Gezondheid

© ANP / Rob Engelaar

Hoe is de brede welvaart verdeeld als het gaat om gezondheid? Gezondheid is sterk bepalend voor de kwaliteit van leven. Een (chronische) ziekte beperkt iemands mogelijkheden om actief en volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Gezonde voeding heeft ook grote invloed op iemands kwaliteit van leven. De verdeling wordt gemeten met de ervaren gezondheid.

Ervaren gezondheid

Het welzijn van mensen hangt sterk samen met hun gezondheid: een slechte gezondheid gaat vaak samen met een lager welzijn en kan zorgen voor problemen op het gebied van bijvoorbeeld werk, sociaal leven en wonen. Hier wordt het oordeel over de eigen gezondheid – de ervaren gezondheid – als indicator voor gezondheid gebruikt. Meer informatie over de gezondheid van de Nederlandse bevolking is te vinden op StatLine.

Ervaren gezondheid

Situatie in 2021

Hoe mensen over hun eigen gezondheid denken is een goede indicator voor de algemene gezondheidstoestand. Concreet gaat het om het percentage dat de eigen gezondheid als goed of zeer goed beoordeelt. In 2021 vond 80,5 procent van de Nederlandse bevolking de eigen gezondheid goed of zeer goed.

De kenmerken geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en migratieachtergrond hangen samen. Mensen met een lager onderwijsniveau zijn bijvoorbeeld gemiddeld ouder dan hoogopgeleiden. Door standaardisatie van de cijfers wordt hiermee rekening gehouden: er wordt gecorrigeerd voor de ongelijkheid in het voorkomen van bovenstaande kenmerken. Op basis van gestandaardiseerde cijfers is het verschil in ervaren gezondheid tussen hoog- en laagopgeleiden kleiner. Maar ook op basis van gestandaardiseerde cijfers blijft de ervaren gezondheid van laagopgeleiden relatief laag en die van hoogopgeleiden relatief hoog. Ook de andere hierboven beschreven statistisch significante verschillen tussen groepen blijven na standaardisatie bestaan.

Veranderingen tussen 2019 en 2021

In 2021 was het aandeel mensen dat de eigen gezondheid als goed of zeer goed beschrijft 1,8 procentpunt hoger dan in 2019. Vergeleken met die ontwikkeling voor de gehele bevolking hebben de volgende groepen zich afwijkend ontwikkeld:

  • Bij personen van 15 tot 35 jaar was de ontwikkeling ongunstiger. In deze groepen daalde het percentage met een als (zeer) goed ervaren gezondheid zelfs. Bij ouderen vanaf 75 ontwikkelde de ervaren gezondheid zich juist relatief goed, een toename van bijna 8 procentpunt.
  • De ervaren gezondheid van laagopgeleiden ontwikkelde zich relatief gunstig, met een toename van 4,5 procentpunt. Bij hoogopgeleiden was de ontwikkeling relatief ongunstig: een daling van 1 procentpunt.