een schok zal kunnen absorberen, daarvan herstellen, en zich eventueel aanpassen kan alleen indirect worden gemeten door te kijken naar de huidige staat van de relevante factoren.
De indicatoren laten niet het absolute niveau van de schokbestendigheid van de brede welvaart zien. Het dashboard laat zien of de indicatoren voor de zes aspecten van schokbestendigheid zich ontwikkelen in de richting van een hogere of lagere schokbestendigheid en of Nederland in vergelijking met andere EU-landen meer of minder schokbestendig is.
De vergelijking van de positie met het buitenland is indicatief. Het dashboard is opgesteld vanuit een Nederlands perspectief. Voor andere landen zou schokbestendigheid met andere indicatoren gemeten kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan culturele aspecten van sociale cohesie of aan de rol van religie in een samenleving.
Resultaten
Deze paragraaf beschrijft op hoofdlijnen de ontwikkeling en relatieve staat van de schokbestendigheid van de brede welvaart. Het dashboard bevat een beperkte selectie van kernindicatoren die het complexe fenomeen schokbestendigheid beschrijven. Het dashboard helpt om mogelijke zwakke plekken te identificeren, mochten zich in de toekomst schokken voordoen zoals de financiële crisis van 2008 of de coronapandemie. Hoe meer indicatoren op ‘groen’ staan, hoe beter de samenleving in staat moet zijn om een dergelijke schok op te vangen.
Schokbestendigheid van de brede welvaart ‘hier en nu’
Twee thema’s in de schokbestendigheid van de brede welvaart zijn gerelateerd aan de brede welvaart ‘hier en nu’. Het thema ‘levensonderhoud van huishoudens’ meet in hoeverre huishoudens gemiddeld genomen de middelen hebben om een eventuele schok op te vangen. Hier kijken we naar het mediaan vermogen, het spaargeld bij banken in Nederland, de mate waarin mensen regie ervaren over het eigen leven, de ervaring van de eigen gezondheid en de arbeidsparticipatie. In het thema ‘omvang van kwetsbare groepen’ wordt specifiek gekeken naar bepaalde kwetsbare groepen die in het geval van een schok als eerste de gevolgen ondervinden: laagopgeleiden, werklozen, zzp-ers met armoederisico, mensen met een laag inkomen en gering vermogen, en mensen met langdurige beperkingen door gezondheidsproblemen.
Het beeld is positief: de langjarige trends over de periode 2014-2021 van acht van de tien indicatoren laten een stijging van de brede welvaart zien. De andere twee indicatoren wijzen op een stabiele brede welvaart. Dit betekent dat huishoudens bij een eventuele schok beter in staat zijn in hun levensonderhoud te kunnen blijven voorzien. Bovendien staat Nederland bij vijf van de zes indicatoren waarvoor internationaal kan worden vergeleken hoog op de EU-ranglijst.
Ook in het meest recente jaar is de schokbestendigheid van de brede welvaart ‘hier en nu’ verbeterd. Tussen 2020 en 2021 steeg het spaargeld van huishoudens met 3,4 procent en de laagopgeleide bevolking daalde met 0,9 procentpunt. Tussen 2019 en 2020 daalde het armoederisico van zzp-ers met 0,6 procentpunt (naar 5,9 procent) en het percentage van mensen met ernstige langdurige beperkingen door gezondheidsproblemen met 0,4 procentpunt (naar 4,3 procent). In de laatste cijfers zijn mogelijke gevolgen van de coronacrisis nog niet zichtbaar. De omvang van kwetsbare groepen neemt weliswaar af, zowel trendmatig als in het meest recente jaar, maar is niet onbeduidend. Ruwweg 4 à 5 procent van de bevolking kan bij een schok in de problemen komen.
Uitleg dashboard
Iedere regel in het dashboard gaat over één bepaalde indicator. Aan de linkerkant staat het meest recente cijfer beschreven. Daarnaast kan een pijl staan. De pijl geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021). De kleur van de pijl geeft aan of de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een stijging (groen) of een daling (rood) van de brede welvaart. Wijst de pijl naar boven, dan nemen de indicatorwaarden toe. Wijst de pijl naar beneden, dan nemen de indicatorwaarden af. Aan de rechterkant staat een figuur met cijfers van EU-landen. Het balkje voor Nederland heeft een andere kleur. Die kleur geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op het midden. Naast de figuur staat de positie van Nederland in de EU-ranglijst beschreven.
Levensonderhoud van huishoudens
Omvang van kwetsbare groepen
Schokbestendigheid van de brede welvaart ‘later’
De brede welvaart ‘later’ betreft hoeveel hulpbronnen wij op de lange termijn nalaten aan volgende generaties. De vraag is of de grote systemen die onze brede welvaart mogelijk maken – biosfeer, samenleving, economie – robuust genoeg zijn om grote (externe) schokken op te vangen. In dit verband wordt apart aandacht besteed aan de slagkracht van de overheid, een bijzonder belangrijk aspect in het geval van een schok die grote delen van de bevolking treft en de grote systemen bedreigt.
Bij zes van de dertien indicatoren in het dashboard voor brede welvaart ‘later’ stijgt de welvaart trendmatig. Bij vijf is sprake van stabiele trends. De dalende trend van de beschikbare groen-blauwe ruimte per inwoner en de afname in de meest recente jaren (2018-2020) laten zien dat de robuustheid van de biosfeer onder druk staat. De robuustheid van de samenleving is relatief hoog en stijgt trendmatig. Hoewel het vertrouwen in mensen in 2021 steeg met 3,3 procentpunten, nam het vertrouwen in instituties in hetzelfde jaar af met 2,6 procentpunten. De slagkracht van de overheid is relatief hoog. De schuld van de overheid daalde in 2020-2021 met 2,2 procentpunten naar 52,1 procent van het bbp. Het vertrouwen in de rechtstaat daalde echter trendmatig in de periode 2014-2021.
Uitleg dashboard
Iedere regel in het dashboard gaat over één bepaalde indicator. Aan de linkerkant staat het meest recente cijfer beschreven. Daarnaast kan een pijl staan. De pijl geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021). De kleur van de pijl geeft aan of de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een stijging (groen) of een daling (rood) van de brede welvaart. Wijst de pijl naar boven, dan nemen de indicatorwaarden toe. Wijst de pijl naar beneden, dan nemen de indicatorwaarden af. Aan de rechterkant staat een figuur met cijfers van EU-landen. Het balkje voor Nederland heeft een andere kleur. Die kleur geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op het midden. Naast de figuur staat de positie van Nederland in de EU-ranglijst beschreven.
Robuustheid van biosfeer
Robuustheid van samenleving
Robuustheid van economie
Slagkracht van de overheid
Deze editie van de monitor meet voor het eerst de schokbestendigheid van specifieke systemen die voor de brede welvaart als geheel of voor bepaalde SDG’s van kritiek belang zijn. We noemen een systeem kritiek als uitval daarvan kan leiden tot de uitval van andere systemen die essentieel zijn voor de biosfeer, samenleving en/of economie, of die een maatschappelijke functie hebben die te belangrijk is om te mogen falen.
Systemen waarvan de uitval kan leiden tot de uitval van andere systemen zijn energievoorziening, telecom, en informatie-infrastructuren. De energievoorziening is daarbij het meest kwetsbaar: de afhankelijkheid van energie-invoer stijgt trendmatig en is vergeleken met andere EU-landen hoog. Het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik neemt trendmatig toe, maar Nederland staat onderaan de EU-ranglijst (23e van de 27 EU-landen in 2020. Het aandeel van bedrijven dat ICT-veiligheidsincidenten ondervond is in het meest recente jaar afgenomen met 2 procentpunten naar 45 procent.
Essentieel voor de schokbestendigheid van biosfeer, samenleving en economie zijn ecosystemen, sociale relaties, en bedrijfsleven. De grote systemen zijn over het geheel genomen robuust. Sociale cohesie in de buurt (een indicator voor sociale relaties in iemands nabije omgeving) en vertrouwen in mensen (een meer algemene indicator) stijgen trendmatig. Het vertrouwen in nam ook mensen is ook 2021 toegenomen. Ook de robuustheid van het bedrijfsleven neemt toe: de mediane solvabiliteit van bedrijven was in 2020 51 procent en steeg trendmatig in de periode 2014-2021.
Systemen die een essentiële maatschappelijke functie vervullen zijn de financiële sector, de overheid, de zorg, het onderwijs, transport en de drinkwatervoorziening. In de financiële sector en de overheid neemt de schokbestendigheid toe. De Common Equity Tier 1 ratio (CET1) – een kernindicator voor de robuustheid van de financiële sector – laat een trendmatige verbetering zien, al staat Nederland in de middenmoot van de EU-ranglijst. Het vertrouwen in instituties is relatief hoog en neemt trendmatig toe, hoewel het in 2021 met 2,6 procentpunten afnam naar 66,9 procent. Ook de effectiviteit van overheidsbestuur is hoog in vergelijking met andere EU-landen. De schokbestendigheid van de zorg staat daarentegen onder druk. De vacaturegraad (het aantal vacatures per duizend banen) neemt trendmatig toe en Nederland stond in 2020 21e van de 25 landen op de EU-ranglijst. Bij een eventuele schok kan het moeilijk zijn om extra zorgpersoneel te vinden.
Uitleg dashboard
Iedere regel in het dashboard gaat over één bepaalde indicator. Aan de linkerkant staat het meest recente cijfer beschreven. Daarnaast kan een pijl staan. De pijl geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021). De kleur van de pijl geeft aan of de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een stijging (groen) of een daling (rood) van de brede welvaart. Wijst de pijl naar boven, dan nemen de indicatorwaarden toe. Wijst de pijl naar beneden, dan nemen de indicatorwaarden af. Aan de rechterkant staat een figuur met cijfers van EU-landen. Het balkje voor Nederland heeft een andere kleur. Die kleur geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op het midden. Naast de figuur staat de positie van Nederland in de EU-ranglijst beschreven.
Kritieke systemen: Systeemfalen
Kritieke systemen: Essentieel voor de drie grote systemen
Kritieke systemen: Essentiële maatschappelijke functie
Schokbestendigheid van brede welvaart ‘elders’
Afhankelijkheden van andere landen zijn een kwetsbaarheid voor de brede welvaart van Nederland. Voor de energievoorziening is Nederland inmiddels grotendeels afhankelijk van het buitenland. Daarnaast bevatten essentiële producten als computers en telefoons zeldzame en kostbare metalen, net als zonnepanelen en elektrische auto’s. De vraag naar deze schaarse grondstoffen is groot. De brede welvaart ‘elders’ wordt kwetsbaar wanneer Nederland niet zelf over de benodigde grondstoffen beschikt en leveringszekerheid, bijvoorbeeld door geopolitieke spanningen, niet gegarandeerd is.
Het thema ‘grensoverschrijdende afhankelijkheden’ in het dashboard schokbestendigheid omvat de indicatoren afhankelijkheid van energie-invoer, economische afhankelijkheid van de export en de broeikasgasvoetafdruk. Nederland wordt steeds afhankelijker van de invoer van energie uit andere landen (de middellangetermijntrend is rood). Bijna 70 procent van de energie wordt inmiddels geïmporteerd. Sinds de start van de meting in 1995 was de kwetsbaarheid op dit punt niet eerder zo groot. Dit maakt Nederland kwetsbaar bij geopolitieke spanningen.
Uitleg dashboard
Iedere regel in het dashboard gaat over één bepaalde indicator. Aan de linkerkant staat het meest recente cijfer beschreven. Daarnaast kan een pijl staan. De pijl geeft informatie over de trend (middellangetermijntrend gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2014–2021). De kleur van de pijl geeft aan of de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een stijging (groen) of een daling (rood) van de brede welvaart. Wijst de pijl naar boven, dan nemen de indicatorwaarden toe. Wijst de pijl naar beneden, dan nemen de indicatorwaarden af. Aan de rechterkant staat een figuur met cijfers van EU-landen. Het balkje voor Nederland heeft een andere kleur. Die kleur geeft aan in welk deel van de EU-ranglijst Nederland staat. Groen wijst op een positie in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst, rood op het onderste kwartiel en donkergrijs op het midden. Naast de figuur staat de positie van Nederland in de EU-ranglijst beschreven.
Grensoverschrijdende afhankelijkheden